Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Uitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend
CiteertitelUitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu
Externe bijlagebekendmaking - gemeenteblad 2012-54

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Purmerend/446175/CVDR446175_3.html
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Purmerend/94688/CVDR94688_29.html
  4. Besluit lozen buiten inrichtingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-2012Nieuw besluit

30-10-2012

Gemeenteblad 2012 - 54

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend

 

Inhoudsopgave

 

1 INLEIDING 3

1.1 Aanleiding 3

1.2 Wettelijk kader 3

1.3 Reikwijdte 3

 

2 REINIGING 4

2.1 Reinigingstechnieken 4

2.2 Soort ondergrond 4

 

3 PROBLEMATIEK EN UITGANGSPUNTEN 5

3.1 Problematiek 5

3.2 Uitgangspunten 6

 

4 MAATREGELEN 8

4.1 Algemeen 8

4.2 Geluid 9

4.3 Afvalstoffen 9

4.4 Afvalwater 10

 

5 HANDHAVING 13

5.1 Bestuursrecht 13

5.2 Strafrecht 14

 

Bijlage I Aanvraagformulier gevelreiniging 15

 

1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

Gevelreiniging komt in Purmerend regelmatig voor. Er is geen wet die alle facetten van het gevelreiniging ineen reguleert. Wet- en regelgeving met betrekking tot gevelreiniging is gefragmenteerd. Om de uitvoering van gevelreiniging toch te kunnen overzien, is in 1998 het draaiboek Gevelreiniging Purmerend opgesteld. Deze uitvoeringsregels zijn sterk verouderd op zowel technisch als juridisch gebied en behoeft actualisatie. Temeer omdat op 1 juli 2011 het Besluit lozen buiten inrichtingen (hierna: Blbi) in werking is getreden. Dit besluit regelt onder andere hoe om moet worden gegaan met het lozen van het afvalwater dat ontstaat bij het reinigen van een gevel.

Actualisatie van de uitvoeringsregels is noodzakelijk om over voldoende handvatten te beschikken om uitvoering te geven aan de wet- en regelgeving.

 

1.2 Wettelijk kader

Bij het reinigen van een gevel kan de volgende wet- en regelgeving van toepassing zijn:

  • Wet milieubeheer (Wm); het Blbi voor wat betreft de lozingen in de bodem en op het vuilwater- of hemelwaterriool;

  • artikel 42 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Purmerend 2003 voor wat betreft het veroorzaken van geluidshinder;

  • artikel 25 van de Afvalstoffenverordening Purmerend 2008 voor wat betreft een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu kan veroorzaken.

Maatwerkvoorschriften in het kader van het Blbi en ontheffingen in het kader van de Apv en Afvalstoffenverordening dienen in één procedure te worden aangevraagd. Hiervoor is een aanvraagformulier gevelreiniging beschikbaar (zie bijlage 1). De termijn waarbinnen een dergelijke procedure wordt afgerond is acht weken na ontvangst van de aanvraag. De zakelijke inhoud van de beschikking wordt gepubliceerd.

 

Overige vergunningen die aangevraagd kunnen worden bij gevelreiniging zijn:

  • omgevingsvergunning bij het reinigen van de gevel van monumenten;

  • vergunning voor het plaatsen van een steiger (Apv).

1.3 Reikwijdte

De uitvoeringsregels hebben betrekking op reinigingen van gevels buiten inrichtingen (bedrijven). Daaronder valt tevens het reinigen van gevels in het kader van graffitiverwijdering. Wat daarmee niet onder deze regels valt is:

  • het reinigen van gevels binnen een inrichting (gereguleerd door het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer);

  • het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater bij gevelreiniging (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is bevoegd gezag);

  • werkzaamheden aan de gevel die periodiek worden uitgevoerd en waarbij alleen vuilafzetting wordt verwijderd (zoals ramenlappen).

2 REINIGING

2.1 Reinigingstechnieken

In de praktijk worden diverse reinigingstechnieken toegepast. Hieronder worden de reinigingstechnieken opgesomd die het meest in de praktijk voorkomen binnen de gemeente Purmerend.

