Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent het afval- en grondstoffenbeleid |
Citeertitel | Afval- en grondstoffenbeleidsplan Zoetermeer 2020 ‘Afvalscheiden. Ik haal er alles uit!’ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Afvalbeleidsplan ‘Zoetermeer, meer bewust’.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2021 | nieuwe regeling | 14-12-2020 | 0637520012 |
De raad van de gemeente Zoetermeer;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juli 2020
Het afval- en grondstoffen beleidsplan 2021, ‘Afvalscheiden. Ik haal er alles uit!’ (Bijlage 1) vast te stellen met daarin de volgende maatregelen:
Het (bij)plaatsen van ondergrondse PBD-(Plastic, Blik, Drinkpakken) containers en het waar mogelijk ombouwen van ondergrondse restafvalcontainers naar PBD-containers volgens de huidige planning voor te bereiden en in het najaar van 2021 een definitief voorstel aan de raad voor te leggen voor het daadwerkelijk plaatsen en ombouwen van ondergrondse containers.
Het definitieve besluit voor deze investering wordt genomen op basis van de resultaten van een onafhankelijk onderzoek naar bronscheiding versus nascheiding.
De raad draagt het college op om voor 1 februari 2021 de opdrachtformulering gereed te hebben. In de onderzoeksopdracht worden in ieder geval de volgende punten meegenomen;
De kwijtscheldingsregeling voor de afvalstoffenheffing met ingang van 1-1-2023 aanpassen naar een model waarbij het vaste deel van de heffing volledig wordt kwijtgescholden en het variabele deel gemaximeerd wordt op één vuilniszak restafval per week of één aanbieding van de restafvalcontainer per vier weken;
Over beslispunt 10 geen referendum mogelijk te maken omdat dit een begrotingswijziging betreft. Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.
Afval scheiden. Ik haal er alles uit! U ook?
Alles uit het afval halen wat erin zit. Daar ga ik voor, want daarmee dragen we een steentje bij aan een duurzame wereld. Wanneer we afval goed scheiden, kunnen we meer grondstoffen hergebruiken. Dat betekent een kleinere (rest)afvalberg, minder plastic soep en ook minder zwerfafval.
De maatregelen die in dit afval- en grondstoffenplan staan, helpen om afval beter te scheiden. Natuurlijk zal dat wel even wennen zijn. Want waar moet ik mijn afval laten? Komt al het afval niet alsnog op dezelfde hoop? En hoe zit dat met al die verschillende bakken?
Allereerst: scheiden helpt echt. Elk type afval, zoals glas, plastic of groen gaat naar een andere verwerker. Die zet het bijvoorbeeld om in energie of maakt er nieuwe producten van. Ons doel is om iedereen goed uit te leggen hoe dit nieuwe systeem werkt. Er komt een campagne. We zorgen er ook voor dat mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn weten dat dit belangrijke informatie is. Die informatie moeten ze laten vertalen. Ook zijn er afvalcoaches die bij u thuis langs kunnen komen om uitleg te geven.
Samen met mijn collega-wethouders ga ik de wijken in. Ik hoop u te ontmoeten tijdens een van de bewonersavonden, waar wij met u kunnen praten over afval. Zo willen we erachter komen wat u nodig heeft om met succes afval te scheiden. Ga het gesprek dus met ons aan. Elke Zoetermeerder kan bijdragen aan een duurzaam en betaalbaar afvalsysteem, betere recycling en een groene toekomst.
Laten we samen alles eruit halen wat erin zit!
Portefeuille Groen, Openbare ruimte, Armoedebeleid, Jeugd, Afval/Luchtkwaliteit
Zoetermeer staat, net als vele andere gemeenten, voor de opgave de hoeveelheid restafval terug te dringen. Zoetermeer heeft met circa 217 kilogram restafval per persoon per jaar relatief veel restafval. In de CBS-gemeentelijke klasse B scoort Zoetermeer zowel op de kosten als op het milieuresultaat het minst goed. De best scorende gemeenten hebben gedifferentieerde tarieven met een frequentieverlaging op de inzameling van restafval ingevoerd. Het huidige inzamelmodel in Zoetermeer biedt daarentegen nog veel service op restafval, dat kan vaak en zonder extra betaling weggegooid worden. Het restafval is de afgelopen jaren dan ook slechts licht gedaald. GFT is iets toegenomen. Het aanbod van grondstofstromen zoals plastic, papier, glas en textiel blijft nagenoeg gelijk.
