Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
LAG: lokale actiegroep als bedoeld in artikel 34 van Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 (hierna Verordening 1303/2013);
LOS: lokale ontwikkelingsstrategie als bedoeld in artikel 33 van Verordening 1303/2013;
Samenwerkingsverband: een samenwerking tussen natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 1.6 van de Verordening;
Verordening: Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
- a.
de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten met het oog op het opstellen van een samenwerkingsproject en het zoeken van geschikte partners en gebieden daarvoor; of
- b.
de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten.
Artikel 3 Aanvrager
Subsidie kan worden aangevraagd door:
- a.
de penvoerder van de LAG;
- b.
- c.
Artikel 4 Subsidiabele kosten
- 1.
In aanvulling op artikel 1.12, van de Verordening zijn voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.4.1, onder a, van de Verordening de volgende kosten subsidiabel:
- a.
de kosten van haalbaarheidsstudies voor inter-territoriale of transnationale samenwerking;
- b.
de kosten voor het opstellen van een projectplan;
- c.
operationele kosten en personeelskosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;
- d.
reis- en verblijfskosten;
- e.
de niet-verrekenbare BTW.
- 2.
In aanvulling op artikel 1.12 van de Verordening zijn voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.4.1, onder b, de volgende kosten subsidiabel:
- a.
- b.
operationele kosten en personeelskosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;
- c.
reis- en verblijfskosten;
- d.
de niet-verrekenbare BTW.
Artikel 5 Hoogte subsidie
- 1.
De hoogte van de subsidie voor voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.
- 2.
De hoogte van de subsidie voor uitvoering van samenwerkingsactiviteiten zoals genoemd in artikel 2 onder b, bedraagt 60% van de subsidiabele kosten.
Artikel 6 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.8 van de Verordening wordt de subsidie tevens geweigerd indien:
- a.
de samenwerkingsactiviteit niet past binnen de LOS LEADER-Achterhoek;
- b.
de samenwerkingsactiviteiten niet plaatsvinden binnen Nederland (inter-territoriale samenwerking) of tussen gebieden in verschillende lidstaten of met gebieden in derde landen (transnationale samenwerking);
- c.
indien de subsidiabele kosten minder dan € 10.000,-- bedragen.
Artikel 7 Selectiecriteria
- 1.
De LAG brengt op basis van onderstaande selectiecriteria en het LOS een advies uit over de aanvragen:
- a.
de mate waarin het project bijdraagt aan de doelen van de LOS;
- b.
de mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER;
- c.
de mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt;
- d.
de mate van efficiency en doelmatigheid van het project.
- 2.
Indien de penvoerder van de LAG een aanvraag indient, bepalen Gedeputeerde Staten of aan het bepaalde in het eerste lid is voldaan.
Artikel 8 Puntenmethodiek
- 1.
Het puntentotaal per aanvraag wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van de volgende methodiek.
- 2.
Het maximale aantal punten bedraagt:
- i.
8 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder a;
- ii.
15 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder b;
- iii.
6 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder c;
- iv.
8 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder d.
- 3.
Het minimale aantal punten bedraagt:.
- i.
4 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder a;
- ii.
10 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder b;
- iii.
4 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder c;
- iv.
5 punten voor het criterium in artikel 7, eerste lid, onder d.
Artikel 9 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als: Openstellingsbesluit “Leader Achterhoek Samenwerkingsactiviteiten” POP3 december 2019.
Toelichting
Binnen deze regeling kunnen plaatselijke groepen gezamenlijk activiteiten voorbereiden en uitvoeren met een andere “Leader”-groep, of met een groep die een vergelijkbare aanpak heeft, in een andere regio, lidstaat of zelfs een derde land (geen EU-lidstaat).
Meer informatie (in het Engels) over transnationale samenwerking is te vinden op de volgende website: enrd.ec.europa.eu/leader/transnational-cooperation_en. Algemene informatie over transnationale samenwerking met onder andere voorbeeldprojecten, is te vinden op de volgende website: enrd.ec.euro-pa.eu/leader/tnc_guide_en.
