Organisatie | Westvoorne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de Integrale Koers Sociaal Domein Voorne 2019 – 2023 |
Citeertitel | Samen Krachtig! Integrale Koers Sociaal Domein Voorne 2019 - 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2021 | nieuwe regeling | 27-06-2019 |
Samen krachtig! Voor u ligt onze gezamenlijke integrale koers voor het sociaal domein. We zijn trots op onze Voornse gemeenten. We hebben betrokken inwoners en organisaties die bij willen dragen aan een prettige samenleving. Ook tijdens de totstandkoming van deze integrale koers zijn inwoners en verschillende partijen betrokken. Wensen, ideeën en inzichten zijn met elkaar gedeeld. Daar zijn we trots op en dankbaar voor. Het is mooi om te zien hoe betrokken inwoners zijn en om te constateren dat veel inwoners zich op één of andere manier actief inzetten voor de samenleving. Alleen gezamenlijk kunnen we onze ambities waar maken. Iedereen telt mee en moet de mogelijkheid hebben om mee te doen in de samenleving. Samen zijn we krachtig.
Net als de afgelopen jaren werken we als Voornse gemeenten intensief samen in het sociaal domein. We vinden het belangrijk dat onze inwoners toegang hebben tot gelijkwaardige type voorzieningen. Alleen als we samenwerken kunnen we bepaalde voorzieningen voor onze inwoners handhaven en realiseren op Voorne. We kopen zorg en ondersteuning vaak gezamenlijk in en we werken hierbij samen met dezelfde partijen. Samen staan we krachtig om met en voor onze inwoners de beste zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Tegelijkertijd willen we voor sommige onderdelen wel de vrijheid behouden om aan te sluiten bij de specifieke behoeften en aandachtspunten in de afzonderlijke gemeenten. Daarom werken we ook met lokale uitvoeringsplannen die per gemeente kunnen verschillen.
In 2014 is ‘De Krachten Gebundeld’ vastgesteld als gemeenschappelijk kader in het sociaal domein. De focus lag de afgelopen jaren op een goede overgang van taken en zorgcontinuïteit. Nu is het tijd nieuwe kansen te benutten en ook nog meer gezamenlijk met onze partners en inwoners de uitdagingen op te pakken. Mede als gevolg van demografische, technologische, sociale en economische veranderingen hebben we voldoende uitdagingen waarbij we samen krachtig moeten staan. Zo hebben we op Voorne te maken met vergrijzing en ontgroening, stijgen van de zorgkosten en streven we naar een inclusieve samenleving waarin plek is voor iedereen en waar we naar elkaar omkijken. We hebben meer aandacht voor zelfredzaamheid, een gezonde leefstijl en talentontwikkeling. Inwoners die dat nodig hebben kunnen rekenen op ondersteuning vanuit de gemeente. Met dit koersdocument gaan wij de komende jaren op pad. Het geeft richting en houdt ons scherp op het gemeenschappelijk belang, zonder het belang van de individuele inwoner te vergeten. We kijken er naar uit om met elkaar en onze inwoners de uitdagingen van de komende jaren vorm te geven.
Wilbert Borgonjen, wethouder gemeente Westvoorne
Bert van Ravenhorst, wethouder gemeente Brielle
We willen niets liever dan dat onze inwoners op Voorne gezond en gelukkig zijn. Jong en oud moet kunnen meedoen in de samenleving, zich kunnen redden en de mogelijkheid hebben zich te ontwikkelen. Inwoners die dit niet op eigen kracht en/of met behulp van hun omgeving kunnen, helpen we als gemeente om de ondersteuning te krijgen die nodig is. In deze koersnota geven we als Voornse gemeenten richting aan de ontwikkelingen in het sociaal domein. Het is ons gezamenlijk kompas aan de hand waarvan we keuzes maken. Uitgangspunt bij het schrijven van deze koersnota is de woon- en leefomgeving van de inwoner. Juist de onderwerpen die wetten overstijgen vragen om een gezamenlijke visie en aanpak die inwoners centraal stelt.
Samen Krachtig! kan worden gezien als de opvolger van het in 2014 vastgestelde beleidsplan ‘De Krachten gebundeld’1. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de implementatie van de nieuwe taken die per 2015 zijn overgeheveld (transitie) naar de gemeente. De focus heeft afgelopen jaren met name gelegen op de inrichting van de nieuwe taken en het continueren van zorg en ondersteuning aan inwoners die dat nodig hebben. Uit de evaluatie2 van ons Wmo en jeugdbeleid (periode 2014-2017) blijkt dat de overgang van taken goed is gegaan en dat inwoners over het algemeen goed en snel geholpen worden. Wel wordt gesteld dat de echte ‘transformatie’ nog moet beginnen: de verandering in denken en doen die nodig is om de uitgangspunten en doelen van de decentralisaties te realiseren. Kort gezegd zijn deze uitgangspunten: snellere en effectievere zorg, dichtbij de inwoner, tegen lagere kosten, door te doen wat nodig is. Het doel is dat zo veel mogelijk mensen mee kunnen doen in de samenleving, bij voorkeur op eigen kracht of met hulp van mensen uit de omgeving. Er is daarom meer aandacht nodig voor preventie, het versterken van de samenleving als geheel en het nadrukkelijker centraal stellen van de leefwereld van inwoners. Uit de evaluatie blijkt dan ook dat er nog verbeterpunten zijn in het verbinden van partijen aan elkaar en het versterken van preventie en vroegsignalering. De gemeente kan daarbij nadrukkelijker de rol van verbinder vervullen. Transformatie vraagt innovatie in de zorg, je buiten de gebaande paden durven begeven en lef hebben. Het vraagt niet alleen iets van gemeenten, maar ook van zorgpartners, onderwijs, welzijn en de inwoners. Om die reden hebben we onze partners en inwoners ook gevraagd om mee te denken over deze koersnota en vanuit verschillende perspectieven input te leveren.
Deze koersnota geeft inzicht in onze ambities en wat we op hoofdlijnen gaan doen om onze doelen gedurende de komende vier jaar te realiseren. De uitwerking van onze doelen leggen we in veel gevallen nog niet helemaal vast. De huidige tijd met meer ruimte voor innovatie, meer behoefte aan individuele keuzevrijheid en wijzigende wetgeving vraagt om aanpassingsvermogen. We willen en kunnen ons beleid dus niet op voorhand helemaal invullen. Daarnaast zullen de prioriteiten lokaal verschillen. Hierbij houden we rekening met actuele lokale ontwikkelingen en de behoefte die er speelt in de samenleving. Voor de concrete uitwerking van onze doelen verwijzen wij in dit stuk naar bestaande of soms nieuwe (uitvoerings)plannen, die we graag met lokale partners verbeteren of vorm geven. De monitoring van doelen heeft ook een plek in deze uitvoeringsplannen, evenals de financiën.
In hoofdstuk 2 beschrijven we kort de stappen die zijn genomen om tot deze integrale koers te komen. Vervolgens schetsen we in hoofdstuk 3 de belangrijkste ontwikkelingen in het sociaal domein. In hoofdstuk 4 beschrijven we onze missie en uitgangspunten. De hoofdstukken 5 tot en met 7 geven onze inhoudelijke ambities en doelen weer. In hoofdstuk 8 komt het lokale situatie aan de orde. Onze belangrijkste conclusies vindt u terug in het slotwoord. Een begrippenlijst3 is apart als bijlage toegevoegd.
2 Op weg naar een gezamenlijke koers sociaal domein
Het bepalen van de koers voor het sociaal domein doen we niet alleen. Het realiseren van onze doelen kunnen we alleen samen doen: met onze inwoners, partijen in de samenleving en andere belanghebbenden. Daarom hebben we hen ook betrokken bij de totstandkoming van deze integrale koers. In dit hoofdstuk zijn stappen die zijn doorlopen kort beschreven.4567
3 Ontwikkelingen en trends in het sociaal domein
Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen zijn van invloed op de samenleving. In dit hoofdstuk schetsen we de belangrijkste ontwikkelingen en veranderingen in wetgeving die de context vormen voor onze prioriteiten.
Ontwikkelingen in de samenleving
Een belangrijke demografische ontwikkeling is de veranderende bevolkingssamenstelling. Het aantal ouderen in het hele land en ook op Voorne neemt de komende jaren sterk toe terwijl het aantal jongeren afneemt. In 2040 zal ongeveer 30% van al onze inwoners 65 jaar of ouder zijn. In de tabel is de toename van het aantal mensen van 65 jaar en ouder weergegeven.8 Van de inwoners die 65 jaar of ouder is, zal in 2040 naar verwachting een derde 80 jaar of ouder zijn. Daarvan is naar verwachting een groot deel alleenstaand, wat het risico op eenzaamheid vergroot.9 Het aantal mensen met ouderdomsziekten neemt komende jaren fors toe. Naar verwachting verdubbelt het aantal mensen met dementie tussen 2015 en 2040 wat een grote impact heeft op het leven en de omgeving van een inwoner.10 De veranderende bevolkingssamenstelling en technologische ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de arbeidsmarkt. Met name voor beroepen in de ICT, ingenieurs en (gespecialiseerd) verpleegkundigen is er momenteel al sprake van krapte.11 We staan als Voorne voor de uitdaging om een gunstig economisch klimaat te blijven. Het is van belang om kansen te creëren voor inwoners om mee te kunnen blijven doen op de arbeidsmarkt en te zorgen voor goede afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt.