Minder restafval is goed voor het milieu en het draagt bij aan het realiseren van een circulaire economie. Met een vermindering van het restafval geeft Zoetermeer invulling aan de doelstelling 3.1 ‘Bevorderen duurzame ontwikkeling’ van het Zoetermeerse collegeprogramma en aan de duurzaamheidsambities die het Rijk, Europa en de VN hebben vastgesteld in de Sustainable Development Goals / Global Goals. Het landelijke afvalscheidingsdoel is vastgesteld op maximaal 100 kilogram restafval per persoon per jaar. Zoetermeer stelt een tussendoel van 160 kilogram per persoon vast. Dat is een haalbaar getal gebleken uit gehouden pilots en een doorrekening van beoogde maatregelen.
De gemeente kiest hiermee nadrukkelijk voor het aan de bron scheiden van afval. Dit levert vooralsnog de beste kwaliteit op en het zorgt voor milieubewustzijn. Aanvullend op de genoemde maatregelen onderzoekt de gemeente hoe de openingstijden van het Zelfbrengdepot verruimd kunnen worden en of de Ja/Ja sticker ingevoerd kan worden. Ook volgt de gemeente de ontwikkelingen op het gebied van de luierrecycling.
De maatregelen zijn bepaald bij het vaststellen van voorstel 111 van ‘Ombuigen en Vernieuwen’ en dragen ook bij aan het dichten van het begrotingstekort. De maatregelen leveren naar verwachting 1 miljoen euro op ten opzichte van 2019. Voor de invoering van de maatregelen zijn invoerings- en investeringskosten noodzakelijk. De investeringskosten worden geactiveerd. De invoeringskosten kunnen gedekt worden uit de voorziening afvalstoffenheffing. De uitvoering van de maatregelen resulteert ook in hogere lasten en in besparingen in de exploitatie. Het positieve effect wordt verwerkt in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. De vaststelling van de tarieven gebeurt ieder jaar in december bij het vaststellen van de ‘Verordening afvalstoffenheffing’.
In deze verordening wordt ook de diftar-maatregel (gedifferentieerde tarieven) inclusief een vernieuwing van de bestaande kwijtscheldingsregeling verwerkt. Het totale beleid wordt, naast een vastlegging in het voorliggende afval- en grondstoffenbeleidsplan, verwerkt in de afvalstoffenverordening en het bijbehorende uitvoeringsbesluit.
Er zijn kanttekeningen bij het nieuwe beleid. De gemeente probeert deze op te lossen met passende maatregelen tijdens de implementatie. De implementatie start vanaf het derde kwartaal 2020. Allereerst worden de maatregelen voor grofvuil doorgevoerd, daarna de maatregelen voor PBD en restafval. Vanaf 1 januari 2023 zijn de gedifferentieerde tarieven van kracht. In het eerste kwartaal van 2021 gaat de communicatiecampagne van start. De campagne loopt door tot en met juni 2023 zodat de inwoners van Zoetermeer geïnformeerd en betrokken blijven om alles eruit te halen wat erin zit.
1 Waarom een nieuw afvalbeleid?
1.1 De weg naar een circulaire economie
Het Rijk, de Vereniging van Nederlands Gemeenten en de afvalbranche vereniging hebben een landelijk afvalscheidingsdoel vastgesteld: in 2020 maximaal 100 kilogram restafval per persoon. Het doel voor 2025 ligt op maximaal 30 kilogram restafval per persoon per jaar. De doelen zijn vastgesteld om een circulaire economie te bereiken. In een circulaire economie sluiten kringlopen. Grondstoffen en producten verliezen hun waarde zo min mogelijk, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken staat centraal. In een circulaire economie is er dan ook nog nauwelijks restafval. Zo werken we aan een duurzame toekomst waarin we de aarde sparen.
Gemeenten kunnen een bijdrage leveren aan het realiseren van de landelijke afvalscheidingsdoelstelling. Dat kunnen zij doen door te zorgen dat er zo min mogelijk afval als restafval de verbrandingsovens in gaat. Uiteraard spelen inwoners daarbij een cruciale rol. Zij zijn degene die het afval aan de bron kunnen scheiden en aan afvalpreventie kunnen doen. Naast het milieuvoordeel waar we gezamenlijk van kunnen profiteren is er met afvalscheiding ook een financieel voordeel te behalen. Grondstoffen leveren geld op als ze gescheiden worden. Of -afhankelijk van het soort grondstof- ze kosten in ieder geval minder als ze gerecycled in plaats van verbrand worden. Het Rijk stimuleert sinds enkele jaren het scheiden van afval door een extra verbrandingsbelasting op restafval te heffen, die in 2020 op iets meer dan € 33 per ton is vastgesteld.
1.3 Ombuigen en Vernieuwen in Zoetermeer
Zoetermeer staat, net als vele andere gemeenten, voor de opgave de hoeveelheid restafval terug te dringen. Zoetermeer heeft met circa 217 kilogram restafval per persoon per jaar relatief veel restafval (Benchmark huishoudelijk afval 2018). Gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse als Zoetermeer boeken een resultaat van gemiddeld 165 kilogram restafval per persoon per jaar. Gemeenten die in deze klasse het beste scoren hebben gemiddeld tussen de 75 en 140 kilogram restafval per persoon per jaar.
