Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 15-12-2020 ten aanzien van de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur |
Citeertitel | Beleidsregel wet Bibob provincie Utrecht 2021 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-01-2021 | Nieuwe regeling | 15-12-2020 | 2021-04 |
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
De definities in artikel 1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.
In deze beleidsregel wordt voorts verstaan onder:
De provincie voert een eigen onderzoek uit bij de aanvraag van een omgevingsvergunning milieu en een omgevingsvergunning beperkte milieutoets, voor het oprichten, het veranderen, het reviseren, het veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting waarvoor een wettelijke bevoegdheid tot het uitvoeren van een eigen onderzoek bestaat, inclusief een eventueel daaraan verbonden omgevingsvergunning bouw.
De provincie voert een eigen onderzoek bij de aanvraag van een subsidie en/of bij een verstrekte subsidie indien de subsidieregeling dit bepaalt.
Artikel 2.3 Overheidsopdrachten
worden in verband met toepassing van eventuele maatregelen op grond van de Wet Bibob alle ter zake doende uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria in de aanbestedingsdocumenten opgenomen;
wordt in de aanbestedingsdocumenten als voorwaarde gesteld dat een onderaannemer niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de provincie mag worden ingezet, een onderaannemer gehouden is om op verzoek van de provincie een Bibob-vragenformulier in te vullen en eventuele nadere vragen te beantwoorden, dat de provincie advies aan het LBB kan vragen over de onderaannemer en dat inzet van de onderaannemer kan worden geweigerd als de beoordeling op grond van de Wet Bibob daar naar oordeel van de provincie aanleiding toe geeft.
In de tekst van een overeenkomst, of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden, die wordt aangegaan na een aanbestedingsprocedure wordt een clausule opgenomen op grond waarvan de provincie de overeenkomst kan beëindigen als naar haar oordeel sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 9 tweede lid van de Wet Bibob.
Artikel 2.7 Incidentgerichte toepassing
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.5 vindt een eigen onderzoek plaats indien naar oordeel van de provincie mogelijk sprake is van feiten en omstandigheden in de zin van de wet Bibob.
Artikel 2.8 Steekproefsgewijze toepassing
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.5 kan steekproefsgewijs een eigen onderzoek plaatsvinden naar een betrokkene bij een vergunning, subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.5 vindt een eigen onderzoek plaats indien sprake is van een tip van een officier van justitie, het Landelijk Bureau Bibob of een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak.
Artikel 2.10 Beëindigde relatie tussen de betrokkene en een derde
Indien de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten die, al dan niet vermoedelijk, gepleegd zijn door een derde als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob, dan kan de provincie de feiten van die derde na het verbreken van de relatie tussen de betrokkene en de derde, gedurende drie jaren volledig betrekken bij de beoordeling van het gevaar.
Voor het bepalen van het moment waarop de relatie tussen de betrokkene en de derde formeel en feitelijk is beëindigd, wordt bij de toepassing van het eerste lid uitgegaan van gegevens uit het handelsregister, en/of andere documentatie die naar het oordeel van de provincie voldoende uitsluitsel geeft over de beëindiging van de relatie.
Paragraaf 4: Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij beschikkingen
Artikel 4.2 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij beschikkingen
De provincie zal overgaan tot afwijzing van een aanvraag om (wijziging van) een beschikking of tot intrekking van een reeds verleende beschikking, indien naar oordeel van provincie sprake is van een ernstig gevaar in de zin van de Wet Bibob, dan wel een situatie zich voordoet als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob.
Paragraaf 5: Gevolgen van de Bibob-procedure bij privaatrechtelijke transacties