Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend |
Citeertitel | Uitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Externe bijlage | bekendmaking - gemeenteblad 2012-54 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2012 | Nieuw besluit | 30-10-2012 Gemeenteblad 2012 - 54 |
Gevelreiniging komt in Purmerend regelmatig voor. Er is geen wet die alle facetten van het gevelreiniging ineen reguleert. Wet- en regelgeving met betrekking tot gevelreiniging is gefragmenteerd. Om de uitvoering van gevelreiniging toch te kunnen overzien, is in 1998 het draaiboek Gevelreiniging Purmerend opgesteld. Deze uitvoeringsregels zijn sterk verouderd op zowel technisch als juridisch gebied en behoeft actualisatie. Temeer omdat op 1 juli 2011 het Besluit lozen buiten inrichtingen (hierna: Blbi) in werking is getreden. Dit besluit regelt onder andere hoe om moet worden gegaan met het lozen van het afvalwater dat ontstaat bij het reinigen van een gevel.
Actualisatie van de uitvoeringsregels is noodzakelijk om over voldoende handvatten te beschikken om uitvoering te geven aan de wet- en regelgeving.
Bij het reinigen van een gevel kan de volgende wet- en regelgeving van toepassing zijn:
Maatwerkvoorschriften in het kader van het Blbi en ontheffingen in het kader van de Apv en Afvalstoffenverordening dienen in één procedure te worden aangevraagd. Hiervoor is een aanvraagformulier gevelreiniging beschikbaar (zie bijlage 1). De termijn waarbinnen een dergelijke procedure wordt afgerond is acht weken na ontvangst van de aanvraag. De zakelijke inhoud van de beschikking wordt gepubliceerd.
Overige vergunningen die aangevraagd kunnen worden bij gevelreiniging zijn:
In de praktijk worden diverse reinigingstechnieken toegepast. Hieronder worden de reinigingstechnieken opgesomd die het meest in de praktijk voorkomen binnen de gemeente Purmerend.
Naast de hierboven bij de werkzaamheden gebruikte stoffen zijn er ook vrijkomende stoffen die geloosd worden. Dit zijn de stoffen waarvan de gevel wordt ontdaan. De bij de werkzaamheden vrijkomende stoffen worden ingedeeld in twee categorieën naar gelang de schadelijkheid van de stoffen voor de omgeving. De eerste categorie zijn de minst schadelijke stoffen. Het gaat om de behandeling van niet-gecoate ondergronden, waarbij bijvoorbeeld geen verfresten vrijkomen maar alleen mosafzetting. De tweede categorie bevat de meest schadelijke stoffen als er sprake is van een behandelde ondergrond, bijvoorbeeld bij een wit geverfde gevel.
3 PROBLEMATIEK EN UITGANGSPUNTEN
Afhankelijk van de reinigingsmethode wordt het milieu meer of minder belast. Indien geen adequate maatregelen genomen worden, kan gevelreiniging nadelige effecten hebben op het milieu. Daarnaast kan gevelreiniging hinder veroorzaken bij passanten en in de omgeving.
Bij gevelreiniging worden diverse apparaten en machines gebruikt die geluidsoverlast kunnen veroorzaken. Het gaat hierbij onder andere om compressoren, pompen, slijp- en polijstmachines.
Bij gevelreiniging wordt afval geproduceerd. Afhankelijk van de reinigingsmethode bestaat het vrijkomende afval uit de volgende componenten:
De samenstelling van het afval wordt in belangrijke mate bepaald door de toegepaste reinigingsmethode. De samenstelling van het afval bepaalt vervolgens hoe de afvalstroom behandeld moet worden. Het afval is afhankelijk van de samenstelling gevaarlijk dan wel niet gevaarlijk afval. In de Europese afvalstoffenlijst (Eural-codelijst) wordt aangegeven welke stoffen (en mengsels) beschouwd worden als gevaarlijk afval.
