Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende nadere regels omtrent standplaatsen |
Citeertitel | Nadere regels Standplaatsen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nota Standplaatsenbeleid 2003.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2021 | nieuwe regeling | 08-02-2021 | 0637243121 |
De standplaatsen voor verse waren, bloemen en snacks zijn een verrijking in het detailhandelsaanbod, dragen bij aan een levendig straatbeeld en kunnen sfeer verhogend werken. In samenspraak met de ambulante handel, bewoners en het lokale bedrijfsleven is verkend hoe het college hieraan toekomstbestendig invulling kan geven.
Hiervoor moet het beleid worden aangepast en nieuwe en sommige bestaande standplaatslocaties in bestemmingsplannen worden opgenomen.
In de voorliggende Nadere regels Standplaatsen 2018, stelt het college regels vast over ‘hoe, waar en wanneer’ standplaatsen wel en niet mogen worden ingenomen met een standplaatsvergunning. Deze nadere regels vervangen de Nota Standplaatsenbeleid uit 2003.
Om (meer) standplaatsen mogelijk te maken, zal een parapluherziening standplaatsen worden doorlopen.
Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 20 november 2018 besloten:
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Uitzondering hierop is de verkoop van kerstbomen die vanaf de grond plaatsvindt;
Artikel 5 Gebruik seizoensgebonden standplaats
Een vergunning voor het innemen van een seizoensgebonden standplaats wordt uitsluitend verleend ten behoeve van het aanbieden van producten uit de volgende branches gedurende de looptijd van het seizoen:
Artikel 7 Geldigheidsduur vergunning vaste standplaats
Vergunning voor het innemen van een vaste standplaats wordt afgegeven voor de duur van maximaal vijf jaar danwel voor een kortere periode indien hierom wordt gevraagd. De vergunning eindigt van rechtswege op de in de vergunning vermelde datum.
Artikel 8 Aantal dagen dat standplaats kan worden ingenomen
Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor alle dagen van de week van 06.00 uur tot 22.00 uur, uitgezonderd de in de Winkeltijdenwet genoemde feestdagen en tijdstippen 1 .
Artikel 9 Maxima omvang standplaats
Met uitzondering van een standplaats voor het verkopen van kerstbomen is de omvang van een standplaats:
Artikel 10 Eenmalige aanvraagprocedure na inwerkingtreding nadere regels
Nadat de procedure als bedoeld in het zesde lid is afgerond, kan worden ingeschreven voor het innemen van standplaats op elke nog beschikbare plaats en worden de standplaatsen op grond van de volgende criteria toegewezen:
op standplaatslocaties met meer dan één vaste standplaats, wordt één standplaats direct of door loting toegewezen. Toewijzing van de overige vaste standplaatsen op dezelfde locatie is afhankelijk van de branche op de eerste toegewezen plek en is daarom alleen mogelijk via de standaardprocedure van artikel 11 nadat de eenmalige procedure is doorlopen.
Artikel 12 Wijzigen vergunning
Indien de vergunninghouder minder dagen wil staan dan eerder overeengekomen, kan in overleg met het college de huidige vergunning worden aangepast voor de resterende looptijd van de vergunning.
Artikel 13 Mobiel karakter standplaats
Een standplaats dient aan het eind van de betreffende verkoopdag ontruimd te worden, tenzij anders is bepaald in de vergunning.
Artikel 15 Opheffen standplaatslocatie
Wanneer een standplaatslocatie geheel of gedeeltelijk komt te vervallen waardoor ter plaatse geen standplaats meer kan worden ingenomen, wordt - indien beschikbaar en geschikt - de betrokken standplaatshouder(s) voor de resterende duur van de vergunning een alternatieve standplaats aangeboden op een bestaande standplaatslocatie.
Voor de overige locaties is er het eerste tarief tot 10 m2, te weten € 17,24. En een tweede tarief indien de standplaats die wordt ingenomen groter is 10 m2 maar maximaal 20 m2, te weten € 0,85 m2 per extra ingenomen vierkante meter. Alleen standplaatsen voor de verkoop van kerstbomen (seizoensgebonden) mogen andere afmetingen hebben afhankelijk van de in te nemen locatie.
Ondertekening, Zoetermeer, 8 februari 2021
de secretaris,
B.D. Huykman
de burgemeester,
drs.M.J. Bezuijen
Toelichting op de Nadere regels Standplaatsen 2018
Iedereen kent de visboer of loempiaverkoper op de hoek van de straat, de oliebollenverkoper in de winter en de locaties waar ijs of kerstbomen te koop zijn. Deze vorm van ambulante handel vindt plaats op zogenoemde standplaatslocaties. Kramen en verkoopwagens vinden gewoonlijk een standplaats op markten, pleinen of op daarvoor gereserveerde ruimten bij winkelcentra en op kruisingen en straathoeken in de openbare ruimte.
Op grond van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer (verder: Apv) kan het college van Burgemeester en Wethouders (verder: het college) aan ambulante handelaren voor hun standplaatsen een standplaatsvergunning verlenen voor wekelijkse handel, voor de verkoop van seizoensgebonden producten of voor incidentele promotie- of verkoopacties.