De Richtsnoeren voor samenwerkingsprojecten (de richtsnoeren zijn niet wettelijk verplicht, het is een handreiking) zijn te vinden op de volgende website:
enrd.ec.europa.eu/sites/enrd/files/20141119_leader_cooperation_guide_2014-20.pdf
De LOS is op 20 april 2016 goedgekeurd. In de LOS is met betrekking tot de op te starten samenwerkingsprojecten onder Outputdoelstelling 5 het volgende opgenomen:
Outputdoelstelling 5: Samenwerkingsprojecten
LEADER Achterhoek wil een bijdrage leveren aan (regio-overschrijdende) vraagstukken.
Met name daar waar het gaat om krimp en vergrijzing en stad-land relaties. LEADER Achterhoek wil haar bijdrage leveren door bijvoorbeeld samen te werken met LEADER Zuidwest Twente (aangrenzend LEADER-gebied provincie Overijssel), de regio’s Stedendriehoek en de Liemers en LEADER Bocholter Aa en LEADER Berkel/Schlinge (aangrenzend LEADER-gebied provincie Westmunsterland in Duitsland) met als doel om kennis uit te wisselen en projecten te realiseren. Hiermee levert LEADER Achterhoek een bijdrage aan (de regio-overschrijdende) thema’s krimp en vergrijzing en stad-land relaties.
Outcome
Het maatschappelijk effect dat LEADER Achterhoek beoogt te bereiken is een bewustwording van vergelijkbare problematieken waardoor deze gezamenlijk kunnen worden opgepakt en hiermee een groter gebied dan alleen de Achterhoek bereikt wordt.
Outputdoelstelling 5: Samenwerkingsprojecten
Stimuleren (boven)regionale samenwerking
POP3 Prioriteit 6
Output | Streefwaarde |
- -
Aantal samenwerkingsprojecten binnen NL (inter-territoriaal)
| 3 |
- -
Aantal samenwerkingsprojecten buiten NL (transnationaal)
| 2 |
- -
Streefwaarde totaal aantal projecten
| 5 |
In paragraaf 7.2 van de LOS zijn de selectiecriteria en de waardering als volgt toegelicht:
Criteria | Check op | Beoordeling: Score van o, 1, 2 of 3: van heel weinig tot heel veel | Hulpvragen |
1 LEADER Doelen LOS | Draagt het project bij aan één of meer van de doelen (thema’s) van de LOS - -
- -
verstevigen van de stad-land relatie - -
activiteiten die de sociale cohesie platteland vergroten - -
circulaire economie, biobased economie en duurzame energie
| Minimaal: 4 Maximaal: 8 | Draagt het bij één of meer thema’s/speerpunten binnen de LOS? ‘Zitten we hier echt op te wachten?’ Is er sprake van cross-overs met andere activiteiten? |
2 LEADER- Werkwijze | In welke mate draagt het project bij aan de Leader-criteria: - a.
- b.
- c.
Samenwerking / netwerk opbouw - d.
Overdracht van kennis en ervaring
De overige aspecten zijn over het algemeen minder specifiek LEADER: - e.