Eenvoudige reiniging

  • a.

    afwassen met water

  • b.

    schoonspuiten met water onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters

  • c.

    stoomreinigen onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters

Voorbehandelingen

  • a.

    bevochtigd handmatig schuren met schuurpapier of met een handschuurapparaat

  • b.

    borstelen

  • c.

    handmatig uithakken

  • d.

    mechanisch uithakken

  • e.

    schuren of borstelen met roterende schuurmachines met bronafzuiging

  • f.

    afblazen met perslucht tot 8 bar

Droge reiniging

  • a.

    droog integraal stralen

Natte reiniging

  • a.

    schoonspuiten met water onder een druk van meer dan 200 bar

  • b.

    hoge druk watergritstralen (bijvoorbeeld met olivinezand)

Chemische reiniging

  • a.

    chemisch reinigen;

  • b.

    schoonspuiten met water met toevoeging van ontvetters.

2.2 Soort ondergrond

Naast de hierboven bij de werkzaamheden gebruikte stoffen zijn er ook vrijkomende stoffen die geloosd worden. Dit zijn de stoffen waarvan de gevel wordt ontdaan. De bij de werkzaamheden vrijkomende stoffen worden ingedeeld in twee categorieën naar gelang de schadelijkheid van de stoffen voor de omgeving. De eerste categorie zijn de minst schadelijke stoffen. Het gaat om de behandeling van niet-gecoate ondergronden, waarbij bijvoorbeeld geen verfresten vrijkomen maar alleen mosafzetting. De tweede categorie bevat de meest schadelijke stoffen als er sprake is van een behandelde ondergrond, bijvoorbeeld bij een wit geverfde gevel.

 

3 PROBLEMATIEK EN UITGANGSPUNTEN

3.1 Problematiek

Afhankelijk van de reinigingsmethode wordt het milieu meer of minder belast. Indien geen adequate maatregelen genomen worden, kan gevelreiniging nadelige effecten hebben op het milieu. Daarnaast kan gevelreiniging hinder veroorzaken bij passanten en in de omgeving.

Geluid

Bij gevelreiniging worden diverse apparaten en machines gebruikt die geluidsoverlast kunnen veroorzaken. Het gaat hierbij onder andere om compressoren, pompen, slijp- en polijstmachines.

Afvalstoffen

Bij gevelreiniging wordt afval geproduceerd. Afhankelijk van de reinigingsmethode bestaat het vrijkomende afval uit de volgende componenten:

  • de vervuiling die van het object verwijderd is. Deze vervuiling bestaat uit een breed scala van stoffen waarvan sommige zeer schadelijk voor de gezondheid en het milieu zijn. Te denken valt aan onder andere polcyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en zware metalen;

  • de gereinigde ondergrond, waarvan met de agressieve reinigingsmethoden, als stralen en chemische reiniging, een laagje wordt verwijderd. Dit betreft meestal minerale deeltjes (zand), aangezien de meeste ondergronden (muren) van minerale aard zijn;

  • de middelen die voor de reiniging gebruikt worden. Dit kunnen onder andere straalmiddelen, reinigingsmiddelen en chemicaliën zijn.

De samenstelling van het afval wordt in belangrijke mate bepaald door de toegepaste reinigingsmethode. De samenstelling van het afval bepaalt vervolgens hoe de afvalstroom behandeld moet worden. Het afval is afhankelijk van de samenstelling gevaarlijk dan wel niet gevaarlijk afval. In de Europese afvalstoffenlijst (Eural-codelijst) wordt aangegeven welke stoffen (en mengsels) beschouwd worden als gevaarlijk afval.

 

(Fijn) stof

Bij droge reinigingsmethoden kan stofvorming voor problemen zorgen. Fijn stof is onafhankelijk van de samenstelling schadelijk voor de gezondheid. Bovendien kan dit stof componenten bevatten, waardoor gezondheidsrisico worden versterkt en het bezwaarlijk voor het milieu kan zijn. Daarnaast kan stofvorming hinder in de omgeving veroorzaken.

Ook bij straalmethoden waarbij water wordt toegevoegd treedt verwaaiing op. Dezelfde bestanddelen als bij droge reiniging bevinden zich nu in fijne druppels die als nevel verwaaien. Het water uit deze druppeltjes verdampt waardoor hetzelfde stof, en het daarmee samenhangende risico, ontstaat als bij droge reiniging.