De extramuralisering van de zorg, sluiting van verzorgingshuizen en de financiële scheiding van wonen en zorg brengen vraagstukken met zich mee rondom vervoer, wonen en (crisis)zorg. Doordat inwoners langer zelfstandig wonen zal meer zorg en ondersteuning dichtbij of aan huis worden verleend. We zullen dan meer gebruik maken van nieuwe technologieën zoals zorgdomotica. Mede als gevolg van de vergrijzing zien we dat de verzorgingsstaat van de afgelopen decennia niet meer houdbaar is. De nadruk lag overwegend op ‘zorg’. Dit in combinatie met de stijgende welvaart en een toenemende mate van individualisering in de samenleving, maakte dat meer mensen een beroep deden op ondersteuning vanuit de overheid. Naar verwachting stijgen de zorguitgaven per jaar gemiddeld met 2,9 procent, wat een verdubbeling betekent tussen 2015 en 2040. Een derde van deze stijging komt door de vergrijzing, de rest wordt verklaard door een veranderd zorggebruik als gevolg van medische technologie en stijging van de welvaart.12 Voor het gedeelte van de zorg waar gemeenten voor verantwoordelijk zijn, is met de overheveling van taken een bezuiniging vanuit een rijk toepast.
Om de zorg kwalitatief goed en betaalbaar te houden vraagt dat van inwoners om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en eigen leefomgeving en eerst zelf en met het eigen netwerk naar oplossingen te zoeken. We realiseren ons echter ook dat er een grens is aan de zelfredzaamheid en dat niet iedereen over een netwerk beschikt. Daarnaast blijkt de weg naar toegang tot zorg en ondersteuning voor veel inwoners lastig13. Het vraagt om een handreiking aan inwoners met in beginsel goede informatievoorziening, toegankelijke algemene voorzieningen en aandacht voor elkaar. We streven naar een samenleving waarin mensen op elkaar kunnen rekenen. We staan voor de uitdaging een meer inclusieve samenleving14 te zijn. Een samenleving waarin plek is voor iedereen, waar we verschillen respecteren en waar iedereen naar vermogen kan meedoen. We constateren namelijk ook dat een groep inwoners moeite heeft om mee te doen, aansluiting te vinden en een betekenisvol leven op te bouwen. De toenemende mate van digitalisering in de samenleving kan voor sommige inwoners lastig zijn. Tegelijkertijd is het met name voor de jongere generatie belangrijk om de digitale dienstverlening in te zetten. Om digitale inclusie te realiseren is het van belang om digitale dienstverlening voor iedereen toegankelijk te maken. Hierbij is het uiteraard van belang om dit volgens de richtlijnen van de AVG15 te doen. Tot slot constateren we dat we afgelopen jaren te maken hebben gekregen met een toenemendevraag aan ondersteuning voor jeugdigen. Met name de vraag naar specialistische jeugdhulp neemt toe waardoor er wachttijden ontstaan en het beschikbare budget niet toereikend is. Samen met onze ketenpartners zetten we ons in om onze jeugdigen eerder (en preventiever) te helpen.
Dilemma’s in een veranderend sociaal domein
De genoemde ontwikkelingen en de uitgangspunten van de decentralisaties brengen dilemma’s met zich mee. Zo wordt er een steeds groter beroep gedaan op de eigen kracht van inwoners, terwijl er aan deze eigen kracht ook grenzen zitten, evenals aan de belastbaarheid van mantelzorgers. We willen betere zorg en ondersteuning tegen lagere kosten, maar deze kosten gaan doorgaans voor de baten uit. We willen lokaal maatwerk enerzijds en is er een wens naar zekerheid en eenduidigheid anderzijds. We willen meer loslaten en ruimte geven voor innovatie, maar hebben ook de neiging om de regelgeving voorop te stellen. Iedereen heeft de wens om integraal te werken, maar het eigen onderwerp of organisatie blijft van nature nog vaak het vertrekpunt. Voor deze dilemma’s bestaan geen eenvoudige oplossingen, het vraagt om het constant reflecteren op hoe we onze rol vervullen en de verhoudingen tussen gemeente en de samenleving. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht, met meer gedeeld eigenaarschap en vertrouwen.
Nieuwe taken en verwachte wijzigingen in de wetgeving
In 2015 kwam een aantal grote taken naar de gemeente op het gebied van jeugd, Wmo en participatie. Ook recenter en in de nabije toekomst zijn er taken die van de rijksoverheid naar de gemeente gaan. Een aantal belangrijke recente of geplande veranderingen lichten we kort toe:
Momenteel ontvangt de gemeente Nissewaard als centrumgemeente voor de Zuid-Hollandse Eilanden de gelden van het Rijk voor de taken van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. De gelden voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen worden naar verwachting per 1 januari 2021 verdeeld over alle gemeenten. In het regionaal plan (2019) is afgesproken om de centrumgemeente constructie, ook na eventuele overheveling van middelen, te handhaven. Het uitgangspunt is een ‘normalisering’. Zorg moet waar mogelijk in de thuissituatie worden ingezet.
Per 1 januari 2020 vervalt de Wet bijzonder opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en wordt vervangen door twee nieuwe wetten. Ten eerste wordt de Wet verplichte GGZ (Wvggz) ingevoerd om meer mogelijkheden te bieden om ambulant hulp te bieden aan mensen die verplicht zorg ontvangen. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden. Ten tweede treedt per 1 januari 2020 de Wet zorg en dwan¬¬g in werking. De wet regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) die onvrijwillige zorg krijgen.
Onze missie voor het sociaal domein is:
Alle inwoners doen mee aan de samenleving en zijn zo gezond,gelukkig, veilig en zelfstandig mogelijk.
We geloven in de kracht van onze inwoners. We vertrouwen er op dat zij, met de draagkracht die ze hebben, de regie over hun eigen leven kunnen voeren. Wanneer er problemen zijn kunnen familie, vrienden of bekenden in eerste instantie helpen om een oplossing te vinden. Als gemeente ondersteunen en motiveren we onze inwoners daarbij, onder andere door het bieden van algemene voorzieningen en laagdrempelige en preventieve ondersteuning. Ook vertrouwen we op de kracht van de samenleving als geheel. Door naar elkaar om te kijken en elkaar waar mogelijk te helpen, zorgen we gezamenlijk voor een samenleving waarin iedereen naar vermogen mee kan doen en zich thuis voelt. Als gemeente ondersteunen we onze inwoners die extra zorg of ondersteuning nodig hebben. We hebben extra aandacht voor onze meest kwetsbare inwoners. We zoeken samen naar hoe we kunnen aansluiten bij de behoefte van de inwoner en bieden waar mogelijk maatwerk.
Onze missie is uitgesplitst in drie pijlers en vormen de basis voor de koersnota.
Wisselende rollen van de gemeente in een veranderd sociaal domein
De samenleving verandert en ook de rol van de gemeente verandert. Waar vroeger de nadruk meer lag op het uitvoeren van de wettelijke taak is de rol van de gemeente tegenwoordig dynamischer. Er moet geschakeld worden tussen de verschillende rollen die de gemeente heeft. Soms is de gemeente zelf uitvoerder en soms is de gemeente opdrachtgever of treedt de gemeente op als partner. Om aan te kunnen sluiten bij de behoefte en leefwereld van inwoners willen we ook meer ruimte voor de ideeën van inwoners zelf. Als gemeente hebben we dan juist een meer ondersteunende of faciliterende rol en zullen onze maatschappelijke partners een grotere rol vervullen. De verschillende opgaven in het sociaal domein vragen om een verschillende rolinvulling van de gemeente. In onderstaand figuur is per pijler weergegeven welke rol de gemeente overwegend heeft. In grote lijnen is ons uitgangspunt: we stimuleren en faciliteren onze inwoners en partners waar dat kan en voeren het samen met partners of zelfstandig uit waar dat nodig is.
Bij het werken aan onze missie hebben we bij de start van het proces een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn leidend in de wijze waarop we onze doelen willen realiseren. Gedurende het opstellen van deze integrale koers hebben we de uitgangspunten aangescherpt en nader invulling gegeven. Daarnaast hebben we op basis van input van partners en inwoners twee voorwaarden toegevoegd als basis voor de doorontwikkeling. We lichten de uitgangspunten en voorwaarden kort toe. De uitgangspunten hebben betrekking op alle drie de pijlers. Een aantal komt echter met extra toelichting terug bij een van de pijlers.
5 Pijler A: Eigen kracht, zelfredzaamheid en ontwikkeling
We willen dat iedere inwoner zo gezond en gelukkig mogelijk is, zichzelf kan ontwikkelen en kan meedoen in de samenleving. We nemen de situatie en draagkracht van de inwoner als uitgangspunt. In dit hoofdstuk staat de eerste pijler centraal: de zelfredzaamheid en ontwikkeling van de (individuele) inwoner. We gaan in op wat we als gemeente doen om te faciliteren dat inwoners zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving kunnen meedoen, opgroeien en oud worden zonder inzet van (geïndiceerde) hulp of ondersteuning. Het gaat in dit hoofdstuk dus met name om algemene en preventieve voorzieningen.
5.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?
We vinden het belangrijk dat onze inwoners gezond en vitaal zijn en dat iedereen de kans krijgt zich te ontwikkelen. Uiteraard is het voor alle inwoners van belang dat zij, op eigen wijze en op basis van de eigen mogelijkheden, volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het uitgangspunt is dat de meeste inwoners zich kunnen redden zonder individuele zorg of ondersteuning van gemeente. Zelfstandig kunnen functioneren vergroot de eigenwaarde van mensen. We willen dan ook dat inwoners zelf de regie over hun eigen leven kunnen houden. Bij voorkeur wonen mensen in hun eigen, vertrouwde huis en omgeving en krijgen ze ondersteuning van de mensen die ze kennen en dierbaar zijn. Om mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat inwoners zelf meer verantwoordelijkheid kunnen nemen, hebben we als gemeente de taak dit zo goed mogelijk te ondersteunen. Bijvoorbeeld door voldoende aanbod aan algemene voorzieningen, ondersteuning van mantelzorgers en vroegtijdige signalering en aanpak van problemen. Dit doen we samen met onze partners die in de wijken en kernen aanwezig zijn.
