Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landgraaf

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandgraaf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-02-2021nieuwe regeling

26-01-2021

gmb-2021-30883

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021

Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;

 

overwegende dat de gemeente Landgraaf op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verantwoordelijk is voor schuldhulpverleners aan haar inwoners;

 

gelet op het plan zoals bedoeld in artikel 2 van de wet;

 

overwegende dat burgemeester en wethouders verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van dit plan;

 

gelet op de artikelen 3, 4, 4a, 6, en 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

besluiten

 

de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021 vast te stellen.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van Landgraaf;

    • c.

      inwoner: de inwoner zoals bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • d.

      cliënt: cliënt zoals bedoeld in artikel 1 van de wet;

    • e.

      plan van aanpak: een in een beschikking opgenomen trajectomschrijving van producten en diensten;

    • f.

      schuldhulpverleningstraject: het totaal van dienstverlening vanaf aanvraag schuldhulpverlening tot en met de afronding van de minnelijke schuldregeling, hierbij inbegrepen het opstellen van een aanvraag voor de Wet schuldsanering natuurlijke personen en nazorg;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht dan wel de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening

De doelgroep van schuldhulpverlening zijn alle inwoners van de gemeente Landgraaf van 18 jaar en ouder.

 

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Binnen 4 weken na ontvangst door het college van een signaal zoals bedoeld in artikel 3 van de wet biedt het college een eerste gesprek aan de inwoner aan;

  • 2.

    Nadat de inwoner het aanbod voor een eerste gesprek heeft geaccepteerd óf zich zelf tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening vindt het eerste gesprek plaats binnen 4 weken na acceptatie aanbod of hulpvraag. Indien sprake is van bedreigende situatie is het eerste gesprek binnen 3 werkdagen;

  • 3.

    Het college verleent schuldhulp aan een inwoner indien deze behoort tot de doelgroep schuldhulpverlening en het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht.

  • 4.

    De schuldhulpverlening wordt afgestemd op de situatie, de oorzaken en mogelijkheden van de inwoner waarbij de motivatie van de inwoner en de omvang van het schuldenpakket mede bepalend zijn, een en ander zoals bepaald tijdens een intakegesprek.

  • 5.

    Indien schuldhulpverlening noodzakelijk wordt geacht kan het college schuldhulp verlenen in de vorm van:

    • a.

      hulpverlenende en voorlichtende werkzaamheden ten aanzien van de financieel technische hulpverlening;

    • b.

      hulpverlenende werkzaamheden in het kader van het stabiliseren van de problematische schuldensituatie;

    • c.

      hulpverlenende werkzaamheden gericht op de motivatie van de cliënt;

    • d.

      nazorg

  • 6.

    Zowel de weigering tot schuldhulpverlening als een op de concrete situatie toegesneden plan van aanpak wordt binnen 8 weken na het eerste gesprek bij beschikking vastgesteld.

  • 7.

    Gezinnen met minderjarige kinderen worden met voorrang behandeld.

 

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1.

    In de beschikking tot schuldhulpverlening neemt het college in elk geval de volgende verplichtingen voor de cliënt op:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      een verbod op het maken van nieuwe schulden;

    • c.

      het voldoen van lopende betalingsverplichtingen inzake vaste lasten;

    • d.

      het naleven van de bepalingen van het plan van aanpak.

  • 2.

    In een beschikking kan het college, naast de in het eerste lid genoemde verplichtingen, aanvullende verplichtingen voor de schuldenaar opnemen.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan weigeren schuldhulp te verlenen indien:

    • a.

      het schuldhulpverlening niet noodzakelijk acht;

    • b.

      verzoeker niet tot de doelgroep als omschreven in artikel 2 behoort;

    • c.

      onvoldoende aannemelijk is dat de schulden te goeder trouw zijn ontstaan dan wel onbetaald gelaten zijn;

    • d.

      er sprake is van een niet regelbare schuld;

    • e.