 

Bodem- en straatvervuiling

Het droge of natte materiaal dat vrijkomt bij de reiniging zal op de bodem terechtkomen. Afhankelijk van de samenstelling van het materiaal en de aard van de bodem ter plaatse, kan hierdoor bodemverontreiniging ontstaan.

 

Afvalwater

Bij natte gevelreiniging worden relatief grote hoeveelheden water gebruikt. Het water dient hier als transportmiddel voor de straal- en of reinigingsmiddelen en vervolgens dient het als transportmiddel om de vrijgekomen verontreinigingen van de te reinigen oppervlak te verwijderen. Uiteindelijk bevindt het geproduceerde afval zich in het water. Dit afvalwater kan/mag niet ongezuiverd geloosd worden.

 

Bij chemisch gevelreiniging kan gebruik worden gemaakt van agressieve chemicaliën zoals basen, zuren of organische afbijtmiddelen en zepen. Het afvalwater dat geproduceerd wordt bij deze vorm van gevelreiniging is altijd in belangrijke mate verontreinigd, anders was de reiniging nutteloos. De verontreinigingen kunnen bestaan uit persistente toxische stoffen die niet afbreekbaar zijn. Het is daarom onwenselijk dat deze stoffen vrij in het milieu worden gebracht. Lozing op de riolering biedt in dezen ook geen oplossing aangezien de verontreinigingen niet afbreekbaar zijn, waardoor de rioolwaterzuivering weinig tot geen effect sorteert.

 

3.2 Uitgangspunten

Voorkeursvolgorde lozen

De voorkeur voor lozing van afvalwater hangt af van de mate van verontreiniging van het te lozen afvalwater. Bij natte reiniging kan het afvalwater in de bodem of het (schoonwater)riool worden geloosd indien het belang van de bescherming van het milieu zich gelet op de samenstelling, hoeveelheid en eigenschappen van het afvalwater niet tegen het lozen van het afvalwater verzet. Dit is het geval als het te lozen afvalwater niet meer onopgeloste bestanddelen bevat dan 50 mg/l.

Indien er sprake is van chemisch reinigen is alleen lozing op het vuilwaterriool mogelijk indien het belang van de bescherming van het milieu zich gelet op de samenstelling, hoeveelheid en eigenschappen van het afvalwater niet tegen het lozen van het afvalwater verzet. Informatiebladen van de toe te passen reinigingsmiddelen moeten altijd bij het verzoek om maatwerkvoorschriften worden gevoegd. Als het gelet op het bovenstaande niet mogelijk is om op het vuilwaterriool te lozen, dan moet het afvalwater opgevangen worden en naar een erkende verwerker worden gebracht.

 

Samengevat:

Eenvoudige en natte reiniging:

  • 1.

    < 50 mg/l onopgeloste bestanddelen: bodem

  • 2.

    < 50 mg/l onopgeloste bestanddelen: hemelwaterriool

  • 3.

    < 50 mg/l onopgeloste bestanddelen: vuilwaterriool

  • 4.

    > 50 mg/l onopgeloste bestanddelen: opvangen en afvoeren

 

Chemisch reinigen:

  • 1.

    In alle gevallen mogelijk: opvangen en afvoeren.

  • 2.

    Afhankelijk van de gebruikte stoffen (veiligheidsinformatiebladen): lozen op het vuilwaterriool.

  • 3.

    Niet mogelijk gelet op het belang van de bescherming van het milieu qua samenstelling en eigenschappen van het afvalwater: lozen op het hemelwaterriool en lozen op of in de bodem.

Voorkeursvolgorde technieken

De werkzaamheden zijn ingedeeld naar aard en omvang van de milieuverontreiniging. Vanuit de preventiegedachte (voorkomen van verontreiniging) is het gewenst dat technieken worden toegepast die het minst milieubezwaarlijk zijn. Met de indeling van de werkzaamheden in afschermingklassen is hiermee rekening gehouden. Hierdoor wordt gestimuleerd dat technieken die minder milieubezwaarlijk zijn eerder worden toegepast dan technieken met een hogere milieubelasting.

Hieronder een aantal voorbeelden.

  • Droge technieken hebben de voorkeur boven technieken waarbij water wordt toegepast en afvalwater vrijkomt.