Bij droge reinigingsmethoden kan stofvorming voor problemen zorgen. Fijn stof is onafhankelijk van de samenstelling schadelijk voor de gezondheid. Bovendien kan dit stof componenten bevatten, waardoor gezondheidsrisico worden versterkt en het bezwaarlijk voor het milieu kan zijn. Daarnaast kan stofvorming hinder in de omgeving veroorzaken.
Ook bij straalmethoden waarbij water wordt toegevoegd treedt verwaaiing op. Dezelfde bestanddelen als bij droge reiniging bevinden zich nu in fijne druppels die als nevel verwaaien. Het water uit deze druppeltjes verdampt waardoor hetzelfde stof, en het daarmee samenhangende risico, ontstaat als bij droge reiniging.
Het droge of natte materiaal dat vrijkomt bij de reiniging zal op de bodem terechtkomen. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal en de aard van de bodem ter plaatse, kan hierdoor bodemverontreiniging ontstaan.
Bij natte gevelreiniging worden relatief grote hoeveelheden water gebruikt. Het water dient hier als transportmiddel voor de straal- en of reinigingsmiddelen en vervolgens dient het als transportmiddel om de vrijgekomen verontreinigingen van de te reinigen oppervlak te verwijderen. Uiteindelijk bevindt het geproduceerde afval zich in het water. Dit afvalwater kan/mag niet ongezuiverd geloosd worden.
Bij chemisch gevelreiniging kan gebruik worden gemaakt van agressieve chemicaliën zoals basen, zuren of organische afbijtmiddelen en zepen. Het afvalwater dat geproduceerd wordt bij deze vorm van gevelreiniging is altijd in belangrijke mate verontreinigd, anders was de reiniging nutteloos. De verontreinigingen kunnen bestaan uit persistente toxische stoffen die niet afbreekbaar zijn. Het is daarom onwenselijk dat deze stoffen vrij in het milieu worden gebracht. Lozing op de riolering biedt in dezen ook geen oplossing aangezien de verontreinigingen niet afbreekbaar zijn, waardoor de rioolwaterzuivering weinig tot geen effect sorteert.
De voorkeur voor lozing van afvalwater hangt af van de mate van verontreiniging van het te lozen afvalwater. Bij natte reiniging kan het afvalwater in de bodem of het (schoonwater)riool worden geloosd indien het belang van de bescherming van het milieu zich gelet op de samenstelling, hoeveelheid en eigenschappen van het afvalwater niet tegen het lozen van het afvalwater verzet. Dit is het geval als het te lozen afvalwater niet meer onopgeloste bestanddelen bevat dan 50 mg/l.
Indien er sprake is van chemisch reinigen is alleen lozing op het vuilwaterriool mogelijk indien het belang van de bescherming van het milieu zich gelet op de samenstelling, hoeveelheid en eigenschappen van het afvalwater niet tegen het lozen van het afvalwater verzet. Informatiebladen van de toe te passen reinigingsmiddelen moeten altijd bij het verzoek om maatwerkvoorschriften worden gevoegd. Als het gelet op het bovenstaande niet mogelijk is om op het vuilwaterriool te lozen, dan moet het afvalwater opgevangen worden en naar een erkende verwerker worden gebracht.
Eenvoudige en natte reiniging:
De werkzaamheden zijn ingedeeld naar aard en omvang van de milieuverontreiniging. Vanuit de preventiegedachte (voorkomen van verontreiniging) is het gewenst dat technieken worden toegepast die het minst milieubezwaarlijk zijn. Met de indeling van de werkzaamheden in afschermingklassen is hiermee rekening gehouden. Hierdoor wordt gestimuleerd dat technieken die minder milieubezwaarlijk zijn eerder worden toegepast dan technieken met een hogere milieubelasting.
Hieronder een aantal voorbeelden.
Indien een verzoek wordt gedaan om toestemming voor gevelreiniging is een aantal algemene gedragregels van toepassing waar elke verzoeker aan moet voldoen ongeacht het soort gevelreinigingstechniek. Deze gedragsregels worden als algemene voorschriften opgenomen in de toestemming om gevelreiniging.
Deze voorschriften worden slechts verleend voor de activiteiten welke zijn opgenomen in de bijbehorende verzoek om gevelreiniging.