      verzoeker geen rechtmatig verblijf in Nederland houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en 1, van de Vreemdelingenwet 2000;

    • f.

      er tussen de dag waarop het verzoek is ingediend en de datum van de beschikking waarbij een eerste traject schuldhulpverlening is beëindigd of geweigerd op grond van het bepaalde onder 'i' van dit artikellid, minder dan 3 maanden is verstreken;

    • g.

      er tussen de dag waarop het verzoek is ingediend en de datum van de beschikking waarbij een tweede of hierop volgend traject schuldhulpverlening is beëindigd of geweigerd op grond van het bepaalde onder 'i' van dit artikellid, dan wel de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen is geëindigd minder dan l 2 maanden is verstreken;

    • h.

      verzoeker in staat van faillissement verkeert of de wettelijke schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard op verzoeker;

    • i.

      verzoeker de in de artikelen 6 en 7, van de wet, opgenomen verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt.

  • 2.

    Het college weigert schuldhulpverlening op grond van het bepaalde in het eerste lid, onder ‘i’ niet dan nadat het verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn heeft geboden om alsnog binnen deze termijn de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verschaffen.

 

Artikel 6 Beëindigingsgronden

  • 1.

    Het college kan de schuldhulpverlening beëindigen indien:

    • a.

      de cliënt niet langer behoort tot de in artikel 2 omschreven doelgroep;

    • b.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • c.

      op grond van, achteraf bezien, onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan de cliënt is toegekend;

    • d.

      de cliënt zich ten opzichte van medewerkers, belast met werkzaamheden die voorkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

    • e.

      schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk wordt geacht;

    • f.

      de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) passend is;

    • g.

      cliënt de in de artikelen 6 en 7, van de wet, opgenomen verplichtingen, dan wel de op grond van artikel 5 door het college opgelegde verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt.

  • 2.

    Het college beëindigt schuldhulpverlening op grond van het bepaalde in het eerste lid, onder 'g', niet dan nadat het college de cliënt eenmaal een redelijke hersteltermijn heeft geboden om alsnog binnen deze termijn de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verschaffen.

 

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

 

Artikel 8 inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden algemeen bekendgemaakt en treden in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Landgraaf 2021.

 

 

Landgraaf, 26 januari 2021

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

ir. J.M.C. Rijvers mr. R.J.H. Vlecken

Toelichting

 

Algemeen

Met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: de wet) op l juli 2012 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de schuldhulpverlening aan hun inwoners. Op grond van artikel 2, van de wet, dient de gemeenteraad een plan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. Met integrale schuldhulpverlening wordt bedoeld dat bij de schuldhulpverlening niet alleen aandacht is voor het oplossen van de financiële problemen, maar ook voor de oorzaken van de schulden of belemmeringen die het oplossen van schulden in de weg staan. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de wet, is het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de gemeenteraad vastgestelde plan.

 

Met ingang van 1 januari 2021 is deze wet gewijzigd, waarbij vroegsignalering verankerd is in de wet én de verantwoordelijkheid voor het verzamelen van gegevens die nodig zijn in het kader van schuldhulpverlening verschuift van de inwoner naar de gemeente. Ook is sprake van wijziging van begrippen die in de wet gehanteerd geworden. Daarom is het noodzakelijk dat beleidsregels aangepast worden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening

De wet bepaalt dat inwoners toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening hebben.

De wet definieert 'schuldhulpverlening' als volgt: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeerd dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.

 

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

Door in de beleidsregels te bepalen dat het college schuldhulp verleent indien het dit noodzakelijk acht, wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulp achterwege blijven.

 

Lid 1

In het kader van vroegsignalering ontvangt het college signalen over betalingsachterstanden. Na ontvangst van een dergelijk signaal biedt het college binnen 4 weken aan de inwoner aan om over die betalingsachterstand in gesprek te gaan. De manier waarop dit aanbod gedaan wordt wordt afgestemd op de ernst van het signaal.