  • Technieken waarbij metallische straalmiddelen worden gebruikt hebben voorkeur boven technieken waarbij smeltslakgrit of een mineraal straalmiddel worden gebruikt.

  • Handmatige technieken hebben de voorkeur boven machinale technieken.

  • Machinale technieken met bronafzuiging hebben de voorkeur boven machinale technieken zonder bronafzuiging.

 

4 MAATREGELEN

4.1 Algemeen

Indien een verzoek wordt gedaan om toestemming voor gevelreiniging is een aantal algemene gedragregels van toepassing waar elke verzoeker aan moet voldoen ongeacht het soort gevelreinigingstechniek. Deze gedragsregels worden als algemene voorschriften opgenomen in de toestemming om gevelreiniging.

 

Voorschriften:

Deze voorschriften worden slechts verleend voor de activiteiten welke zijn opgenomen in de bijbehorende verzoek om gevelreiniging.

  • Op maandag tot en met zaterdag mogen alleen werkzaamheden worden verricht tussen 07:00 en 19:00 uur. Op zondagen en algemeen erkende feestdagen mogen er geen werkzaamheden worden verricht.

  • Als de werkzaamheden worden uitgevoerd op maandag tot en met vrijdag dient hiervan, op de dag dat met de werkzaamheden wordt begonnen, telefonisch melding te worden gemaakt bij de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Vergunningen, telefoonnummer 0299-452452.

  • Als de werkzaamheden (ook) worden uitgevoerd op zaterdag dient hiervan, ten minste twee werkdagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, melding te worden gemaakt bij de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Vergunningen, telefoonnummer 0299-452452.

  • Een kopie van aanvraag gevelreiniging en deze voorschriften zelf dienen te allen tijde op het werk aanwezig te zijn en op vordering te worden getoond aan toezichthouders en de politie.

  • De (rechts)persoon, vermeld op de aanvraag gevelreiniging, is eindverantwoordelijk voor het naleven van deze voorschriften.

  • De (rechts)persoon dient er zorg voor te dragen dat alle personen, die werkzaamheden uitvoeren waarop deze voorschriften betrekking hebben, op de hoogte zijn van alle voorschriften en deze ook naleven.

Deze voorschriften gelden voor alle reinigingstechnieken

 

4.2 Geluid

Op basis van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel worden eisen gesteld aan het maximale geluidvermogen van bouwmachines. In artikel 4 wordt het maximaal toelaatbaar geluidsvermogensniveau van de verschillende machines weergegeven.

 

Voorschrift:

  • Indien bij het uitvoeren van het werk een of meerdere compressoren worden gebruikt dienen deze te voldoen aan de eisen gesteld in de Regeling geluidemissie buitenmaterieel van 20 augustus 2001 (in werking getreden op 3 januari 2002).

    Dit houdt onder andere in dat op elke motorcompressor duidelijk en blijvend zichtbaar het geluidvermogensniveau in dB(A) dient te zijn aangegeven. Dit niveau mag niet worden overschreden.

Dit voorschrift geldt voor alle reinigingstechnieken waarbij compressoren worden gebruikt

 

4.3 Afvalstoffen

In de meeste gevallen zal afdekking van de bodem noodzakelijk zijn om bodemverontreiniging te voorkomen. Het is dan zaak dat de bodemafdekking goed aansluit op de gevel. Met name bij (na) spoelen of natte reiniging zal het neerstromende afvalwater dicht langs de gevel stromen.

In sommige gevallen is de bodem waarboven gewerkt wordt van dien aard dat afdekking niet noodzakelijk is. Men kan denken aan een goed gesloten oppervlak als een geasfalteerde of een goed gesloten betegelde weg. Met name bij droge reiniging is afdekking van zo'n gesloten bodemoppervlak niet noodzakelijk.

Bij natte reinigingsystemen worden er hogere eisen gesteld aan de dichtheid van de bodem en zal er dus eerder afdekking aangebracht moeten worden dan bij droge reiniging. Bovendien moet het afstromende water dan toch opgevangen worden, waardoor het aanbrengen van een bodemafdekking om die reden reeds noodzakelijk is.

In de praktijk zal de reiniger aan moeten geven waarom in een specifiek geval geen bodemafdekking noodzakelijk is. In de andere gevallen moet de bodem altijd afgedekt worden.