5.2 Wat gaan we doen om onze doelen te realiseren?
In deze paragraaf geven we een korte toelichting op onze doelen en beschrijven we op hoofdlijnen hoe we er uitvoering aan geven. We benoemen speerpunten en verwijzen soms ook naar (nog op te stellen) uitvoerings- of beleidsplannen.
Inwoners hebben een veilige woonomgeving waar ze (langer) zelfstandig kunnen wonen.
Ouderen en mensen die ondersteuning ontvangen, wonen zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis
Gezien de toenemende levensverwachting en extramuralisering van de zorg zullen steeds meer mensen zelfstandig of met ambulante begeleiding thuis (blijven) wonen. Deze verandering heeft ook gevolgen voor de inrichting van onze woningen (o.a. veiligheid), het belang van goed openbaar vervoer en de nabijheid van voorzieningen. Met de beweging naar een inclusieve samenleving zullen er steeds meer mensen met een ondersteuningsbehoefte (o.a. dementie, licht verstandelijke beperking) in reguliere woningen en buurten wonen. Er moeten voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
In samenwerking met woningcorporaties en andere partijen continueren we het onderzoek naar nieuwe woon(zorg)vormen voor zowel kwetsbare inwoners (zoals met bijvoorbeeld lvb, ggz en dementieproblematiek) als niet kwetsbare inwoners (dit komt onder andere terug in de lokale woonvisies).
Kinderen en jongeren hebben een fijne en veilig basis in hun eigen gezin.
Voor de ontwikkeling en het welbevinden van onze kinderen is het belangrijk om een veilige en stabiele thuissituatie te hebben. Helaas is er soms (tijdelijk) geen goede thuisbasis, bijvoorbeeld door psychische problematiek bij een gezinslid, een (v)echtscheiding of kindermishandeling. Goede samenwerking en afstemming tussen alle partijen die in het leven van een kind een rol spelen is dan erg belangrijk. Onze focus ligt op vroegtijdig signaleren en snel lichte ondersteuning bieden als dat nodig is. Ouders die tijdelijk ondersteuning nodig hebben kunnen bijvoorbeeld rekenen op opvoedondersteuning. Uitganspunt is dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien in de eigen gezinssituatie. Voor jongeren met GGZ-problematiek die niet meer thuis kunnen wonen zoeken we samen naar oplossingen voor een passende woonruimte. We betrekken zo veel mogelijk het bestaande netwerk van de jongeren en kijken hoe we het netwerk kunnen verstevigen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Inwoners hebben een gezonde leefstijl en voelen zich vitaal
We vinden het belangrijk dat onze inwoners zo gezond mogelijk zijn en zich goed voelen. We hebben een brede kijk op het begrip gezondheid gebaseerd op geestelijk en lichamelijk welbevinden. Voldoende lichaamsbeweging en een gezonde leefstijl hebben een positieve invloed op veel aspecten zoals het verminderen van stress, participeren in de samenleving, maar ook het voorkomen van bijvoorbeeld overgewicht en het verkleinen van de kans op dementie. Onder jeugdigen is middelengebruik en verslaving een belangrijk aandachtspunt. Hierbij ligt onze focus op preventie en kennisdeling. We werken in toenemende mate samen met onze scholen die een belangrijke rol hebben in signalering en voorlichting. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Inwoners zijn financieel zelfredzaam
Het is voor iedere inwoner belangrijk om een financieel stabiele situatie te hebben en voldoende inkomsten te hebben voor dagelijkse uitgaven. Wanneer je financieel niet rond kan komen of schulden hebt, kan dit stress veroorzaken. Dit beïnvloedt het welzijn van het hele gezin of huishouden en heeft vaak invloed op de gezondheid en mogelijkheden tot participeren in de samenleving. Preventie en vroeg handelen is daarom belangrijk. We willen onze signalering versterken en onze minimaregelingen beter onder de aandacht brengen. Daarnaast vergroten we de financiële zelfredzaamheid van inwoners door de formulierenbrigade, de inzet van cliëntondersteuning en de mogelijkheid tot budgetcoaching. Hierbij hebben we aandacht voor de ontwikkeling en leerbaarheid van de inwoner. Bij voorkeur verkrijgen inwoners hun inkomen middels betaald werk. Wanneer inwoners (tijdelijk) niet in staat zijn om zich financieel te redden biedt de gemeente een vangnet. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Inwoners hebben kansen voor ontplooiing van talenten en vaardigheden
We vinden dat iedereen de kans moet hebben om het beste uit zichzelf te halen. Door talenten te ontwikkelen vergroot je het zelfvertrouwen en de kans op een redzaam bestaan. Dat begint al op jonge leeftijd, de periode van 0 tot 6 jaar is erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. We investeren daarom op onze voor- en vroegschoolse educatie. We ontwikkelen onze integrale kindcentra (IKC) en/of brede scholen verder door en hebben daarbij aandacht voor een goede (warme) overdracht en overgang naar de basisschool. Ook op latere leeftijd is talentontwikkeling van belang, bijvoorbeeld als het gaat om het halen van een diploma/startkwalificatie. Om een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt te kunnen realiseren, werken we samen op Voorne-Putten en in de bredere arbeidsmarktregio. We hebben hierbij ook specifiek aandacht voor de mensen die minder makkelijk aan het werk komen. Samen met werkgevers en (lokale) ondernemers kijken we naar de mogelijkheden voor omscholing. We stellen hierbij leren, ontwikkeling en scholing, meer dan voorheen, centraal. Het is belangrijk dat elke inwoner beschikt over een aantal basisvaardigheden, zo is een goede beheersing van de taal voor iedere inwoner belangrijk. We hebben aandacht voor laaggeletterdheid en het vergroten van digitale vaardigheden. Tot slot investeren we in volwassenonderwijs en onderwijs voor anderstaligen, bijvoorbeeld door internationale schakelklassen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Het aanbod van Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) voor kinderen met een taalachterstand breiden we conform de wetgeving uit. We investeren op de leeftijd 0-6 jaar door de doorontwikkeling van onze IKC’s en/of brede scholen. Daarnaast is er is veel aandacht voor de combinatie van zorg en onderwijs, bijvoorbeeld door de inzet van schoolmaatschappelijk werk op onze voorscholen.
Inwoners hebben een zinvolle daginvulling en sociale contacten
Vrijwel alle mensen hebben behoefte aan sociaal contact. Het is daarom belangrijk dat inwoners voldoende mogelijkheden hebben om elkaar te ontmoeten, mee te doen en zo betekenis aan hun leven te geven. Werk is een belangrijk middel voor zingeving. Het biedt structuur, sociaal contact en vergroot vaak de eigenwaarde van mensen. Helaas is het niet voor iedere inwoner mogelijk om betaald werk te verrichten. Daarom stimuleren we ook andere vormen van daginvulling die voor de inwoner zinvol is. We verwachten van inwoners die geen betaald werk hebben dat zij zich inzetten voor de samenleving (tegenprestatie). Het doen van vrijwilligerswerk, het volgen van onderwijs of gewoon het meedoen aan activiteiten vinden we belangrijk en waardevol. Onze ontmoetingsplekken en activiteiten bieden inwoners een plek om mee te doen. We willen daarmee de kans op eenzaamheid verminderen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
5.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?
Naast onze inhoudelijke doelen voor onze inwoners formuleren we per pijler de belangrijkste ontwikkelopgaven. De ontwikkelopgaven vertellen ons waar we als gemeente op moeten investeren om onze doelen te behalen. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en te faciliteren dat zij zich kunnen ontplooien, zijn onderstaande ontwikkelopgaven het belangrijkst. De ontwikkelopgaven komen voort uit de uitgangspunten en inhoudelijke doelen.
6 Pijler B: Samen leven en betrokken bij elkaar
De samenleving verandert. Er wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners, maar ook op de samenredzaamheid van onze samenleving als geheel. We hebben elkaar nodig voor sociale en inclusieve buurten. In onze gemeenten is er een stevig sociaal fundament waarop we kunnen bouwen. Met een rijk en divers verenigingsleven, een groeiend aantal bewonersinitiatieven en een cultuur waar mensen naar elkaar omkijken. In dit hoofdstuk staat het perspectief van de samenleving als geheel centraal. Daarbij ondersteunen we als gemeente de inwoners die anderen helpen en ondersteunen.
6.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?
We streven naar een samenleving waarin mensen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en leefomgeving. Een samenleving waarin we het samen doen, naar elkaar omkijken en iets voor een ander of voor de samenleving als geheel doen. We willen een inclusieve samenleving zijn, waar plek is voor iedereen en waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen.