Grote hoeveelheden restafval zorgen niet alleen voor meer milieubelasting maar ook voor een nadelig effect op de afvalstoffenheffing. Restafval is kostbaar om te verwerken. Het terugdringen van de hoeveelheid restafval is dan ook noodzakelijk. In het traject ‘Ombuigen en Vernieuwen’ zijn voorstellen gedaan om de afvalinzameling op onderdelen te wijzigen. Deze voorstellen, van ‘Ombuigen en Vernieuwen’, dragen bij aan het terugdringen van het begrotingstekort. In voorliggend afval- en grondstoffenbeleidsplan worden de maatregelen vastgelegd en nader gespecificeerd.
2 Wat houdt het bestaande beleid in?
2.1 De Zoetermeerse afvalinzameling nu
Zoetermeer heeft circa 125.000 inwoners. 43 Procent van de woningen is hoogbouw 1. Zoetermeer valt in stedelijkheidsklasse B van het CBS en heeft een tariefsysteem op basis van de grootte van het huishouden. De gemeente zamelt het afval zelf in. Het afvalinzamelmodel is traditioneel ingericht, de focus ligt op het inzamelen van restafval (ontstaan uit de hygiëne wet).
Bewoners van laagbouwwoningen die afval aanbieden in containers kunnen de restafval-container om de week laten legen. In de andere week zamelt de gemeente GFT en etensresten in. Bewoners van laagbouw die afval aanbieden in centrale voorzieningen bieden restafval en GFT en etensresten aan in ondergrondse containers. Het aanbieden kan 24/7 en is onbeperkt. Dit geldt ook voor alle hoogbouw bewoners (niet grondgebonden woningen zoals appartementen). Ook zij bieden restafval en GFT en etensresten aan in ondergrondse containers. De ondergrondse containers zijn voorzien van een elektronische toegangsregulering. Omdat de inwoner bij een zuil eerst een keuze maakt voor de afvalstroom, is er sprake van kwalitatief goed GFT2 .
Plastic, blik en drinkpakken, papier en karton, glas en textiel
Plastic, blik en drinkpakken, papier en karton, glas en textiel kunnen alle inwoners weggooien in ondergrondse containers die op de milieu-eilanden staan. Verenigingen, scholen en instellingen mogen ook papier inzamelen. Dit kan met een container op eigen terrein of via huis aan huis inzamelrondes. Hiervoor ontvangen ze van de gemeente een inzamelvergoeding van € 0,03 per kilogram.
De afgelopen jaren is het aanbod van PBD redelijk stabiel (rond de 7 kilogram per persoon). Het aanbod papier en karton is afgenomen en blijft nu stabiel. Het aanbod glas is door de jaren heel stabiel (rond de 17 kilogram per persoon). Ook het aanbod textiel blijft nagenoeg gelijk (rond de 4 kilogram per persoon).
Klein chemisch afval (KCA) en grofvuil kunnen ingeleverd worden op het Zelfbrengdepot. Het Zelfbrengdepot is op afspraak van maandag tot en met donderdag van 8.00 uur tot 16.00 uur open, op vrijdag tot 20.45 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 16.00 uur. Toegang wordt verleend met de milieupas. Grofvuil kan gratis aangeleverd worden. Voor het aanleveren van verbouwingsafval, puin en grond moet betaald worden. De gemeente haalt grofvuil ook gratis op, nadat er een afspraak is gemaakt. De wachttijd is maximaal zes weken. Bij ophalen binnen 3 werkdagen (spoedafspraak) is er een verrekening van de kosten (€ 42 per afspraak).
2.2 Afvalstoffenverordening en uitvoeringsbesluit
De afvalstoffenverordening van Zoetermeer en het bijbehorende uitvoeringsbesluit zijn vastgesteld in 2019. De verordening en het uitvoeringsbesluit geven de regels weer voor het inzamelen en aanbieden van afval. Bij het vaststellen van een nieuw afvalbeleid worden de verordening en het uitvoeringsbesluit aangepast.
De kosten voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval worden geïnd via de gemeentelijke afvalstoffenheffing. In de heffing wordt onderscheid gemaakt tussen huishoudens met één persoon, huishoudens met twee personen en huishoudens met drie personen of meer. De tarieven zijn in 2020 respectievelijk € 239,03, € 270,56 en € 284,60. Laagbouwwoningen kunnen een extra restafval-container aanvragen. Hiervoor worden eenmalige kosten in rekening gebracht.