- -
Integrale aanpak, multisectoraal - -
Publiek privaat partnerschap - -
| Voor a t/m e: Minimaal 10 Maximaal: 15 (5×3) | Is het project innovatief voor de Achterhoek (nieuw product en/of nieuwe werkwijze)? Is het project vanuit een duidelijke behoefte van bewoners/ondernemers/organisaties in de Achterhoek ontstaan? Hoe bottom-up/vraaggericht is het project? Is er een aantoonbaar breed draagvlak? Indien project van individuen: dan dient het project maximaal innovatief te zijn en moet er kennisoverdracht van het project plaatsvinden naar vergelijkbare projecten in de Achterhoek. In project gezamenlijk initiatief van een of meerdere dorpen met maximaal breed draagvlak: dan moet het project op dorpsniveau innovatief zijn en moet kennisoverdracht onderdeel zijn van het project. Zijn de rolbeschrijvingen en verantwoordelijkheden duidelijk? Zijn er intentieverklaringen / steunbrieven bijgevoegd? Of en hoe zijn overheden betrokken in de ontwikkeling, uitvoering? Maakt het project gebruik van of is het gericht op gebiedsspecifieke kwaliteiten, uitdagingen, streekidentiteit? Worden resultaten, kennis en ervaringen overgedragen? Is dat in het projectplan (en begroting) opgenomen? |
3 Haalbaarheid | Is het initiatief haalbaar/ levensvatbaar? | 3a: minimaal 2 3b: minimaal 2 Minimaal: 4 Maximaal: 6 | Is er een heldere organisatiebeschrijving met duidelijke verantwoordelijkheden? Zit het project logisch in elkaar: dragen activiteiten echt bij aan het beoogde doel? Heeft de aanvrager/organisatie voldoende expertise, netwerk? Is het tijdpad realistisch? Zijn vergunningen geregeld? Is er zicht op continuïteit na afloop door een concrete onderbouwing? Is er openbare kennis over de betrouwbaarheid en/of partners (goede of slechte ervaringen)? Wat is de motivatie van de aanvrager: vanuit het hart en gemeenschappelijk of een gebiedsbelang of sec vanuit een eigen belang? Welke (schijn van) belangenverstrengeling tussen wie zou mee kunnen gaan spelen? Is er een sluitende en transparante begroting en dekkingsplan, een bankgarantie, ondernemersplan, zijn toezeggingen voor cofinanciering bijgesloten; zijn er verklaringen voor het risico dragen door projectaanvragers? |
4 Value for money (waar voor geld) | Is het initiatief efficiënt / doelmatig? | 4a: minimaal 2 4b: minimaal 2 4c: minimaal 1 Minimaal: 5 Maximaal: 8 | Kleinschalig: de gevraagde EU bijdrage is maximaal 60.000 Euro en minimaal 15.000 Euro per project (vanwege administratieve lasten). EU bijdrage < 15.000 = score 0 EU bijdrage > 15.000 en < 60.000 = score 2 EU bijdrage > 60.000 = score 0 Efficiënt: Hoe ligt de balans tussen de begrote kosten en de verwachte opbrengst van het project? Is de begroting realistisch of is het ‘opgeklopt’? Is dit project de gevraagde Leaderbijdrage waard? Is de Leaderbijdrage echt nodig? Zonder de Leaderbijdrage kan het project niet doorgaan. Er zijn geen andere financieringsbronnen die beter geschikt zijn voor dit project. |
Eindscore: aantal punten | | Minimaal: 23 Maximaal: 37 | |
Opmerkingen en verbeterpunten | | | |
Stemming LAG | Wie stemt er voor en wie stemt er tegen? | Positief: Negatief: | |
Bijzonderheden t.a.v. evt. belangen LAG-lid | Is een LAG-lid betrokken bij het project? Zo ja, wie? | | |
Argumenten voor advies LAG richting GS | | |
Het daadwerkelijk samenwerken in een projectvorm binnen Nederland (inter-territoriale samenwerking) of in samenwerkingsprojecten tussen gebieden in verschillende landen of met gebieden in derde landen(transnationale samenwerking) moet gericht zijn op verbetering van de eigen strategie door het inbrengen van kennis en deskundigheid van elders of door het vergroten van kritische massa rond bepaalde gedeelde thema’s.
Artikel 4 Subsidiabele kosten
Aangezien de subsidiabele activiteiten voor een deel betrekking hebben op de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten is er voor gekozen om de voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12 lid2 en 3 niet subsidiabel te stellen. De verwachting is dat deze voorbereidingskosten voor het overgrote deel samenvallen met de subsidiabele kosten die betrekking hebben op de voorbereiding van samenwerkingsactiviteiten.
Artikel 6 Weigeringsgronden
Om te voorkomen dat ook kleinere projecten voor subsidie in aanmerking komen is er voor gekozen om slechts subsidie te verlenen voor activiteiten waarvan de subsidiabele kosten minimaal € 10.000,--bedragen. De (administratieve) uitvoeringskosten wegen anders niet op tegen het uit te keren subsidiebedrag.
Artikel 7 Selectiecriteria
De LAG heeft eveneens de mogelijkheid om aanvragen in te dienen. Om belangenverstrengeling te voorkomen, is het niet wenselijk dat de LAG een advies uitbrengt over een eigen aanvraag. Om deze reden zullen Gedeputeerde Staten de aanvragen van de LAG aan de criteria toetsen.