6.2 Wat gaan we doen om onze doelen te realiseren?
Onze samenleving is van en voor iedereen
We willen een inclusieve samenleving zijn, een samenleving die open staat voor iedereen en waarin iedereen kan meedoen. Inclusie van alle inwoners, ongeacht gender, religie, etniciteit, opleiding, inkomen, uiterlijk en geestelijke of lichamelijke gesteldheid vraagt van ons als gehele samenleving om met elkaar in gesprek te zijn en te blijven. Samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties geven we vorm aan de inclusieve samenleving. Dat gaat enerzijds over de toegankelijkheid van voorzieningen, maar belangrijker: het vergroten van de bewustwording en respecteren van iedere inwoner in de samenleving. We investeren daarom in voorlichting en betrekken onze partners en inwoners daar ook nadrukkelijk bij. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en begrip te hebben voor ieders situatie. We ondersteunen initiatieven die de inclusieve samenleving kracht bij zetten. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Inwoners voelen zich betrokken bij elkaar en doen mee
Leefbare buurten dragen bij aan ons welzijn. We vinden het belangrijk dat inwoners en lokale organisaties met elkaar aandacht hebben voor hun eigen leefomgeving. We stimuleren inwoners, bewonersinitiatieven en lokale organisaties die zelf of met onze ondersteuning verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving willen nemen. Het is van belang dat er locaties zijn waar inwoners een activiteit kunnen organiseren, aan activiteiten mee kunnen doen en waar inwoners met elkaar in contact kunnen komen. De komende jaren geven we invulling aan het versterken van bestaande ontmoetingsplekken of het realiseren van nieuwe mogelijkheden voor ontmoeting. We kijken hierbij naar de mogelijkheid van het multifunctioneel inzetten van locaties. Daarnaast versterken we onze website en platform Fijn je te zien. Ontmoeten, er toe doen en wat voor elkaar betekenen staat centraal. Op de website brengen we vraag en aanbod van inwoners dichter bij elkaar en informeren we onze inwoners over activiteiten in de buurt. We vinden het belangrijk aandacht te hebben voor wederkerigheid en het benutten van elkaars talenten en ervaringen (ervaringsdeskundigen en lotgenoten). We stimuleren maatjesprojecten. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
We faciliteren ontmoeten door aan te sluiten bij de behoefte van de inwoners en bij bestaande activiteiten en locaties. Onze sport en kunst- en cultuurlocaties zijn belangrijke plekken waar inwoners van nature komen. We verkennen de mogelijkheid om onze ontmoetingsplekken multifunctioneler te gebruiken.
Mantelzorgers en vrijwilligers voelen zich ondersteund in de belangrijke functie die zijn in de samenleving vervullen
Vrijwilligers zijn een fundament van de samenleving. Door onze vrijwilligers zijn we in staat om heel veel dingen te organiseren en mensen blij te maken. We vinden het belangrijk om vrijwilligers te versterken in hun rol in de samenleving en investeren daarom in ons aanbod workshops, cursussen en begeleiding voor vrijwilligers om een leven lang leren te stimuleren. Ook vinden het belangrijk om nieuwe vormen van vrijwillige inzet mogelijk te maken. Inwoners willen steeds vaker kortdurend vrijwilligerswerk doen. Dit vraagt om een actievere manier van benaderen en betrekken van inwoners, waarbij informatievoorziening cruciaal is. We ondersteunen onze vrijwilligersorganisaties bij het goed kunnen informeren van inwoners. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
We hebben in onze gemeenten veel mantelzorgers en wij waarderen hun inzet. We zien een grote groep mantelzorgers die (tijdelijk) te maken krijgt met zware fysieke en/of psychische belasting. Gezien de vergrijzing en afbouw van zorg is dit niet verwonderlijk. Er zijn ook veel jonge mantelzorgers. Om te zorgen dat mantelzorgers niet overbelast raken is het belangrijk dat zij de zorg voor hun naasten tijdelijk kunnen overdragen als dat nodig is (respijtzorg). Om de mogelijkheden voor respijtzorg uit te breiden zoeken we samenwerking met onze huisartsen en de zorgverzekeraar. Daarnaast waarderen wij onze mantelzorgers door middel van de mantelzorgpas. We stimuleren dat mantelzorgers deze pas aanvragen en gebruiken. Het is verder belangrijk dat onze samenwerkingspartners zoals de huisarts en welzijnspartners goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden voor mantelzorgondersteuning. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Komende jaren continueren we onze ondersteuning voor mantelzorgers en passen onze activiteiten aan op basis van de behoefte van mantelzorgers. Passende respijtzorg is hierbij een aandachtspunt. De mantelzorgpas als waardering blijft behouden. We hebben specifiek aandacht voor jonge mantelzorgers en mantelzorgers die voor een inwoner met dementie zorgen.
Inwoners hebben een stem in onze samenleving
We vinden het belangrijk om te weten wat inwoners willen en waar hun behoefte ligt. We willen ruimte bieden aan inwoners om zelf met initiatieven te komen. We zijn benieuwd hoe inwoners het verschil willen maken en wat ze daarbij belangrijk vinden. Wij zijn, als gemeente of via onze partners, zo veel mogelijk in de wijken aanwezig om ook gevoel te hebben bij wat er leeft onder inwoners. Ook willen we de rol van de Adviesraad Sociaal Domein (ASD) versterken. De taak van de ASD is het vertegenwoordigen van inwoners en het college adviseren. Om het geluid van de samenleving naar de gemeente te kunnen vertalen, is het van belang dat de Adviesraad midden in de samenleving staat. We ondersteunen de adviesraad bij hun rol om signalen op te halen in de samenleving. We verkennen, samen met jongeren en het onderwijs, mogelijkheden om ook de stem van onze jongere inwoners meer te horen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
6.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?
Om de samenredzaamheid van de samenleving te vergroten is het belangrijk dat inwoners zich gehoord voelen en dat er nabijheid is. Onze belangrijkste twee ontwikkelopgaven staan hieronder beschreven en komen voort uit de uitgangspunten, voorwaarden en inhoudelijke doelen.
7 Pijler C. Passende zorg en ondersteuning
Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hun hulpvragen (tijdelijk) niet zelf of met hun leefomgeving kunnen oplossen, kunnen rekenen op steun vanuit de gemeente. In dit hoofdstuk gaan we in op wat we doen om zorg en ondersteuning te bieden die past bij de situatie van de inwoner.
7.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?
We willen onze inwoners zo goed en snel mogelijk ondersteunen en samen tot effectieve oplossingen komen. Het is noodzakelijk dat we onze inwoners duidelijk informeren waar zij met een vraag over zorg of ondersteuning terecht kunnen. Bij voorkeur is dit op een voor de inwoner ‘logische’ plek, zoals een school of een ontmoetingsplek. We willen uiteraard dat iedere inwoner zorg of ondersteuning krijgt die is afgestemd op de situatie van de inwoner. Dat vraagt dat er goed geluisterd en gekeken wordt naar de behoefte, dat er ruimte is voor maatwerk en dat zorg- en ondersteuning op elkaar wordt afgestemd. Het betekent ook dat we over de grenzen van wetten of organisaties heen moeten kijken. Het belang van de inwoner en diens omgeving staat voorop. Daarom vinden we het belangrijk om de samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen, de zorgverzekeraar, woningcorporaties, onderwijs en de veiligheidsketen te versterken en verder vorm te geven.
7.2 Wat gaat we doen om onze doelen te realiseren?
Inwoners weten waar ze terecht kunnen voor vragen over hulp en ondersteuning
Om zorg of ondersteuning te krijgen moet je als inwoner allereerst weten waar je terecht kan met je vraag. Onze informatie moet helder en begrijpelijk zijn en het moet duidelijk zijn hoe we de toegang tot zorg en ondersteuning hebben geregeld. Zo kunnen inwoners terecht bij de gemeente maar ook bij onze professionals van het gebiedsteam. Om dichtbij de inwoner te zijn werkt het gebiedsteam vanuit verschillende vindplaatsen (o.a. Centrum voor Jeugd en Gezin, scholen en ontmoetingsplekken). Ook onze partners, zoals welzijn, helpen inwoners bij het vinden van de juiste plek. Onafhankelijke cliëntondersteuners helpen wanneer inwoners zelf lastig hun weg kunnen vinden en bij het formuleren van de hulpvraag. Zij adviseren inwoners over de mogelijkheden voor ondersteuning. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
De inwoner wordt klantvriendelijk en zo snel mogelijk geholpen
Onze professionals zorgen ervoor dat de inwoners niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Het streven is dat inwoners niet vaker dan noodzakelijk hetzelfde verhaal hoeven te doen bij verschillende ‘loketten’. We werken integraal over de verschillende levensdomeinen, onze professionals kijken breder naar de vraag dan alleen vanuit hun eigen vakgebied. We stimuleren dat ook onze partners met een brede blik naar de vraag en situatie van de inwoner kijken. Om het effect van de inzet van zorg of ondersteuning zo groot mogelijk te maken is het van belang dat de zorg of ondersteuning zo snel mogelijk kan starten, het moeten wachten op zorg of ondersteuning is vervelend en kan leiden tot crisiszorg. We willen wachtlijsten dan ook voorkomen (lokaal) of zo veel mogelijk beperken (regionaal). De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
Inwoners ontvangen passende zorg en ondersteuning
Om inwoners zo goed mogelijk te helpen is het belangrijk dat zorg en ondersteuning passend is. Daaronder verstaan wij: afgestemd op de situatie en mogelijkheden van de inwoner. We betrekken de inwoner (en eventuele naasten) dan ook bij het zoeken naar de juiste oplossing. We streven naar maatwerk, de oplossing hoeft dus niet ‘standaard’ te zijn, het belangrijkste is dat het bijdraagt aan het verbeteren van de situatie voor de inwoner. In de praktijk ervaren we dat de grenzen van verschillende wetten of domeinen belemmeringen kunnen veroorzaken. De overgang of een combinatie van verschillende ondersteuningsvormen is nog niet altijd goed op elkaar afgestemd. De komende jaren besteden we hier extra aandacht aan. Bijvoorbeeld als het gaat om de overgang van de Jeugdwet naar de Wmo, de samenwerking tussen zorg en onderwijs of de afstemming van zorgaanbod en regelingen uit de Participatiewet.