Lid 2

Het is vervolgens aan de inwoner of hij ingaat op het aanbod voor schuldhulpverlening. Daarnaast is het mogelijk dat de inwoner zelf vraagt om schuldhulpverlening. In beide gevallen voert het college binnen 4 weken nadat duidelijk is geworden dat sprake is van een hulpvraag een gesprek met de inwoner.

Lid 3

Het is mogelijk dat een inwoner in aanmerking wenst te komen voor schuldhulpverlening terwijl hij niet behoort tot de doelgroep. Ook is het mogelijk dat de gevraagde schuldhulpverlening niet noodzakelijk is. Daarom is in lid 3 bepaald dat het college schuldhulpverlening verleent als iemand tot de doelgroep behoort én schuldhulpverlening naar het oordeel van het college nodig heeft.

Lid 4

In de schuldhulpverleningspraktijk is sprake van maatwerk. Niet iedere inwoner is gebaat bij eenzelfde aanpak of hetzelfde aanbod. De inzet van middelen en instrumenten is per persoon verschillend. Daarnaast blijft eenieder zelf verantwoordelijk voor zijn eigen situatie en de oplossing daarvan. De hulp dient te worden afgestemd op de situatie, de oorzaken en de mogelijkheden van de inwoner. De vraag of een inwoner kan en wil meewerken en aard en omvang van het schuldenpakket zijn daarbij bepalend. Als een inwoner niet meewerkt of de financiële situatie niet saneerbaar is, heeft schuldhulpverlening geen zin.

Lid 5

Het uitgangspunt dat sprake dient te zijn van maatwerk komt ook terug in dit artikellid. Uit de wetsgeschiedenis blijkt bovendien dat sprake dient te zijn van schuldhulpverlening met een integraal karakter. Het gaat om meer dan het oplossen van de financiële problemen van een cliënt. Het kan ook gaan om het aanpakken van de omstandigheden die er mogelijk aan hebben bijgedragen dat een cliënt problematische schulden heeft, of die maken dat het niet mogelijk is de problematische schulden op te lossen. Het kan gaan om omstandigheden die verband houden met bijvoorbeeld psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, verslaving en de gezinssituatie. Nazorg is een belangrijk onderdeel bij het bestendigen van het resultaat en voorkomen van terugval.

 

Lid 6

Een recht op schuldhulpverlening ontstaat niet van rechtswege. Een eventueel recht op schuldhulpverlening ontstaat pas nadat het college de beslissing heeft genomen tot aanbod van schuldhulpverlening. Een beslissing tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen een dergelijke beslissing is dan ook bezwaar en beroep mogelijk.

Onderdeel van de beschikking vormt het plan van aanpak waarin in ieder geval globaal is opgenomen uit welke onderdelen de schuldhulpverlening gaat bestaan.

Lid 7

Uitgangspunt is dat verzoeken voor schuldhulpverlening in behandeling worden genomen en dat betrokkene een passend aanbod wordt gedaan. Mocht er op enig moment een wachtlijst ontstaan dan wordt aan gezinnen met minderjarige kinderen voorrang gegeven.

 

Artikel 4 Verplichtingen

Lid1

In artikel 7, eerste lid, van de wet, is een algemene medewerkingsverplichting opgenomen. In individuele gevallen wordt deze algemene verplichting vertaald in meerdere concrete verplichtingen. Het opleggen van deze verplichtingen is in overeenstemming met het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt.