Op basis van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel worden eisen gesteld aan het maximale geluidvermogen van bouwmachines. In artikel 4 wordt het maximaal toelaatbaar geluidsvermogensniveau van de verschillende machines weergegeven.
Indien bij het uitvoeren van het werk een of meerdere compressoren worden gebruikt dienen deze te voldoen aan de eisen gesteld in de Regeling geluidemissie buitenmaterieel van 20 augustus 2001 (in werking getreden op 3 januari 2002).
Dit houdt onder andere in dat op elke motorcompressor duidelijk en blijvend zichtbaar het geluidvermogensniveau in dB(A) dient te zijn aangegeven. Dit niveau mag niet worden overschreden.
In de meeste gevallen zal afdekking van de bodem noodzakelijk zijn om bodemverontreiniging te voorkomen. Het is dan zaak dat de bodemafdekking goed aansluit op de gevel. Met name bij (na) spoelen of natte reiniging zal het neerstromende afvalwater dicht langs de gevel stromen.
In sommige gevallen is de bodem waarboven gewerkt wordt van dien aard dat afdekking niet noodzakelijk is. Men kan denken aan een goed gesloten oppervlak als een geasfalteerde of een goed gesloten betegelde weg. Met name bij droge reiniging is afdekking van zo'n gesloten bodemoppervlak niet noodzakelijk.
Bij natte reinigingsystemen worden er hogere eisen gesteld aan de dichtheid van de bodem en zal er dus eerder afdekking aangebracht moeten worden dan bij droge reiniging. Bovendien moet het afstromende water dan toch opgevangen worden, waardoor het aanbrengen van een bodemafdekking om die reden reeds noodzakelijk is.
In de praktijk zal de reiniger aan moeten geven waarom in een specifiek geval geen bodemafdekking noodzakelijk is. In de andere gevallen moet de bodem altijd afgedekt worden.
Bij zowel natte als droge reinigingssystemen dient het afval zoveel mogelijk droog of vochtig verwijderd te worden. Door zoveel mogelijk droog te verwijderen wordt de omvang van de afvalstroom beperkt.
Behalve bij eenvoudig reinigen dient in alle andere gevallen het te behandelen object omgeven te worden door gaasnetten om stofverspreiding te voorkomen. De zijwanden zijn van gaasnetten van ten hoogste 0,4 millimeter bij 0,4 millimeter of van zeil en worden aangebracht tot 1 meter boven het te behandelen object 1 .
Boven een snelheid van 50 kilometer per uur (vanaf windkracht 7) worden vanwege veiligheidsredenen geen werkzaamheden meer uitgevoerd.
Indien de afvalstoffen als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt, dient het conform de Wm naar een erkende inzamelaar (vergunninghouder) te worden afgevoerd.
Wat dit voorschrift betreft wordt er tevens op gewezen, voor zover de Wm van toepassing is, ook aan de onderstaande eisen moet worden voldaan.
Bij afgifte van een gevaarlijke afvalstof aan een erkendeinzamelaar (vergunninghouder) dient de aanvrager, per verschillende afvalstof, een wettelijk voorgeschreven omschrijvingsformulier in te vullen.
Verder dient de aanvrager per afgifte, een afgiftebon (het resterende deel van de formulieren) te kunnen overleggen waar onder andere de afgegeven hoeveelheden, de datum van afgifte, de aanbieder en ontvanger van de partij gevaarlijk afval en een eventuele vervoerder (mits dit niet de vergunninghouder is) op vermeld moeten staan. Deze formulieren, die iedere erkende inzamelaar (vergunninghouder) kan verstrekken, dienen door zowel de aanbieder als ontvanger ondertekend te zijn.
De regelgeving met betrekking tot lozing van afvalwater afkomstig van gevelreiniging wordt geregeld in twee besluiten. Indien er sprake is van lozing vanuit een inrichting, dan is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) van toepassing. Als het gaat om lozing vanuit een niet-inrichting dan is het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) van toepassing. In beide besluiten geldt dat het lozen in een vuilwaterriool in eerste instantie ongewenst is. Dit kan bij maatwerkvoorschriften worden toegestaan.
