Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westvoorne

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent een preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestvoorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent een preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag
CiteertitelPreventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-03-2012nieuwe regeling

21-02-2012

Website van de gemeente Westvoorne, 14-03-2012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent een preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag

 

 

Doel van de beleidsregel “preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag”.

Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen te beïnvloeden. Gebleken is dat met regelmaat dezelfde personen in de openbare ruimte, in het uitgaansleven, voorafgaand, tijdens en na afloop van evenementen en voorafgaand, tijdens en na afloop van de jaarwisseling zich misdragen en overtredingen plegen.

Dit gedrag is strafbaar gesteld in het wetboek van Strafrecht en/of in de Algemene Plaatselijke Verordening Westvoorne;

Artikel 2:1 APV Samenscholing en ongeregeldheden

Artikel 2:26 APV Ordeverstoring bij een evenement

Artikel 2:31 APV Verboden gedragingen

Artikel 2:47 APV Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

 

Bestuurlijke maatregelen

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft een uitgebreid instrumentarium (bestuursdwang, last onder dwangsom, bestuurlijke boete en intrekking begunstigende beschikking) voor gemeenten om handhavend op te treden. De last onder dwangsom is een maatregel die gebruikt kan worden om overlastgevend gedrag van individuen tegen te gaan.

De beleidregel ‘Preventieve Dwangsom bij overlastgevend gedrag’ is een aanvulling op de beleidsregel ‘Aanpak overlast’ die in oktober 2010 is vastgesteld.

De beleidsregel ‘Aanpak Overlast’ heeft betrekking op de bevoegdheden bij herhaaldelijke groepsgerelateerde en/of individuele overlast (artikel 172a en 172b van de Gemeentewet) en biedt de burgemeester de mogelijkheid om preventief in te grijpen bij ordeverstorend gedrag in bepaalde wijken of gebieden waar de openbare orde onder druk staat of ten behoeve van het ordentelijk verloop van evenementen waaronder voetbalwedstrijden. De maatregelen die vanuit de beleidsregel ‘Aanpak overlast’ opgelegd kunnen worden zijn een gebiedsverbod, een groepsverbod of een meldingsplicht. Dit gaat verder dan het opleggen van een preventieve dwangsom, waarbij aan een persoon de ruimte wordt geboden zijn gedrag te veranderen zonder hem in zijn vrijheid te beperken.

 

Preventieve dwangsom

Met het opleggen van een preventieve last onder dwangsom heeft de burgemeester een instrument om herhaling van een overtreding van de wet te voorkomen. Als de regels steeds maar weer door dezelfde persoon worden overtreden kan een preventieve dwangsom worden opgelegd (artikel 5:32 lid 2 Awb). Omdat dit alleen wordt gedaan bij notoire overtreders kan het bedrag van de dwangsom relatief hoog zijn en zelfs bij iedere overtreding hoger worden. Het opleggen van een preventieve dwangsom is alleen mogelijk wanneer er klaarblijkelijk gevaar bestaat dat er opnieuw een overtreding zal worden begaan. Aanleiding om dit te veronderstellen kan zijn gelegen in uitlatingen die een (toekomstig) overtreder doet, het eerder vertoonde naleefgedrag van de overtreder, het bij herhaling voorkomen van overtredingen en meer algemeen het zich voordoen van uitzonderlijke omstandigheden welke het begaan van overtredingen waarschijnlijk maken. Aan de overtreder wordt door de burgemeester de verplichting opgelegd om zich te houden aan de in de beschikking opgenomen regels op straffe van een te betalen geldsom (artikel 5:32 Awb).

 

Beleidsregel

Binnen Westvoorne kan een preventieve dwangsom onder andere worden opgelegd aan een persoon die meerdere keren door de politie is aangesproken op zijn overlastgevend gedrag en die opnieuw dit gedrag vertoond. De basis voor het traject ‘preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag’ is het politiedossier met betrekking tot het gedrag van deze persoon. De politie heeft een belangrijke signaalfunctie.

 

Evenementen

Indien een persoon binnen dertien maanden herhaaldelijk ordeverstorend gedrag vertoont voorafgaand, tijdens of na afloop van evenementen, kan een preventieve dwangsom worden opgelegd. De plaats waar het ordeverstorende gedrag heeft plaatsgevonden, is niet bepalend voor het gebied waarvoor een verbod wordt opgelegd. Zo kan het verbod, gelet op de evenementenkalender voor meerdere gebieden tegelijkertijd in de gemeente gelden. Van deze termijn kan worden afgeweken indien dit gedrag steeds vertoond wordt met betrekking tot één bepaald evenement en dit evenement niet twee keer binnen dertien maanden plaatsvindt.

 

Openbare ruimte en horeca

Indien een persoon binnen zes maanden herhaaldelijk overlastgevend gedrag in de openbare ruimte en/of in de horeca vertoont, kan een preventieve dwangsom worden opgelegd. Er is gekozen voor een termijn van zes maanden omdat men zich dagelijks in de openbare ruimte en/of de horeca kan bevinden.