 

Bij zowel natte als droge reinigingssystemen dient het afval zoveel mogelijk droog of vochtig verwijderd te worden. Door zoveel mogelijk droog te verwijderen wordt de omvang van de afvalstroom beperkt.

 

Voorschrift:

  • De bij de gevelreiniging ontstane afvalstoffen dienen zoveel mogelijk droog te worden verwijderd.

Dit voorschrift geldt voor alle reinigingstechnieken voorbehandeling, droge en natte reiniging

 

Stof

Behalve bij eenvoudig reinigen dient in alle andere gevallen het te behandelen object omgeven te worden door gaasnetten om stofverspreiding te voorkomen. De zijwanden zijn van gaasnetten van ten hoogste 0,4 millimeter bij 0,4 millimeter of van zeil en worden aangebracht tot 1 meter boven het te behandelen object 1 .

Boven een snelheid van 50 kilometer per uur (vanaf windkracht 7) worden vanwege veiligheidsredenen geen werkzaamheden meer uitgevoerd.

 

Voorschriften:

  • Er dient een risicozone voor passerend publiek en voertuigen te worden afgezet opdat deze niet in contact kunnen komen met van de gevel afkomstige afvalstoffen c.q. afvalwater.

  • Het werk dient te worden afgeschermd met netten en/of zeilen. Indien gaasnetten worden gebruikt dienen de netten ten hoogste 0,4 millimeter bij 0,4 millimeter te zijn.

  • Er dient rekening te worden gehouden met (negatieve) weersinvloeden (bijv. harde wind). Bij een windsnelheid van 50 kilometer per uur of meer (windkracht 7 of hoger) dienen de werkzaamheden te worden gestaakt.

  • Iedere dag, na het beëindigen van de werkzaamheden, dienen vrijgekomen afvalstoffen te worden verzameld en dient de openbare weg en bodem schoon te worden achtergelaten.

  • Alle verzamelde afvalstoffen dienen elke dag na voltooiing van de werkzaamheden van de locatie te worden verwijderd. Deze afvalstoffen dienen te worden afgevoerd als bedrijfsafval.

  • Indien de afvalstoffen als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt, dient het conform de Wm naar een erkende inzamelaar (vergunninghouder) te worden afgevoerd.

    Wat dit voorschrift betreft wordt er tevens op gewezen, voor zover de Wm van toepassing is, ook aan de onderstaande eisen moet worden voldaan.

    Bij afgifte van een gevaarlijke afvalstof aan een erkendeinzamelaar (vergunninghouder) dient de aanvrager, per verschillende afvalstof, een wettelijk voorgeschreven omschrijvingsformulier in te vullen.

    Verder dient de aanvrager per afgifte, een afgiftebon (het resterende deel van de formulieren) te kunnen overleggen waar onder andere de afgegeven hoeveelheden, de datum van afgifte, de aanbieder en ontvanger van de partij gevaarlijk afval en een eventuele vervoerder (mits dit niet de vergunninghouder is) op vermeld moeten staan. Deze formulieren, die iedere erkende inzamelaar (vergunninghouder) kan verstrekken, dienen door zowel de aanbieder als ontvanger ondertekend te zijn.

Dit voorschrift geldt voor alle reinigingstechnieken droge en natte reiniging

 

4.4 Afvalwater

De regelgeving met betrekking tot lozing van afvalwater afkomstig van gevelreiniging wordt geregeld in twee besluiten. Indien er sprake is van lozing vanuit een inrichting, dan is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) van toepassing. Als het gaat om lozing vanuit een niet-inrichting dan is het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) van toepassing. In beide besluiten geldt dat het lozen in een vuilwaterriool in eerste instantie ongewenst is. Dit kan bij maatwerkvoorschriften worden toegestaan.

Werkzaamheden waarbij sprake is van een eenvoudige reiniging of natte reiniging waarbij uitsluitend water wordt gebruikt (zonder gebruik van straalmiddelen), de druk kleiner is dan 200 bar (hoge druk) en de ondergrond niet voorzien is van een behandeling2 kunnen plaatsvinden zonder afscherming.