3 Wat houdt het nieuwe beleid in?
Verlagen van de kosten voor de afvalinzameling én een bijdrage leveren aan een circulaire economie. Dat zijn de twee hoofddoelen op het thema afval. De maatregelen om dit te realiseren richten zich op grofvuil, PBD en restafval. Daarbij kiest Zoetermeer bewust voor scheiden aan de bron en niet voor nascheiden. Nascheiden kan immers alleen voor PBD. De overige afvalstromen kunnen bij nascheiding niet worden gerecycled. Deze raken in het proces te veel vervuild. Nascheiding draagt daarbij ook niet bij aan het milieubewustzijn.
Stoppen met de gratis inzameling van grofvuil aan huis
Allereerst bespaart de gemeente hiermee omdat er geen ophaalrondes meer zijn en de ophaalacties betaald worden. Daarnaast komt er een besparing omdat grofvuil dat gebracht wordt naar het Zelfbrendepot direct gesorteerd is en aangeboden kan worden voor recycling. Grofvuil dat aan huis opgehaald wordt gaat in de kraakperswagen en is niet gesorteerd. Naar verwachting kan 20% meer van het grof huishoudelijk afval gescheiden worden wanneer gestopt wordt met de gratis grofvuilafspraken3 . Dat levert milieu- en financieel rendement op. Twee keer per jaar wordt grof tuinafval gratis ingezameld. Deze inzameling blijft gratis.
Stoppen met de gratis inzameling van grofvuil van kringlooporganisaties
Kringlooporganisaties kunnen goederen die niet verkoopbaar zijn gratis inleveren bij de gemeente. Dit werd gezien als uitgesteld grofvuil. De omgevingsdienst Haaglanden (ODH) kenmerkt het afval van kringloopwinkels echter als ‘bedrijfsafval’. De gemeente Zoetermeer heeft geen vergunning voor het innemen van bedrijfsmatig afval. Het is de gemeente Zoetermeer daarom niet toegestaan om grofvuil van kringlooporganisaties gratis in te nemen en de kosten te dekken uit de afvalstoffenheffing. Dit betekent een besparing voor de gemeente (circa € 8.000) en het betekent dat de kringlooporganisaties de kosten voor het afvoeren en verwerken van afval voor hun rekening moeten nemen. Deze kosten zullen in mindering komen op de bedragen die zij doneren aan goede doelen. Ze zullen het aannamebeleid moeten aanscherpen zodat ze kwalitatief goede spullen ontvangen. Ook is aanscherping nodig om te voorkomen dat inwoners de kringlooporganisatie gebruiken om een betaalde ophaalafspraak te ontlopen of een ritje naar het Zelfbrengdepot te voorkomen.
Invoeren van een container voor Plastic, blik en drinkpakken (PBD)
PBD kunnen inwoners brengen naar de ondergrondse PBD-containers bij de milieu-eilanden. Restafval wordt aan huis opgehaald. Hierdoor is de dienstverlening op restafval hoger dan op PBD. Laagbouwwoningen die afval aanbieden in containers krijgen er een derde container bij, deze derde container is voor PBD. Dit is een serviceverhoging op de inzameling van PBD. PBD scheiden is dan makkelijker. Dit zal inwoners stimuleren PBD ook te gaan scheiden. Hierdoor neemt het restafval af en de recycling neemt toe. De PBD-container leegt de gemeente een keer in de vier weken (en de restafval-container ook, zie maatregelen restafval) waardoor er geen extra logistieke kosten zijn en financieel voordeel uit minder kosten voor verbranding van afval.
Meer ondergrondse PBD-containers
Er komen 100 ondergrondse PBD-containers extra bij en 150 ondergrondse restafvalcontainers worden omgebouwd naar PBD-containers. Zo staan er straks op veel meer plekken PBD-containers en kunnen inwoners PBD makkelijker gescheiden weggooien. Het plaatsen van extra ondergrondse containers en ombouwen van bestaande ondergrondse containers is een investering. Ook zullen er extra kosten zijn voor het legen van de ondergrondse PBD-containers. Deze extra ledigingskosten zullen echter gefinancierd worden uit het minder legen van ondergrondse restafvalcontainers. Doordat PBD gescheiden wordt (en door de gedifferentieerde tarieven, zie maatregelen restafval) zullen deze containers immers minder snel vol zijn.
Verlaging inzamelfrequentie restafval-containers naar één keer per vier weken
Door PBD apart aan huis in te zamelen en door de extra ondergrondse containers voor PBD neemt het volume restafval sterk af. De restafval-container kan daarom minder vaak geleegd worden. Gemiddeld, zo blijkt uit de gemiddelde gegevens van de landelijke sorteeranalyses, is 24 kilogram restafval eigenlijk plastic. Omdat PBD licht afval is, neemt die 24 kilogram dus erg veel plek in de restafval-container of de vuilniszak in. Een proefproject in Zoetermeer met een dergelijke inzameling heeft aangetoond dat het ook hier haalbaar is de inzamelfrequentie van restafval te verlagen. Het minder vaak ophalen van het restafval maakt het ook qua logistiek mogelijk het PBD kostenneutraal aan huis op te halen. De rondes restafval worden vervangen door rondes PBD. Iedere week wordt dan nog steeds één container geleegd bij de laagbouw huishoudens die afval aanbieden in containers.
