Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Landerd, partiële wijziging 2021 |
Citeertitel | Gewijzigde Verordening geurhinder en veehouderij 2014 gemeente Landerd |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Geurgebiedsvisie 2014 gemeente Landerd Normenkaart Verordening geurhinder en veehouderij |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-02-2021 | Nieuwe regeling | 28-01-2021 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Odour units (ouE/m3. P98): geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.
Artikel 2: Aanwijzing gebieden
Het gebied als bedoeld in lid 1 wordt aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte Geurgebiedsvisie 2014 gemeente Landerd en bijbehorende gewaarmerkte kaart (Normenkaart behorende bij de Verordening geurhinder en veehouderij 2014 gemeente Landerd). Voor de gebiedsindeling zoals onderscheiden in de artikelen 3 en 4 van deze verordening wordt verwezen naar de Normenkaart behorende bij de Verordening geurhinder en veehouderij 2014 gemeente Landerd.
Artikel 3: Andere waarden voor de geurbelasting
In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening:
Artikel 4: Andere waarden voor de afstanden
In overeenstemming met artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld – met uitzondering van melk-, kalf-, zoogkoeien, fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar (categorieën A1, A2 en A7 uit de Regeling geurhinder en veehouderij) en nertsen – en een geurgevoelig object:
In afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld – met uitzondering van melk-, kalf-, zoogkoeien, fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar (categorieën A1, A2 en A7 uit de Regeling geurhinder en veehouderij) en nertsen – en een geurgevoelig object:
In afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de minimale afstand tussen een melkrundveehouderij met melk-, kalf-, zoogkoeien, fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar (categorieën A1, A2 en A7 uit de Regeling geurhinder en veehouderij) en een geurgevoelig object de in tabel 1 genoemde waarde.
Tabel 1: andere vaste afstanden
* Bij het bepalen van dit percentage worden de afkalfstal, de ziekenstal en aparte huisvesting voor hoogdrachtige koeien (zie Artikel 1: Begripsbepaling) buiten beschouwing gelaten.
In afwijking van artikel 4, lid 2 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar nertsen worden gehouden, waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object de in tabel 2 genoemde waarden. In de berekening worden jongen en reuen buiten beschouwing gelaten. Indien meer dan 12.000 fokteven worden gehouden wordt de afstand voor elke extra 3.000 fokteven met 25 meter vergroot.
Deze verordening kan worden aangehaald als de “Gewijzigde Verordening geurhinder en veehouderij 2014 gemeente Landerd”.