Werkzaamheden waarbij sprake is van natte reiniging, waarbij de druk meer bedraagt dan 200 bar (hoge druk) en/of straalmiddelen worden gebruikt is afscherming noodzakelijk. Het afvalwater dient lekdicht te worden opgevangen en lekdicht naar een bezinkbassin te worden gevoerd. Na het doorlopen van het bezinkbassin bedraagt het gehalte aan onopgeloste bestanddelen in het effluent ten hoogste 50 milligram per liter. Dit gehalte mag niet door verdunning worden bereikt.

Werkzaamheden waarbij sprake is van chemisch reinigen is afscherming (een risicozone) noodzakelijk. Afhankelijk van de gebruikte stoffen en de veiligheidsinformatiebladen is lozing in hemel- of vuilwaterriool niet in alle gevallen mogelijk.

Voorschriften:

  • Er dient een risicozone voor passerend publiek en voertuigen te worden afgezet opdat passerend publiek en voertuigen niet in contact kunnen komen met van de gevel afkomstige afvalstoffen c.q. afvalwater.

  • Afstromend afvalwater dient in een voorziening (bezinkbassin) opgevangen te worden.

  • Bij het lozen in de bodem en/of in het (hemel)waterriool van de in de voorziening opgevangen vloeistof bedraagt het gehalte aan onopgeloste bestanddelen niet meer dan 50 milligram per liter, zoals bepaald volgens NEN-EN 872. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door middel van geleiding van het afvalwater door een zandvanger of een anderszins doelmatige voorziening

Deze voorschriften gelden voor de reinigingstechnieken een natte reiniging waarbij niet uitsluitend water wordt gebruikt, de druk niet kleiner is dan 200 bar (hoge druk) of de ondergrond niet voorzien is van een behandeling en een chemisch reiniging waarbij na beoordeling van het veiligheidsinformatieblad lozing toegestaan is

 

  • Het opgevangen afvalwater mag niet op of in de bodem of op het (vuilwaterriool) worden geloosd. Het afvalwater dient te worden aangemerkt als gevaarlijk afval.

  • Indien het afvalwater als gevaarlijk afval moet worden aangemerkt, en niet door de op de aanvraag vermelde (rechts)persoon wordt gezuiverd, dient het conform de Wm naar een erkende inzamelaar (vergunninghouder) te worden afgevoerd.

    Wat dit voorschrift betreft wordt er tevens op gewezen, voor zover de Wm van toepassing is, ook aan de onderstaande eisen moet worden voldaan.

    Bij afgifte van een gevaarlijke afvalstof aan een erkend inzamelaar (vergunninghouder) dient de aanvrager, per verschillende afvalstof, een wettelijk voorgeschreven omschrijvingsformulier in te vullen.

    Verder dient de aanvrager per afgifte, een afgiftebon (het resterende deel van de formulieren) kunnen overleggen waar onder andere de afgegeven hoeveelheden, de datum van afgifte, de aanbieder en ontvanger van de partij gevaarlijk afval en een eventuele vervoerder (mits dit niet de vergunninghouder is) op vermeld moeten staan. Deze formulieren, die iedere erkende inzamelaar (vergunninghouder) kan verstrekken, dienen door zowel de aanbieder als ontvanger ondertekend te zijn.

Deze voorschriften gelden voor de reinigingstechniek chemisch reiniging waarbij na beoordeling van het veiligheidsinformatieblad lozing van het afvalwater niet is toegestaan

 

5 HANDHAVING

5.1 Bestuursrecht

In de Nota integrale handhaving Purmerend 2012-2015 is aan toezicht en handhaving bij gevelreiniging een prioritering toegekend. Indien er sprake is van gevelreiniging met het lozen van afvalwater valt dit onder de prioriteit 'hoog'. Als er geen sprake is van het lozen van afvalwater valt het gevelreinigen onder de prioriteit gemiddeld.

 

Toezicht

Gezien de bovenstaande prioritering vindt er op de volgende wijze toezicht plaats:

  • -

    gevelreinigen met lozen: altijd een toezichtcontrole

  • -

    gevelreinigen zonder lozen: steekproefsgewijze controle

 

Handhaving

De sanctiestrategie bestaat in beginsel uit het driestappenplan: waarschuwing, vooraankondiging, opleggen bestuursrechtelijke sanctie. Bij gevelreiniging is er een aantal (niet gelimiteerde) uitzonderingen:

  • indien er niet conform de voorschriften geloosd wordt: twee stappen

  • indien er sprake is van onomkeerbare gevolgen voor bijvoorbeeld de bodem of het riool: 1 stap

  • indien er sprake is van ernstige overlast voor de omgeving en/of personen: één stap

Handhaving in twee stappen wil zeggen dat er geen waarschuwing wordt gegeven en na de vooraankondiging direct een bestuursrechtelijke sanctie wordt opgelegd. Handhaving in één stap wil zeggen dat er direct een bestuursrechtelijke sanctie (met begunstigingstermijn) wordt opgelegd.