Papierpreventie met de Ja/Ja sticker Woningen zonder nee/nee of nee/ja-sticker krijgen nu zo'n 33 kg reclame per jaar4 . Een wekelijks huis-aan-huisblad zorgt voor nog eens 36 kg papier per jaar. Uit onderzoek blijkt dat slechts 35% van de Nederlanders een Ja/Ja sticker op de brievenbus zou plakken. 65% Van de huishoudens wil dus geen reclamedrukwerk en geen huis-aan-huisblad meer. In Zoetermeer komt neer op 2.5 miljoen kg papier per jaar. Dit betekent minder papier inzamelen. Het betekent ook minder restafval. Want gemiddeld in Nederland gooien we ook nog steeds 21 kg papier met het restafval weg en een deel daarvan is reclamedrukwerk. Zoetermeer wacht de bodemprocedure af die door de reclamebranche is aangespannen tegen het inzetten van de Ja/Ja sticker. Als de sticker rechtmatig is, dan voert Zoetermeer de sticker in. Zo worden huishoudens geholpen om de afvalberg te verkleinen en papiergebruik te reduceren. |
Het Invoeren van gedifferentieerde tarieven op restafval per 1-1-2023
Invoering van gedifferentieerde tarieven betekent dat de afvalstoffenheffing opgedeeld wordt in een vast en een variabel deel. Het variabele deel is de prijsprikkel. Hoe minder restafval een huishouden weggooit, hoe lager de variabele heffing zal zijn. De variabele heffing geldt alleen op restafval. Laagbouwwoningen die restafval aanbieden in containers krijgen een nieuwe restafval-container met een chip. Deze chip wordt tijdens het legen door het inzamelvoertuig gelezen en zo kan het afvalaanbod van deze huishoudens verrekend worden. Laagbouwwoningen die afval aanbieden in ondergrondse containers en hoogbouwwoningen rekenen af voor elke keer dat een ondergrondse container is gebruikt. Dit gebruik wordt vastgelegd aan de hand van de afvalpas die mensen gebruiken om de container te ontgrendelen. Het aanbieden van PBD, GFT, glas, textiel, en oud papier et cetera blijft ‘gratis’, oftewel de kosten daarvan worden gedekt uit de opbrengsten van de vaste heffing. Het bepalen van de hoogte van de heffingsdelen gebeurt met het vaststellen van de Verordening afvalstoffenheffing eind 2022.
In de Verordening afvalstoffenheffing wordt ook een gewijzigde kwijtscheldingsregeling opgenomen. De kwijtschelding zal gelden voor het vaste deel van de heffing en voor 13 keer een restafval-container aanbieden of voor een aanbod van 52 vuilniszakken per jaar in een ondergrondse container (aan te bieden hoeveelheid staat gelijk aan 13 keer aanbieden van een restafval-container). Zo wordt iedereen gestimuleerd het afval te scheiden en ontstaat gelijkheid.
In het huishoudelijk restafval in Nederland zit jaarlijks zo’n 200 duizend ton luiers en incontinentiemateriaal, dat is ongeveer 5% van het huishoudelijk restafval. Nog eens dezelfde hoeveelheid komt naar schatting als bedrijfsafval vrij bij ziekenhuizen en zorgcentra. In 2015 is de overheid gestart met het project “uit de luiers” met het doel de luierketen te sluiten, partijen daarvoor te verbinden, kennis te delen en te zorgen voor recycling van de herbruikbare materialen van de luiers. Sinds het ketenproject en de ontwikkeling van meer recyclen en minder verbranden, zijn er initiatieven in ontwikkeling om luiers te recyclen. Luiers hoeven dan niet meer met het restafval verbrand te worden. Dit is voor huishoudens in Diftar-gemeenten een aantrekkelijk vooruitzicht omdat voor het restafval betaald moet worden. Wegwerpluiers nemen een aanzienlijke hoeveelheid ruimte in de restafval-container of in de vuilniszak in. Huishoudens met kinderen in de luiers kunnen, ondanks goed scheidingsgedrag, financiële nadelen ondervinden. Ook kunnen er nadelen ondervonden worden van een maandelijkse inzameling van de restafval-containers. De container is sneller vol en moet fris gehouden worden (zakken gebruiken voor luiers, uit de zon zetten, laten luchten en regelmatig schoonmaken). Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid wasbare luiers te gebruiken. Dit product is opnieuw uitgevonden, doorontwikkeld en eigentijds gemaakt5 . Zodra de luierrecyclinginitiatieven verder ontwikkeld zijn, zal Zoetermeer onderzoeken of recycling van de Zoetermeerse luiers mogelijk is. |
