Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Urk

Beleidsregel parkeren Urk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUrk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel parkeren Urk
CiteertitelBeleidsregel parkeren Urk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-01-2021Nieuwe regeling

03-11-2020

gmb-2021-24436

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel parkeren Urk

Artikel 1. Algemeen

  • 1.

    Indien een functie niet in onderstaande lijst van functies wordt genoemd, dan geldt de meest recente versie van:

    • a.

      de CROW-publicatie ‘Toekomstbestendig parkeren, van parkeerkencijfers naar parkeernormen’ (nr. 381 of zijn opvolger(s)), en

    • b.

      de CROW-publicatie ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ (nr. 317 of zijn opvolger(s)).

  • 2.

    Bij het toepassen van de CROW-publicaties dient uitgegaan te worden van ‘niet stedelijk’, ‘rest bebouwde kom’.

  • 3.

    Wanneer een bandbreedte wordt aangegeven, wordt uitgegaan van het maximale daarvan.

  • 4.

    Mocht de functie niet voorkomen in de CROW-lijst, dan moet worden uitgegaan van de functie die als meest gelijkwaardig wordt beschouwd.

  • 5.

    Wanneer er op basis van de parkeernormen een aantal parkeerplaatsen (pp) wordt berekend, dat geen geheel getal is, wordt het aantal parkeerplaatsen altijd naar boven afgerond naar het eerste daarboven gelegen gehele getal.

Artikel 2. Parkeernormen

2.1 Wonen

  • 1.

    Voor vrijstaande woningen en twee-onder-één-kapwoningen, geldt dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden, waarbij de parkeernorm naar boven dient te worden afgerond.

  • 2.

    Voor tussenwoningen als onderdeel van rijwoningen geldt dat het parkeren kan plaatsvinden in de openbare ruimte.

  • 3.

    Voor hoekwoningen als onderdeel van rijwoningen geldt dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden, waarbij de parkeernorm naar boven dient te worden afgerond.

  • 4.

    Voor appartementen geldt dat het parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

  • 5.

    De parkeernorm op eigen terrein voor woningen is opgenomen in de kolom ‘parkeernorm eigen terrein’.

  • 6.

    De parkeernorm voor woningen is opgenomen in de kolom ‘parkeernorm’. Het bezoekers aandeel binnen de parkeernorm is opgenomen in de kolom ‘bezoekersaandeel’.

Tabel 2.1 Parkeernormen wonen

Wonen

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Aandeel bezoekersparkeren (pp)

Vrijstaand

per woning

2,7

0,3

Twee-onder-een-kap

per woning

2,6

0,3

Rijenwoningen

per woning

2,4

0,3

Appartement, koop, duur

per woning

2,5

0,3

Appartement, koop, midden

per woning

2,3

0,3

Appartement, koop, goedkoop

per woning

2,0

0,3

Appartement, huur, duur

per woning

2,3

0,3

Appartement, huur, midden/goedkoop

per woning

1,8

0,3

Appartementen – koop, goedkoop: € 135.000 - € 192.500 | Appartementen – koop, midden: > € 192.500 - € 250.000 | Appartementen – koop, duur: > € 250.000 | Appartementen – huur, goedkoop: < € 700 | Appartementen – huur, midden: € 700 - € 900 | Appartementen – huur, duur: > € 900

2.2 Beroep aan huis

  • 1.

    Omdat een beroep aan huis altijd ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie, gelden voor (vrije) beroepen aan huis geen aanvullende parkeernormen.

2.3 Werken

  • 1.

    Voor de functies werken geldt dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden dan wel dat parkeren dient plaats te vinden op een gehuurd of gekocht parkeerterrein in de nabijheid van de het betreffende perceel.

Tabel 2.3 Parkeernormen werken

Werken

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Kantoor (zonder baliefunctie)

per 100 m² bvo

2,8

Commerciële dienstverlening (kantoor met baliefuncties)

per 100 m² bvo

3,8

Bedrijf arbeidsintensief/ bezoekersextensief (laboratorium, werkplaats, industrie, garagebedrijf)

per 100 m² bvo

2,6*

Bedrijf arbeidsextensief/ bezoekersextensief (loods, opslag, transportbedrijf)

per 100 m² bvo

1,3*

Bedrijfsverzamelgebouw

per 100 m² bvo

2,2

* Exclusief vrachtwagenparkeren

2.4 Detailhandel en horeca

  • 1.

