Het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 6 januari 2021,
gelet op artikel 4:81 lid 1, 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, lid 1 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,
overwegende dat het de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur is om beleidsregels vast te stellen ter uitwerking van het beleidsplan schulddienstverlening 2020-2023.
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel Toelating tot de schulddienstverlening RDWI 2021
Artikel 1 Begripsbepalingen
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling ‘Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug’;
- b.
inwoner: persoon die is ingeschreven in de Basisregistratie persoonsgegevens (Brp) bij de gemeente Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede of Zeist;
- c.
schulddienstverlening: het ondersteunen van inwoners bij financiële problemen en samen met deze inwoners werken aan een structurele oplossing bij zowel een problematische als niet problematische schuldensituatie, inclusief nazorg.
- d.
afloscapaciteit: het bedrag dat de cliënt dient af te dragen voor de aflossing van zijn schulden. De afloscapaciteit wordt vastgesteld door het inkomen te verminderen met het voor de cliënt vastgestelde vrij te laten bedrag;
- e.
vrij te laten bedrag: het volgens de ReCoFa-rekenmethode berekende bedrag dat de cliënt nodig heeft voor de betaling van zijn kosten van vaste lasten en levensonderhoud. De Recofa-methode is een methode die is ontwikkeld door een werkgroep van rechters-commissarissen in faillissementen (Recofa). Het doel van de Recofa-methode is dat alle schuldhulpverleners op dezelfde manier het vrij te laten bedrag berekenen.;
- f.
boedel: de boedel zoals omschreven in artikel 295 van de Faillisementswet;
- g.
cliënt: persoon die aan het dagelijks bestuur om schulddienstverlening heeft gevraagd.
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
Alle meerderjarige inwoners van Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede of Zeist, kunnen het dagelijks bestuur om schulddienstverlening vragen.
Artikel 3 Aanbod schulddienstverlening
- 1.
Het dagelijks bestuur verleent aan cliënt schulddienstverlening indien het dagelijks bestuur schulddienstverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten, genoemd in het beleidsplan schulddienstverlening 2020-2023. Het dagelijks bestuur kan een aanvraag weigeren als deze als niet noodzakelijk wordt gezien.
- 2.
De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:
- a.
zwaarte c.q. omvang van de schulden;
- b.
- c.
houding en gedrag van cliënt;
- d.
een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.
Artikel 4 Verplichtingen
- 1.
Cliënt zorgt ervoor dat alle feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening bekend zijn bij het dagelijks bestuur. Cliënt doet dat op eigen initiatief of op verzoek, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.
- 2.
Cliënt is verplicht om volledig mee te werken tijdens de aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject.
De medewerking bestaat onder andere uit:
- a.
het nakomen van afspraken;
- b.
geen nieuwe schulden en/of financiële verplichtingen aangaan, tenzij hiervoor schriftelijk toestemming is gegeven;
- c.
het ondertekenen van de van toepassing zijnde overeenkomst(en);
- d.
het zich houden aan de bepalingen van de overeenkomsten aangegaan met de afdeling Budget, Advies en Schulddienstverlening van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug.
Artikel 5 Weigeren - beëindigen - hersteltermijn
- 1.
Indien cliënt niet of onvoldoende zijn verplichtingen zoals beschreven in artikel 4 nakomt, kan het dagelijks bestuur besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
- 2.
Voordat, overeenkomstig lid 1, wordt besloten cliënt te weigeren of de dienstverlening te beëindigen, krijgt cliënt de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de gevraagde informatie te verstrekken (hersteltermijn).
- 3.
Het dagelijks bestuur verleent geen medewerking aan een schuldregeling, waarbij een fraudevordering is ontstaan door het opzettelijk of door grove schuld niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en hiervoor een bestuurlijke boete is opgelegd of aangifte is gedaan bij het Openbaar Ministerie.
- 4.
Indien cliënt gedurende het schulddienstverleningstraject verhuist naar een andere gemeente en daardoor niet langer tot de doelgroep behoort zoals beschreven in artikel 2, sluit het dagelijks bestuur het dossier. Tenzij sprake is van een lopende schuldregeling en/of een spaarsanering, dan blijft het dossier in behandeling bij het dagelijks bestuur.
Artikel 6. Beëindiginggronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het dagelijks bestuur besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:
- a.
de cliënt niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;
- b.
de cliënt weigert om het plan van aanpak te ondertekenen;
- c.
het schulddienstverleningstraject is afgerond;
- d.
de cliënt zijn beschikbare afloscapaciteit niet wil inzetten voor zijn schulden;
- e.
de cliënt zijn beschikbare vermogen niet wil inzetten voor zijn schulden;
- f.
de cliënt niet voldoet aan de algemene voorwaarden voor het krijgen van schulddienstverlening, terwijl de cliënt, door ondertekening van het aanvraagformulier, hier wel mee akkoord is gegaan;
- g.
de cliënt niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in de overeenkomst die is aangegaan met de afdeling Budget, Advies en Schulddienstverlening ;
- h.
de cliënt niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in de gedragscode Schuldhulpverlening en bijbehorende modules van de NVVK;
- i.
Op basis van (later gebleken) onjuiste gegevens is besloten om schulddienstverlening toe te kennen.
- j.
cliënt zich ten opzichte van de medewerkers misdraagt;
- k.
de cliënt in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;
- l.
de geboden dienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) passend is;
- m.
bij verhuizing van de cliënt buiten het werkgebied van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug.
Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag
- a.
Indien cliënt in de periode van 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe aanvraag reeds succesvol een (minnelijk of wettelijk) traject heeft doorlopen en terugval laat zien in het “oude” gedrag (bijvoorbeeld overbesteding, nieuwe schulden en/of betalingsachterstanden) dan kan het dagelijks bestuur de aanvraag voor een schuldregeling weigeren. Een besluit tot weigering moet goed worden onderbouwd en er moet sprake zijn van aantoonbaar verwijtbaar gedrag.
- b.
De aanvraag voor een schuldregeling wordt ook geweigerd indien in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de nieuwe aanvraag sprake was van één of meer van onderstaand beschreven situaties:
- -
cliënt maakt niet optimaal gebruik van zijn afloscapaciteit om schulden af te lossen;
- -
cliënt komt gemaakte afspraken en voorwaarden (zoals beschreven in artikel 4) niet na;
- -
een (wettelijk of minnelijk) traject is tussentijds beëindigd.
- c.
Ondersteuning anders dan een schuldregeling is wel mogelijk.
- d.
Indien er sprake is van (onvermijdbare) gewijzigde omstandigheden, kan het dagelijks bestuur een uitzondering maken, mits goed onderbouwd.
Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
- 1.
Het dagelijks bestuur kan in zeer bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.
- 2.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2021 en wordt aangehaald als de Beleidsregel “Toelating tot de schulddienstverlening RDWI 2021”.