4 Wat gaat het nieuwe beleid opleveren?
Een inwoner van Zoetermeer biedt gemiddeld per jaar circa 217 kilogram restafval aan. Dat gaat naar verwachting met de maatregelen omlaag naar 160 kilogram. Minder restafval (door preventie, hergebruik en afvalscheiding) betekent minder materiaal dat verbrand wordt. Dat leidt tot minder uitstoot van schadelijke stoffen zoals C02 en stikstof. Hergebruik en afvalscheiding zorgen er tevens voor dat er minder nieuwe grondstoffen nodig zijn om producten van te maken. De winning van nieuwe grondstoffen kost meer energie dan het hergebruiken of recyclen van oude stoffen.
Zoetermeer draagt met het afval- en grondstoffenbeleidsplan bij aan de doelstelling 3.1 ‘Bevorderen duurzame ontwikkeling’ van het Zoetermeerse collegeprogramma. Ook geeft Zoetermeer invulling aan de duurzaamheidsambities die het Rijk, Europa en de VN hebben vastgesteld in de Sustainable Development Goals / Global Goals.
Kanttekening is wel dat het landelijke afvalscheidingsdoel op 100 kilogram restafval per persoon per jaar (2020) is vastgesteld. Het doel van Zoetermeer ligt dus vooralsnog 60 kilogram hoger en moet gezien worden als een tussendoelstelling. 160 kilogram restafval blijkt namelijk realiseerbaar op basis van in Zoetermeer gehouden pilots in 2016 en 2017 en op basis van een financiële doorrekening van de maatregelen. Kijkend naar de landelijke benchmark neemt Zoetermeer de juiste maatregelen om het restafval flink te verlagen. Gedifferentieerde tarieven in combinatie met servicedifferentiatie blijkt in de benchmark 20186 (zie ook het kader) de beste strategie op het gebied van milieupresentatie en op het gebied van de afvalbeheerkosten.
De Zoetermeerse afvalinzameling heeft te maken met stijgende kosten. De kosten voor het verwerken van de diverse afvalstromen stijgen, er is een extra verbrandingsbelasting vanuit het Rijk en de opbrengsten voor waardevolle afvalstromen nemen af. Wanneer de totale hoeveelheid afval - en met name restafval - niet wordt teruggedrongen zijn verdere kostenstijgingen onvermijdelijk. Alle kosten voor het afvalbeheer worden vertaald naar de afvalstoffenheffing. De inwoner van Zoetermeer heeft er dus baat bij als de kosten voor het afvalbeheer worden gereduceerd.
Voor de invoering van genoemde maatregelen zijn invoeringskosten en investeringen noodzakelijk. De invoeringskosten kunnen gedekt worden uit de voorziening afvalstoffenheffing. De kapitaallasten van de ICT- aanpassingen komen ten laste van het begrotingssaldo. Deze kosten zijn uitgewerkt in onderstaande tabel.
De uitvoering van de genoemde maatregelen resulteren ook in hogere lasten en in besparingen in de exploitatie. Deze wijzigingen zijn verwerkt in onderstaande tabel. Het positieve effect wordt verwerkt in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. De vaststelling van de tarieven gebeurt ieder jaar in december bij het vaststellen van de “Verordening afvalstoffenheffing”.
6 Welke kanttekeningen en risico’s zijn er?
Een nieuw beleid heeft kanttekeningen. Ook brengt het invoeren van een nieuw afvalbeleid risico’s met zich mee. Zoetermeer vindt het besparen op het thema afval en het leveren van een bijdragen aan een circulaire economie belangrijk. Daarom wordt er een nieuw beleid ingevoerd. Onderstaand zijn kanttekeningen en risico’s weergegeven met een toelichting en met de beoogde in te zetten beheersmaatregelen.
Niet iedereen past in één systeem
De inzameling van huishoudelijk afval is een kerntaak van gemeenten. Iedereen heeft dagelijks afval. Het moet dan ook voor iedereen mogelijk zijn de middelen die de gemeente hiervoor beschikbaar stelt te gebruiken. Daar waar de standaard middelen niet toereikend zijn wordt maatwerk toegepast.
