Organisatie | Hoogheemraadschap van Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf |
Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf hoogheemraadschap van Rijnland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-01-2021 | Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf | 20-11-2019 |
HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 15 oktober 2019, kenmerk 19.074476;
Gelet op artikel 46 Waterschapswet, artikel 9 Archiefbesluit 1995 en artikel 15, lid 1, letter c Archiefwet 1995
Vast te stellen onderstaande „verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf”
In deze verordening wordt verstaan onder:
aanbeveling: de op grond van artikel 46 Waterschapswet door de verenigde vergadering op te stellen aanbeveling inzake de benoeming van een dijkgraaf;
commissie: vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf;
secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 53 Waterschapswet;
Artikel 3 Samenstelling commissie
De commissie kiest een voorzitter uit haar eigen midden. Indien de commissie er niet in slaagt een voorzitter uit haar midden aan te wijzen, wordt als voorzitter aangewezen diegene wiens fractie in de verenigde vergadering de meeste zetels vertegenwoordigt. Indien meerdere personen de meeste zetels in de algemene vergadering vertegenwoordigen, wordt als voorzitter aangewezen diegene van hen die het langst bestuurder bij het hoogheemraadschap is.
Artikel 7 Procedurele zorgvuldigheid en (concept)aanbeveling
Bij de benoeming van een dijkgraaf wordt de locatie en het tijdstip voor een gesprek zodanig gekozen dat voorkomen wordt dat de persoonlijke levenssfeer van individuele kandidaten hierdoor geschonden wordt of dat zij tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen. De commissie waarborgt ook overigens de persoonlijke levenssfeer van kandidaten.
Bij de (her)benoeming van een dijkgraaf doet de commissie van haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten, dan wel over het functioneren van de her te benoemen dijkgraaf, schriftelijk verslag van haar bevindingen aan de verenigde vergadering. Deze bevindingen worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.
Bij de benoeming van een dijkgraaf doet de commissie het verslag vergezeld gaan van een concept aanbeveling van één of meer kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. Tevens geeft de commissie een gemotiveerde volgorde van de kandidaten aan.
Bij staking van stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de verenigde vergadering gebracht.
De secretaris van de commissie draagt er zorg voor, dat met ingang van de dag, volgend op die waarop de minister de voordracht tot benoeming aan Zijne Majesteit de Koning heeft uitgebracht, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de in de Archiefwet 1995 genoemde archiefbewaarplaats van het hoogheemraadschap.
Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, letter c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
Bij twijfel over de uitleg van deze verordening en in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.