    Voor de functies detailhandel en horeca geldt dat parkeren in het openbaar gebied kan plaatsvinden.

Tabel 2.4 Parkeernormen detailhandel en horeca

Detailhandel en horeca

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Buurtsupermarkt (<650 m² bvo)

per 100 m² bvo

5,3

Fullservice supermarkt (met speciale afdelingen voor groente, vlees, kaas en brood)

per 100 m² bvo

7,5

Grote supermarkt (XL) (>1.200 m² bvo)

per 100 m² bvo

9,8

Groothandel specialist (bijv. levensmiddelen, kantoorartikelen)

per 100 m² bvo

7,9

Groothandel algemeen

per 100 m² bvo

8,4

Buurt- en dorpscentrum

per 100 m² bvo

5,1

Wijkcentrum (klein)

per 100 m² bvo

6,0

Kringloopwinkel

per 100 m² bvo

2,2

Bruin- en witgoedzaken

per 100 m² bvo

8,9

Woonwarenhuis/woonwinkel

per 100 m² bvo

2,2

Bouwmarkt

per 100 m² bvo

2,6

Tuincentrum, incl. buitenruimte (>1.000 m² wvo)

per 100 m² bvo

2,9

Groencentrum incl. buitenruimte (<2.000 m² wvo)

per 100 m² bvo

2,9

Café/bar/cafetaria

per 100 m² bvo

8,0

Restaurant

per 100 m² bvo

16,0

2.5 Maatschappelijke voorzieningen

  • 1.

    Voor maatschappelijke voorzieningen geldt dat parkeren in het openbaar gebied kan plaatsvinden.

Tabel 2.5 Parkeernormen maatschappelijke voorzieningen

Maatschappelijke voorzieningen

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Huisartsenpraktijk (-centrum)

per behandelkamer

3,5

Apotheek

per apotheek

3,6

Fysiotherapiepraktijk

per behandelkamer

2,2

Consultatiebureau

per behandelkamer

2,4

Consultatiebureau voor ouderen

per behandelkamer

2,1

Tandartsenpraktijk

per behandelkamer

2,8

Gezondheidscentrum

per behandelkamer

2,7

Begraafplaats

per (deels) gelijktijdige plechtigheid

36,6

Religiegebouw (kerk)

per zitplaats

0,2

Verpleeg- en verzorgingstehuis

per woonheid

0,7

2.6 Onderwijs

  • 1.

    Voor het onderwijs geldt dat parkeren in het openbaar gebied kan plaatsvinden.

  • 2.

    Kiss+ride. De grootste parkeerdruk bij basisscholen ontstaat door het brengen en afhalen. De gemeente Urk gebruikt hiervoor het rekenprogramma dat door het CROW ter beschikking wordt gesteld.

Tabel 2.6 Parkeernormen onderwijs

Onderwijs

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Kinderdagverblijf (crèche)

per 100 m² bvo

1,5

Basisonderwijs

per leslokaal

1,0

ROC

per 100 leerlingen

6,9

Avondonderwijs

per 10 studenten

7,9

Kiss & Ride (halen en brengen)

per lokaal

2,1

2.7 Sport, cultuur en recreatie

  • 1.

    Voor de functies sport, cultuur en recreatie geldt dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

Tabel 2.7 Parkeernormen sport, cultuur en recreatie

Sport, cultuur en recreatie

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Bibliotheek

per 100 m² bvo

1,4

Museum

per 100 m² bvo

1,2

Bioscoop

per 100 m² bvo

12,2

Filmtheater/filmhuis

per 100 m² bvo

8,9

Theater/schouwburg

per 100 m² bvo

11,3

Bowlingcentrum

per bowlingbaan

3,3

Biljart-/snookercentrum

per tafel

1,6

Dansstudio

per 100 m² bvo

6,0

Fitnessstudio/sportschool

per 100 m² bvo

5,3

Fitnesscentrum

per 100 m² bvo

6,8

Wellnesscentrum (thermen, kuur-, beautycentrum

per 100 m² bvo

9,8

Sauna/hamman

per 100 m² bvo

7,2

Sporthal

per 100 m² bvo

3,1

Sportzaal

per 100 m² bvo

3,1

Tennishal

per 100 m² bvo

0,6

Squashhal

per 100 m² bvo

2,8

Sportveld*

per hectare netto terrein

27,0

Golfoefencentrum (pitch en put, circa 6 hectare)