 

Bij bestuursrechtelijke handhaving zijn er verschillende instrumenten inzetbaar, zoals het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Deze instrumenten zijn echter niet allemaal en altijd geschikt voor handhaving als het gaat om gevelreiniging. Gevelreinigingen zijn vaak (relatief) kortdurende werkzaamheden die meestal niet passen bij het zorgvuldige maar wel vaak langdurige handhavingstraject van het bestuursrecht. Hieronder worden een aantal situaties besproken waarbij de volgende bestuursrechtelijke instrumenten kunnen worden ingezet:

  • Indien er sprake is van een situatie die directe stillegging (vorm van bestuursdwang) vereist, dan kunnen de werkzaamheden worden stilgelegd. Deze beslissing, bekend gemaakt ter plaatse door de toezichthouder, dient altijd vooraf te gaan aan een belangenafweging. Het besluit tot stillegging dient zo snel mogelijk op schrift te worden gesteld na de mededeling van de toezichthouder ter plaatse.

  • Indien een overtreding eerder is geconstateerd, kan een dwangsom worden opgelegd ter voorkoming van herhaling. Om te kunnen spreken van een last ter voorkoming van herhaling, dienen de omstandigheden ten tijde van de eerdere overtreding op één lijn te stellen zijn met de actuele overtreding. Daarbij spelen de volgende factoren een rol bij het beoordelen van de mate van continuïteit van de overtredingen: de mate van overeenkomst met de eerdere overtreding (bijvoorbeeld wat betreft wettelijk voorschrift, overtreder en situatieve omstandigheden), de aard van de overtredingen (doen deze zich sporadisch, frequent dan wel stelselmatig voor) en het tijdsverloop sinds de geconstateerde overtreding. Deze dwangsom verbeurd ineens bij een nieuwe overtreding.

  • Indien er sprake is van langdurige werkzaamheden waarbij een begunstigingstermijn gesteld kan worden. Meestal zijn de werkzaamheden van dusdanige korte duur dat het stellen van een begunstigingstermijn praktisch onmogelijk is maar een dermate spoedeisendheid ontbreekt. Bij langdurige projecten kan wel de bovenstaande sanctiestrategie worden toegepast.

5.2 Strafrecht

Afspraken met de politie

De afspraken met de politie zijn als volgt:

  • Is er sprake van een administratieve overtreding (zoals het aanvragen van een vergunning/ontheffing/maatwerkvoorschriften) terwijl de werkzaamheden zelf geen aanleiding geven tot het verbaliseren? Dan hoeft er geen contact opgenomen te worden met de politie.

  • Geven de werkzaamheden aanleiding tot verbaliseren? Dan kan de toezichthouder contact opnemen met het milieuteam van de politie Zaanstreek-Waterland. (voorbeeld: vervuiling plantsoenen, zonder beschermingsvoorzieningen lozen)

 

Strafbaarstellingen

Overtreding van het Besluit lozen buiten inrichtingen:

Strafbaarstelling: artikel 1a onder 2 van de Wet op de Economische delicten

 

Overtreding Afvalstoffenverordening:

Strafbaarstelling: artikel 1a onder 2 van de Wet op de Economische delicten

 

Overtreding van de Apv:

Strafbaarstelling: artikel 115 van de Apv

 

Bijlage I Aanvraagformulier gevelreiniging en toelichting

 

Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving

 

Formulier Gevelreiniging (inclusief uithakken)

(zoals bedoeld in de Uitvoeringsregels Gevelreiniging Gemeente Purmerend)

 

 

Van toepassing zijnde wet- en regelgeving

- Besluit lozen buiten inrichtingen voor wat betreft de lozingen in de bodem en op het vuilwater- of hemelwaterriool;

- artikel 42 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Purmerend 2003 voor wat betreft het veroorzaken van geluidshinder;

- artikel 25 van de Afvalstoffenverordening Purmerend 2008 voor wat betreft een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu kan veroorzaken.

