Organisatie | Baarn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling briefadres gemeente Baarn 2016 |
Citeertitel | Regeling briefadres gemeente Baarn 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2016 | Nieuwe regeling | 09-02-2016 Gemeenteblad 2016, 22871 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn,
gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire briefadres (BPR2013-0000746309) van de minister van BZK van 6 december 2013 en op de circulaire registratie briefadres om veiligheidsredenen waaronder ingeval van verblijf in Blijf-van-mijn-lijf-huizen (BPR2013—0000722005) van 6 december 2013;
overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);
b. woonadres; het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP.
c. briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP);
d. briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt
Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:
het ontbreken van een woonadres vanwege:
b. korte overbrugging tussen twee woonadressen;
c. de uitoefening van een ambulant beroep;
d. kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd;
e. korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;
Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:
a. een geldig identiteitsbewijs;
b. de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;
c. een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;
d. een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.
Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:
a. de aangever een woonadres heeft, anders dan bedoeld in artikel 2, lid 2, 3 en 4;
b. de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.
c. de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;
d. er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;
e. het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend;
f. het briefadres geen bestaand adres betreft;
g. het briefadres een postbus is.
h. van het briefadres aangifte wordt gedaan op grond van artikel 2, lid 4 en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3, lid 4, ontbreekt.
Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.
Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.