Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verlegregeling gemeente Molenlanden 2021 |
Citeertitel | Verlegregeling kabels en leidingen Molenlanden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Geen
verordening ondergrondse infrastructuur Molenlanden 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2021 | vervangt verordening Giessenlanden en Molenwaard | 05-01-2021 | 1085017 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Deze regels zijn van toepassing op aanvragen van belanghebbenden om een vergoeding voor de schade van de belanghebbende door het verleggen van kabels of leidingen die is veroorzaakt door het college in de rechtmatige uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege het college.
Deze regeling is niet van toepassing op alle gemeentelijke netten en netten die vallen onder het verleggingsregime van de Telecommunicatiewet.
2.1 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de belanghebbende ligt in openbare gronden
Indien blijkt dat een belanghebbende als gevolg van planontwikkeling en/of werkzaamheden en/of door een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning of een instemmingbesluit, de technische noodzaak heeft de leiding te verleggen en hierdoor schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe, volgens verlegregeling Molenlanden.
Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 4 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijfstellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.
Artikel 5. nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg
Indien de belanghebbende binnen vijf jaren na de datum van vergunningverlening of na ontvangst van het instemmingbesluit een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.
Artikel 6. nadeelcompensatie van het 6e tot en met het 15e jaar na aanleg
Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding in de periode gelegen vanaf zes tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het verlenen van het instemmingbesluit, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.
Voor leidingen die liggen in natte infrastructuur (zoals bijvoorbeeld waterwegen of waterkerende dijken) wordt in de periode gelegen vanaf 6 tot en met 30 jaren, gerekend vanaf de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het instemmingsbesluit, 80 % van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0 % vanaf het 31e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitgekeerd. Volgens het schema weergegeven in bijlage 3.
Artikel 7. nadeelcompensatie vanaf het 16e jaar en 30e jaar na aanleg
Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding vanaf het 16e jaar, of na 30 jaar indien de leiding is gelegen in natte infrastructuur, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning of na verlenen van het instemmingbesluit, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.
2.2 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare gronden
Rusten op de leiding van belanghebbende geen van de rechten als bedoeld in het vorige artikel, dan is het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 1). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
2.3 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Het college en de belanghebbende zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning of het instemmingbesluit een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare gronden waarin de leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in REF _Ref6560104 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 20 van deze regeling wordt gegeven voor de uitvoering van de in de vergunning aangegeven werkzaamheden.
Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in REF _Ref6560807 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 11 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.
Indien als gevolg van de uitvoering van een werk de belanghebbende een kabel moet of zal rijzen als gevolg van grondverzakking, komen de kosten hiervan ten laste van belanghebbende.
De nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van een vaste prijs als het voorlopig vastgestelde bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan € 10.000,00. In andere gevallen wordt de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de belanghebbende moet blijven dan uit de toepassing van deze regeling voortvloeit, dan kan het college hiervan gemotiveerd afwijken.
3 Bepalingen van procedurele aard
Het college maakt zijn voornemen van een werk zo spoedig mogelijk bekend met een schriftelijke mededeling aan de belanghebbende. In de mededeling is een omschrijving van het werk opgenomen. De mededeling (verzoek tot maatregelen) bevat de vraag aan de belanghebbende in kaart te brengen waar zich kabels/leidingen/bovengrondse voorzieningen bevinden met vermelding van noodzakelijk te verplaatsen leidingen. Indien er sprake is van de aanwezigheid van bijzondere kabels en leidingen dient dat door de belanghebbende specifiek te worden aangegeven.
Indien bij het voornemen tot asfalteren van openbare fietspaden, perceel ontsluitingswegen met geringe verkeersbelasting of andere situaties waarin het in maatschappelijk opzicht verleggen niet evenredig is, sprake is van aanwezige kabels of leidingen die niet technisch of anderszins noodzakelijk verlegd moeten worden zal de belanghebbende de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels of leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.
3.2 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie
Na de fase van vooroverleg als bedoeld in REF _Ref6560869 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 16 dient de belanghebbende een definitieve kostenopgave in en wordt inzicht gegeven in de opbouw van de kosten van verlegging. Hierbij doet de belanghebbende tevens een verzoek tot voorlopige vaststelling van de nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier opgenomen in bijlage 1.
3.3 Aanwijzing tot verlegging en voorlopige vaststelling nadeelcompensatie
Het college neemt een instemmingbesluit als bedoeld in AVOI Molenlanden voor het verleggen een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg als bedoeld in REF _Ref6560869 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 16.
Het college neemt zo mogelijk tegelijkertijd met het besluit van REF _Ref6560911 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 19 een besluit inzake het verzoek tot voorlopige vaststelling nadeelcompensatie als bedoeld in REF _Ref6560941 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 18 lid REF _Ref6561338 \r \h \* MERGEFORMAT 1 en de wijze van uitbetalen van het voorschot in termijnen. Het college kan besluiten:
Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de kostenverdeling kan advies gevraagd worden aan een onafhankelijke commissie te benoemen door het college.
Een geschil over de door het college vastgestelde voorlopige nadeelcompensatie mag niet leiden tot vertraging van de werkzaamheden. De gemeente zal in die gevallen waarin er nog geen onherroepelijk besluit is 50 % van de kosten waarop de belanghebbende op basis van REF _Ref6560911 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 19 en bijlage 1 meent recht te hebben aan de belanghebbende vergoeden. Nadat het besluit onherroepelijk is geworden vindt verrekening plaats door middel van terugvordering dan wel uitkering van het restbedrag door het college.
3.4 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie
Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf jaar (zie REF _Ref6560977 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 24, lid 1) na dat moment dient belanghebbende een aanvraag in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.
3.6 Betaling nadeelcompensatie
Indien nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van voor- en nacalculatie vindt betaling plaats in termijnen zoals aangegeven in het besluit conform Artikel 20. Na gereedkomen van de werkzaamheden en na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie als bedoeld in REF _Ref6560977 \r \h \* MERGEFORMAT Artikel 24, vindt verrekening plaats met de uitbetaalde voorschotten en wordt de laatste termijn aan de belanghebbende uitbetaald.
Aldus vastgesteld te Molenlanden, 5 januari 2021, burgemeester en wethouders van Molenlanden,
De secretaris
drs. F. Jonker
De burgemeester
T.C. Segers MBA
Schadevergoedingsregime voor leidingen die liggen in openbare gronden
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.
Schaderegeling voor kabels of leidingen in natte infrastructuur, die liggen in openbare gronden.
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.