Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent het Bomenbeleidsplan 2020-2029 |
Citeertitel | Bomenbeleidsplan 2020-2029 Gemeente Berkelland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2021 | nieuwe regeling | 24-11-2020 | 86196 |
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2020;
gelet op artikel 108, eerste lid, gelezen in combinatie met artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2, eerste lid, aanheft en onder g, en artikel 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming alsmede de artikelen 4 en 6 van het Europees Landschapsverdrag van de Raad van Europa;
overwegende dat de raad regels kan stellen ter bescherming van houtopstanden;
overwegende dat met het oog op de bescherming van biodiversiteit en landschappen, naast regels voor binnen de bebouwde kom, ook regels gesteld kunnen worden ten aanzien van houtopstanden in landelijk gebied;
Bomen zijn belangrijk in Berkelland. Ze bepalen voor een groot deel de landschappelijke kwaliteit waar Berkelland zo trots op is, en geven sfeer aan de dorpen. Ook met het oog op de klimaatadaptatie, is het belang van de bomen duidelijk aanwezig.
In dit beleidsplan wordt aangegeven hoe het bomenbeleid er voor de komende 10 jaar in hoofdlijnen uit ziet. Wat willen we bereiken:
Landschap en belangrijke structuren:
De eikenprocessierups geeft steeds meer overlast. De rups kan door zijn brandharen gezondheidsproblemen veroorzaken. De gemeente zorgt voor bestrijding van de rups om de overlast te beperken. We willen daarnaast meer inzetten op natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, door o.a. meer bloemrijke bermen en struweel, en door een divers assortiment van bomen en struiken.
We zijn in Berkelland trots op ons afwisselende landschap met de vele bomen en andere beplantingen. Bomen zijn belangrijk, voor de uitstraling, maar zeker ook voor de leefbaarheid. Dit bomenbeleidsplan geeft in hoofdlijnen aan hoe we omgaan met bomen en landschappelijke elementen in de komende 10 jaar.
In het collegeprogramma 2018-2022 zijn ambities omschreven, waar we voor het onderdeel bomen in dit beleidsplan uitwerking willen geven.
Gemeente Berkelland wil meer het accent leggen op ecologie en klimaatadaptatie. Ook zijn veiligheid en leefbaarheid van groot belang. Gemeente Berkelland wil zorgen voor meer betrokkenheid en slagkracht bij inwoners voor de openbare ruimte. Een open houding naar de samenleving, zodat inwoners nu en in de toekomst met plezier in onze gemeente kunnen wonen, leven en werken.
Het bomenbeleidsplan wordt onder meer gebruikt voor inrichtingsplannen, onderhoudsprogramma’s, toetsen van verzoeken (zoals kapverzoeken, verzoeken in verband met ervaren overlast), en het geeft richtlijnen voor communicatie.
Voor het bomenbeleidsplan gelden verschillende kaders. We bouwen voort op het vorige bomenbeleidsplan (2006), en groenbeleidsplan (2008). Er is een Landschapsontwikkelingsplan met Markewerkboeken (2008) en de Nota handhaving 2016. De bestemmingsplannen bevatten ook beleid voor houtopstanden, voor het buitengebied is een nieuwe bestemmingsplan in ontwikkeling. Ook zijn de documenten ‘Verder met wijk- en kerngericht werken’ (2019) en ‘Ambitiegericht beheer’ (2019) gebruikt als kaders voor dit beleid. Het landelijk en provinciaal beleid en wetgeving, zoals de Wet natuurbescherming, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de toekomstige Omgevingswet.
Naast het bomenbeleidsplan, actualiseren w ook het groenbeleidsplan en groenstructuurplan voor de bebouwde kommen.
Dit bomenbeleidsplan start met een weergave van de beleidsuitgangspunten in hoofdstuk 3. Dit doen we op basis van de volgende thema’s:
Vervolgens beschrijven we hoe we bomen en beplantingen beschermen, dit is hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 geven we richtlijnen voor ontwerp en inrichting, beheer en onderhoud, en communicatie. Hoofdstuk 6 gaat over financiën.
Tot slot schetsen we in hoofdstuk 7 de planning en uitvoering.
Berkelland is een grote gemeente, met een grondgebied van ongeveer 26.000 hectare. Er zijn 11 kernen, variërend van 270 tot 9300 inwoners. In totaal zijn er ongeveer 44.000 inwoners.
Gemeente Berkelland is eigenaar van 16.000 bomen in de bebouwde kom en 75.000 bomen buiten de bebouwde kom.
In het Bomenbeleidsplan van 2006 is een duidelijke koers gegeven voor de bescherming van waardevolle bomen en houtopstanden, om zo een basis te leggen voor een Bomenverordening. Het zwaartepunt in het plan uit 2006 ligt bij de grondige analyse van landschap en stedenbouwkundige structuur en het behouden en versterken van karakteristieken.