Uiteraard willen we dat zorg en ondersteuning zo vroeg mogelijk wordt ingezet. Bij voorkeur werken we preventief om te voorkomen dat problemen ontstaan of erger worden. We investeren daarom ook in tijdige signalering en het snel kunnen inzetten van ondersteuning. Hiervoor is samenwerking met bijvoorbeeld onze welzijnspartijen, de schoolarts, huisartsen, wijkverpleging, onderwijs en woningcorporaties erg belangrijk. We zien een uitdaging in de samenleving doordat ouderen langer thuis blijven wonen met hulp van vrijwilligers en mantelzorgers. Naast extra investeren op bijvoorbeeld respijtzorg moeten we ons bewust zijn van de grotere kans op crisiszorg. Soms is zwaardere zorg of ondersteuning nodig om een inwoner te helpen. Dat kan ook betekenen dat er meerdere professionals bij een huishouden betrokken zijn. Het gebiedsteam vormt dan een belangrijke schakel om te zorgen voor goede afstemming en een integraal ondersteuningsaanbod. Het gebiedsteam biedt zorg en ondersteuning en is er voor inwoners van 0 tot 100+ jaar. De medewerkers van het gebiedsteam zijn professionals die een brede, generalistische blik hebben. Ze voeren de regie over de casus en hebben contact met de verschillende betrokkenen. Het is ook hun taak om te zorgen voor tijdige op- en afschaling wanneer dat nodig is. Ook samenwerking tussen de zorg- en veiligheidsketen (veiligheidshuis, politie, justitie) is steeds belangrijker. We werken op Voorne gezamenlijk aan een goede afstemming tussen zorg en veiligheid en het realiseren van een goede ketensamenwerking. In ons integraal veiligheidsplan bepalen we onze prioriteiten voor de komen de jaren.
Een van onze uitgangspunten is dat we de zorg en ondersteuning zo dichtbij mogelijk organiseren. In veel gevallen lukt dat, bijvoorbeeld door samenwerking met verschillende partijen of het combineren van doelgroepen. Helaas is het niet mogelijk om sommige vormen van specialistische ondersteuning of voorzieningen op Voorne te realiseren. Om wel de best passende zorg of ondersteuning te kunnen bieden, kopen we sommige vormen van zorg regionaal in. We blijven daarnaast continu verkennen welke (nieuwe) mogelijkheden er zijn om zorg of ondersteuning dichter bij te realiseren. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:
7.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?
Om er voor te zorgen dat inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben de meest passende oplossing krijgen zijn onderstaande ontwikkelopgaven belangrijk.
Naast het Voornse verhaal is het ook gewenst om in te gaan op de lokale situatie in Westvoorne en de stappen die we gaan nemen in onze gemeente. De visie en missie zijn eerder benoemd, maar wat gaan we concreet doen in Westvoorne? Dit hoofdstuk is daarom ook een uitwerking van de visie en missie die aan de orde zijn gekomen in de eerdere hoofdstukken.
De rol van de overheid is in de afgelopen decennia groter geworden en het beroep op zorg en (inkomens)ondersteuning is toegenomen. Daar waar mogelijk dient deze trend gekeerd te worden. Het is financieel als samenleving niet mogelijk om deze trend door te zetten. In het collegeprogramma van Westvoorne, ‘De toekomst in het vizier’, is vermeld dat mensen er sterker van worden als ze de regie over hun eigen leven hebben. De noodzaak om als burger enerzijds te participeren en anderzijds meer zelfredzaam te zijn, neemt toe. Hierdoor wordt er zo min mogelijk een beroep gedaan op de professionele zorg en (inkomens)ondersteuning.
De hele zorgstructuur in Westvoorne is zo ingericht dat de lijnen kort zijn, waardoor het overzicht niet verloren wordt en diverse domeinen met elkaar verbonden zijn. Inwoners weten ons te vinden, de toegang is laagdrempelig ingericht en de zorg zo dichtbij mogelijk. Zo is bijvoorbeeld het Maatschappelijk Werk gedetacheerd in Westvoorne bij de afdeling Werk, Inkomen en Service. Hiermee is Maatschappelijk Werk letterlijk in huis gehaald. We hebben de regie in handen, maar daar waar zaken lokaal opgepakt moeten worden, gebeurt dit ook. Wij weten onze maatschappelijke partners te vinden en zij ons ook. Omdat de toegang laagdrempelig is ingericht wordt ook de Participatiewet en de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening optimaal uitgevoerd. In het kader van schuldhulpverlening staat preventie hoog in het zadel, er zijn goede afspraken met het Gemeentelijk Woonbedrijf over voorkoming van woonuitzetting, verder worden signalen van energieleveranciers over ontstane achterstanden in de termijnbedragen actief opgepakt. De gemeentelijk zorgregisseur werkt hierbij outreachend. Voor iedere inwoner met een Participatiewetuitkering zijn producten beschikbaar. Het inzetten van deze producten is maatwerk waarbij het vinden van betaald werk het optimale eindresultaat is. De gemeente neemt steeds meer de rol om niet langer te zorgen voor mensen, maar om te zorgen dat er zaken mogelijk gemaakt worden. De gemeente Westvoorne heeft de dienstverlening in het sociaal domein hierop ingericht. We werken integraal volgens een stevige structuur die toekomstbestendig is.
De verantwoordelijkheid voor coherent sociaal beleid ligt bij de gemeenten. Er zijn daarbij hoge verwachtingen van een buurtgericht aanbod van hulp. De buurt wordt gezien als de juiste schaalgrootte om de hulpverlening te verbinden en de vraag naar ‘duurdere’ voorzieningen te voorkomen. Volgens diverse definities wordt in wijkteams laagdrempelige, generalistische hulp georganiseerd. De eigen kracht en het eigen informele netwerk van cliënten spelen een belangrijke rol. Het wijkteam is dus geen doel op zich, maar een middel om hulpverlening beter te verbinden en te zorgen voor een integrale aanpak. Aangezien Westvoorne formeel geen wijken heeft, maar drie kleine kernen, wordt in Westvoorne gesproken over een gebiedsteam i.p.v. een wijkteam. De gemeenten Brielle en Hellevoetsluis hanteren deze term overigens ook, zodat er uniformiteit in terminologie bestaat voor de regionaal werkende zorgaanbieders. Het gaat om een samenhangende aanpak van o.a. welzijn, ondersteuning, jeugd- en gezondheidszorg en arbeidsintegratie. Die sterkere verbinding cq. samenwerking is de meerwaarde van het team. Ons gebiedsteam beslaat hiermee dus zowel de vrijwillige als gedwongen hulpverlening voor inwoners van 0-100 jaar.
8.2 Regionale visie lokaal vertaald
Ook in de gemeenteraad bestaat een grote betrokkenheid bij het sociaal domein. Bij de Begrotingsraad werden door vrijwel alle partijen moties ingediend die het belang van het sociaal domein onderstrepen. Partij Westvoorne had eerder al een zorgvisie aangeboden aan het College die in nauwe samenspraak ook met professionals en gebruikers van Wmo-voorzieningen tot stand was gekomen. Zowel in de moties als in de zorgvisie wordt het belang van ondersteuning en zorg voor de kwetsbare medeburger benadrukt. Dit krijgt verder gewicht in het licht van de toenemende vergrijzing, ook in Westvoorne. Aansluitend op de moties vormt bijvoorbeeld het tegengaan van eenzaamheid een belangrijk element. Mensen informeren, betrekken en verleiden tot meedoen. Signalerend huisbezoek vormt hiertoe een middel maar bijvoorbeeld ook het maatjesproject en welzijn op recept kunnen verder vorm geven.
Ook het welzijnswerk kan niet zonder vrijwilligers. Met grote regelmaat worden activiteiten georganiseerd in zowel De Leemgaarde als Stuifakkers geheel verzorgd door vrijwilligers. Ondersteuning van deze vrijwilligers, zodat zij verder activiteiten kunnen organiseren en mogelijk zelfs uitbouwen vormt een onderdeel van dit lokale deel. Zowel in het beleidsplan van Partij Westvoorne als een door de raad aangenomen motie wordt gewezen op de zorg en vraagwijzer. In dit verband wordt ook het belang benadrukt van laagdrempelig contact met de gemeenten en/of professionals. Ook hierop wordt verder ingegaan.
In het plan van Partij Westvoorne, maar ook eerder al in raadsbreed aangenomen visies, wordt onderstreept dat het goed is de mensen zo lang mogelijk op goede en gezonde manier kunnen thuis wonen. Mantelzorg is hierbij van belang. Het thema mantelzorg zal apart worden uitgewerkt in de actualisatie van het betreffende beleidskader.
Tegen deze achtergrond wordt onderstaand verder ingegaan op de aangenomen moties in de gemeenteraad.
In de motie ‘eenzaamheid ouderen’ wordt verzocht alle ouderen vanaf 75 jaar zo mogelijk eens per jaar te laten bezoeken en deze ouderen te wijzen op de vele contactmogelijkheden in onze gemeente en in 2019 te starten met het bezoek aan ouderen. Tevens heeft de adviesraad Sociaal Domein een ongevraagd advies ingediend waar zij verzoeken om signalerend huisbezoek te starten in Westvoorne voor mensen vanaf 75 jaar en ouder. Catharina Stichting en SBO zijn gevraagd om dit in Westvoorne uit te voeren.
