Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de adviesraad van de gemeente over de ontwikkelingen in het sociaal domein (Reglement sociaaldomeinraad 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de adviesraad van de gemeente over de ontwikkelingen in het sociaal domein (Reglement sociaaldomeinraad 2020)
CiteertitelReglement sociaaldomeinraad 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement cliëntenparticipatie WWB en WIJ.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Nijkerk/CVDR621247/CVDR621247_1.html
  3. artikel 47 van de Participatiewet
  4. artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-01-2021nieuwe regeling

10-12-2020

gmb-2021-20628

1092752

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent de adviesraad van de gemeente over de ontwikkelingen in het sociaal domein (Reglement sociaaldomeinraad 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 23 van de Verordening maartschappelijke ondersteuning 2019 en artikel 47 participatiewet en artikel 2.1.3, derde lid Wmo 2015;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen het Reglement Sociaaldomeinraad 2020.

 

Preambule

 

In 2019 is een nieuwe Sociaaldomeinraad Nijkerk (SDR) gevormd. De SDR is een adviesraad van de gemeente over de ontwikkelingen in het sociaal domein. De aanleiding hiervoor is de veranderde verhouding tussen samenleving en overheid: vooral bij niet-wettelijke taken of taken waarbij beleidsvrijheid is, laat de gemeente meer initiatief aan de samenleving over en wordt minder beleid ontwikkeld. Dit heeft als gevolg voor de commissie dat er door het college minder om formeel advies wordt gevraagd over beleidsstukken en meer behoefte is bij het college aan meedenken en meedoen bij de ontwikkeling en uitvoering van plannen. Het is dan essentieel dat er een vroegtijdige betrokkenheid en een pro-actieve houding over en weer is én partnerschap tussen college, inwoners en commissie.

 

De SDR vervult drie rollen.

  • 1.

    Coach: In de eerste plaats bewaakt de SDR de kwaliteit van de inrichting van het “participatieproces” in het sociale domein, vooral vanuit de invalshoek van de meest kwetsbare inwoners. De SDR heeft ook tot taak kwetsbare inwoners te begeleiden in het meedoen aan participatieprocessen, bijvoorbeeld door hen te helpen om hun stem te laten horen.

  • 2.

    Signaleerder: De SDR heeft zowel tot taak hun ervaringen op te halen en signalen aan de gemeente door te geven, als om hun ervaringen in de eigen adviezen mee te nemen.

  • 3.

    Klankbord: In de derde plaats denkt de SDR vroegtijdig mee met de beleidsontwikkeling door de gemeente. De SDR kan dit oa door gevraagd en ongevraagd advies.

Met de vaststelling van dit reglement wordt hier formeel uitvoering aan gegeven.

 

Afdeling 1 Instelling en taken

Artikel 1 Instelling

  • 1.

    Er is een commissie van advies aan het college op het gebied van het sociaal domein, hierna te noemen: de sociaaldomeinraad.

  • 2.

    In het kader van dit reglement worden tot het sociaal domein gerekend: alle taken van de gemeente die voortvloeien uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet, de wet IOAW, de wet IOAZ en de krachtens deze wetten vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en beleidsplannen.

Artikel 2 Taken

  • 1.

    De sociaaldomeinraad vervult een klankbordrol en adviseert het college op verzoek of uit eigen beweging over het gemeentelijk beleid en de uitvoering van alle regelingen ten aanzien van het sociaal domein.

  • 2.

    Het college vraagt zo tijdig mogelijk advies over:

    • a.

      ontwerp-voorstellen aan de raad tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen met betrekking tot het taakveld van de commissie;

    • b.

      ontwerp-collegebesluiten tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels met betrekking tot het taakveld van de commissie;

    • c.

      voorgenomen beleidsplannen, -nota's of -notities met betrekking tot het taakveld van de commissie.

  • 3.

    De sociaaldomeinraad signaleert ontwikkelingen die van belang zijn voor vragers binnen het sociaal domein

  • 4.

    De sociaaldomeinraad betrekt groepen die minder goed in staat zijn hun belangen en behoeften kenbaar te maken binnen het sociaal domein.

  • 5.

    De sociaaldomeinraad kan geen advies uitbrengen over individuele gevallen.

Artikel 3 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1.

    De sociaaldomeinraad bestaat uit ten hoogste elf leden, waaronder een onafhankelijk voorzitter. Zij zitten in de sociaaldomeinraad op persoonlijke titel en niet als vertegenwoordiger van een organisatie.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar en zijn daarna herbenoembaar.

  • 3.

    Bij de samenstelling van de sociaaldomeinraad wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van de verschillende doelgroepen binnen het sociaal domein in de gemeente.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de sociaaldomeinraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad en/of een raadscommissie en/ of het onderhouden van een professionele werkrelatie met een lokale organisatie die subsidie ontvangt of een gecontracteerde partij binnen Nijkerk.

  • 5.

    De sociaaldomeinraad wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris; deze is geen lid van de sociaaldomeinraad.

Artikel 4 Benoeming en ontslag

  • 1.