Dit Bomenbeleidsplan 2020-2029 wordt breder ingestoken. Naast bescherming van beplanting zijn ook andere aspecten belangrijk in het bomenbeleid. Bijvoorbeeld leefbaarheid, de rol van inwoners, financiën, klimaat en ecologie. Dit past in deze tijd, met de ontwikkelingen die er nu zijn, en de ambities die het gemeentebestuur heeft.
We kiezen daarom voor een bredere en integrale insteek voor het bomenbeleid van Berkelland, waarbij alle aspecten die van belang zijn meewegen.
Dit hoofdstuk geeft de beleidsuitgangspunten aan, op basis van 3 thema’s.
3.1 Thema 1: Landschap en belangrijke structuren
In het collegeprogramma staat het volgende over het landschap:
‘Ons coulissenlandschap met vele cultuurhistorische waarden is het visitekaartje voor inwoners en toeristen, en biedt een uitstekende leefomgeving voor veel soorten planten en dieren. Het is daarom van belang om ons coulissenlandschap, samen met alle partijen in ons gebied, te behouden en te versterken.’
Bomen bepalen in belangrijke mate het beeld in Berkelland. Karakteristieke elementen zijn bijvoorbeeld wegbeplantingen, lanen en solitaire bomen, houtsingels, houtwallen, struwelen, knotbomen, hakhoutbosjes en bossen.
Het landschap van Berkelland bestaat grofweg uit 5 landschapstypen. De basis van het landschap bestaat uit hoge zandgronden, en is ontstaan tijdens de laatste ijstijd. Door het schuiven van landijs werd het land opgestuwd. Hiervan is als hoogste punt binnen de gemeente de Needse Berg ontstaan. In de laagten ontstonden de beekdalen. Er is hierdoor in de gemeente een afwisseling van hoogten, en een veelheid aan beken en sloten.
Elk landschapstype heeft zijn eigen typische beplanting en landschapselementen.
Essenlandschap: besloten en kleinschalig. Er zijn erf- brink- en wegbeplantingen en de essen zijn omringd door houtwallen. De essen zelf zijn open, en vaak gebruikt voor landbouw. In gave vorm lopen over de essen slechts enkele onbeplante onverharde wegen.
Oude Hoevenlandschap: ook dit is een kleinschalig landschap. Dit betreft een groot deel van Berkelland. De boerderijen, ook hoeven genoemd, zijn sterk verspreid. Hieromheen lagen kleine bol liggende eenmansakkers aangelegd. In de beekdalen lagen de lager gelegen weiden, kronkelige wegen, kleine loofbosjes, poelen en houtwalletjes. Dit landschapstype kent veel perceel scheidende beplanting, bosjes en beplanting langs wegen en waterlopen. De verkaveling is onregelmatig, het wegenpatroon dicht en grillig.
Jong ontginningslandschap: dit landschap is over het algemeen sober, grootschalig en rationeel verkaveld. Het zijn vooral de armere zandgronden. In dit landschap zijn ook bossen, en hakhoutwallen aangelegd waardoor het wat minder grootschalig werd.
Dit zijn vaak natte gronden, die van oudsher als weiland en hooiland werden gebruikt. Het zijn vaak langwerpige percelen, loodrecht op de stroomrichting van de waterloop. Vroeger waren hier veel houtwallen en singels, tegenwoordig is dit type landschap meer open.
Vooral bij Ruurlo zijn er veel bossen gebleven. In andere gebieden zijn bossen vaak ontgonnen tot landbouwgrond, bij kasteel Ruurlo is door grootgrondbezit veel bos gehandhaafd. Deze bossen hebben grote recreatieve en ecologische waarde.
Alle kernen van Berkelland hebben de kenmerken van een esdorp. Ze liggen op de overgang van hoog naar laag en vaak op ongeveer 5 km afstand van elkaar (‘1 uur gaans’). Alle hoofdwegen komen bij elkaar in de centra van de kernen. De marktpleinen waren vaak eerdere brinken. Van oorsprong waren er veel eiken. Later is dit aangevuld met o.a. linden, beuken, platanen en paardenkastanjes.
Geesteren en Gelselaar zijn daarbij nog het meest typerend, met boerderijen, markante bomen en erven met fruitbomen.
Landschap behouden en versterken
Bij ontwikkelingen in het landschap willen we rekening houden met de verschillende landschapstypen. De voor het betreffende landschapstype karakteristieke landschapselementen willen we zoveel mogelijk behouden en versterken. In het buitengebied zijn veel landschapselementen verdwenen. Het college heeft er voor gekozen om het landschap meer prioriteit te geven, en heeft in het college programma 2018-2022 het onderdeel ‘Mooi landschap’ opgenomen.
