Organisatie | Veere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidslijn Bibob 2014 Veere |
Citeertitel | Beleidslijn Bibob 2014 Veere |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Beleidslijn Bibob 2014 Veere |
Geen
https://wetten.overheid.nl/BWBR0013798/2020-08-01
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2014 | Nieuwe regeling | 08-07-2014 www.overheid.nl, 8 oktober 2014 | 14b.01518 |
Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Deze wet moet voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert door het verlenen van vergunningen, subsidies of bij aanbestedingen. Dit betekent dat bestuursorganen de integriteit van de aanvrager of de gegadigde kunnen onderzoeken. Zo wordt voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit ondersteunt en dat er een vermenging van boven- en onderwereld ontstaat.
Welke instrumenten biedt de Wet Bibob?
roepen van het Bureau Bibob door een in te stellen aanvullend onderzoek.
1.2. De Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob 2013
De Wet Bibob is in 2007 geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie is een wets-voorstel ingediend dat de Wet Bibob op een aantal punten aanpast en verbetert: de Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob. De gewijzigde wet is op 1 juli 2013 in werking getreden. Het toepassingsbereik is uitgebreid zodat onder meer vastgoedtransacties voortaan onder het Bibob-beleid kunnen vallen. Bestuursorganen hebben meer mogelijkheden gekregen om een eigen onderzoek te doen. Ook zijn de Regionale-Informatie en Expertisecentra (hierna RIEC’s) beter toegerust om de bestuursorganen te ondersteunen bij de toepassing van de Wet Bibob. Ten slotte zijn de administratieve lasten voor ondernemers verminderd en zorgt de wet ervoor dat overheden de Wet Bibob meer uniform uitvoeren. Lokaal maatwerk blijft echter mogelijk.
1.3. Huidige situatie Gemeente Veere
In 2006 is voor de gemeente Veere de beleidsregel Integriteitsbeoordeling vastgesteld waarbij er voor is gekozen om prioriteit te geven aan vergunningen voor horeca-inrichtingen (drank- en horecavergunningen, exploitatievergunningen voor horecabedrijven en speelautomatenhallen) en inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer (nu omgevingsvergunning met de activiteit milieu). In 2011 is deze beleidsregel aangepast en is de verkorte vragenlijst ingevoerd en is er een onderscheid gemaakt tussen een vragenlijst voor nieuwe ondernemers en bestaande ondernemers.
Het Bibob-beleid in Zeeland is niet eenduidig. Het RIEC heeft een beleid ontwikkeld voor de politieregio Zeeland/West-Brabant (hiertoe behoren 39 gemeenten gelegen in Brabant en Zeeland). Gezien de grote verschillen tussen de gemeenten in deze regio kan niet voorkomen worden dat er verschillen in beleid en uitvoering ontstaan.
De Wet Bibob is een complexe wet en vraagt een behoorlijke inspanning van de gemeente en betrokkene(n). We kiezen ervoor om het instrument toe te passen waar het risico dat zich criminele activiteiten voordoen het grootst is.
Het stellen van prioriteiten is noodzakelijk om de administratieve lasten en de extra werkzaamheden en verlenging van procedures voor de aanvragers en de gemeente zelf te beperken. In deze beleidslijn passen we de begripsomschrijvingen toe zoals deze staan in artikel 1.1. van de Wet Bibob.
2.2. Publiekrechtelijke beschikkingen 2.2.1. Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
2.2.2. Bij onderstaande aanvragen om een beschikking vindt de Bibob-toets alleen plaats als bij die aanvraag:
Ook zal een Bibob-toets plaatsvinden als bij navraag bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het bureau.