Niet iedereen kan grofvuil wegbrengen
Door het niet hebben van een auto, de tijd of de fysieke capaciteit is het niet voor iedereen mogelijk om grofvuil weg te brengen. In deze situaties, waarbij er ook geen sociaal netwerk beschikbaar is om te helpen met het wegbrengen van grofvuil, blijft de mogelijkheid bestaan het grofvuil tegen betaling op te laten halen. Daarnaast zal de gemeente zoeken naar andere manieren om inwoners te faciliteren om grofvuil te kunnen vervoeren. Uit het samenspraaktraject kwam namelijk ook naar voren dat het niet hebben van een auto of rijbewijs een veelvoorkomende bezwaar was om tegen deze maatregel te zijn.
Kringlooporganisaties ondervinden nadelige effecten van de maatregelen
Doordat de kosten voor het afvoeren en verwerken van dit grofvuil niet meer uit de afvalstoffenheffing worden gefinancierd, moeten de kringlooporganisaties dit voor hun rekening nemen. Met de kringlooporganisaties wordt het gesprek aangegaan om de overlast tot een minimum te beperken en waar mogelijk gezamenlijk op te trekken om grofvuil- en kringloopstromen in goede banen te leiden.
Niet alle huishoudens willen drie containers in de tuin
Huishoudens die beschikken over een tuin (met uitzondering van huishoudens in Oosterheem) hebben containers voor hun restafval en GFT en etensresten. Zij krijgen er een derde container bij. Uit een proefproject bleek 7% geen derde container te willen ontvangen. Huishoudens die geen PBD-container willen mogen deze weigeren. De ondergrondse PBD-containers op de milieu-eilanden blijven, zij kunnen daar hun PBD weggooien. De inzamelfrequentie van de restafval-container wordt voor de huishoudens die de PBD-container weigeren wel verlaagd naar één keer in de vier weken.
Huishoudens hebben mogelijk niet genoeg aan een vierwekelijks restafval inzameling
Gezinnen met kinderen met wegwerpluiers, huishoudens met extra medisch afval en huishoudens die niet aan afvalscheiding doen zijn voorbeelden van huishoudens die moeite kunnen hebben met een maandelijkse lediging van de restafval-container. Indien een maandelijkse lediging van de restafval-container onvoldoende is, kan tegen betaling een extra lediging of extra restafval-container worden aangevraagd. Voor huishoudens die vanwege een medische situatie meer afval hebben wordt een maatwerkregeling toegepast voor zowel het kunnen aanbieden van afval als voor het betalen voor het restafval. Daarnaast volgt de gemeente de luierrecyclinginitiatieven zodat huishoudens met kinderen met wegwerpluiers het restafval kunnen gaan verminderen.
De invoering van gedifferentieerde tarieven (diftar) benadeelt inwoners die actief zwerfafval opruimen
Vrijwilligers die zwerfafval opruimen verzamelen dit afval meestal om vervolgens in eigen restafval-container of ondergrondse restafvalcontainer te gooien. Met diftar zorgt dit voor een hogere afvalstoffenheffing. Dat is onwenselijk. Dit wordt opgelost door de afvoer van het ingezamelde zwerfvuil door de wijkaannemers te laten verzorgen, die overigens ook verantwoordelijk zijn voor het opruimen van het zwerfafval. Op die manier hoeven actieve inwoners zwerfafval niet in de eigen restafval-container of ondergrondse te doen.
De angst bestaat dat het dumpen van afval toeneemt
Het in de openbare ruimte achterlaten van grofvuil of het weggooien van restafval in een PBD- of GFT-container is een manier om, binnen een systeem met gedifferentieerde tarieven, illegaal van restafval of grofvuil af te komen. De ervaring in het land is dat dit dumpen van afval in de beginmaanden na het invoeren van de diverse maatregelen tijdelijk toeneemt. Inwoners die verkeerd handelen uit onwetendheid moeten begeleid worden. Personen die moedwillig regels overtreden dienen hiermee geconfronteerd te worden en moeten betalen voor de kosten. Om dit te bereiken worden naast de huidige milieu-inspecteurs drie afvalcoaches aangesteld voor een periode van twee jaar. Deze coaches adviseren, stimuleren en begeleiden inwoners bij de komende veranderingen.
Met gedifferentieerde tarieven is een deel van de inkomsten uit de afvalstoffen afhankelijk van de hoeveelheid afval die wordt weggegooid. Als de prikkel zo effectief is dat er minder restafval wordt aangeboden dan verwacht dalen de variabele inkomsten. Dat kan zelfs zo ver zijn dat de inkomsten de inzamel- en verwerkingskosten niet langer dekken. Dit is de diftar-paradox: het afvalscheiden gaat te goed waardoor de gemeente de kosten niet meer kan dekken met de inkomsten. Door ervoor te zorgen dat het vaste deel van de afvalstoffenheffing voldoende is om een groot deel van de kosten te dekken kan deze paradox tegengegaan worden. Het vaste deel van de afvalstoffenheffing is dan relatief hoog. De tarieven voor het aanbieden van restafval zijn laag. De tarieven voor de afvalinzameling worden middels de Verordening afvalstoffenheffing in december 2022 vastgesteld.