 

Lid 2

Schuldhulpverlening is maatwerk en om te komen tot het beoogde eindresultaat is de inzet van middelen en instrumenten per persoon verschillend. Naast de algemene uit de wet en voorgaand lid voortvloeiende verplichtingen kan het college extra verplichtingen, bijvoorbeeld met betrekking tot flankerende hulp, opleggen om het eindresultaat van een zo bestendig mogelijke, schuldenvrije situatie te bereiken. Een limitatieve opsomming is ongewenst omdat het aantal (combinaties van) instrumenten groot is.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

Lid 1

In principe is schuldhulpverlening toegankelijk voor iedereen. Voor een goede uitvoering van de wet is het echter wel noodzakelijk om voor bepaalde groepen de toegang tot de schuldhulpverlening te ontzeggen. Hiermee wordt niet uitsluitend het oplossen van financiële problemen bedoelt. Het betreft hier de brede, integrale aanpak van omstandigheden die ertoe geleid hebben dat iemand in een problematische financiële situatie terecht is gekomen. In artikel 3, van de wet, zijn een aantal situaties opgenomen waarin het college schuldhulpverlening in elk geval kan weigeren voor zover dat bepaald is het plan. In artikel 5 zijn een aantal aanvullende weigeringsgronden opgenomen. Een aantal weigeringsgronden wordt hieronder toegelicht. In de in artikel 5 beschreven situaties 'kan' het college schuldhulpverlening weigeren. Het college is hiertoe niet gehouden. Met name in het geval geen sprake is van verwijtbaarheid kan het college besluiten toch schuldhulp te verlenen.

 

ad c)

Om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsanering moet een verzoeker aannemelijk maken dat het ontstaan of onbetaald laten van de schulden te goeder trouw is gebeurd. Als het bijvoorbeeld gaat om schulden uit fraude, misdrijf of verwijtbare overbesteding komt men niet in aanmerking.

 

ad d)

Een 'regelbare schuldsituatie' wordt gekenmerkt door het ontbreken van schulden die niet voor een schuldregeling in aanmerking komen, zoals bepaalde boetes, fraudevorderingen, restschulden van nog te verkopen woningen of schulden waarover juridische procedures lopen.

 

ad f)

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt in eerste instantie een grens van 3 maanden gesteld aan het kunnen doen van nieuwe aanvraag na een eerdere beëindiging van een schuldhulpverleningstraject.

 

ad g)

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt een grens van 12 maanden gesteld aan het kunnen doen van nieuwe aanvragen nadat er twee of meer eerdere schuldhulpverleningstrajecten zijn beëindigd en in geval van beëindiging Wet schuldsanering natuurlijke personen.

 

ad h)

In het geval de verzoeker in staat van faillissement verkeert of de wettelijke schuldsanering als bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen op hem van toepassing is verklaard, geldt een bepaald wettelijk regime.

 

ad i)

In de wet is een inlichtingenverplichting en een medewerkingsverplichting opgenomen. Indien cliënt hieraan niet of in onvoldoende mate voldoet (en evenmin nadat hem een hersteltermijn geboden is ingevolge het tweede lid van artikel 6) kan schuldhulpverlening geweigerd worden. Een zogenaamde 'regelbare schuldenaar' houdt zich (met hulp) aan afspraken en is gemotiveerd. Ook is hij bereid zich in te zetten om, voor zover mogelijk, meer inkomen te verwerven, ten gunste van crediteuren keuzes te maken in het bestedingspatroon en is hij bereid zijn aflossingscapaciteit te gebruiken voor de aflossing van de schulden.

 

Aritkel 6 Beëindigingsgronden

Lid 1

In dit artikellid zijn de situaties opgenomen waarin het college de schuldhulpverlening kan beëindigen. Ook hier is sprake van een 'kan' bepaling.

 

ad g)

Indien de schuldenaar niet of in onvoldoende mate voldoet aan de in de artikelen 6 en 7, van de wet, dan wel aan door het college bij beschikking op grond van artikel 4, tweede lid, opgelegde verplichtingen (en evenmin nadat hem een hersteltermijn geboden is ingevolge het tweede lid van artikel 6) kan het college de schuldhulpverlening beëindigen. Indien niet langer sprake is van een 'regelbare schuldenaar' (zie de toelichting bij artikel 5, eerste lid, onder d) kan het college de schuldhulpverlening beëindigen.

 

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 8: Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 9 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.