2.3. Privaatrechtelijke transacties
Bij onderstaande transacties vindt de Bibob-toets alleen plaats als bij die aanvraag:
We doen eerst een eigen onderzoek doen naar de vraag of de betrokken partijen wel integer zijn. We beoordelen of op grond van het eigen onderzoek de beschikking kan worden geweigerd of ingetrokken, of dat de overeenkomst niet moet worden aangegaan of moet worden ontbonden. De hulp van het RIEC kunnen we daarbij inroepen. We zullen in eerste instantie beoordelen of de reguliere weigerings- en intrekkingsgronden van toepassing zijn. In de gemeente Veere worden bij het eigen onderzoek twee stadia onderscheiden:
De aanvragers genoemd in 2.2.1a en 2.2.1b. ondergaan een lichte toets. Met een lichte toets wordt een globaal onderzoek gedaan naar de integriteit van de betrokkenen. Voor deze toets worden de formulieren gebruikt zoals opgenomen in bijlage 1. en 2. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen nieuwe ondernemers en bestaande ondernemers. De informatie uit de vragenlijst wordt gecheckt en wordt aangevuld met informatie waarover wij zelf beschikken, met informatie uit open bronnen en met andere bronnen waar wij toegang toe hebben. Blijven er geen vragen meer onbeantwoord dan worden de gevraagde vergunningen verleend. Voor de uitvoering van het eigen onderzoek kan ondersteuning gevraagd worden van het RIEC. Dit kan vanaf de start van het onderzoek tot en met de uiteindelijke beslissing.
Wanneer uit de lichte toets iets opvallends naar voren komt, zoals bijvoorbeeld een “merkwaardige” financiering, een onduidelijke organisatiestructuur of er zijn twijfels over de integriteit van betrokkenen dan wordt een diepgaande vooronderzoek uitgevoerd. Bij de aanvragen in paragraaf 2.2.1. c. en d., 2.2.2. en 2.2.3. en 2.3. wordt direct overgegaan tot een diepgaand vooronderzoek. De diepgaande toets wordt uitgevoerd aan de hand van het Bibob RIEC-vragenformulier. Dit formulier is met de Evaluatie- en Uitbreidingswet Bibob 2013 wettelijk vastgesteld. Wanneer dit formulier is ingevuld, kan vervolgens aan de hand van de per branche door Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie opgestelde indicatorenlijsten worden beoordeeld of er mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar voor misbruik.
Voordat de gemeente een verzoek tot advies bij Bureau BIBOB indient, is eerst een diep-gaand vooronderzoek door de gemeente uitgevoerd. Als we op basis van het eigen onderzoek genoeg aanwijzingen hebben om aan te tonen dat er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 3 van de Wet Bibob, kunnen we de aanvraag weigeren of intrekken. Aanvullend op het eigen onderzoek kan advies gevraagd worden aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB). We vragen advies aan LBB wanneer:
na het eigen onderzoek en/of na ondersteuning vanuit het RIEC vragen blijven bestaan over omstandigheden in de persoon van de aanvrager en/of daarmee in verband te brengen betrokkenen, de financier van de betreffende activiteiten en/of onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd;
3.3. Procedure Landelijk Bureau Bibob (LBB)
Er wordt een adviesaanvraag ingediend bij het LBB. Betrokkene informeren we schriftelijk over deze adviesaanvraag. Het LBB brengt binnen acht weken advies uit. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Het bureau stelt van deze verlenging de gemeente in kennis. Vervolgens stellen wij de betrokkene hiervan op de hoogte. De beslistermijn voor het bestuursorgaan wordt opgeschort tijdens de adviestermijn van het landelijk Bureau.
Het advies van het LBB kan drie uitkomsten hebben over de mate van gevaar in de zin van artikel 3 van de Wet BIBOB:
Het advies van het LBB is niet bindend. We maken een beoordeling of een negatief besluit in verhouding staat met de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten. Wanneer het LBB advies a (geen sprake van ernstig gevaar) geeft, dan nemen we een positief besluit. Wanneer er mindere of enige mate van gevaar (categorie b) geconstateerd wordt, kunnen er extra voorwaarden verbonden worden aan het besluit. Bij de laatste categorie (c: ernstige mate van gevaar) kunnen we een negatief besluit nemen (bv. de aanvraag weigeren of de vergunning intrekken). Van deze werkwijze kunnen we gemotiveerd afwijken.