Werkzaamheden waarbij sprake is van een eenvoudige reiniging of natte reiniging waarbij uitsluitend water wordt gebruikt (zonder gebruik van straalmiddelen), de druk kleiner is dan 200 bar (hoge druk) en de ondergrond niet voorzien is van een behandeling2 kunnen plaatsvinden zonder afscherming.
Werkzaamheden waarbij sprake is van natte reiniging, waarbij de druk meer bedraagt dan 200 bar (hoge druk) en/of straalmiddelen worden gebruikt is afscherming noodzakelijk. Het afvalwater dient lekdicht te worden opgevangen en lekdicht naar een bezinkbassin te worden gevoerd. Na het doorlopen van het bezinkbassin bedraagt het gehalte aan onopgeloste bestanddelen in het effluent ten hoogste 50 milligram per liter. Dit gehalte mag niet door verdunning worden bereikt.
Werkzaamheden waarbij sprake is van chemisch reinigen is afscherming (een risicozone) noodzakelijk. Afhankelijk van de gebruikte stoffen en de veiligheidsinformatiebladen is lozing in hemel- of vuilwaterriool niet in alle gevallen mogelijk.
Bij het lozen in de bodem en/of in het (hemel)waterriool van de in de voorziening opgevangen vloeistof bedraagt het gehalte aan onopgeloste bestanddelen niet meer dan 50 milligram per liter, zoals bepaald volgens NEN-EN 872. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door middel van geleiding van het afvalwater door een zandvanger of een anderszins doelmatige voorziening
Indien het afvalwater als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt, en niet door de op de aanvraag vermelde (rechts)persoon wordt gezuiverd, dient het conform de Wm naar een erkende inzamelaar (vergunninghouder) te worden afgevoerd.
Wat dit voorschrift betreft wordt er tevens op gewezen, voor zover de Wm van toepassing is, ook aan de onderstaande eisen moet worden voldaan.
Bij afgifte van een gevaarlijke afvalstof aan een erkend inzamelaar (vergunninghouder) dient de aanvrager, per verschillende afvalstof, een wettelijk voorgeschreven omschrijvingsformulier in te vullen.
Verder dient de aanvrager per afgifte, een afgiftebon (het resterende deel van de formulieren) kunnen overleggen waar onder andere de afgegeven hoeveelheden, de datum van afgifte, de aanbieder en ontvanger van de partij gevaarlijk afval en een eventuele vervoerder (mits dit niet de vergunninghouder is) op vermeld moeten staan. Deze formulieren, die iedere erkende inzamelaar (vergunninghouder) kan verstrekken, dienen door zowel de aanbieder als ontvanger ondertekend te zijn.
In de Nota integrale handhaving Purmerend 2012-2015 is aan toezicht en handhaving bij gevelreiniging een prioritering toegekend. Indien er sprake is van gevelreiniging met het lozen van afvalwater valt dit onder de prioriteit 'hoog'. Als er geen sprake is van het lozen van afvalwater valt het gevelreinigen onder de prioriteit gemiddeld.
Gezien de bovenstaande prioritering vindt er op de volgende wijze toezicht plaats:
De sanctiestrategie bestaat in beginsel uit het driestappenplan: waarschuwing, vooraankondiging, opleggen bestuursrechtelijke sanctie. Bij gevelreiniging is er een aantal (niet gelimiteerde) uitzonderingen:
Handhaving in twee stappen wil zeggen dat er geen waarschuwing wordt gegeven en na de vooraankondiging direct een bestuursrechtelijke sanctie wordt opgelegd. Handhaving in één stap wil zeggen dat er direct een bestuursrechtelijke sanctie (met begunstigingstermijn) wordt opgelegd.