    Het college benoemt de leden van de sociaaldomeinraad, waaronder de voorzitter, en wijst een gemeenteambtenaar aan als secretaris.

  • 2.

    De leden kunnen tussentijds ontslag nemen door dit schriftelijk ter kennis te brengen van het college. De vervulling van een tussentijds ontstane vacature geschiedt zo spoedig mogelijk na het ontstaan.

  • 3.

    Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap, oefenen indien mogelijk hun functie uit totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4.

    Voordat een benoeming of herbenoeming plaatsvindt pleegt het college overleg met de sociaaldomeinraad.

Afdeling 2 Faciliteiten

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

De secretaris is de voorzitter behulpzaam bij het voorbereiden en uitwerken van de commissievergaderingen.

Artikel 6 Vergoeding

  • 1.

    De leden van de sociaaldomeinraad ontvangen een vaste vrijwilligersvergoeding ter hoogte van zesmaal het presentiegeld voor commissieleden, als bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale ambtsdragers, met dien verstande dat de voorzitter een dubbele vergoeding ontvangt.

  • 2.

    Deze vrijwilligersvergoedingen worden eenmaal per jaar in het vierde kwartaal uitbetaald.

Artikel 7 Faciliteiten en budget

  • 1.

    Aan de sociaaldomeinraad worden van gemeentewege faciliteiten beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • -

      het beschikbaar stellen van ruimte;

    • -

      het ondersteuning bieden voor en tijdens de vergaderingen.

  • 3.

    Ten behoeve van het werk van de sociaaldomeinraad wordt binnen de gemeentelijke administratie een budget gereserveerd. Uit dit budget kunnen in opdracht van het college betalingen worden verricht ten behoeve van:

    • -

      cursussen ten behoeve van de leden;

    • -

      activiteiten ten behoeve van de doelgroepen binnen het sociaal domein, zoals bijeenkomsten en publicaties.

Afdeling 3 Vergaderingen

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De sociaaldomeinraad vergadert ten minste vijfmaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien hem dit door drie leden en met opgave van redenen wordt verzocht.

  • 2.

    De voorzitter nodigt- spoedeisende gevallen uitgezonderd - de leden ten minste twee weken voor de vergadering schriftelijk uit, zoveel mogelijk met vermelding van de in de vergadering te behandelen onderwerpen.

Artikel 9 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de sociaaldomeinraad worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De sociaaldomeinraad kan - op voorstel van de voorzitter of een van de aanwezige leden dan wel op verzoek van een belanghebbende - besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

  • 3.

    De agenda wordt bekendgemaakt op de gemeentewebsite.

Artikel 10 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger.

Artikel 11 Spreekrecht

  • 1.

    Belanghebbenden die zich tijdig hebben aangemeld kunnen voorafgaand aan de behandeling van een agendapunt het woord voeren door informatie te verstrekken, een toelichting te geven of vragen te beantwoorden van commissieleden.

  • 2.

    Op de procedure van het spreekrecht is Artikel 14 van de Verordening op de raadscommissies Nijkerk 2018 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Verslag

  • 1.

    Van de vergaderingen van de sociaaldomeinraad wordt door de secretaris een kort verslag gemaakt, dat ten minste vermeldt:

    • a.

      de namen van de voorzitter, secretaris, aanwezige leden en van andere personen die aan de vergadering hebben deelgenomen of in de vergadering het woord hebben gevoerd;

    • b.

      de namen van de afwezige leden;

    • c.

      de gedane mededelingen, ingediende voorstellen en uitgebrachte adviezen;

    • d.

      een beknopte samenvatting van het ter vergadering besprokene.

  • 2.

    Van een besloten gedeelte van een vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat uitsluitend ter kennis wordt gebracht van de leden en het college.

  • 3.

    Het verslag is na vier weken na verspreiding van het verslag vastgesteld, als er binnen deze periode geen opmerkingen zijn geplaatst door de leden of andere personen die aan de vergadering hebben deelgenomen.

  • 4.

    De leden hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan desociaaldomeinraad te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd is. Een voorstel tot verandering moet voor de in lid 3 genoemde termijn bij de voorzitter zijn ingediend.

Artikel 13 Inlichtingen

De sociaaldomeinraad kan inlichtingen en advies inwinnen bij derden. Indien hieraan kosten zijn verbonden is vooraf toestemming nodig van het college.

Artikel 14 Ongevraagd advies

  • 1.

    De sociaaldomeinraad kan ongevraagd advies geven aan het college vanuit haar signalerende rol vanuit het perspectief van de doelgroepen uit het beleid. Het gaat met name om vroegtijdige betrokkenheid en proactief meedenken bij beleidsstukken of uitvoeringsplannen.

  • 2.

    Als de sociaaldomeinraad op eigen initiatief een advies uitbrengt aan het college, zendt het college de sociaaldomeinraad een ontvangstbevestiging waarin wordt vermeld binnen welke termijn het college inhoudelijk op het advies zal reageren.

  • 3.

