Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting Zaanstad 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting Zaanstad 2021
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting Zaanstad 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 216 van de Gemeentewet
  2. artikel 217 van de Gemeentewet
  3. artikel 224 van de Gemeentewet
  4. https://zaanstad2020.voorjaarsnota.nl/
  5. https://zaanstad.begroting-2021.nl/
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-01-2021Nieuwe regeling

21-01-2021

gmb-2021-27169

2021/343

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting Zaanstad 2021

De gemeenteraad van Zaanstad,

 

Gelet op Gemeentewet, artikel 216 en 224

 

Besluit vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting Zaanstad 2021”

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. vaartuig:

een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

b. lengte:

de lengte over alles;

c. vaste ligplaats:

een ligplaats die naar plaatselijk gebruik is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig gedurende een seizoen;

d. etmaal:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur, of gedeelte daarvan;

e. maand:

een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

f. seizoen:

het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;

g. schipper:

de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

h. heffingsambtenaar:

de gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet.

 

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente Zaanstad in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:

    • de schipper,

    • de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, of

    • degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

 

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • a.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • b.

      kano's, roei- en volgboten;

    • c.

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • d.

      een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    dat kan worden belast met toeristenbelasting als bedoeld in de verordening toeristenbelasting Zaanstad.

 

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf wordt gehouden in het belastingtijdvak.

 

Artikel 6. Belastingtarief

Het tarief bedraagt per etmaal per persoon € 2,00.

 

Artikel 7. Forfaitaire maatstaf

  • 1.

    Ter zake van verblijf op vaste ligplaatsen wordt het aantal etmalen forfaitair vastgesteld.

  • 2.

    De forfaitaire berekeningswijze is uitsluitend van toepassing voor vaste ligplaatsen die gedurende het gehele seizoen recreatief gebruikt worden door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal etmalen per ligplaats vastgesteld op het product van het voor die ligplaats in het vierde lid vastgestelde aantal personen dat heeft verbleven en het voor die ligplaats in het vijfde lid vastgestelde aantal etmalen dat is verbleven.

  • 4.

    Het aantal personen dat heeft verbleven, wordt bepaald op 2,1.

  • 5.

    Het aantal etmalen dat door de in het vierde lid bedoelde personen is verbleven, wordt bepaald op 18.

 

Artikel 8 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1.

    Belastingplichtige kan in de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing in afwijking van het bepaalde in artikel 7 vast te laten stellen op het werkelijk aantal etmalen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal.

  • 2.

    Dit verzoek wordt gehonoreerd tenzij de verblijfsregistratie zoals bedoeld in artikel 13 niet of niet juist is bijgehouden.

 

Artikel 9. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het seizoen.

 

Artikel 10. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 11. Aangifte

  • 1.

    Voor de heffing van de watertoeristenbelasting wordt per seizoen aan ieder die vermoedelijk belastingplichtig is een aangiftebiljet uitgereikt.

  • 2.

    Degene die geen aangiftebiljet heeft ontvangen, is gehouden binnen vier weken na einde van het belastingtijdvak bij de heffingsambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    De heffingsambtenaar kan op schriftelijk verzoek uitstel van het doen van aangifte verlenen.

 

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de heffingsambtenaar.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt als bedoeld in artikel 11, eerste lid, voor een seizoen voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening.

 

Artikel 13 verblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden per belastingtijdvak een verblijfregister, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    Het verblijfregister bevat met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • c.

      het aantal etmalen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3.

    Het college is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

 

Artikel 14. Termijnen van betaling

  • 1.

    De watertoeristenbelasting moet in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet, betaald worden in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3.

    Met betrekking tot en ingevolge van artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

 

Artikel 15. Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 16. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 februari 2021.

  • 3.

    Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad, welke wordt opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid (CVDR).

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting Zaanstad 2021.

 

 

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 januari 2021.

De voorzitter,

De griffier,