De nadere regels beperken zich tot standplaatsen als bedoeld in artikel 5:15, lid 1 van de Apv. Standplaatsen op de weekmarkt of tijdens een evenement, blijven buiten het bereik van de nadere regels. Ook het ‘venten’ ofwel de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden dan wel het huis aan huis aanbieden van goederen, valt niet onder deze nadere regels.
Deze nadere regels vervangen de Nota Standplaatsenbeleid uit 2003 en hebben ten doel om heldere regels te stellen over ‘hoe, waar en wanneer’ standplaatsen wel en niet mogen worden ingenomen. Hiermee wordt meer ruimte voor ondernemers en voor ondernemen mogelijk gemaakt.
Artikelsgewijze toelichting voor zover noodzakelijk:
In dit artikel wordt een aantal begrippen die in de nadere regels worden gehanteerd, gedefinieerd.
Niet voor alle begrippen is een nadere toelichting noodzakelijk.
Ruimtelijk en economisch blijft de stad in beweging en daar wil het college op kunnen inspelen. Het aantal aan te wijzen standplaatslocaties is daarom geen vast gegeven maar volgt de ontwikkeldynamiek in onze stad.
Bij een eventuele uitbreiding van het aantal locaties worden deze op geschiktheid getoetst aan het bestemmingsplan en aan regels ten aanzien van Openbare orde en veiligheid, ingevolge artikel 1:8 van de Apv. Vanwege de herinrichting van het Stadshart geldt een uitsterfbeleid voor vaste standplaatslocaties. Eén incidentele standplaatslocatie in de Burgemeester Van Leeuwenpassage blijft gehandhaafd.
Een in een bestemminsplan als standplaats bestemde locatie in de openbare ruimte of op particulier terrein, waarbij het verlenen van standplaatsvergunningen niet mag leiden tot verkapte weekmarkten of minimarkten. Daarom wordt een maximumstelsel gehanteerd van drie standplaatsen per standplaatslocatie. Deze keuze is afhankelijk van de ligging ervan, bijvoorbeeld bij een winkelcentrum. De standplaatslocaties zijn aan de hand van locatiecriteria –o.a. ten aanzien van (verkeers-)veiligheid en openbare orde getoetst en in een bestemmingsplan vastgelegd; of worden nog in een bestemmingsplan vastgelegd. Voor iedere locatie is aangeven hoeveel standplaatsen mogelijk zijn.
Uitgangspunt is dat het verlenen van standplaatsvergunningen niet mag leiden tot verkapte weekmarkten of minimarkten. Omdat grote of onbeperkte aantallen standplaatsen en standplaatshouders kunnen leiden tot verstoring van de openbare orde, wordt een zogenaamd maximumstelsel gehanteerd:
Bij het bepalen van de geschikte locaties voor de seizoen standplaatsen en incidentele standplaatsen is meegewogen dat deze standplaatsen slechts voor een beperkte periode worden ingenomen. Daarnaast hebben oliebollenkramen, kerstboomverkooppunten en ijsverkoop een toegevoegde waarde voor de sfeer op de betreffende locatie.
Deze bepaling is opgenomen om te verzekeren dat de standplaats wordt ingenomen door degene die de vergunning heeft aangevraagd. Het persoonsgebonden karakter is vooral van belang bij commerciële standplaatsen. Eén van de doelstellingen van dit beleid is een eerlijke verdeling van de beschikbare standplaatsen. Daarom moet een standplaats worden ingenomen door de persoon die de vergunning heeft aangevraagd. Als dat niet het geval zou zijn, dan zou één persoon voor meerdere standplaatsen vergunning kunnen aanvragen en daar anderen laten werken.
Vaste standplaatsen zijn hoofdzakelijk bedoeld voor branches die voorzien in de dagelijkse behoefte, zoals vis, brood/ banket en aardappelen, groente en fruit en complementair zijn aan het gebied waar de locatie zich bevindt. Voor branches met niet dagelijks noodzakelijke producten en diensten is het niet toegestaan een vaste standplaats in te nemen. Van deze branches wordt aangenomen dat zij slechts in een behoefte voorzien als zij niet elke week op een bepaalde locatie aanwezig zijn.
Een seizoensgebonden standplaats mag door één standplaatshouder die seizoensgebonden producten verkoopt, worden ingenomen gedurende de vergunde periode.
Op de standplaatsenkaart worden alle standplaatslocaties voor seizoenverkoop aangegeven met daarbij aangegeven de te verkopen producten.