Er zijn diverse informatiebronnen over het landschap in Berkelland. Aan de hand daarvan kunnen we bij ontwikkelingen goed inspelen op het versterken van het landschap:
In 2008 is er een landschapsontwikkelingsplan gemaakt, waarbij de toen functionerende gebiedscommissie samen met vertegenwoordigers uit het gebied, per gebied een plan heeft gemaakt. Dit zijn Markewerkboeken genoemd. In totaal zijn er voor 12 gebieden plannen gemaakt. Deze geven een goed handvat bij het versterken van het landschap.
Veel oude functies van bomen zijn door de opkomst van de moderne landbouw verdwenen. Denk hierbij aan de markering van eigendomsgrenzen, of begrenzing van landbouwgrond om het vee binnen het perceel te houden. Juist dit type beplantingen zijn vaak bepalend geweest voor de karakteristiek van het landschap. Omdat ze voor de eigenaar wellicht geen functie meer hebben, zijn deze elementen kwetsbaar, en om ze te behouden willen we de landschapselementen extra beschermen.
Bomen zijn een belangrijk onderdeel van de structuur in de dorpen en kernen. Het zijn oriëntatiepunten, structuurdragers, sfeer bepalers, verkeersgeleiders en ze weerspiegelen vaak de historie van een dorp.
De wegen worden vaak begeleid met bomen en vormen zo groene lijnen door een dorp. Berkelland kent diverse oude wegen, met karakteristieke lanen.
In het Groenstructuurplan zijn onder andere de belangrijke bomenstructuren vastgelegd. Het groenstructuurplan wordt geactualiseerd. Daarbij worden ook de mogelijkheden aangegeven waar bomenstructuren versterkt kunnen worden.
Cultuurhistorische waarde heeft vaak te maken met de geschiedenis van de plek waar de boom of beplanting staat. Voorbeelden hiervan zijn bomen op een marktplein of knotlinden bij een boerderij. Als de boom verdwijnt of de omgeving verandert, kan de plek veel van zijn cultuurhistorische waarde verliezen. Cultuurhistorie wordt vaak als belangrijk ervaren en hieraan ontleent ons plangebied veel van haar identiteit. Waar mogelijk willen we de cultuurhistorische en landschappelijke identiteit binnen de bebouwde kommen versterken.
Op de site van de Bomenstichting is sinds 2015 het landelijk register Monumentale bomen in te zien. In heel Nederland zijn 15.000 elementen, die op deze lijst staan. Er zijn verschillende criteria, maar de bomen zijn alle minimaal 80 jaar oud en waardevol.
3.2 Thema 2: Natuur en klimaat
3.2.1 Wat betekenen bomen voor natuur en klimaat?
Het klimaat verandert door veel verschillende oorzaken, zoals:
Sinds de industriële revolutie is de invloed van de mens op het klimaat snel groter geworden. Dit komt vooral door de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en methaan.
Door de klimaatverandering krijgen we te maken met extremer weer. De temperaturen stijgen, het aantal extreme buien neemt toe, er is vaker storm en we krijgen steeds vaker te maken met perioden van droogte.
Bomen hebben een belangrijke functie in het veranderende klimaat. Ze nemen CO2 op en kunnen op die manier een bijdrage leveren aan de vermindering van de temperatuurstijging.
Adaptatie (aanpassing) aan klimaatverandering is het proces waardoor samenlevingen de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waardoor zij profiteren van de kansen die een veranderend klimaat biedt.
Bomen zorgen voor minder grote temperatuurschommelingen en meer schaduw. Daardoor wordt de omgeving voor de mens maar ook voor dieren leefbaarder.
Bomen en beplantingen dragen bij aan CO2-vastlegging in zowel levende boombiomassa als bodem. Daarnaast verbeteren bomen de waterhuishouding, door diepere doorworteling en verhogen het organische stofgehalte als gevolg van jaarlijkse toevoeging van strooisel. Met name in stedelijk gebied wordt de bijdrage aan hittestressreductie en fijnstof afvang hoog gewaardeerd. (bron: WUR)
De raad heeft in 2019 de motie ‘Meer bomen in Berkelland’ aangenomen. De bedoeling is om in de gemeente Berkelland 44.000 bomen en struiken te planten. Dit willen we vooral samen met de inwoners doen.
Het landelijke gemiddelde is 0,5 boom per inwoner. In 5 van onze kernen zit dit aantal onder het landelijke gemiddelde. We streven er naar om in die kernen waar mogelijk minimaal 0,5 boom per inwoner te bereiken.
