Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunnik

Verordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunnik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik
CiteertitelVerordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpVerordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3.5, eerste lid, van de Wet dieren
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-02-2021nieuwe regeling

17-12-2020

gmb-2021-43327

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik

 

De raad van de gemeente Bunnik;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2020;

Gelet op artikel 3:5, eerste lid, van de Wet Dieren en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de Verordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    houder: eigenaar of houder van een dood gezelschapsdier;

  • b.

    gezelschapsdier: alle dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, met als doel het gezelschap houden van de mens. Tot deze categorie behoren onder meer: honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren eveneens tot deze categorie, indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden. Onder de categorie gezelschapsdier worden niet bedoeld landbouwdieren (voor hobby of commercie) zoals runderen, paarden, schapen, (dwerg-) geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten.

Artikel 2 Verzamelplaatsen

Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar dode gezelschapsdieren in ontvangst kunnen worden genomen.

Artikel 3 Aangifte van dode gezelschapsdieren

De houder is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het dode gezelschapsdier is aangetroffen, het dier te vervoeren naar een verzamelplaats zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening en het daar aan te geven en tegen de daaraan verbonden kosten af te staan.

Artikel 4 Bewaren van dode gezelschapsdieren

Tot het tijdstip van afgifte moet de houder het dode gezelschapsdier zodanig bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5 Uitzonderingen

Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing indien:

  • a.

    het dode gezelschapsdier wordt begraven op een dierenbegraafplaats of op een terrein dat ter beschikking staat van de houder;

  • b.

    het dode gezelschapsdier wordt gecremeerd bij een dierencrematorium;

  • c.

    de houder het dode gezelschapsdier laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, die ervoor zorgt dat het dier ter verwerking wordt aangeboden.

Artikel 6 Inwerkingtreding, citeertitel, intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening dode gezelschapsdieren gemeente Bunnik;

  • 3.

    De Destructieverordening voor de gemeente Bunnik inwerking getreden op 7 februari 1966 wordt ingetrokken.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 17 december 2020

de griffier, de voorzitter,