    Adviezen die van de sociaaldomeinraad uitgaan, worden ondertekend door de voorzitter.

Artikel 15 Advies op verzoek

  • 1.

    De adviesvragen van het college of namens het college door de portefeuillehouder worden mondeling of schriftelijk bij de sociaaldomeinraad ingediend.

  • 2.

    De sociaaldomeinraad brengt schriftelijk een gevraagd advies uit aan het college binnen een termijn van zes weken, tenzij het college en de sociaaldomeinraad een andere termijn zijn overeengekomen.

  • 3.

    De sociaaldomeinraad brengt zo veel mogelijk een eensluidend advies uit. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt indien het betreffende commissielid dit wenst.

  • 4.

    Op een door het college gevraagd advies van de sociaaldomeinraad volgt binnen vier weken een schriftelijke reactie van of namens het college, waarin wordt vermeld hoe het advies van de sociaaldomeinraad in de besluitvorming doorwerkt.

Slotbepalingen

Artikel 16 In- en uitwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het gemeenteblad. Tegelijkertijd wordt Reglement cliëntenparticipatie WWB en WIJ ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement sociaaldomeinraad 2020.

10 december 2020

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

de secretaris,

mevrouw drs. R.C.B. de Jong

de burgemeester,

de heer mr. drs. G.D. Renkema

TOELICHTING

ALGEMEEN

De Participatiewet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geven voorschriften voor cliënten- dan wel burgerparticipatie. In de Jeugdwet komt een dergelijke verplichting niet voor. Zowel in de Participatiewet als in de WMO 2015 wordt voorgeschreven dat dat de raad in een verordening regels stelt met betrekking tot cliëntenparticipatie gericht op inspraak en medezeggenschap bij de voorbereiding van beleid. Aan deze wettelijke verplichtingen is invulling gegeven in de gemeentelijke Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ en in de gemeentelijke Verordening maatschappelijke ondertsteuning 2015.

 

De volgende groepen dienen in het participatieproces betrokken te worden:

  • -

    ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen;

  • -

    vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

Het college dient zich bij de voorbereiding van het beleid tevens te vergewissen van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

 

De vorm waarin de cliëntenparticipatie wordt gegoten is niet wettelijk voorgeschreven. Het wordt aan het college overgelaten of daarvoor een commissie wordt ingesteld of dat de participatie vorm krijgt op een andere manier. De wet noemt slechts de toepassing van de inspraakverordening bedoeld in artikel 150 van de Gemeentewet.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

De regeling spreekt van "commissie" om duidelijk te maken dat het hier een commissie betreft als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet: een door het college Ingestelde commissie van advies aan het college. Dat de officiële naam "adviesraad sociaal domein" is brengt daarin geen verandering.

 

Artikel 2

De taakomschrijving van de commissie sluit aan bij de wettelijke regelingen.

 

Artikel 3

In de samenstelling van de commissie komt tot uiting dat de commissie zich bezighoudt met het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over het beleid en de uitvoering met betrekking tot het sociaal domein.

 

Artikel 4

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikelen 5 tot en met 7

De commissie krijgt de beschikking over ambtelijke ondersteuning, vergaderfaciliteiten en er wordt voor activiteiten van de commissie een budget gereserveerd. De rijksregeling voor de vergoeding van commissieleden is van toepassing op de vergoeding van de leden. Er Is gekozen voor een vast bedrag per jaar in plaats van een presentiegeld per vergadering. De hoogte van de vergoeding is afgestemd op het minimum aantal vergaderingen.

 

Artikel 8

Het minimum aantal vergaderingen is gesteld op vijf per jaar.

 

Artikel 9

In artikel 10 van dit reglement wordt niet gesproken over geheimhouding van stukken. De Gemeentewet heeft hier in artikel 86 al in voorzien. Deze tekst luidt als volgt.

 

  • Artikel 86

    • 1.

      Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

    • 2.

      Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

    • 3.

      Indien een commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Artikelen 10 tot en met 15

Deze artikelen komen overeen met de regeling van de andere adviescommissies. Dit geldt ook voor de invoering van een spreekrecht voor burgers. De procedure van artikel 14 van de Verordening op de raadscommissies 2018 is daarop van toepassing verklaard. De tekst van dit artikel luidt als volgt.

 

  • Spreekrecht inwoners en andere belanghebbenden

    • 1.

      Inwoners en andere belanghebbenden kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn. De gezamenlijke spreektijd voor inwoners en andere belanghebbenden is per agendapunt maximaal dertig minuten.

    • 2.

      Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor aanvang van de vergadering aan de griffier of commissiegriffier onder vermelding van het geagendeerde onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

    • 3.

      De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

    • 4.

      De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter ontneemt hem het woord indien het gesprokene geen betrekking heeft op het agendapunt.

    • 5.

      De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

    • 6.

      De leden van de commissie worden in de gelegenheid gesteld aan de inspreker vragen te stellen en op het gesprokene te reageren. Vervolgens kan de inspreker in de tweede termijn hierop kort reageren. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikelen 16 tot en met 18

Deze artikelen behoeven geen toelichting.