Vanuit het watertakenplan wordt ook ingezet op de klimaatadaptatie. Gedurende de planperiode van het watertakenplan maken wij een eerste stap in het werken aan een klimaatbestendige inrichting van ons gebied. Dit doen wij door het uitvoeren van klimaatstresstests, het voeren van een risicodialoog en het formuleren en uitvoeren van maatregelen. De maatregelen worden integraal opgepakt met de diverse disciplines, waaronder groen.
Vanuit dit bomenbeleidsplan is gekeken wat we met bomen kunnen doen om overlast door hitte, droogte en wateroverlast te beperken.
Op kleine schaal kan met groen en bomen wel verbetering worden aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld door op basis van de klimaatstress kaarten te zorgen voor meer bomen in stenige buurten. Bebouwing van scholen of ouderenwoningen kunnen met bomen meer beschermd worden tegen hitte.
In verband met de toenemende droogte is het ook van belang om hier rekening mee te houden bij de aanplant van bomen. Soortgebruik, maar ook vasthouden van vocht in de grond, zijn hier voorbeelden van.
Voor dieren zijn bomen erg belangrijk. Vleermuizen, kleine zoogdieren, een veelheid aan vogels, vlinders en insecten vind je in en bij bomen. Deze leveren een grote bijdrage aan biodiversiteit. Vooral oudere bomen leveren een bijdrage aan de biodiversiteit.
Om in de toekomst ook oude bomen te hebben, moeten er nu ook jonge bomen geplant worden. Een boom doet er decennia over om groot te worden, dus variatie in leeftijd in het bomenbestand is belangrijk.
Ook de variatie in soorten is van belang, Zo zijn plagen te voorkomen in de toekomst (denk aan de eikenprocessierups). Ook de uitval van bepaalde soorten door ziektes zijn dan minder opvallend, denk aan de uitval de afgelopen jaren van essen en kastanjes.
Door bij voorkeur inheemse soorten te planten, kunnen we veel waarde en variatie bieden voor verschillende diersoorten. Bomen die veel ecologische waarde hebben zijn bijvoorbeeld wilg, zomereik, en vuilboom. We kiezen voor de juiste boom op de juiste plek en houden rekening met het veranderende klimaat zoals droogte.
Er is een richtlijn voor de mate van diversiteit in het bomenbestand, om zo voldoende weerstand te kunnen bieden aan ziekten en plagen. De richtlijn (Santamour) is voor Nederland ook beschreven (Diversiteit in de Nederlandse boombestanden). Het houdt onder andere in dat maximaal 10 % van het bomenbestand uit dezelfde boomsoort bestaat. Gemeente Berkelland heeft wat dat betreft naar verhouding heel veel zomereik in haar eigen bomenbestand: 59% van het bomenbestand buiten de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom is dit 25%. Dit is dan ook een soort die we naar verhouding bij nieuwe aanplant minimaal gebruiken, om zo op langere termijn een betere verdeling van soorten te bereiken.
Maken van ecologische verbindingen
We bevorderen waar mogelijk de ecologische waarde ook door verbindingen te leggen. Dit kan ook in de bebouwde kommen door verbindingen te maken met bomenstructuren tussen verschillende groengebieden.
Met ecologisch beheer houden we rekening met de ontwikkeling van flora en fauna. Dit geldt ook voor bomen.
In het collegeprogramma 2018-2022 en in het visiedocument ‘Verder met wijk- en kerngericht werken’ heeft de gemeente gekozen voor een insteek waarbij de samenleving voorop staat.
Dit betekent zeker ook iets voor het bomenbeleidsplan.
Wat betekenen bomen voor onze inwoners?
Het spreekt dan ook voor zich dat bewoners worden betrokken bij hun leefomgeving. Bewoners weten als geen ander wat er speelt in de buurt en wat zij verstaan onder een prettige omgeving.
Bewoners worden daarom betrokken bij plannen in hun buurt. We maken daarnaast gebruik van peilingen, netwerken en overzichten van klachten om inzichtelijk te krijgen wat wenselijk is.
Wat we nu al doen, is het beleid vertellen op straat. Bij diverse bewonersbijeenkomsten wordt het belang van groen en bomen voor leefbaarheid, klimaat en natuur benadrukt. Mensen kijken op die manier bewuster naar het groen in hun straat en krijgen begrip voor de keuzes die gemaakt worden.
Ambitiegericht beheer is een methode om samen met inwoners keuzes te maken voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte in Berkelland. Het visiedocument en de kwaliteitsbladen zijn in 2019 vastgesteld. De uitvoering is momenteel nog in de implementatiefase.
De gemeente geeft meer ruimte voor maatschappelijke wensen en behoeften in het beheer van de openbare ruimte en werkt vanuit het besef dat niet iedere woon-, of werkomgeving hetzelfde is en niet alle bewoners dezelfde wensen en behoeften hebben.
Voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte betekent dit dat er meer variatie in de openbare ruimte zal ontstaan en dat de gewenste kwaliteitsniveaus op aspecten van het onderhoud in gelijksoortige gebieden kunnen variëren. Met het instrumentarium van ambitiegericht beheer kunnen we het gesprek met bewoners over de inrichting en het beheer van de openbare ruimte beter voeren.
Bij het ambitiegericht beheer is een basisniveau vast gesteld voor diverse elementen in de openbare ruimte. Het is de bedoeling dat de hele openbare ruimte daar minimaal aan voldoet.
Daarnaast kan op basis van initiatieven en ambities van inwoners, gekozen worden voor een plus. Ook hier zijn diverse mogelijkheden voor gegeven. Er zijn kwaliteitsbladen, waar met beeld en tekst diverse niveaus worden omschreven.
De kwaliteitsbladen Ambitiegericht Beheer zijn bedoeld als instrument om, samen met de inwoners, op hoofdlijnen keuzes te maken over inrichting en beheer van de openbare ruimte. Waar ligt de ambitie? Wat kunnen de bewoners zelf? Wat moet de gemeente doen? De vertaling naar de feitelijke kwaliteit van de afzonderlijke objecten en elementen moet vorm krijgen in de beheerplannen.
De volgende kwaliteitsbladen zijn beschikbaar:
Het minimum basisniveau is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Ook het vastleggen van de mogelijkheden en onmogelijkheden, om het goede gesprek te kunnen voeren. Voor bomen leggen we die vast in dit bomenbeleidsplan.
Voor het gesprek met de inwoners ligt een belangrijke taak bij het Gebiedsteam en de gebiedscontactpersonen. Vanuit onder andere de wijkanalyses wijk- en kerngericht werken bepalen gebiedscontactpersonen (en hun kernteam) in welke wijken ze als eerste aan de slag gaan met het ambitiegericht beheer.
Voor overige wijken wordt ambitie gericht beheer reactief toegepast.
Minimum niveau zoals vastgesteld in het document ambitiegericht beheer
Volgens het document ambitiegericht beheer moet de gemeente bijvoorbeeld zorgen dat het groen voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsniveaus, maar hoeft niet op elke plek te zorgen voor speciale aandacht voor klimaat.
In overleg met inwoners kan gekozen worden voor een hogere ambitie.
Zoals het verminderen van hitte in de straat, of meer biodiversiteit, kleur, of een hoger onderhoudsniveau.
3.3.2 Werkzaamheden door inwoners
Bewoners mogen werkzaamheden doen in het openbaar groen, op basis van beheerovereenkomsten. Fruitbomen kunnen geplant worden in overleg met de gemeente, het snoei- en plukwerk kan eventueel door inwoners worden gedaan, met een overeenkomst.
Voor andere bomen geldt, dat onderhoud aan bomen door de gemeente (of in opdracht van de gemeente door een gespecialiseerd bedrijf) wordt gedaan.
De eikenprocessierups geeft steeds meer overlast. De rups kan door zijn brandharen van mei tot en met juli gezondheidsproblemen veroorzaken. Omdat het om de volksgezondheid gaat, zorgt de gemeente voor bestrijding van de rups om de overlast te beperken. Tot nu toe doen we dat vooral met preventieve bestrijding in het voorjaar en wegzuigen van nesten in de zomer. De gemeente neemt alleen maatregelen in gemeentelijke bomen.
De gemeente Berkelland heeft ongeveer 42.000 eiken in eigendom(bossen niet meegerekend). Daarvan worden ongeveer 22.000 in het voorjaar met het biologische middel Xentari bespoten. Om de eikenprocessierups te bestrijden is het een heel effectief middel. Het middel is echter in opspraak gekomen, omdat het middel niet selectief is en daardoor ook andere rupsensoorten doodt. We willen daarom het gebruik van Xentari geleidelijk verminderen of stoppen.
Op dit moment zijn er ons inziens echter nog geen alternatieve bestrijdingsmethoden die voldoende effectief zijn om de overlast voldoende te beperken. We verwachten te grote overlast van de brandharen, als we nu stoppen met het gebruik van Xentari. We maken daarom vooralsnog nog gebruik van deze methode van preventieve bestrijding op de plekken waar de meeste overlast wordt verwacht. Daarnaast bestrijden we op maat (zoals opzuigen van rupsen) als er (grote) overlast optreedt. Het is niet mogelijk om in alle bomen de eikenprocessierupsen weg te zuigen, daarvoor hebben wij een te groot aantal eiken.
We volgen de ontwikkelingen elders en willen hier ook proeven mee doen, en zo geleidelijk overgaan op andere methoden. De overlast voor de volksgezondheid, kosten en biodiversiteit zijn daarbij factoren die worden meegewogen. Op plaatsen waar beschermde vlinders voorkomen wordt nu al niet preventief gespoten.
