Organisatie | Eemsdelta |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Eemsdelta 2021 |
Citeertitel | Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Eemsdelta 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2021 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 05-01-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta
overwegende dat het college jeugdhulp als individuele voorziening kan verstrekken middels een Persoonsgebonden budget (Pgb), in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de Jeugdwet en gelet op artikel 14 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Eemsdelta 2021,
vast te stellen "Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Eemsdelta 2021"
Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 januari 2021,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta,
G. Beukema, burgemeester
R. Koch, secretaris
Op 1 mei 2019 is de landelijke regeling in artikel 8ab van de Regeling jeugdwet in werking getreden. Deze regeling zorgt ervoor dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) een symbolisch bedrag per kalendermaand kan uitbetalen aan personen die hulp vanuit het sociaal netwerk verlenen aan een houder van een persoonsgebonden budget (pgb). De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om net als voor de inwerkingtreding van deze landelijke regeling, deze tegemoetkoming voor informele hulp in de vorm van logeervoorziening / kortdurend verblijf toe te staan.
In de landelijke regeling is een maximaal bedrag per maand vastgesteld voor de tegemoetkoming. Bij inwerkingtreding van de regeling is dat € 141,- per maand. Het college heeft nu per etmaal een bedrag vastgesteld. Wanneer er meer dan vier etmalen per maand worden toegekend, wordt de maximale tegemoetkoming toegekend. De onkostenvergoeding voor levensmiddelen en vervoer kan wel ongelimiteerd per etmaal per maand worden toegekend en zou dus wel vaker dan vier keer per maand kunnen worden toegekend. Zoals de raad in haar verordening echter al heeft aangegeven, moet er bij een zodanige zorgbehoefte echter goed onderzocht worden of er niet (ook) een jeugdhulpvoorziening moet worden toegekend. Op grond van de landelijke regeling is het overigens niet mogelijk om een tegemoetkoming toe te kennen aan iemand die ook jeugdhulp levert op grond van een pgb aan dezelfde jeugdige.