per centrum

53,1

Indoorspeeltuin (gemiddeld en kleiner)

per 100 m² bvo

7,2

Indoorspeeltuin (groot)

per 100 m² bvo

8,1

Indoorspeeltuin (zeer groot)

per 100 m² bvo

7,4

Kinderboerderij/stadsboerderij

per gem. boerderij

7,2

* exclusief kantine, kleedruimte, oefenveldje en toiletten

Artikel 3. Fietsparkeren

  • 1.

    Het bieden van goede en voldoende parkeervoorzieningen voor (brom)fietsen is net zo essentieel als voor auto’s. Daarom zijn onderstaand de parkeernormen voor de fiets opgenomen.

  • 2.

    Fietsparkeerplaatsen dienen te voldoen aan het keurmerk Fietsparkeur.

Tabel 3.1 Parkeernormen fietsparkeren

Werken

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Kantoor (personeel) **

per 100 m² bvo

1,2

Kantoor met balie (bezoekers)

balie

5,0

Detailhandel en horeca

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Winkelcentrum

per 100 m² bvo

2,7

Supermarkt

per 100 m² bvo

2,9

Bouwmarkt

per 100 m² bvo

0,25

Tuincentrum

per 100 m² bvo

0,4

Restaurant (eenvoudig)

per 100 m² bvo

18,0

Restaurant (luxe)

per 100 m² bvo

4,0

Maatschappelijke voorzieningen

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Apotheek (bezoekers)

locatie

7,0

Apotheek (medewerkers)

locatie

4,0

Begraafplaats

gelijktijdige plechtigheid

5,0

Gezondheidscentrum (bezoekers)

per 100 m² bvo

1,3

Gezondheidscentrum (medewerkers)

per 100 m² bvo

0,4

Religiegebouw (kerk)

100 zitplaatsen

40,0

Onderwijs

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Basisschool (leerlingen)

 

 

- < 250 leerlingen

10 leerlingen

4,3

- 250 tot 500 leerlingen

10 leerlingen

5,0

- > 500 leerlingen

10 leerlingen

6,2

Basisschool (medewerkers)

10 leerlingen

0,4

Middelbare school (leerlingen)

per 100 m² bvo

14

Middelbare school (medewerkers)

per 100 m² bvo

0,4

ROC (leerlingen)

per 100 m² bvo

12

ROC (medewerkers)

per 100 m² bvo

0,9

Sport, cultuur & recreatie

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Bibliotheek

per 100 m² bvo

3,0

Bioscoop

per 100 m² bvo

1,4

Fitness

per 100 m² bvo

2,0

Museum

per 100 m² bvo

0,9

Sporthal

per 100 m² bvo

2,5

Sportveld

ha netto terrein

61,0

Sportzaal

per 100 m² bvo

4,0

Stedelijke evenementen

100 bezoekers

32,0

Theater

100 zitplaatsen

18,0

Overstapplaatsen

Grondslag

Parkeernorm (pp)

Busstation

per halterende buslijn

42,0

Artikel 4. Laden en lossen

Sommige voorzieningen, zoals bedrijven, supermarkten, detailhandel en horeca hebben behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen en voor het manoeuvreren van (zware) motorvoertuigen. Voor die voorzieningen die een verwachte behoefte aan ruimte voor laden, lossen en manoeuvreren hebben, moet in deze behoefte in voldoende mate voorzien zijn op het eigen terrein.

Artikel 5. Aanvullende voorwaarden

  • 1.

    Bij publieke voorzieningen moet minimaal 2% van de parkeerplaatsen worden uitgevoerd als parkeerplaats voor mindervaliden.

  • 2.

    Voor bezoekers van woningen en publieke voorzieningen moeten parkeerplaatsen in principe openbaar toegankelijk zijn.

  • 3.

    Parkeerplaatsen met een oplaadpunt voor elektrisch vervoer in het publieke domein worden beschouwd als openbare parkeerplaatsen. De locatie en hoeveelheid laadpalen voor elektrisch vervoer is vastgelegd in het Beleid openbare laadinfrastructuur.

