Organisatie | Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent de verrekening, herziening, intrekking, terug- en invordering van teveel of ten onrechte verstrekte uitkering in het kader van de Participatiewet (Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004) |
Citeertitel | Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2020 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 06-02-2020 |
Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
(hierna: het dagelijks bestuur);
Gelet op de artikelen 17, 54, 58 , 59 en 60 van de Participatiewet en de artikelen 12, 41 en 43 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;
gelet op het voorstel van het MT van de Regionale Dienst Werk en Inkomen van 21 januari 2020;
overwegende dat het noodzakelijk is regels vast te stellen met betrekking tot verrekening, herziening, intrekking, terug- en invordering van teveel of ten onrechte verstrekte uitkering in het kader van de Participatiewet;
vast te stellen de Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004.
Artikel 2. Algemene bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot herziening, intrekking, terugvordering en verrekening.
Artikel 8. Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting
Als de belanghebbende na het terugvorderen van een bedrijfskapitaal of leenbijstand niet bereid is tot het treffen van een betalingsregeling of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, wordt het terugvorderingsbesluit ten uitvoer gelegd door middel van:
HOOFDSTUK 3 AFZIEN VAN INVORDERING
Artikel 9. Afzien van (verdere) terug- en/of invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting
Artikel 10. Afzien van invordering in verband met schuldregeling.
Indien er sprake is van een fraudevordering waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd of waarvoor aangifte is gedaan op grond van het Wetboek van Strafrecht, verleent het dagelijks bestuur medewerking aan de schuldregeling, maar ziet niet af van invordering van het restant van de betreffende vordering. Met het verlenen van medewerking wordt de invordering gestaakt totdat de betreffende schuldregeling is afgerond.
Artikel 11. Afzien van terug- en/of invordering na overlijden.
Na het overlijden van belanghebbende ziet het dagelijks bestuur af van terug-en/of invordering van het restant van de vorderingen, tenzij de belanghebbende ten tijde van het overlijden over voldoende middelen beschikte om de vordering te voldoen en dit bij het dagelijks bestuur bekend was.
Artikel 12. Afzien van verdere terug-en/of invordering van moeilijk invorderbare vorderingen.
In afwijking van artikel 9 eerste lid onder c ziet het dagelijks bestuur in individuele situaties af van verdere terug- en of invordering wanneer de restant vordering een bedrag van € 115,00 niet te boven gaat en de verdere invordering slechts kan plaatsvinden na overdracht aan een gerechtsdeurwaarder.
In afwijking van artikel 9 eerste lid onder c en tweede lid kan het dagelijks bestuur bij een (restant) vordering van € 115,00 en meer, omwille van doelmatigheidsredenen besluiten om van verdere terug- en of invordering van ten onrechte of teveel verstrekte (leen)bijstand of bedrijfskapitaal af te zien.