We zullen, wanneer er het voornemen bestaat om een negatief besluit te nemen, de betrokkene in de gelegenheid stellen een zienswijze te geven. Betrokkene heeft –bij een negatief besluit- recht op een afschrift van het Bibob-advies. De betrokkene is wel gehouden aan de geheimhoudingsplicht die op het Bibob-advies rust.
Tegen de uiteindelijke beslissing kan betrokkene op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep worden aangetekend.
4. Datum besluit
Domburg, 8 juli 2014.
Burgemeester en wethouders van Veere,
R.S.M.Heintjes, MCM. drs. R.J.van der Zwaag.
Verkorte BIBOB VRAGENFORMULIER voor een bestaande ondernemer
o Drank- en horecavergunning (art 3 Drank- en Horecawet),
o Exploitatievergunning horeca (volgens A.P.V.)
1a. Is het pand, waarin de onderneming gevestigd wordt:
• Eigendom van de onderneming.
• Anders n.l. ……………………………………………………………………………………
1b. Is er sprake van overname van inventaris?
2a. Hoeveel wordt er geïnvesteerd in de onderneming?
€....................................................................
2b. Hoe worden de investeringen in de onderneming waarvoor de vergunning wordt gevraagd, gefinancierd?
Opmerking: Leningen binnen een concern worden hierbij ook aangemerkt als financieringen met vreemd vermogen.
o Anders, dan hieronder de volledige gegevens van de financier(s) vermelden:
Naam :………………………………………………………………
Voornamen :………………………………………………………………
Geboorteplaats + -datum :………………………………………………………………
Adres :………………………………………………………………
Postcode en woonplaats :………………………………………………………………
3. Verklaring en ondertekening
De ondergetekende verklaart dat:
hij/zij de vragen van dit formulier volledig en naar waarheid heeft beantwoord.
Handtekening aanvrager: Datum:
Indien dit formulier niet volledig is ingevuld en/of gevraagde documenten niet zijn overgelegd, wordt de aanvraag voor een vergunning door het bestuursorgaan niet in behandeling genomen.
Desgewenst kunnen door de behandelend ambtenaar aanvullende vragen worden gesteld en/of gevraagd worden documenten te overleggen, die door u gegeven antwoorden op vragen kunnen bevestigen. Deze extra vragen en/of documenten maken eveneens deel uit van de totale aanvraagprocedure.
Een onvolledig ingeleverd aanvraagformulier en/of een weigering gegevens te verstrekken kan leiden tot het buiten behandeling laten van de aanvraag, of het weigeren of intrekken van de vergunning (Artikel 4 Wet BIBOB). Het bewust verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar in de zin van art. 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte) en kan leiden tot weigering of wel intrekking van de vergunning (art. 3 lid 6 Wet BIBOB).
Verkorte BIBOB VRAGENFORMULIER voor een nieuwe ondernemer
o Drank- en horecavergunning (art 3 Drank- en Horecawet),
o Exploitatievergunning horeca (volgens A.P.V.)
1a. Heeft u in de laatste 5 jaar voorafgaande aan de datum van ondertekening van dit formulier, van een overheidsinstantie elders in Nederland, een of meerdere vergunningen gekregen in het kader van de Drank- en Horecawet en/of een exploitatievergunning?
o Ja, soort: ………………………… Afgegeven in gemeente:……………
1b. Heeft u in de laatste 5 jaar voorafgaand aan de datum van ondertekening van dit formulier, bij een vergunning zoals genoemd in vraag 2 a, te maken gehad met weigering van de vergunning of intrekking van de vergunning?