Artikel 6. Bepaling normatieve parkeerbehoefte

Zodra een ontwerp van een ontwikkeling in het kader van de omgevingsvergunningaanvraag zich daarvoor leent, wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten parkeerbehoefte van de ontwikkeling op basis van de in deze beleidsregels genoemde parkeernormen. Het betreft de grondslag van de berekening van het aantal parkeerplaatsen waarvan de initiatiefnemer tijdens het ontwerpproces kan uitgaan dat hij zal moeten realiseren op de ontwikkelingslocatie of moet vinden binnen de benoemde loopafstanden (afhankelijk van de te faciliteren doelgroepen).

6.1 Benodigde parkeercapaciteit

Wanneer de gegevens van het bouwplan bekend zijn, wordt de bijbehorende norm gekozen. Deze wordt vermenigvuldigd met het aantal woningen, met het vloeroppervlak (bijvoorbeeld bij kantoren, bedrijven) of met andere eenheden zoals het aantal zitplaatsen (bij een theater). Bij een gecombineerde ontwikkeling, wordt de berekening voor iedere functie uitgevoerd en worden de uitkomsten bij elkaar opgeteld. Dit wordt de normatieve parkeerbehoefte genoemd. Dubbelgebruik is mogelijk. De normen hiervoor zijn genoemd in paragraaf 6.2.

6.2 Dubbelgebruik

De parkeernorm geeft aan wat de parkeerbehoefte van een functie is. Wanneer binnen een ontwikkeling meerdere functies worden gebouwd, vallen de pieken in parkeerbehoefte van die functies niet altijd op hetzelfde moment. Bij woningen is de behoefte aan parkeercapaciteit bijvoorbeeld ’s avonds en ’s nachts maximaal; bij een bedrijf of kantoor zal die behoefte vooral overdag optreden. Dit noemen we de maatgevende momenten voor de parkeerbehoefte van die functies. Door het combineren van die functies kan een deel van de parkeercapaciteit mogelijk dubbel gebruikt worden. In dergelijke gevallen zijn daarom minder parkeerplaatsen nodig dan de complete optelsom van de parkeerbehoeftes.

 

In eerste instantie moet gekeken worden welke parkeerplaatsen in aanmerking komen voor dubbelgebruik. Parkeerplaatsen die daar niet voor in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld plaatsen voor bewoners op eigen terrein of parkeerplaatsen die worden verkocht of verhuurd aan specifieke gebruikers. Parkeerplaatsen voor bezoek of voor een tweede auto komen vaak wel in aanmerking voor dubbelgebruik.

 

In publicatie 137 van de CROW staan de aanwezigheidspercentages per functie per moment van de week. Hiermee wordt voor deze momenten de parkeerbehoefte per voorziening berekend. Het moment in de week waarop de totale parkeerbehoefte het grootst is, wordt het maatgevende (drukste) moment genoemd. De netto parkeerbehoefte wordt bepaald door de parkeerbehoefte op dit maatgevende moment te vermeerderen met het aantal parkeerplaatsen dat niet in aanmerking komt voor dubbelgebruik.

Tabel 6.1 Aanwezigheidspercentages (bron: CROW, Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie, CROW-publicatie 317, 2012)

 