In de gemeente Westvoorne is, 37% van de volwassen inwoners, matig tot zeer ernstig eenzaam (peiljaar 2016). Meer dan de helft van de 75-plussers in Nederland voelt zich eenzaam. De GGD gezondheidsmonitor (2017) stelt: “De mate waarin mensen zich eenzaam voelen, is redelijk stabiel tot een leeftijd van 74 jaar. Daarna volgt een toename. Voor emotionele eenzaamheid geldt een sterke toename. Dit is begrijpelijk, omdat 75-plussers vaker dan andere leeftijdsgroepen hun partner verliezen door overlijden”.
Een jaarlijks huisbezoek bij alle 75-plussers is één van de speerpunten in het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ van VWS. Het actieplan beschrijft: “Mensen trekken niet vanzelf aan de bel bij gemeenten om te melden dat ze eenzaam zijn. Signalering vraagt om een actieve aanpak. Zelf de drempel over gaan dus. We willen dat 75-plussers in hun omgeving bezoek aan huis krijgen en dat de tijd wordt genomen om uit te leggen welke ondersteuning en activiteiten beschikbaar zijn voor als ze daar behoeften aan hebben. Zo hebben we op tijd in beeld wanneer mensen eenzaam zijn of eenzamer lijken te worden en wordt het laagdrempeliger voor mensen om zich bij een activiteit te melden”. Met een vragenlijst leggen daartoe geïnstrueerde vrijwilligers huisbezoeken af. De samengestelde vragenlijst is afkomstig van stichting Tympaan en de Brielse praktijk, waar al langere tijd huisbezoeken afgelegd worden. Voor de inwoners van Westvoorne volgt, in samenspraak met de gemeente, een vragenlijst op maat, toegespitst op de oudere inwoners van Westvoorne. Er is aandacht voor lokale vragen en mogelijkheden. In de vragenlijst wordt expliciet aandacht besteed aan de mogelijkheid van cliëntondersteuning (in onze gemeente wordt de onafhankelijke cliëntondersteuning uitgevoerd door SBO en MEE).
Uiteraard zijn de huisbezoeken niet het enige onderdeel in de eenzaamheidsbestrijding binnen onze gemeente. Bij de vaststelling van het lokaal gezondheidsbeleid 2016 – 2019 is ook het plan aanpak eenzaamheid vastgesteld. In 2020 wordt het nieuwe gezondheidsbeleid geschreven, hierin wordt ook het actieplan ‘Aanpak Eenzaamheid’ meegenomen. Tevens wordt binnen het welzijnswerk ingezet op het voorkomen van eenzaamheid.
Hulp- en zorgwijzer Westvoorne
In de motie ‘hulp- en zorgwijzer Westvoorne’ wordt verzocht de mogelijkheden te onderzoeken om voor de inwoners van Westvoorne een digitale hulp- en zorgwijzer te ontwikkelen / aan te schaffen en daarvan de regiefunctie te voeren, zodat het juiste en actuele aanbod getoond wordt en de betrouwbaarheid van de aanbieders gecontroleerd wordt. Meerdere gemeenten in Nederland hebben een zorg- en welzijnswijzer. Er zijn uiteraard ook landelijke informatiebronnen waar uit geput kan worden (www.regelhulp.nl). Dit is een website voor mensen die zelf hulp nodig hebben, voor mensen die voor iemand zorgen en voor zorgprofessionals. Dit is opgezet, gefinancierd en wordt bijgehouden door de Rijksoverheid, het is de wegwijzer naar zorg en ondersteuning. Op deze website wordt ook uitleg gegeven over de verschillende zorgwetten in Nederland, zoals onder andere de Zorgverzekeringsweg (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. Aangegeven wordt wanneer men onder welke wet valt en waar men zich dan kan melden. Op de website van de gemeente Westvoorne staat de website van regelhulp al genoemd. Waar het ook expliciet om gaat is dat ook de lokale componenten binnen Westvoorne (welzijnswerk, beschikbare lokale aanbieders, vervoersmogelijkheden, klussendienst, financiën etc.) goed te vinden zijn voor onze inwoners / mantelzorgers / zorgprofessionals. Vanaf februari 2019 is er een medewerker communicatie aangesteld bij de gemeente Westvoorne die zich specifiek bezighoudt met social media, waaronder de website. Voorgesteld wordt voor de informatievoorziening voor het lokale onderdeel hier te ontwikkelen, in samenspraak met de betrokken medewerkers uit het sociaal domein. Essentieel onderdeel is om de informatie up-to-date te houden. De kosten hiervoor zijn reeds binnen de bestaande middelen / uren opgenomen.
Niet alleen voor zorgvragers zelf is het belangrijk dat zij door de bomen het bos kunnen vinden in het zorglandschap, maar een hele belangrijke doelgroep zijn de mantelzorgers. In 2019 wordt het mantelzorgbeleid geëvalueerd en geactualiseerd in Westvoorne, belangrijk onderdeel is dat mantelzorgers ondersteund worden en dat zij weten waar zij terecht kunnen met vragen. Zo heeft MEE Plus een website ontwikkeld waar ondersteuning wordt geboden voor mantelzorgers. Veruit de meeste mensen halen veel voldoening en energie uit het zorgen voor een naaste. Ongeveer vijf op de zes mantelzorgers geniet van de positieve kanten van het zorgen . Het bieden van mantelzorgen kan echter ook zware (over)belasting zijn. Dit komt veelal voor bij de mantelzorgers die voor een langdurige periode (langer dan drie maanden) en intensief zorgen. Om op adem te komen, kan een mantelzorger ‘even vrijaf’ nemen door een respijtvraag te stellen.
Uit onderzoek blijkt dat een mantelzorger moeite heeft om deze vraag helder te krijgen. Daarnaast ontbreekt bij gemeenten vaak een overzichtelijk aanbod op het gebied van respijtzorg. Een derde aandachtspunt is dat het aanbod ook bij de 0e en 1e lijn vaak onbekend is en dat professionals de vraag achter de vraag niet altijd weten te achterhalen. Dit heeft ertoe geleid dat MEE Plus, in opdracht van de gemeente Hoeksche Waard, de website Helpmijzorgen.nl ontwikkeld heeft. Na de lancering in de Hoeksche Waard, kunnen andere gemeenten zich ook ‘aansluiten’ bij het platform. Op Helpmijzorgen.nl vinden mantelzorgers antwoorden op hun vragen. De website geeft inzicht in de respijtmogelijkheden per gemeente. Daarnaast wordt, indien gewenst vanuit de betreffende gemeente, ook de overige ondersteuning voor mantelzorgers weergegeven in de vorm van meestgestelde vragen en antwoorden. Naast de mantelzorger is de (zorg)professional een belangrijke doelgroep voor Helpmijzorgen.nl. Die vindt informatie en inspiratie op het platform, waarmee hij/zij de mantelzorger kan informeren/ondersteunen/doorverwijzen. Bovenstaande wordt verder uitgewerkt in het mantelzorgbeleid dat naar verwachting eind 2019 gereed is.
In de motie ‘VN-verdrag’ wordt verzocht in samenspraak met de Wmo Adviesraad (Adviesraad Sociaal Domein), gehandicaptenplatform en andere belanghebbenden de doelstelling van het VN-verdrag ook daadwerkelijke uit te voeren; een kader te ontwikkelen om de uitvoering van het VN-verdrag te realiseren en in beleidsnotities, indien van toepassing, in een aparte paragraaf aandacht te besteden aan toegankelijkheid.
Het VN-verdrag handicap trad op 14 juli 2016 in Nederland in werking. Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Centrale begrippen in het verdrag zijn inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie. In het verdrag is aangegeven wat de overheid moet doen om ervoor te zorgen dat de positie van mensen met een beperking verbetert. In dit beleidsplan wordt veel nadruk gelegd op inclusief beleid. Inclusief beleid is beleid dat rekening houdt met de verschillende mogelijkheden en beperkingen van mensen. Het resultaat van een inclusieve benadering is dat algemene voorzieningen ook beschikbaar zijn voor mensen met een beperking. Een voorbeeld van inclusief beleid: bij het bouwen van een nieuwe brede school wordt al bij het ontwerp rekening gehouden met mensen met een beperking. Het lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk wordt er niet altijd rekening mee gehouden.
Het doel van inclusief beleid is dat mensen met beperkingen vanzelfsprekend op een gelijkwaardige manier kunnen deelnemen aan alle aspecten van het maatschappelijke leven. Dit is ook eerder aan de orde gekomen in het vorige Wmo beleidsplan Westvoorne. Een manier om inclusief beleid in de praktijk te brengen is de methode Agenda 22, gebaseerd op de 22 standaardregels van de Verenigde Naties. Agenda 22 is een methode om in elke gemeente beleid te maken vanuit de 22 standaardregels. De standaard regels hebben geen wettelijke status, maar vormen een morele betekenis die unaniem aanvaard is door de leden van de internationale samenleving. In de 22 regels staat wat nodig is om mensen met een beperking gelijke kansen te bieden of het nu gaat om wonen, werk, school, vrije tijd of mobiliteit. In het verleden is er in Westvoorne een workshop georganiseerd voor raadsleden, fractieassistenten, college van B&W en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Voorgesteld wordt een vervolg te geven aan deze bijeenkomst. We zetten de stap in het bewustwordingsproces (regel 1 van de 22), zodat ieder vanuit zijn of haar specifieke functie deze begrippen eigen maakt en dit integreert in plan- en besluitvorming. Als middel hiervoor wordt een bijeenkomst georganiseerd waarin ervaringsexperts aanschuiven. De thema’s worden gekozen door de gemeente. Zo wordt gedacht aan de beleidsthema’s wonen / bouwen, ruimtelijke ordening, toegankelijkheid, sport, recreatie en arbeid. De betrokkenen krijgen een beter inzicht in de manier waarop de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen in het dagelijks leven van mensen met een beperking onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarnaast verkrijgen zij praktische input voor verbeteringen op hun eigen beleidsterrein.