1. ALGEMENE GEGEVENS

Vul dit onderdeel van het formulier altijd in. Als bij de vraag een bijlage hoort, dan is dit aangegeven.

1.

INFORMATIE UITVOERDER

Organisatie/bedrijf:

Naam en voorletter(s):

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Telefoonnummer:

E-mailadres:

2.

PROJECTINFORMATIE

Opdrachtgever:

Contactpersoon:

Telefoonnummer:

Adres van het te reinigen object:

Soort object: woning / school / bedrijfspand / brug / overig, nl.:

Materiaal oppervlakte: steen / beton / glas / anders, nl.:

De reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd van (datum):

tot en met:

3.

WERKWIJZE REINIGING

Welke reinigingsmethode wordt gebruikt?: (geef één of meerdere keuzes aan)

Eenvoudige reiniging

 afwassen met water

 schoonspuiten met water onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters

 stoomreinigen onder een druk van ten hoogste 200 bar (hoge druk) zonder toevoeging van ontvetters

Voorbehandelingen

 bevochtigd handmatig schuren met schuurpapier of met een handschuurapparaat

 borstelen

 handmatig uithakken

 mechanisch uithakken

 schuren of borstelen met roterende schuurmachines met bronafzuiging

 afblazen met perslucht tot 8 bar

Droge reiniging

 droog integraal stralen*

Natte reiniging

 schoonspuiten met water onder een druk van meer dan 200 bar

 hoge druk watergritstralen (bijvoorbeeld met olivinezand)*

Natte reiniging

 schoonspuiten met water onder een druk van meer dan 200 bar

 hoge druk watergritstralen (bijvoorbeeld met olivinezand)*

4.

OVERIGE WERKZAAMHEDEN

Gaat u de gevel uithakken en voegen?

o Nee

o Ja, dan vraagt u hierbij ook een ontheffing/vergunning aan op basis van artikel 25 van de Afvalstoffenverordening

Zijn er tijdens de werkzaamheden toestellen en apparaten in werking die geluidshinder kunnen veroorzaken? (Bijvoorbeeld een compressor of aggregaat)

o Nee

o Ja, dan vraagt u hierbij ook een ontheffing/vergunning aan op basis van artikel 42 van de Algemene plaatselijke verordening 2003

2. ONDERTEKENING

Vul dit onderdeel van het formulier altijd in. U ondertekent en verstuurt de aanvraag inclusief bijlagen.

1.

Ondertekening

Onderteken deze aanvraag als u alle van toepassing zijnde vragen hebt beantwoord

Ik verklaar dit formulier en de bijlagen naar waarheid te hebben ingevuld

Naam:

Plaats:

Datum:

Handtekening:

Aantal bijgevoegde bijlagen:

2.

Aanvraag versturen

Stuur alle ingevulde onderdelen van het meldingsformulier inclusief de bijlagen per email of per post naar de gemeente Purmerend.

Adres:

Postbus 15

1440 AA Purmerend

E-mailadres:

registratuur@purmerend.nl

 

3. MELDING HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER

Voor het onttrekken en lozen van grondwater op het oppervlaktewater is een watervergunning nodig van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Daarnaast wordt door HHNK een heffing gerekend voor het lozen van onttrokken grondwater in de riolering of het oppervlaktewater. Meldingen van onttrekkingen en lozingen moeten aan HHNK op onderstaand telefoonnummer worden gemeld.

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Centraal/ Watersystemen

Bezoekadres:

Bevelandseweg 1, 1703 AZ Heerhugowaard

Postadres:

Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard

Tel: 072-582 8282

www.hhnk.nl

info@hhnk.nl 

* voeg een beschrijving bij van de gebruikte apparatuur en gebruikte stoffen (productinformatiebladen)

 

N.B. Onvolledig ingevulde formulieren worden niet in behandeling genomen.

Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, telefoonnummer 0299 – 452 452.

 


1

Niet noodzakelijk indien het te behandelen oppervlak zich 1 meter onder de hoogste daklijn bevindt.

2

Deze voorwaarden cumulatief (aan alle voorwaarden moet worden voldaan)