Werkdagochtend

Werkdagmiddag

Werkdagavond

Koopavond

Werkdagnacht

Zaterdagmiddag

Zaterdagavond

Zondagmiddag

Woningen bewoners

50 %

50 %

90 %

80 %

100 %

60 %

80 %

70 %

Woningen bezoekers

10 %

20 %

80 %

70 %

0 %

60 %

100 %

70 %

Kantoor/bedrijven

100 %

100 %

5 %

5 %

0 %

0 %

0 %

0 %

Commerciële dienstverlening

100 %

100 %

5 %

75 %

0 %

0 %

0 %

0 %

Detailhandel

30 %

60 %

10 %

75 %

0 %

100 %

0 %

0 %

Grootschalige detailhandel

30 %

60 %

70 %

80 %

0 %

100 %

0 %

0 %

Supermarkt

30 %

60 %

40 %

80 %

0 %

100 %

40 %

0 %

Sportfuncties binnen

50 %

50 %

100 %

100 %

0 %

100 %

100 %

75 %

Sportfuncties buiten

25 %

25 %

50 %

50 %

0 %

100 %

25 %

100 %

Bioscoop/theater/podium/enzovoort

5 %

25 %

90 %

90 %

0 %

40 %

100 %

40 %

Sociaal medisch: arts/maatschap/ therapeut/consultatiebureau

100 %

75 %

10 %

10 %

0 %

10 %

10 %

10 %

Verpleeg-/verzorgingstehuis/ aanleunwoning/verzorgingsflat

50 %

50 %

100 %

100 %

25 %

100 %

100 %

100 %

Ziekenhuis patiënten inclusief bezoekers

60 %

100 %

60 %

60 %

5 %

60 %

60 %

60 %

Ziekenhuis medewerkers

75 %

100 %

40 %

40 %

25 %

40 %

40 %

40 %

Dagonderwijs

100 %

100 %

0 %

0 %

0 %

0 %

0 %

0 %

Avondonderwijs

0 %

0 %

100 %

100 %

0 %

0 %

0 %

0 %

Tabel 6.2 Voorbeeldberekening dubbelgebruik

Categorie

Totaal

Werkdag

Avond

Koopavond

Zaterdag

Wonen

20

10 (50%)

18 (90%)

16 (80%)

12 (60%)

Werken

8,3

8,3 (100%)

0,4 (5%)

6,2 (75%)

0 (0%)

Totaal

28,3

18,3

18,4

22,2

12

Voor deze ontwikkeling moeten dus minimaal 23 (22,2 naar boven afgerond) parkeerplaatsen gerealiseerd worden, waarbij de parkeerplaatsen voor iedereen toegankelijk moeten zijn, zodat ook daadwerkelijk uitwisseling kan plaats vinden.

6.3 Verrekening parkeerbehoefte bestaande situatie

Bij vervangende nieuwbouw, verbouw en functiewijziging wordt rekening gehouden met de parkeerbehoefte van de bestaande situatie. Uitgangspunt is dat de normatieve behoefte van het laatste legale gebruik van de bestaande situatie wordt afgetrokken van de te berekenen normatieve parkeerbehoefte van de nieuwe situatie. Dit geldt alleen indien de parkeerplaatsen die in de bestaande situatie gebruikt werden, blijven bestaan. Als een gebouw of terrein meer dan vijf jaar ongebruikt of ’tijdelijk’ gebruikt is gebleven, wordt de parkeerbehoefte van de bestaande situatie in principe geacht nihil te zijn. Het is ter beoordeling van de gemeente of er sprake is van tijdelijk gebruik. De initiatiefnemer krijgt de gelegenheid om aan te tonen dat de beschikbare parkeergelegenheid in de directe omgeving van de ontwikkeling in relatie kan worden gebracht van de oude bestemming en dat deze voor reductie in aanmerking komt voor de nieuwe ontwikkeling. De initiatiefnemer moet een en ander goed onderbouwen. In dat geval kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van de parkeereis.

Artikel 7. Afwijken van de parkeerregels

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd af te wijken van de beleidsregels parkeren, indien:

    • a.

      het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit. Dit is het geval als er naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders sprake is van een situatie waarin:

      • i.

        het redelijkerwijs fysiek onmogelijk of uit stedenbouwkundig, esthetisch, historisch, monumentaal of verkeersveiligheidsoogpunt niet aanvaardbaar is om op eigen terrein in de nodige parkeer- of stallingsruimte te voorzien;

      • ii.

        het een aanvraag betreft om een tijdelijke omgevingsvergunning voor maximaal 2 jaar (deze termijn is niet te verlengen) van een bouwwerk dat ondersteunend is aan de functie van het hoofdgebouw op het perceel (bijvoorbeeld een extra schoollokaal of een opslagruimte bij een bestaande school) of dat ter vervanging dient van het hoofdgebouw op het perceel (bijv. een vervangend tijdelijk gebouw na brand). Indien en voor zover er niet voldaan kan worden aan de parkeernormen, verleend/vergund het college een afwijking met inachtneming van het volgende:

        • 1.

          er hoeft geen vergoeding betaald te worden.

        • 2.

          parkeerplaatsen die door realisatie van het tijdelijk bouwwerk niet meer bruikbaar/bereikbaar zijn, moeten meteen gecompenseerd worden.