Waar het in feite op neer komt is dat er beleid gemaakt wordt mét belangenorganisaties samen, mét ingebrachte kennis van ervaringsdeskundigen. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG, de Lokale Inclusie Agenda.
Het doel van de Wmo is de zelfredzaamheid en participatie van de inwoners in Westvoorne te verhogen. Om dit te bereiken moeten inwoners in staat zijn om zich met een vervoersmiddel in de directe leefomgeving te kunnen verplaatsen. Mobiliteit is een cruciale factor in eenzaamheidsbestrijding en ook in fysieke en sociale gezondheid. Mobiliteit hoeft niet altijd te gaan over een rit van bestemming A naar B. Dat iemand bij zijn reisdoel komt is belangrijk, maar de kracht zit hem soms in het praatje onderweg, het zogenaamde sociaal vervoer. Even boodschappen doen of een partner in het verzorgingstehuis bezoeken is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Met ANWB AutoMaatje wil de ANWB samen met welzijnsinstellingen en vrijwilligers mensen helpen mobiel en actief te blijven. Op grond van de ingediende motie ‘Automaatje’ is onderzocht is of ANWB AutoMaatje een passend aanbod zou kunnen zijn voor de gemeente Westvoorne.
ANWB AutoMaatje is gericht op sociaal vervoer. Een service waarbij vrijwilligers de minder-mobiele buurtgenoten op verzoek vervoeren. Vrijwillige chauffeurs gebruiken daarvoor hun eigen auto en ontvangen daarvoor een kleine onkostenvergoeding van € 0,30 cent per kilometer. De vrijwilligers zijn plaatsgenoten die hun eigen auto gebruiken als vervoermiddel.
Op Voorne Putten (dus ook Westvoorne) is ook Flex Vevoer beschikbaar, voorheen werd dit de Regiotaxi genoemd. VP Flex Vervoer is collectief vervoer en dat betekent dat men met meerdere mensen tegelijkertijd reist. Hierdoor is het mogelijk om goedkoop binnen de regio van deur tot deur te reizen. Om VP Flex Vervoer te gebruiken tegen het (gereduceerde) Wmo-tarief, moet iemand geen gebruik kunnen maken van het reguliere openbaar vervoer. Dit betekent dat het gebruik van de normale bus binnen de regio niet mogelijk is. Dat kan zijn omdat er sprake is van lichamelijke beperkingen door een handicap of ouderdomsklachten. Maar ook als er psychische klachten zijn waardoor iemand niet meer bij de bushalte kan wachten of niet meer goed de weg kan vinden is het mogelijk om een aanvraag voor Vp Flex vervoer te doen. In Westvoorne kunnen ook de mensen van 75 jaar en ouder gebruik maken van het gereduceerd tarief voor het reizen met Flex Vervoer, dit is in 2016 ingesteld in het kader van de eenzaamheidsproblematiek. Er is specifieke aandacht voor de vervoersmogelijkheden van deze doelgroep. Alleen voor inwoners van Westvoorne geldt dit gereduceerd tarief voor mensen van 75 jaar en ouder, dit geldt niet voor de inwoners van de andere gemeenten op Voorne Putten.
Gezien de financiële kaders, en het al beschikbaar zijn van het doelgroepenvervoer, wordt voorgesteld Automaatje niet in te voeren. Wel kan mogelijk het maatjesproject voor een deel in de behoefte voorzien. Het Maatjesproject, wat in de gemeente Brielle reeds loopt, brengt mensen in contact met vrijwilligers – de Maatjes – met als doel om samen activiteiten te ondernemen. Hierbij staan ontspanning, onderling contact en het doorbreken van isolement voorop. De ondersteuning vindt plaats op basis van een individuele hulpvraag. Deze behoefte kan naar voren komen op aangeven van een cliënt, verwant/familie of hulpverlener. Door regelmatige ontmoeting met een vrijwilliger, een maatje, wordt maatschappelijke deelname bevorderd. Veelal voorziet het maatje ook in een vervoersbehoefte. De kosten van het maatjesproject zijn in 2019 € 4.748 (start oktober 2019). De jaarlijkse kosten vanaf 2020 zijn € 14.255,-.
Naast het Maatjesproject is er ook via Fijn je te Zien een mogelijkheid om mensen met elkaar in contact te brengen voor o.a. sociaal vervoer. Sinds begin 2019 is Westvoorne aangesloten bij Fijn je te Zien. In de wijken en buurten van Westvoorne is veel te doen, er zijn veel verschillende en uiteenlopende initiatieven. Er wordt naar gestreefd dat mensen elkaars talent weten te vinden en elkaar kunnen ontmoeten en versterken. In het collegeprogramma 2018-2022 staat benoemd dat in Westvoorne wordt gestreefd naar een samenleving waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. Eigen kracht, zelfredzaamheid en participatie zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Daarbij gaat het om het bieden van kansen aan inwoners die zich willen ontplooien, het bieden van ondersteuning aan inwoners die niet makkelijk mee kunnen doen of hierbij hulp nodig hebben en het stimuleren van inwoners om bij te dragen aan de samenleving. Fijn je te Zien bestaat uit drie onderdelen: buurtverbinders, het online dorpsplein en de verbonden buurt.
Verbonden buurt: De buurtverbinders (samenwerkend met professionals) brengen een proces op gang waarin alle mooie dingen die er al zijn, zichtbaar worden en steeds meermensen elkaar gaan kennen. Op deze manier benutten ze veel beter wat er al is in de buurt en ontstaan er steeds meer nieuwe verbindingen.
Spreekuur van de wijkverpleegkundige
In de motie ‘spreekuur wijkverpleegkundige’ wordt verzocht om in samenwerking met de wijkverpleegkundigen de mogelijkheid te onderzoeken van een wekelijks inloopspreekuur in de woonzorgcentra De Leemgaarde en Stuifakkers speciaal voor mensen met hulpvragen. Aan de Catharina Stichting is gevraagd om namens de andere organisaties van de wijkverpleging die actief zijn in Westvoorne te komen met een plan. Dit plan is opgesteld en de kosten hiervan komen jaarlijks op € 11.679,-.
Voorgesteld wordt om in Westvoorne als gemeente uiteraard de samenwerking wel te behouden met de wijkverpleging, maar het spreekuur van de verpleegkundige niet te financieren, de financiering van de wijkverpleging ligt namelijk niet bij de gemeente (Wmo), maar bij de Zorgverzekeringswet (Zvw). De wijkverpleegkundige is in de eerste plaats een zorgverlener, het gaat om verplegende of verzorgende taken handelingen zoals wondverzorging, katheterisaties, injecties en verzorgende handelingen zoals wassen en aankleden. Uiteraard kijkt de wijkverpleegkundige breder dan de zorgvraag van de cliënt, bijvoorbeeld naar zelfredzaamheid en de sociale omgeving. De wijkverpleegkundige heeft de mogelijkheden om verbindingen met andere domeinen te leggen.
Wat van belang is, is de samenwerking en te zorgen dat het medische domein en het sociaal domein (gemeente) elkaar weten te vinden. Waar we als gemeente op in zetten is een laagdrempelige plaats waar onze inwoners, mantelzorgers, professionals hun signalen, vragen, zorg etc. kwijt kunnen. Directe en indirecte signalen dat iemand een behoefte aan zorg en/of ondersteuning heeft, moeten snel en doeltreffend worden opgepakt. Signalen komen van verschillende ‘vindplaatsen’, zoals van inwoners zelf, van mensen in hun directe omgeving, van zorgprofessionals die al bij een inwoner betrokken zijn en van bijvoorbeeld scholen, maatschappelijke instellingen, politie en woningcorporaties/woonbedrijf. De gemeente zelf heeft de verbindende rol. Op dit moment wordt bekeken hoe de dienstverlening voor de Wmo en de jeugdzorg vanaf 2020 verder in te richten. In dat verband bekijken we de mogelijkheid dat bijvoorbeeld een Wmo-consulent fysiek plaats neemt op (een) laagdrempelige plek(ken) binnen onze gemeente waar signalen afgegeven kunnen worden op het gebied van welzijn, zorg, wonen, financiën etc. Juist ook om, zoals in de motie vermeld staat, mensen die niet beschikken over de kennis van de digitale mogelijkheden te ondersteunen.
Op Voorne zijn signalen over capaciteitsproblemen in de ouderenzorg. De verwachting is dat deze problematiek verder zal toenemen door de verwachte toename in het aantal kwetsbare ouderen en de toenemende complexiteit van de problematiek van deze groep. Afgelopen tijd is er gesproken over de huidige problematiek en potentiële oplossingsrichtingen. De oplossing ligt in een integrale aanpak, waarbij de ketenpartners (zorg- en welzijnsaanbieders, huisartsen en gemeenten) betrokken zijn. De handen worden ineen geslagen om gezamenlijk zorg en welzijn voor kwetsbare ouderen toekomstbestendig te maken. Tevens wordt het onderzoek naar de mogelijkheid voor een realisatie van een zorghotel / zorgpension met behulp van marktpartijen meegenomen. In het collegeprogramma wordt vermeld dat er afgewogen wordt of het actualiseren van het seniorenbeleid nodig en gewenst is. Met het oprichten van het zorgplatform worden belangrijke thema’s behandeld die van belang zijn met name voor senioren.
