Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020
CiteertitelSubsidieverordening klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpSubsidieverordening klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-2021Nieuwe regeling

04-02-2021

gmb-2021-40452

1224520

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020

De raad der gemeente Putten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 januari 2021, nr. 1224504;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

vast te stellen de Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag:

    Een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze verordening die de aanvrager indient;

  • b.

    aanvrager:

    • -

      Een meerderjarig natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter is van het pand en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

    • -

      Een VvE;

    • -

      Een rechtspersoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

  • c.

    afkoppelen:

    Hemelwater aangesloten op het gemengd rioolstelsel via fysieke ingrepen loskoppelen en ter plaatse vasthouden of infiltreren en wanneer dat niet mogelijk is via oppervlaktewater of het hemelwaterriool verwerken;

  • d.

    Awb:

    Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    BAG:

    Basisregistraties Adressen en Gebouwen;

  • f

    bebouwde kom:

    Begrenzing van bebouwde kern als bepaald in art. 20a Wegenverkeerswet 1994;

  • g.

    bestaand pand:

    een pand dat is vergund dan wel is opgericht vóór 1 januari 2015;

  • h.

    college:

    college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

  • i.

    dakoppervlak:

    de horizontale projectie van een dakoppervlak van een pand;

  • j.

    gemengde riolering:

    riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering;

  • k.

    groen dak:

    dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’;

  • l.

    groenblauw dak:

    intensief groen dak met dikkere substraat laag waarin veel neerslag tijdelijk vastgehouden kan worden, eventueel in combinatie met actieve sturing op berging van pieken en vertraagde afvoer;

  • m.

    hemelwater:

    regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

  • n.

    hemelwater riolering:

    riolering in de openbare ruimte alleen bestemd voor de inzameling en afvoer van hemelwater, doorgaans naar oppervlaktewater;

  • o.

    infiltratie:

    het op eigen terrein hemelwater infiltreren van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating in de bodem door via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;

  • p.

    nuttig gebruik hemelwater:

    buffering en filtering van neerslag met (laagwaardig) gebruik ter vervanging van drinkwater, bijvoorbeeld als waswater, spoelwater toilet, toepassing in wasmachine/vaatwasser, etc.;

  • q.

    oppervlaktewater:

    openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;

  • r.

    pand:

    woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), bedrijfspand, kantoorgebouw of school, alle met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd.

  • s.

    vergroenen:

    verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;

  • t.

    verhard oppervlak:

    het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;

  • u.

    voorziening:

    maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat, te weten: het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het planten van bomen, het afkoppelen van verhard oppervlak, vergroenen, het aanleggen van een groen dak en het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater;

  • v.

    VvE:

    Vereniging van Eigenaren.

     

Artikel 1.2 Doel subsidie

Deze verordening heeft als doel inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de gemeente Putten te stimuleren om zelf klimaatmaatregelen te treffen op/bij het pand.

 

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën voorzieningen a t/m f subsidie verstrekken onder de in deze verordening opgenomen voorwaarden:

  • a.

    het plaatsen van een regenton, -zuil en/of –schutting;

  • b.

    het planten van bomen;

  • c.

    het afkoppelen van verhard oppervlak;

  • d.

    vergroenen ofwel ontstenen;

  • e.

    het aanleggen van een groen dak;

  • f.

    het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater.

 

Artikel 1.4 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt € 50.000,00 per jaar.

  • 2.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 3.

    Volledige aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde van ontvangst zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Tussen deze aanvragen wordt geloot, indien toekenning tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden.

  • 4.

    Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

 

Artikel 1.5 Algemene voorwaarden en verpichtingen

  • 1.

    Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.2 in voldoende mate gediend;

    • b.

      de voorziening is maximaal 6 maanden voor realisatie aangekocht;

    • c.

      de aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na realisatie van de voorzieningen waar de aanvraag betrekking op heeft;

    • d.

      de aanvraag is ingediend op een door het college te verstrekken aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.6 staan opgenomen;

    • e.

      per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.3 kan er één aanvraag per pand of perceel worden ingediend;

    • f.

      ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;

    • g.

      de voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, etc.);

    • h.

      de aanvrager dient de voorzieningen blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;

    • i.

      herstel, reparatie of uitbreiding van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie, en

    • j.

      de aanvrager is verplicht medewerking te verrlenen aan een eventuele controle ter plaatse.

  • 2.

    Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere voorziening gelden, gelden er per voorziening ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 t/m 7 per voorziening opgenomen.

     

Artikel 1.6 Aanvraag

Na het realiseren van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:

  • a.

    een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

  • b.

    een factuur op naam met technische specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum;

  • c.

    een foto van de bestaande situatie zonder voorziening en de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand op de foto duidelijk zichtbaar is;

  • d.

    als deze is vereist: een omgevingsvergunning;

  • e.

    als u huurder of pachter bent: schriftelijke toestemming van de eigenaar;

  • f.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

 

Artikel 1.7 Beslissing op aanvraag

  • 1.

    Het college neemt binnen 8 weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

  • 2.

    Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

  • 3.

    Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.

  • 4.

    Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.2 of artikel 7.3.

  • 5.

    De betaling van de subsidie vindt plaats binnen 4 weken na de subsidievaststelling.

  • 6.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

 

Hoofdstuk 2 Plaatsen regenton, -zuil of –schutting

Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel a, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    er wordt minimaal 5 m2 verhard oppervlak aangesloten per regenton, regenzuil of schuttingsegment;

  • b.

    de regenton, regenzuil of het schuttingsegment heeft een minimale capaciteit van 100 liter;

  • c.

    de regenton(nen), zuil(en) of schutting wordt permanent geplaatst bij het betreffende pand;

  • d.

    per pand wordt subsidie verstrekt voor maximaal 2 van de onder a. geformuleerde voorzieningen, en;

 

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het plaatsen van een regenton/regenzuil bedraagt € 20,00 per regenton/regenzuil.

  • 2.

    De subsidie voor het plaatsen van een regenschutting bedraagt € 25,00 per segment.

 

Hoofdstuk 3 Planten van bomen

Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel b, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanplant van bomen is subsidiabel voor maximaal twee loofbomen per perceel, waarbij gekozen kan worden uit de beschikbaar gestelde soortenlijst, en voor zover er geen sprake is van een herplantplicht.

  • b.

    subsidie wordt verleend als het plafond van het adoptieplan bomen, waarbij gratis bomen worden verstrekt, is bereikt.

 

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

De subsidie voor het plaatsen van bomen bedraagt € 35,00 per boom.

 

Hoofdstuk 4 Afkoppelen hemelwater

Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel c, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand binnen de bebouwde kom;

  • b.

    er wordt minimaal 20 m2 verhard oppervlak afgekoppeld van de gemengde riolering;

  • c.

    er wordt minimaal 20 mm (= 20 liter per afgekoppelde m2) berging op eigen terrein gerealiseerd;

  • d.

    bij infiltratie moet de bodem daarvoor geschikt zijn, en;

  • e

    de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is in de specifieke situatie naar het oordeel van het college haalbaar en kan op generlei wijze overlast veroorzaken.

  •  

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak zonder specifieke voorzieningen bedraagt € 40,00;

  • 2.

    De subsidie voor het plaatsen van infiltratiekratten bedraagt € 50,00 per krat (van minimaal 410 liter);

  • 3.

    De subsidie voor het aanleggen van een infiltratieveld bedraagt € 100,00 per m3 verwijderde grond ten behoeve van berging middels maaiveldverlaging.

  • 4.

    Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 1.000,00 subsidie toegekend.

  •  

Hoofdstuk 5 Vergroenen / ontstenen

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

De voorzieningen die aangelegd worden betreffen een groenere tuin of terrein waarbij verharding wordt vervangen voor groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, gras, etc.). Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b.

    er wordt minimaal 20 m2 verhard oppervlak blijvend verwijderd.

 

Artikel 5.2 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het vergroenen ofwel ontstenen bedraagt € 4,00 per m2;

  • 2.

    Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 500,00 subsidie toegekend.

 

Hoofdstuk 6 Groene Daken

Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag betreft een bestaand pand binnen de bebouwde kom;

  • b.

    het groen / groenblauwe dak heeft een minimaal aaneengesloten oppervlakte van 20 m2, en;

  • c.

    met het aanbrengen van een groen / groenblauw dak wordt het vasthouden en vertragen van hemelwater in voldoende mate gediend, dit ter beoordeling van het college.

 

Artikel 6.2 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het aanleggen van een groen /groenblauw dak bedraagt € 20,00 per m2 aangelegd dak;

  • 2.

    Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 2.500,00 subsidie toegekend.

 

Hoofdstuk 7 Voorziening nuttig gebruik hemelwater

Artikel 7.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a.

    De voorziening moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze alleen wordt ingezet voor het doel watervoeding van toilet, wasmachine, het leveren van waswater en/of vergelijkbare toepassingen in de woning waarbij geldt dat de voorziening voldoende bereikbaar is voor onderhoud en inspectie. In verband met gezondheidsrisico’s mag het hemelwater alleen ingezet worden voor bovengenoemde doelen en niet voor consumptiedoeleinden worden gebruikt;

  • b.

    er wordt voldoende hemelwater gebufferd ter vervanging van het gebruik van leidingwater, dit ter beoordeling van het college.

 

Artikel 7.2 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de eenmalige investeringskosten verbonden aan de uitvoering, waaronder begrepen in ieder geval de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting.

  • 2.

    Het college verleent geen subsidie voor:

    • a.

      de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

    • b.

      de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

 

Artikel 7.3 Hoogte subsidie

De subsidie voor het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater bedraagt 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500,00 per pand.

 

Hoofdstuk 8 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden algemeen

Artikel 8.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd, ingetrokken en/of teruggevorderd indien:

  • a.

    er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of 4:49 van de Awb;

  • b.

    het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;

  • c.

    de aanvraag niet voldoet aan het doel van de verordening, zoals genoemd in artikel 1.2;

  • d.

    de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.3;

  • e.

    er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.5, 1.6, 2.1, 3.1, 4.1, 5.1, 6.1 of 7.1;

  • f.

    er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere (overheids)instellingen al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd. Dit geldt ook voor het Adoptieplan Bomen.

 

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 9.1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

Artikel 9.2 Inwerkingtreding, looptijd en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en loopt tot en met 31 december 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening Klimaatadaptieve maatregelen Putten 2020”.

 

 

Bijlage: samenvattende tabel met subsidiebedragen

Onderdeel

Bijdrage

Maximale bijdrage

per adres

Toepassing:

Alle panden in de gemeente

Regenton

Regenschutting of –zuil

Planten boom

€ 20 per ton

€ 25 per segment

€ 35 per boom

Max. 2 tonnen of zuilen

 

Max 2 bomen

>5 m2 dakoppervlak

 

M.u.v. adoptieplan

Nuttig gebruik hemelwater

(uitgezonderd gietwater)

20 % van de kosten

€ 500

b.v. toiletspoeling of tuindruppel installatie of proceswater

 

 

 

 

 

 

 

Toepassing:

Bestaande panden van voor 2015, binnen de bebouwde kom

Afkoppelen, zonder voorziening

€ 40

€ 40

‘doorzagen’ regenpijp

Afkoppelen, met voorziening infiltratiekratten

infiltratieveld

 

€ 50 per krat

€ 100 per m3 verwijderde grond

€ 1.000*

>20 m2 dakoppervlak en minimaal 20 liter berging per m2 dakoppervlak

Vergroenen

€ 4 per m2

€ 500

Tegel eruit plantje erin

Tegel eruit plantje erin

€ 20 per m2

€ 2.500*

 

*deze bovengrens is ingesteld i.v.m. bedrijfspanden

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Putten van 4 februari 2021.

de griffier,

E.G. van Drie-Timmer

de voorzitter,

H.A. Lambooij