      • iii.

        het bijzonder gemeentelijk belang van het project zwaarder weegt dan het (geheel) voldoen aan de parkeerregels.

    • b.

      er op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien. Dit is het geval wanneer:

      • i.

        de benodigde parkeer- of stallingsruimte door degene die een project wil realiseren binnen een redelijke loopafstand wordt gerealiseerd; of, wanneer dit niet het geval is,

      • ii.

        er voldoende ruimte in openbaar gebied, binnen een redelijke loopafstand, aanwezig is om de parkeerbehoefte op te vangen of, wanneer ook dit niet het geval is,

      • iii.

        er, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, voldoende is geobjectiveerd dat het parkeerprobleem niet op eigen terrein is op te lossen en dat er mogelijkheden voor de gemeente zelf zijn om binnen een redelijke loopafstand een oplossing voor de parkeerbehoefte te realiseren.

  • 2.

    Onder een redelijke loopafstand wordt verstaan:

    Tabel 7.1 Normafstanden (met uitzondering van mindervaliden)

    Doel van de bestemming

    Acceptabele loopafstand in meters

    Wonen

    100

    Winkelen

    200

    Werken

    200

    Ontspanning/recreatie

    100

    Gezondheidszorg

    100

    Onderwijs

    100

  • 3.

    Voor het gebruiken van parkeerplaatsen in openbaar gebied, niet zijnde als gevolg van het wonen, geldt dat de parkeerplaatsen openbaar toegankelijk blijven en dat de aanvrager een vergoeding per parkeerplaats (prijspeil 2020) aan de gemeente verschuldigd is. De hoogte van deze vergoeding is bepaald in het Grondprijsbeleid.

  • 4.

    Een afwijking op grond van artikel 7 lid 1 onder a van deze beleidsregels kan alleen worden verleend als duidelijk is geworden dat een afwijking op grond van artikel 7 lid 1 onder b van deze beleidsregels niet mogelijk is.

7.1 Afwijken van parkeerregels in een bestemmingsplan

  • 1.

    Om voor een afwijking van de parkeerregels uit een bestemmingsplan juncto artikel 7 lid 1 onder a en b van deze beleidsregels in aanmerking te komen, dient degene die een project wil realiseren hiervoor een gemotiveerde aanvraag omgevingsvergunning in te dienen bij het bevoegd gezag.

  • 2.

    Aanvrager dient gemotiveerd aan te geven waarom er redelijkerwijs niet voldaan kan worden aan de parkeerregels van het bestemmingsplan.

  • 3.

    Aanvrager dient in de aanvraag aan te geven voor welke afwijkingsmogelijkheid genoemd in deze beleidsregels hij in aanmerking wil komen.

  • 4.

    Aanvrager dient in de aanvraag expliciet aan te geven dat hij met een financiële voorwaarde akkoord gaat, voor zover het betreft een verzoek om een afwijking waaraan op grond van artikel 7 lid 3 van deze beleidsregels een financiële voorwaarde wordt verbonden.

  • 5.

    Om voor een afwijking op grond van artikel 7 lid 1 onder b onder i van deze beleidsregels in aanmerking te kunnen komen, dient de aanvrager gemotiveerd aan te geven op welke andere wijze binnen een redelijke loopafstand de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt gerealiseerd.

  • 6.

    Om voor een afwijking op grond van artikel 7 lid 1 onder b onder ii van deze beleidsregels in aanmerking te kunnen komen, dient de aanvrager gemotiveerd aan te geven dat er voldoende ruimte in de openbare ruimte aanwezig is om de parkeerbehoefte op te vangen. Het parkeeronderzoek dient uitgevoerd te worden door een verkeerskundig specialist.

  • 7.

    Om voor een afwijking op grond van artikel 7 lid 1 onder b onder iii van deze beleidsregels in aanmerking te kunnen komen, dient de aanvrager gemotiveerd aan te geven dat er voor de gemeente voldoende mogelijkheden zijn om binnen een redelijke loopafstand voldoende parkeerplekken te realiseren.

Bij de beoordeling van meervoudig ruimtegebruik wordt tevens de jaarlijkse rapportage die plaatsvindt in het kader van de Monitoringsregels betrokken.