Zo ja, geef hieronder aan waar u mee te maken hebt gehad.
o Weigering van de vergunning (besluit bijvoegen)
o Intrekking van de vergunning (besluit bijvoegen)
2a. Is het pand, waarin de onderneming gevestigd wordt:
o Eigendom van u. Zo ja, bijvoegen:
Indien u het eigendom binnen een periode van 2 jaar voorafgaande aan de datum van deze aanvraag hebt verkregen, dan tevens de eindafrekening notaris inzake aankoop pand.
alle documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt (originele documenten tonen)
o Eigendom van de onderneming. Zo ja, bijvoegen:
indien u het eigendom binnen een periode van 2 jaar vooraf-gaande aan de datum van deze aanvraag hebt gekregen, dan tevens de eindafrekening notaris inzake aankoop pand.
alle documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt (
o Een gepacht pand. Zo ja, bijvoegen:
betalingsbewijzen van alle betalingen die zijn gedaan op basis van deze overeenkomst
o Een huurpand. Zo ja, bijvoegen:
betalingsbewijzen van alle huurbetalingen vanaf de start van de overeenkomst tot en met heden;
Het betalingsbewijs van de huurwaarborgsom of de bankgarantie.
o Anders n.l. ……………………………………………………………………………………
Overeenkomst waaruit de lasten en betalingsafspraken blijken
2b. Is er sprake van overname van inventaris?
• De koop-, huur- of de pachtovereenkomst inventaris
• Een lijst waarop u aangeeft waaruit het gekochte/gehuurde/gepachte inventaris bestaat
• Het betalingsbewijs van de koopsom
• Betalingsbewijzen van alle huur-/pachtbetalingen vanaf de start van de overeenkomst tot en met heden
3a. Hoeveel wordt er geïnvesteerd in de onderneming? €....................................................................
• Investering- en financieringsbegroting
• Betalingsbewijzen van reeds betaalde facturen.
3b. Hoe worden de investeringen in de onderneming waarvoor de vergunning wordt gevraagd, gefinancierd?
• Kopieën van bankafschriften waaruit het eigen vermogen blijkt
• Betalingsbewijzen (bijv. bankafschriften) dat dit eigen vermogen ook daadwerkelijk is aangewend voor de financiering van de investeringen in de onderneming.
o Met vreemd vermogen (leningen binnen een concern worden hierbij ook aangemerkt als financieringen met vreemd vermogen)
• Kopie van bankafschriften waaruit de overdracht van het geld aan de onderneming blijkt.
o Anders, dan hieronder de gegevens van de financier(s) vermelden:
Naam :………………………………………………………………
Voornamen :………………………………………………………………
Geboorteplaats + -datum :………………………………………………………………
Adres :………………………………………………………………
Postcode en woonplaats :………………………………………………………………
• Een door alle partijen getekende overeenkomst van de financiering en aflossingsafspraken; volledig ondertekenen.
• Kopie van bankafschriften waaruit de overdracht van het geld aan de onderneming blijkt.
4. Verklaring en ondertekening
De ondergetekende verklaart dat hij/zij de vragen van dit formulier volledig en naar waarheid heeft beantwoord; en de documenten die als bijlagen bij de beantwoording van dit formulier overgelegd worden, met de werkelijkheid overeenstemmen en juist zijn.
Indien dit formulier niet volledig is ingevuld en/of gevraagde documenten niet zijn overgelegd, wordt de aanvraag voor een vergunning door het bestuursorgaan niet in behandeling genomen.
Desgewenst kunnen door de behandelend ambtenaar aanvullende vragen worden gesteld en/of gevraagd worden documenten te overleggen, die door u gegeven antwoorden op vragen kunnen bevestigen. Deze extra vragen en/of documenten maken eveneens deel uit van de totale aanvraagprocedure.
Een onvolledig ingeleverd aanvraagformulier en/of een weigering gegevens te verstrekken kan leiden tot het buiten behandeling laten van de aanvraag, of het weigeren of intrekken van de vergunning (Artikel 4 Wet BIBOB). Het bewust verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar in de zin van art. 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte) en kan leiden tot weigering of intrekking van de vergunning (art. 3 lid 6 Wet BIBOB).