Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent het verlenen van subsidie aan verduurzamen culturele instellingen (Uitvoeringsregeling subsidie verduurzaming culturele instellingen Noord-Holland 2021) |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie verduurzaming culturele instellingen Noord-Holland 2021 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-06-2022 | artikel 2, 3, 4, 5, 8, 9, 12, bijlage 2 | 21-06-2022 | 1523409/1847242 | ||
19-01-2021 | 30-06-2022 | nieuwe regeling | 08-12-2020 | 1523409/1523415 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing achten:
Artikel 38, derde lid, en artikel 41, zesde lid, onder a en b van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187) (Algemene groepsvrijstellingsverordening);
Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352) (De-minimisverordening);
Uitvoeringsregeling subsidie verduurzaming culturele instellingen Noord-Holland 2021
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten die strekken tot verduurzaming van het gebouw waarin de culturele activiteiten plaatsvinden, voor zover deze zijn opgenomen in de energiescan:
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
voor de organisaties genoemd in artikel 2, tweede lid onder j, een verklaring van de gemeente waarbinnen de organisatie is gelegen waarin de gemeente aangeeft dat de organisatie van belang is voor de culturele infrastructuur binnen de gemeente of een afschrift van de beschikking waarmee een exploitatiesubsidie is verstrekt aan de organisatie.
Een subsidie, als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, bedraagt 30% van de in aanmerking komende kosten en wordt berekend op grond van artikel 38, derde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. De subsidie wordt met 20 procentpunten verhoogd voor steun aan kleine ondernemingen. Niet in aanmerking komen: kosten voor leges, energiescan, architect, staartkosten, onderzoek en advies.
Een subsidie, als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, bedraagt ten hoogste 45% van de in aanmerking komende kosten en wordt berekend op grond van artikel 41, zesde lid, onder a en b, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Niet in aanmerking komen: kosten voor leges, energiescan, architect, staartkosten, onderzoek en advies.
Indien toepassing van het derde lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.
In alle overige gevallen worden de kosten van investeringen in energie-efficiëntie vastgesteld ten opzichte van een vergelijkbare, minder energie-efficiënte investering die zonder de steun op geloofwaardige wijze zou zijn uitgevoerd. Het verschil tussen de kosten van beide investeringen levert de met energie-efficiëntie verband houdende kosten op en geldt als de in aanmerking komende kosten.
In de beschikking of vaststelling tot subsidieverlening wordt een termijn gesteld waarbinnen de activiteit moet zijn afgerond.
Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.
Haarlem, 08 december 2020
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
A.Th.H. van Dijk, voorzitter.
R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.
De provincie wil verduurzaming van cultureel erfgoed stimuleren. Het verminderen van het energieverbruik van culturele instellingen, levert een kostenvoordeel op dat de instandhouding van culturele instellingen ten goede komt. Een energiescan geeft inzicht in het energieverbruik en de mogelijkheden om het verbruik te verlagen dan wel op te wekken. Hieronder omschrijven wij de minimale eisen van een bij de subsidieaanvraag gevoegde energiescan.
Een Energiescan Culturele Instellingen Noord-Holland bestaat uit een beknopte rapportage met op het gebouw of gebouwen toegespitste maatregelen die energiebesparing kunnen opleveren.
Toelichting op de mogelijke onderbouwing in de rapportage:
Heldere uiteenzetting van de aanleiding van de energiescan; de vragen en/of problematiek die spelen; doel van de energiescan.
De huidige situatie en condities en eventuele toekomstige ambities worden vermeld. Deze factoren zijn bepalend voor het genereren van realistische maatregelen en geven een realistische prognose van het toekomstige energieverbruik.
Indicatie technische staat, bouwtechnische en bouwfysische condities; eventueel huidige duurzame voorzieningen. Hierbij worden naast oppervlaktematen (BVO, opp glas, opp metselwerk etc.) ook inhoud gebouw en gebruiksruimte gegeven.
Huidige energieprestatie weergeven in MJ/m³. Vergelijk van de energieprestatie met het gemiddelde energieverbruik van de gebouwcategorie.
De bestaande en/of toekomstige functie en gebruiksintensiteit.
De beschikbare financiële middelen. Deze hoeven niet in het rapport te worden vermeld, maar moeten wel meewegen in het advies.
Maatregelen en oplossingen worden geboden vanuit de Trias Energetica principe. Rekening wordt gehouden met het kader (aanwezige monumentale waarden, technische en bouwfysische condities, functie en gebruiksintensiteit, financiële ruimte). Nadruk bij de geschetste maatregelen ligt op de realisatiekans.
Bouwkundige maatregelen (onderscheid tussen herbestemming, restauratie en MJOP)
Duurzame energieopwekking en energie-uitwisseling: mogelijkheden energie op te wekken; indien relevant zowel op gebouwniveau als op een grotere schaal.
Efficiënt gebruik van energie: mogelijkheden om energie op te slaan etc. Indien relevant zowel op gebouwniveau als op een grotere schaal.
Tips voor duurzaam gebruik: bijvoorbeeld verwarmingsprotocol; gebruik luiken, etc.