Totaal worden er zes projecten behandeld. De focus binnen deze projecten ligt op de volgende thema’s:
Beweegprogramma’s in Westvoorne
Vanuit het gezondheidsperspectief is de bestrijding van bewegingsarmoede een belangrijke maatschappelijke opgave. Onderzoek heeft aangetoond dat regelmatig bewegen niet alleen bijdraagt aan de preventie van overgewicht en diabetes, maar ook aan de preventie van depressie, dementie en hart- en vaatziekten. Sport kan als middel worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke doelstellingen zoals het verbeteren van de volksgezondheid maar ook om de participatie, emancipatie en integratie van achterblijvende of kwetsbare groepen in de samenleving te vergroten. Ook kan sport worden ingezet op het gebied van jeugdbeleid, onderwijs, ouderenbeleid en normen en waarden. Hieruit blijkt eens te meer dat sport en bewegen veel meer een interdisciplinaire activiteit geworden is. Met als gevolg dat sporten aan meerdere doelstellingen een bijdrage kan leveren.
Momenteel wordt gekeken naar beweegprogramma’s en dan specifiek naar JOGG (zie paragraaf 5.2). Dit staat voor Jongeren Op Gezond Gewicht. Dit is een bewezen effectieve aanpak waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Het is een lokale, duurzame, intersectorale en wijkgerichte aanpak waarbij niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals zich bezighouden met het bevorderen van een gezonde leefstijl bij kinderen, maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente zelf. JOGG vormt als een paraplu de verbinding tussen bestaande en nieuwe interventies. Deze verbinding leidt tot betere sport-, beweeg- en speelfaciliteiten en tot meer aandacht voor voeding en beweging. JOGG is geen nieuw initiatief. De aanpak haakt in op de bestaande structuur waarin lopende interventies en activiteiten zijn in te passen. Dit wordt verder uitgewerkt in het Sportbeleid, dat naar verwachting in het 1e kwartaal van 2020 gereed is.
Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten Westvoorne
De afgelopen jaren zijn de welzijnsactiviteiten van de Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten in De Leemgaarde en Stuifakkers ondergebracht bij vrijwilligersorganisaties Stichting Werkgroep Ouderen Rockanje (SWOR) en Leemgaarde Activiteiten Stichting Samen in Oostvoorne (LASSO). Het welzijnsdeel van het trefpunt wordt uitgevoerd door LASSO en SWOR. Tevens wordt er vanuit de trefpunten informatie gegeven over bijvoorbeeld vervoer, informatie over gezondheid door een huisarts, maar de nadruk ligt op ontmoeten (het aangaan van sociale contacten, onderdeel binnen de Wmo). SWOR en LASSO draaien met financiële ondersteuning van de gemeente Westvoorne geheel op vrijwilligers. In 2019 wordt de mogelijkheden tot samenwerking met SWOR en LASSO en de welzijnstak van de Catharina Stichting onderzocht, om het aanbod van alle partijen, voor inwoners van Westvoorne, te versterken en toekomstbestendig te houden. In samenspraak met de gemeente zal Welzijn Ouderen deze organisaties ondersteunen. Welzijn Ouderen onderhoudt nauw contact met de vrijwilligers van SWOR en LASSO zodat zij elkaars behoeften en wensen kennen. Welzijn Ouderen ondersteunt op aanvraag en fungeert als linking pin tussen SWOR/LASSO en de andere betrokken organisaties. Belangrijk onderdeel hiervan is de afstemming met de Catharina Stichting. Dit omdat veel van de activiteiten van SWOR en LASSO plaatsvinden in ruimten binnen de Catharina Stichting. De kosten hiervoor zijn in 2019 € 2.253,- (start september 2019) en vanaf 2020 € 7.491,-.
Welzijn op recept is het vergroten van het welbevinden en het doen afnemen van psychosociale problemen bij volwassenen d.m.v. deelname aan welzijnsactiviteiten. Omdat de activiteiten worden ingebed in het dagelijks leven, kunnen zij een duurzaam effect hebben op de kwaliteit van leven. Een gewenst neveneffect zou kunnen zijn, dat de deelnemer met psychosociale klachten minder (onnodig) gebruik maakt van maatschappelijk ondersteuning/ gezondheidszorg. Met Welzijn op Recept kan de huisarts/praktijkondersteuner huisarts (POH) patiënten die regelmatig de praktijk bezoeken aan goed werkend alternatief bieden. Dit geldt ook voor andere zorgverleners als wijkverpleegkundigen en de casemanagers dementie. De gemeente krijgt door Welzijn op Recept een verbinding met de eerstelijnszorg. Daarnaast brengt Welzijn op Recept contact tot stand met een groep mensen die zelf niet de weg naar het welzijnsaanbod en/of de gemeente kan vinden.
De primaire doelgroep bestaat uit volwassenen met psychosociale problemen die een beroep doen op de gezondheidszorg. Om Welzijn op Recept te doen slagen, is samenwerking met de zorgverleners een belangrijke voorwaarde. Bij Welzijn op Recept neemt een welzijnscoach contact op met de ’patiënt’. Samen verkennen ze de wensen, talenten en mogelijkheden. De welzijnscoach houdt daarbij ook rekening met praktische belemmeringen. Het doel is om iemand daadwerkelijk in beweging te krijgen. Om de mensen te inspireren, worden ideeën aangedragen vanuit verschillende thema’s: natuur, bewegen, cultuur, lichaam & geest, voeding, ontdekken & leren en ontmoeting door spel. Binnen deze thema’s worden activiteiten georganiseerd waar de mensen aan kunnen deelnemen of aan bijdragen door vrijwilliger te zijn. Er worden interventies en activiteiten gekozen, binnen deze thema’s, die aansluiten op de behoeften van de mensen. Zo nodig worden zij letterlijk ‘over de drempel’ getrokken door een maatje, een deelnemer van een activiteit of sociaal professional. De welzijnscoach monitort hoe het gaat en dit wordt teruggekoppeld aan de verwijzende eerstelijnszorgverlener.
In totaal zijn de in de vorige paragraaf behandelde voorstellen de volgende kosten verbonden.
|
| ||
Reeds gestart. Financiële en organisatorische inbedding is nog onderwerp van overleg met betrokken partijen | |||
Uit bovenstaand blijkt dat de beschikbare middelen niet toereikend zijn voor dekking van alle voorstellen. Voorstel is de volgende initiatieven te honoreren:
Het betreft de volgende kosten in 2019 en in 2020 e.v.:
Met deze initiatieven komen de incidentele kosten voor 2019 op € 26.918,-.
De structurele vanaf 2020 komen op € 64.255,-.
Voorgesteld wordt de kosten van € 26.918,- in 2019 te bekostigen uit 462010101/4340860 (doorontwikkelingen / uitvoeringen transformatie Sociaal Domein). Hierop is structureel € 50.000,- beschikbaar.
Voorgesteld wordt vanaf 2020 worden de kosten tot € 50.000,- te bekostigen uit 462010101/4340860 (doorontwikkelingen / uitvoeringen transformatie Sociaal Domein).
Voorgesteld wordt het budget van Inloop GGZ (467000205/4340490) beschikbaar te stellen voor het maatjesproject van € 14.255,-. Hierop is structureel een bedrag van € 39.100,- beschikbaar. Het maatjesproject heeft inhoudelijk ook aansluiting met de activiteiten rondom Inloop GGZ. Voorheen werd uit de post Inloop GGZ het product Buurt M/V bekostigd, maar zoals bekend heeft Antes besloten dit product vanaf 2019 niet meer aan te bieden.
De ontwikkelingen in het sociaal domein stellen ons voor verschillende uitdagingen. Deze uitdagingen zijn van en voor de hele samenleving en moeten we dus ook samen aan gaan: inwoners, onze partners en de gemeente zelf. We hebben elkaar nodig om de best passende oplossingen te vinden, die recht doen aan wat we in de samenleving willen bereiken en toch ook betaalbaar zijn. Het vraagt om vertrouwen en samenwerking tussen alle partijen zoals huisartsen, het onderwijs, werkgevers, welzijnspartijen, politie, verenigingen en zorgverzekeraars. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: er voor zorgen dat onze inwoners mee kunnen doen en zo gezond, gelukkig en zelfstandig mogelijk zijn. We vinden het dan ook belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven, inwoners zeggenschap en eigenaarschap te geven en de dialoog met de hele samenleving te blijven voeren. De gemeente neemt een faciliterende rol in het verbinden van partijen en het organiseren van ontmoeting. We streven naar een samenleving die van en voor iedereen is, waar we naar elkaar omkijken en iedereen meetelt en mee kan doen.
Komende jaren verbeteren wij onze informatievoorziening (toegankelijk en begrijpelijk voor iedereen) zodat inwoners en onze partners weten waar ze met een vraag terecht kunnen. Preventie en inwoners zo vroeg mogelijk ondersteunen vinden we belangrijk en daarom blijven we investeren in vroegsignalering en voorlichting. Om dichtbij de inwoner te zijn, versterken we onze algemene voorzieningen en bieden we ondersteuning zo lokaal mogelijk. We ondersteunen onze inwoners die zich voor anderen inzetten zoals mantelzorgers en vrijwilligers. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben zijn het meest gebaat bij oplossingen die echt afgestemd zijn op hun situatie. Daarom is het belangrijk dat onze professionals de ruimte krijgen om te kunnen doen wat nodig is en over de grenzen van één wet oplossingen zoeken. Onze inkoop en financiering moeten we daar dus ook op aansluiten. Uiteindelijk willen we onze inwoners zo zelfredzaam mogelijk maken in een samenleving waarin we er voor elkaar zijn als dat nodig is. Samen Krachtig!
Bijlage 1. Afkortingen en begrippenlijst