Het gebruik van nematoden (aaltjes) is een alternatief voor Xentari die overwogen kan worden, maar ook die preventieve methode is niet selectief en dus ook schadelijk voor andere rupsen. Wel zijn er geluiden dat deze methode natuurvriendelijker is dan Xentari. We overwegen om hier proeven mee te gaan doen, vooral in het buitengebied. Nematoden zijn minder effectief dan Xentari, daarom moet 2x worden gespoten. Het is een duurdere methode, maar het is wellicht beter voor de biodiversiteit, omdat het korter werkzaam is en al toegepast wordt voor het broedseizoen van de vogels. De vogels kunnen daarom de bespoten rupsen niet aan hun jongen voeren.
Natuurlijke vijanden stimuleren
We willen daarnaast in de hele gemeente inzetten op de natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups. Door natuurlijke vijanden te stimuleren en meer variatie in beplanting aan te brengen, komt er een beter biologisch evenwicht waardoor de overlast van eikenprocessierups op termijn kan verminderen.
Bloemrijke bermen: Door ontwikkeling van een berm met de juiste vegetatie, komen er meer natuurlijke vijanden zoals sluipwespen, zweefvliegen, roofkevers en mieren. De insecten trekken op hun beurt weer vogels aan. Vooral mezen, maar ook andere vogelsoorten zijn gek op eikenprocessierupsen en zorgen zo voor een natuurlijk evenwicht.
Bij eiken langs wegen en in de bebouwde kom is lang niet altijd een goed leefgebied voor de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Juist in de bebouwde omgeving en langs wegen is zo’n grote populatieopbouw van de eikenprocessierups meestal niet acceptabel vanwege de risico’s op gezondheidsklachten. Het zal dus ook enige jaren duren voor maatregelen voor natuurlijke bestrijding voldoende effect heeft, en we de preventieve bestrijding kunnen stoppen.
Klachten vanwege bijvoorbeeld angst voor takval, vruchtval, allergie voor stuifmeel, plak vanwege luizen, aanwezigheid van insecten, en groene aanslag op stenen, zijn geen reden om een boom te kappen. Waar de boom schaduw geeft op daken met zonnepanelen, is het ook geen reden om te kappen of te snoeien. Als er overlast is om wat voor reden dan ook dan kijkt de gemeente altijd eerst naar andere opties dan kap om de overlast te beperken. Bijvoorbeeld door de straat te vegen, of de bomen te snoeien.
Klachten die wel reden kunnen zijn om een boom te kappen of te snoeien, zijn bijvoorbeeld schade door boomwortels aan een gebouw, extreem lichtgebrek in de tuin of woning, of als er door de boom/bomen een onveilige situatie ontstaat.
Een aantal van de klachten is bij oude bomenstructuren waar woningen onder en omheen gebouwd zijn. Dit zijn juist ook de structuren die de ruggengraat kunnen vormen van een gebied. Het beleid is om zorgvuldig met deze bomen om te gaan. Maar bij zware overlast, zoals hierboven omschreven, zal maatwerk plaatsvinden.
Bomen in verharding geven veel wortelopdruk in Berkelland. Jaarlijks wordt ongeveer € 100.000 aan herstelwerk van bestrating wegens wortelopdruk binnen de bebouwde kom besteed. De wortel opdruk heeft vooral te maken met slechte ondergrondse omstandigheden, waardoor de boomwortels de verharding omhoog drukken. Dit geeft gevaarlijke situaties voor wandelaars en fietsers.
De plekken waar dit zich voordoet binnen de bebouwde kom zijn geïnventariseerd. Op basis daarvan willen we meer preventief werken dan curatief.
Op verschillende plekken kiezen we er voor om verharding rond bomen te verwijderen, in plaats van telkens het straatwerk te herstellen. Ook bij aanleg kiezen we voor minder bomen in verharding. Ook het verbeteren van de ondergrondse omstandigheden is een mogelijkheid die we gaan toepassen.
Momenteel staan er op veel plekken in het najaar bladkorven. Hier kunnen inwoners het blad van de gemeentelijke bomen in doen. Waar mogelijk, kan het blad beter in de beplanting worden gelegd. Dit verhoogt de biodiversiteit, en verbetert de grond. Waar wel grote gemeentelijke bomen in de straat staan, maar geen bosjes aanwezig zijn, kunnen bladkorven geplaatst worden. Op andere plekken kunnen de bladkorven worden verminderd.
Overlast van roeken is er op ongeveer 10- 12 plekken in de gemeente. Ze nestelen bij voorkeur in hoge bomen, en zijn erg plaats trouw. Roeken zijn beschermd, en over het algemeen zullen hier geen maatregelen tegen worden ondernomen.