 

Jaarwisseling

Indien een persoon binnen dertien maanden herhaaldelijk overlastgevend gedrag gerelateerd aan de jaarwisseling vertoont, kan een preventieve dwangsom worden opgelegd. Gekozen is voor een termijn van dertien maanden omdat hiermee teruggekeken kan worden naar het gedrag dat deze persoon vertoond heeft tijdens de voorgaande jaarwisseling.

 

Hoogte preventieve dwangsom

Voor de preventieve dwangsom dient een bedrag te worden bepaald dat in redelijke verhouding staat tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. De hoogte van de preventieve dwangsom zal per situatie op dat moment moeten worden afgewogen en vastgesteld. Een maximum bedrag dient in het besluit te worden vastgesteld waarboven geen bedrag meer wordt verbeurd. Een minimum bedrag van €1000 is vastgesteld voor de preventieve dwangsom.

 

Rechtsbescherming

Het opleggen van een dwangsom en het opleggen van een invorderingsbeschikking zijn besluiten in het kader van de Awb. Dat betekent dat in beginsel de gewone rechtsbeschermingmogelijkheden openstaan; elke belanghebbende kan bezwaar maken, beroep instellen bij de administratieve rechter en een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van het gerecht.

 

Intrekken van een preventieve last onder dwangsom

De last onder dwangsom blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opheven. De looptijd van de dwangsom kan worden opgeschort voor een bepaalde termijn of worden verminderd ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen (artikel 5:34 lid 1 Awb). De overtreder kan de burgemeester verzoeken de last onder dwangsom op te heffen indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd (artikel 5:34 lid 2 Awb). In deze beleidslijn is opgenomen dat de preventieve dwangsom voor de duur van twee jaar wordt opgelegd. Op deze wijze wordt de overtreder, die door zijn gedrag de openbare orde op grove wijze heeft verstoord, gedwongen zich volgens de regels te gedragen. Wanneer na twee jaar de dwangsom niet verbeurd wordt verklaard (en de betrokken persoon dus geen overlastgevend gedrag heeft vertoond) wordt de last onder dwangsom ambtshalve opgeheven.

 

Er moeten zwaarwegende belangen zijn voordat, op verzoek van de overtreder, afgeweken wordt van de beleidslijn en dus van voornoemde twee jaar. Dit zal desgevraagd onderzocht en beoordeeld worden.

Vastgesteld door de burgemeester d.d. 21 februari 2012

P.E. de Jong

burgemeester van Westvoorne,

Bijlage 1: Algemene Wet Bestuursrecht, Afdeling 5.3.2 Last onder dwangsom

Artikel 5:31d

Onder last onder dwangsom wordt verstaan: de herstelsanctie1, inhoudende:

  • a.

    een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

  • b.

    de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

Artikel 5:32

  • 1.

    Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

  • 2.

    Voor een last onder dwangsom wordt niet gekozen, indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet.

Artikel 5:32a

  • 1.

    De last onder dwangsom omschrijft de te nemen herstelmaatregelen.

  • 2.

    Bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding, wordt een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.

Artikel 5:32b

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last.

  • 2.

    Het bestuursorgaan stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd.

  • 3.

    De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom.

Artikel 5:33

Een verbeurde dwangsom wordt betaald binnen zes weken nadat zij van rechtswege is verbeurd.

 

Artikel 5:34

  • 1.

    Het bestuursorgaan dat een last onder dwangsom heeft opgelegd, kan op verzoek van de overtreder de last opheffen, de looptijd ervan opschorten voor een bepaalde termijn of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijk onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan dat een last onder dwangsom heeft opgelegd, kan op verzoek van de overtreder de last opheffen indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd.

Artikel 5:35

In afwijking van artikel 4:104 verjaart de bevoegdheid tot invordering van een verbeurde dwangsom door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd.

 

Artikel 5:37

  • 1.

    Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.

  • 2.

    Het bestuursorgaan geeft voorts een beschikking omtrent de invordering van de dwangsom, indien een belanghebbende daarom verzoekt.

  • 3.

    Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het verzoek.

Artikel 5:38

  • 1.

    Indien uit een beschikking tot intrekking of wijziging van de last onder dwangsom voortvloeit dat een reeds gegeven beschikking tot invordering van die dwangsom niet in stand kan blijven, vervalt die beschikking.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan een nieuwe beschikking tot invordering geven die in overeenstemming is met de gewijzigde last onder dwangsom.

Artikel 5:39

  • 1.

    Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder dwangsom heeft mede betrekking op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.

  • 2.

    De administratieve rechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep tegen de beschikking tot invordering echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is.

  • 3.

    In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist.

  • 4.

    Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening.

Bijlage 2 Werkwijze beleidsregel Preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag.