Bij bestuursrechtelijke handhaving zijn er verschillende instrumenten inzetbaar, zoals het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Deze instrumenten zijn echter niet allemaal en altijd geschikt voor handhaving als het gaat om gevelreiniging. Gevelreinigingen zijn vaak (relatief) kortdurende werkzaamheden die meestal niet passen bij het zorgvuldige maar wel vaak langdurige handhavingstraject van het bestuursrecht. Hieronder worden een aantal situaties besproken waarbij de volgende bestuursrechtelijke instrumenten kunnen worden ingezet:
Indien er sprake is van een situatie die directe stillegging (vorm van bestuursdwang) vereist, dan kunnen de werkzaamheden worden stilgelegd. Deze beslissing, bekend gemaakt ter plaatse door de toezichthouder, dient altijd vooraf te gaan aan een belangenafweging. Het besluit tot stillegging dient zo snel mogelijk op schrift te worden gesteld na de mededeling van de toezichthouder ter plaatse.
Indien een overtreding eerder is geconstateerd, kan een dwangsom worden opgelegd ter voorkoming van herhaling. Om te kunnen spreken van een last ter voorkoming van herhaling, dienen de omstandigheden ten tijde van de eerdere overtreding op één lijn te stellen zijn met de actuele overtreding. Daarbij spelen de volgende factoren een rol bij het beoordelen van de mate van continuïteit van de overtredingen: de mate van overeenkomst met de eerdere overtreding (bijvoorbeeld wat betreft wettelijk voorschrift, overtreder en situatieve omstandigheden), de aard van de overtredingen (doen deze zich sporadisch, frequent dan wel stelselmatig voor) en het tijdsverloop sinds de geconstateerde overtreding. Deze dwangsom verbeurd ineens bij een nieuwe overtreding.
Indien er sprake is van langdurige werkzaamheden waarbij een begunstigingstermijn gesteld kan worden. Meestal zijn de werkzaamheden van dusdanige korte duur dat het stellen van een begunstigingstermijn praktisch onmogelijk is maar een dermate spoedeisendheid ontbreekt. Bij langdurige projecten kan wel de bovenstaande sanctiestrategie worden toegepast.
De afspraken met de politie zijn als volgt:
Overtreding van het Besluit lozen buiten inrichtingen:
Strafbaarstelling: artikel 1a onder 2 van de Wet op de Economische delicten
Overtreding Afvalstoffenverordening:
Strafbaarstelling: artikel 1a onder 2 van de Wet op de Economische delicten
Bijlage I Aanvraagformulier gevelreiniging en toelichting
Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving
Formulier Gevelreiniging (inclusief uithakken)
(zoals bedoeld in de Uitvoeringsregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend)
Vul dit onderdeel van het formulier altijd in. Als bij de vraag een bijlage hoort, dan is dit aangegeven. | |
Soort object: woning / school / bedrijfspand / brug / overig, nl.: | |
Welke reinigingsmethode wordt gebruikt?: (geef één of meerdere keuzes aan) | |
schoonspuiten met water onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters stoomreinigen onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters | |
bevochtigd handmatig schuren met schuurpapier of met een handschuurapparaat schuren of borstelen met roterende schuurmachines met bronafzuiging | |
droog integraal stralen* | |
schoonspuiten met water onder een druk van meer dan 200 bar hoge druk watergritstralen (bijvoorbeeld met olivinezand)* | |
schoonspuiten met water onder een druk van meer dan 200 bar hoge druk watergritstralen (bijvoorbeeld met olivinezand)* | |
Gaat u de gevel uithakken en voegen? o Ja, dan vraagt u hierbij ook een ontheffing/vergunning aan op basis van artikel 25 van de Afvalstoffenverordening | |
Zijn er tijdens de werkzaamheden toestellen en apparaten in werking die geluidshinder kunnen veroorzaken? (Bijvoorbeeld een compressor of aggregaat) o Ja, dan vraagt u hierbij ook een ontheffing/vergunning aan op basis van artikel 42 van de Algemene plaatselijke verordening 2003 |
* voeg een beschrijving bij van de gebruikte apparatuur en gebruikte stoffen (productinformatiebladen)
N.B. Onvolledig ingevulde formulieren worden niet in behandeling genomen.
Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, telefoonnummer 0299 – 452 452.