4 Beschermen van bomen en beplantingen
Bomen en beplantingen in Berkelland zijn beschermd via de Bomenverordening van de gemeente en via de Wet natuurbescherming. Ook via de bestemmingsplannen is er enige bescherming ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van de ondergrond.
In de Bomenverordening heeft de gemeenteraad van Berkelland regels gesteld. Daarin is onder meer beschreven voor welke bomen en beplantingen een vergunning nodig is bij kap en rigoureuze snoei. De vergunning is een omgevingsvergunning voor het kappen, en wordt in de volksmond kapvergunning genoemd.
Momenteel is de Bomenverordening 2019 van toepassing. De huidige Bomenverordening blijft van kracht tot aan de vaststelling van een nieuwe bomenverordening. In 2021 vindt overleg met belanghebbende organisaties en inwoners plaats over een mogelijk nieuwe bomenverordening. Streven is om tot een alternatief te komen waarvoor draagvlak bestaat. Communicatie en duidelijke voorlichting voor inwoners is daarbij belangrijk en wenselijk.
4.1.1 Wanneer is een vergunning nodig (Bomenverordening 2019)
Buiten de bebouwde kom, erven en tuinen:
Buiten de bebouwde kom is er een lijst voor bomen in erven en tuinen. Voor erven en tuinen gold geldt, dat alleen voor de bomen die op de lijst staan, een vergunning gevraagd moet worden om deze te kappen. De bomen die niet op de lijst staan, kunnen zonder vergunning worden gekapt.
Buiten de bebouwde kom, overige beplantingen:
Buiten de bebouwde kom geldt voor beplantingen die niet in erven of tuinen staan, een vergunningplicht, als de beplanting een stam heeft met een doorsnede van 10 cm (op 1,30 m hoogte).
Binnen de bebouwde kom is er een lijst van bomen waar een omgevingsvergunning voor het kappen voor gevraagd moet worden. Bomen die niet op deze lijst staan, mogen zonder vergunning gekapt worden.
Bomen die zijn geplant vanwege een opgelegde herplant zijn altijd vergunningplichtig, ook als zij nog geen 10 cm doorsnede hebben bereikt op 1,30 m hoogte.
Er zijn enkele uitzonderingen, dit zijn:
Door toenemende droogte neemt het aantal dode bomen sterk toe. Bij dode bomen moet een vergunning worden aangevraagd om te kappen. Vanuit veiligheid kan het voorkomen dat er meer bomen in aanmerking komen voor noodkap.
4.1.2 Beoordeling van een vergunningsaanvraag
Als de reden van kap niet opweegt tegen de waarde van de beplanting, kan de vergunning geweigerd worden. Er is een beoordelingsformulier met een puntentelling om dit te onderbouwen.
Als de vergunning wordt verleend, kan in bepaalde gevallen een herplant worden geëist. Herplant heeft als doel om het ruimtelijke gemis van de houtopstand te compenseren, en is maatwerk. Het college stelt de berekening van de maximaal op te leggen herplant vast.
Bijzondere bomenlijsten worden regelmatig geactualiseerd.
Als bomen (of andere beplantingen) op de lijst worden geplaatst of hier vanaf worden gehaald is dit een besluit waartegen een belanghebbende bezwaar kan maken. Het besluit wordt bekendgemaakt en ook aan de eigenaar van de boom toegezonden.
Beplantingen kunnen in Berkelland zowel vallen onder de werking van de Bomenverordening als onder de Wet natuurbescherming. Voor de Wet natuurbescherming geldt in heel Nederland een meldingsplicht voor beplantingen buiten de bebouwde kom Wet natuurbescherming als het gaat om:
Meldingen gaan via de provincie. De gemeenteraad moet (in overleg met de provincie) wel de grens van de bebouwde kom vaststellen. Dezelfde grens hanteren wij ook bij de Bomenverordening om te bepalen of het gaat om binnen of buiten de bebouwde kom.
5.1 Richtlijnen voor ontwerp en inrichting
Voor gemeentelijke bomen willen we richtlijnen geven voor ontwerp en inrichting. In een goed ontwerp is rekening gehouden met de voorwaarden voor bestaande en nieuwe bomen om goed te kunnen groeien.
Bij het maken van een nieuw plan worden bestaande bomen en beplantingen voor zover mogelijk behouden, mits ze nog een goede conditie en toekomstverwachting hebben.
5.2 Richtlijnen voor beheer en onderhoud
Bomen zijn van de grootste waarde als ze ouder kunnen worden. Hiervoor is goed beheer en onderhoud nodig. De gemeente als eigenaar van veel bomen is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke bomen.
De komende jaren wordt er veel uitval van bomen verwacht, mede doordat veel bomen in dezelfde tijd geplant zijn. Naar verwachting gaan vooral berken, beuken en elzen uitvallen door droogte en leeftijd, maar ook de opkomst van diverse ziekten en plagen speelt een rol.