De constatering van de politie is de basis voor de in de toekomst te nemen besluiten. Van belang is dat de politie een proces-verbaal opmaakt van de constatering. Indien dit niet mogelijk is, dan dient een registratie (een zogenaamde mutatie) in het bedrijfsprocessensysteem van de politie aangemaakt te worden. Wanneer zij constateren dat een persoon meermalen overlastgevend gedrag vertoont in vergelijkbare situaties, zal zij dit aangeven bij de burgemeester. De burgemeester zal hierna het dossier van deze persoon opvragen bij de politie en zal besluiten om al dan niet over te gaan tot het opleggen van een preventieve dwangsom.

 

Wanneer besloten wordt om over te gaan tot dit traject, wordt het volgende schema gehanteerd:

  • Dossiervorming (in het dossier komt een overzicht van alle mutaties en processen-verbaal van de politie die betrekking hebben op het overlastgevende gedrag van deze persoon)

  • Overleg tussen de politie, de beleidsmedewerker OOV en de burgemeester.

  • Besluit tot het opstarten van het traject ‘preventieve dwangsom’ indien opnieuw een overtreding of misdrijf wordt begaan.

  • 1e overtreding na het besluit; Proces-verbaal plus aanschrijving waarin beschreven wordt dat bij een volgende overtreding overwogen wordt een preventieve dwangsom op te leggen. Jongeren tot 23 jaar worden aangemeld bij de GOSA regisseur.

  • 2e overtreding na het besluit; 2e proces-verbaal plus opleggen preventieve dwangsom.

  • 3e (en volgende) overtreding na het besluit; verbeurdverklaring dwangsom.

Binnen Westvoorne kan een preventieve dwangsom worden opgelegd aan een persoon (waarvan een gerelateerd politiedossier is) die twee keer onder vergelijkbare omstandigheden een proces-verbaal van de politie heeft gekregen voor:

  • artikel 2:1 APV Westvoorne (samenscholing en ongeregeldheden),

  • artikel 2:26 APV Westvoorne (ordeverstoring bij een evenement),

  • artikel 2:31 APV Westvoorne (verboden gedragingen),

  • artikel 2:47 APV Westvoorne (hinderlijk gedrag op openbare plaatsen) of

  • een ander relevant artikel uit het Wetboek van Strafrecht.

Voorlopige aanschrijving

Na het opmaken van het eerste proces-verbaal nadat het ‘preventieve dwangsom traject’ gestart is, zal de overtreder door de burgemeester schriftelijk worden geïnformeerd over de geconstateerde overtreding. Deze brief zal door de wijkagent of iemand van het politiewijkteam persoonlijk aan de overtreder worden overhandigd. Tevens zal bij minderjarigen een afschrift van deze brief aan de ouders worden overhandigd.

In deze brief wordt aangegeven welk wetsvoorschrift (met artikelen) wordt overtreden. Hierbij wordt vermeld dat dit niet wordt getolereerd en de burgemeester voornemens is op te treden door middel van een preventieve dwangsom. De overtreder wordt in staat gesteld om binnen een week zijn zienswijze met betrekking tot het voornemen om de preventieve dwangsom op te leggen kenbaar te maken. Dit kan schriftelijk of in een mondeling zienswijze gesprek met de beleidsmedewerker OOV en de wijkagent. Er bestaat geen mogelijkheid tot het indienen van bezwaar tegen het voornemen (het betreft namelijk geen besluit). Tevens zal bij jongeren tot 23 jaar de GOSA regisseur in kennis worden gesteld.

 

 

Na het opmaken van het tweede proces-verbaal zal de overtreder door de burgemeester schriftelijk worden geïnformeerd over de geconstateerde overtreding en wordt er door de burgemeester een preventieve dwangsom opgelegd voor de duur van twee jaar.

Dit besluit zal door de wijkagent of iemand van het politiewijkteam persoonlijk aan de overtreder worden overhandigd. Tevens zal bij minderjarigen een afschrift van dit besluit aan de ouders worden overhandigd. Ook zal bij jongeren tot 23 jaar de GOSA regisseur in kennis worden gesteld. Het dwangsombesluit treedt in werking na bekendmaking (dus op het moment dat de brief aan de overtreder wordt overhandigd of een dag na de verzending van de brief). Tegen het opleggen van een preventieve dwangsom kan bezwaar worden aangetekend.

 

Bij een daarop volgende derde (en volgende) overtreding worden de dwangsommen verbeurd. Ook dit zal schriftelijk door middel van een invorderingsbeschikking door de burgemeester aan de overtreder (en in het geval van een minderjarige ook aan de ouders) worden bekendgemaakt. Tevens zal bij jongeren tot 23 jaar de GOSA regisseur in kennis worden gesteld. Tegen een invorderingsbeschikking kan, afzonderlijk van een eventueel bezwaar tegen het opleggen van de last onder dwangsom, bezwaar worden gemaakt.


1

Herstelsanctie (Awb. artikel 5:2 lid 1 onder b) = een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.