Een incidentele standplaatslocatie kan worden ingenomen:
voor ideële doeleinden, niet-commerciële promotie activiteiten die een publiek belang dienen of een goed doel vertegenwoordigen, zoals sociaal-culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteiten. Dit geldt ook voor activiteiten die publiekscampagnes van de (semi-) overheid en politieke partijen ondersteunen;
voor commerciële verkoopdoeleinden, zoals:
een tijdelijke aanvulling - bijvoorbeeld met niet dagelijks noodzakelijke producten - op het aanbod van diensten en winkels. Dit kan ook een tijdelijke speciale promotionele verkoopactie zijn, bijvoorbeeld in het kader van een feestdag (Moederdag, Sinterklaas, etc.) of in het kader van de introductie van verse seizoenproducten, zoals, asperges, haring, mosselen, aardbeien, tulpen, etc.
Vanwege de beperkt aanwezige ruimte en de grote bezoekersstromen, geldt voor incidentele standplaatslocaties in het Stadshart een maximum van 5 dagen per jaar;
Uit jurisprudentie valt op te maken dat potentiële gegadigden gelijke kansen moeten krijgen om in een transparante procedure mee te dingen naar een vergunning als er een beperkt aantal vergunningen uit te geven zijn. Dat noemen we de leer van de schaarse vergunningen. De verwachting is dat in de toekomst meer ruimte moet komen voor mededinging. In relatie hiertoe worden vergunningen voor standplaatsen, ook voor de verkoop van (consumptie)goederen, in het vervolg voor maximaal vijf jaar verstrekt en gaan we over naar een systeem van actief communiceren over de beschikbaarheid van een standplaatslocatie en verloting van de vergunningen.
Volgens Europese en landelijke juridische uitspraken dient de gemeente transparante regels te hebben waaraan de gemeente bij de verdeling van schaarse vergunningen voldoet. Het gaat vooral om transparantieverplichtingen bij de verdeling en verlening van schaarse vergunningen, die waarborgen dat de aanvragers gelijke kansen hebben om mee te dingen naar schaarse vergunningen. De afgelopen jaren zijn geen nieuwe vaste standplaatsvergunningen meer afgegeven. Wel is er een lijst bijgehouden van geïnteresseerde ondernemers (wachtlijst). Bij de afgifte van nieuwe standplaatsen zal deze groep geïnteresseerden persoonlijk worden geïnformeerd over de uitgifte van nieuwe standplaatsvergunningen. Bij inschrijving van geïnteresseerden die op de wachtlijst staan, telt de inschrijving driemaal zwaarder in de loting mee omdat zij al meer dan vijftien jaar op de wachtlijst staan. Daarna vervalt de wachtlijst.
Wij kiezen voor een systeem waarbij wij de huidige standplaatshouders met een standplaatsvergunning voor een locatie in de openbare ruimte een overgangsregeling bieden. Zij ontvangen een besluit waarin ze voor vijf jaar een standplaatsvergunning hebben (omzetting van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd).
Vervolgens gaan wij over op de lotingsprocedure zoals omschreven in artikel 10 de eenmalige aanvraagprocedure na inwerking treden van deze nadere regels. Na het volgen van de eenmalige aanvraagprocedure zal voortaan artikel 11 als standaard procedure gelden bij het vrijkomen van standplaatslocaties. De inschrijvers die ingeloot zijn dienen via het daarvoor bestemde formulier een standplaatsvergunning aan te vragen.
Enkele van onze standplaatshouders hebben voor meerdere locaties voor verschillende dagen een standplaatsvergunning. In dit nieuwe beleid is dat ook weer mogelijk.
Gelet op tijdelijke werkzaamheden, openbare orde en veiligheid of de inrichting van sommige standplaatslocaties, is het mogelijk dat een vaste standplaatslocatie niet altijd kan worden ingenomen.
Aan een vergunninghouder die op gemeentegrond een standplaats inneemt, wordt een vergoeding (standplaatsgeld) in rekening gebracht voor het gebruik van dat gedeelte van de openbare ruimte waar de standplaats wordt ingenomen.
Het college hanteert tarieven die verhoudingsgewijs op redelijk niveau zijn, als bedacht wordt dat een standplaats weliswaar minder ruimte nodig heeft maar dat anderzijds sprake is van minder gunstige factoren/omstandigheden zoals het feit dat de locatie minder zekerheid biedt dan bij de inpandige winkelruimte en het feit, dat de locatie ontruimd moet worden na sluitingstijd.
Uit de benchmark met andere gemeenten blijkt dat huidige standplaatsopbrengsten in Zoetermeer met gebruik van het huidige tarievensysteem op ‘gemiddeld niveau’, zitten behalve bij intensief gebruik van het stadshart.
In verband met de uitvoerbaarheid en beheersbaarheid van de controle is de differentiatie van de vergoeding eenvoudig gehouden. De vergoedingen zijn ingedeeld in twee gebieden te weten het Stadshart en overige locaties in Zoetermeer.
Op grond van de Verordening Winkeltijden Zoetermeer (2011) is het ook voor ambulante handel toegestaan om de standplaats op zondag en op feestdagen in te nemen. Bij actualisatie van deze verordening kunnen aanvullende bepalingen worden opgenomen voor verkoopdagen en –tijdstippen voor ambulante handel. Een vergunningaanvraag wordt altijd getoetst op de winkeltijden die op dat moment van toepassing is.