De gemeente heeft een zorgplicht voor de gemeentelijke bomen, om te zorgen voor een veilige omgeving voor de inwoners.
Deze zorgplicht houdt in dat de gemeente verplicht is de noodzakelijke zorg, boomveiligheidscontroles en onderhoud aan zijn bomen uit te voeren. Als de gemeente dit niet of onvoldoende doet, kan de gemeente door derden aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade of letsel.
In de gemeente Berkelland worden de boomveiligheidscontroles door middel van VTA controles (Visual Tree Assessment) gedaan. Deze worden uitgevoerd door gecertificeerd personeel, door bedrijven en in de toekomst ook door eigen personeel dat hiervoor gecertificeerd is.
De zorgplicht betekent ook dat er een administratie moet zijn van de controles en maatregelen.
Alle gemeentelijke bomen zijn recent geïnventariseerd. De gemeentelijke bomen staan in een digitaal beheerprogramma, met kaarten en bijbehorende informatie. Dit is een integraal geo informatie programma, waar diverse elementen in de openbare ruimte inzichtelijk zijn, zoals wegen, groen, afvalbakken. Kaarten kunnen daaruit eenvoudig worden gedeeld, en selecties gemaakt.
Ook alle info voor de zorgplicht van bomen wordt hier in vastgelegd, alsmede de benodigde en gedane onderhoudsmaatregelen.
5.2.3 Schade aan bomen verhalen
Als een particulier een gemeentelijke boom kapt of beschadigt, kan de gemeente de schade verhalen op de veroorzaker. Dit gebeurt aan de hand van een boomtaxatie, als het een boom betreft die dikker is dan 10 cm doorsnede op 1,3 m hoogte van de stam. Als de boom dunner is, worden de kosten in rekening gebracht voor een nieuwe boom van vergelijkbare dikte, inclusief nazorg voor 3 jaar (snoei en watergeven).
5.3 Richtlijnen voor communicatie
Mensen voelen zich betrokken bij hun omgeving. Ook bij bomen is goede communicatie van belang.
Communicatie over ingrijpende werkzaamheden, aanvragen van kapvergunningen, maar ook voorlichting over bijvoorbeeld het plaatsen van bladkorven of omgaan met overlast.
De communicatie middelen zijn divers. Voor grotere onderwerpen wordt cluster Communicatie ingeschakeld om op de goede manier te communiceren.
Voor de aanvraag van kapvergunningen willen we heldere informatie op de website, met kaarten en een stroomschema.
De aangevraagde en verleende kapvergunningen worden wekelijks gepubliceerd in Berkelbericht. Dit is ook digitaal in te zien. Dit blijft ongewijzigd.
Voor maatregelen van de gemeente die het algemeen belang betreffen willen we via Berkelbericht, website, twitter en facebook in artikelen de inwoners informeren. Bijvoorbeeld over overlast, plaatsen bladkorven, of grootschalig onderhoud.
Met betrekking tot de bezuinigingen die structureel gelden vanaf 2021, nemen we de volgende maatregelen:
Voor de diverse maatregelen en ontwikkelingen in dit beleidsplan, maken we gebruik van de bestaande budgetten. Mocht hier aanleiding voor zijn, dan komen er aparte financiële voorstellen.
Bomenbeleidsplan ‘Bijzondere’ bomen in Berkelland, gemeente Berkelland, 2006
Handboek Groenbeleid Gemeente Berkelland, Oranjewoud, 2008
Landschapsontwikkelingsplan Berkelland met Markewerkboeken (2008)
Groenstructuurplan Berkelland, Oranjewoud, 2010
Berkelland, Van bossen, beken en havezaten, Berkelland, 2013
Cultuurhistorische waardenkaart Berkelland, Raap, 2016
Collegeprogramma 2018-2022 Samen investeren in Berkelland, 2018
Verder met Wijk- en kerngericht werken, gemeente Berkelland, 2019
Wijkanalyses voor dorps- en wijkgericht werken, Companen, 2019
Ambitiegericht beheer gemeente Berkelland, Cyber, 2019
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), van kracht sinds 2010
Diversiteit in de Nederlandse bomenbestanden, Hogeschool Van Hall Larenstein, 2015
Wet natuurbescherming, van kracht sinds 2017
Handboek Bomen, Norminstituut Bomen, 2018
Kwaliteitscatalogus openbare ruimte (KOR), CROW, 2018
Watertakenplan Berkelland 2019-2023, Ambient/Sweco, 2018
Bomen in de stad, soortentabel, Wageningen University and Research, 2018
www.bomenstichting.nl (met het Landelijk Register van Monumentale Bomen)