De afvalscheiding kan tegen vallen (de 160 kilogram wordt niet gehaald)
Het nieuwe afvalbeleid voert Zoetermeer in om de afvalscheiding te verbeteren. Dit levert milieu- en financieel voordeel op. Als de afvalscheiding tegenvalt, vallen die voordelen weg. Dit zal vertaald moeten worden naar andere tarieven voor de afvalstoffenheffing. Zoetermeer communiceert regelmatig over de afvalscheiding en geeft aan of het de goede kant op gaat. Zoetermeer geeft scheidingstips, zorgt dat de voorzieningen om afval aan te bieden op orde zijn en zorgt voor persoonlijke aanspreekpunten als er vragen zijn over het scheiden van afval. De gemeente voert ook controles uit zodat er ongevraagd maar uiteraard wel vrijblijvend advies gegeven kan worden.
De druk op de afvalmarkt is groot
Er is een risico dat de genoemde financiële voordelen niet gehaald worden. De druk op de afvalmarkt is groot, bij nieuwe aanbestedingen kunnen de verwerkingskosten stijgen. Ook de vergoedingen voor waardevolle afvalstromen staan onder druk en kunnen hierdoor verder afnemen dan waar in de berekeningen rekening mee gehouden is. Daarnaast is er een risico dat het Rijk de verbrandingsbelasting de komende jaren verhoogd. Door de maatregelen neemt het restafval af, dus dat heeft een positief effect. Echter, de verwerkingskosten zijn gebaseerd op een verwachte daling van de hoeveelheid (rest)afval. Hoeveel afval er daadwerkelijk verminderd wordt is afhankelijk van menselijk gedrag. Daardoor blijven de besparingen een schatting.
7 Hoe en wanneer wordt het nieuwe beleid ingevoerd?
De nieuwe manier van inzamelen en aanbieden van afval in Zoetermeer wordt in stappen ingevoerd. Vanaf 1 maart 2021 zijn de grofvuilmaatregelen van kracht. De kringlooporganisaties kunnen vanaf dan grofvuil niet meer gratis bij de gemeente inleveren en het ophalen van grofvuil gaat tegen betaling. In het laatste twee kwartalen van 2021 krijgen de laagbouwwoningen een PBD-container en leegt de gemeente de restafval-containers bij deze woningen een keer in de vier weken. In het eerste en tweede kwartaal van 2022 worden de ondergrondse containers voor PBD geplaatst. In 2022 vinden ook de voorbereidingen plaats om vanaf 2023 volgens de diftar-systematiek te werken.
Communicatie is een belangrijk onderdeel van het nieuwe afvalbeleid. Met diverse communicatie en gedragsbeïnvloedingtechnieken worden inwoners meegenomen in de ontwikkelingen. Zij worden uitgebreid geïnformeerd en gestimuleerd afval (beter) te scheiden. In het eerste kwartaal van 2021 gaat de communicatiecampagne van start. De campagne loopt door tot en met juni 2023 zodat ook na de eerste maanden de inwoners van Zoetermeer geïnformeerd en betrokken blijven om alles eruit te halen wat erin zit.
Het afval- en grondstoffenbeleidsplan Zoetermeer 2021. ‘Afvalscheiden. Ik haal er alles uit!’ geeft maatregelen weer die eerder bij het vaststellen van voorstel 111 van ‘Ombuigen en Vernieuwen’ zijn vastgesteld. Hiermee kent het plan een ander voortraject dan gebruikelijk. De maatregelen staan reeds vast en zijn vanuit besparingsoogpunt noodzakelijk. In dit afval- en grondstoffenbeleidsplan zijn de maatregelen nader uitgewerkt en is het bredere milieukader geschetst. Want ook vanuit milieuoogpunt zijn de maatregelen noodzakelijk.
De afgelopen jaren zijn inwoners van Zoetermeer betrokken geweest bij het ontwikkelen van de maatregelen ‘een extra container voor PBD’ en ‘frequentieverlaging inzameling restafval’. Daarnaast zijn in 2019 en begin 2020 zowel de gemeenteraadsleden als inwoners geconsulteerd over de nadere invulling van het afvalbeleid. Op 30 oktober 2019 was er een raadsavond en begin 2020 hebben inwoners een bijdrage kunnen leveren aan het afvalbeleid via een bewonerspeiling. Er is daarmee invulling gegeven aan de wens tot samenspraak.
De periode 2021 tot en met 2023 staat in het teken van het implementeren van het nieuwe beleid en het betrekken van de inwoners daarbij. De resultaten die worden geboekt worden gemonitord en geëvalueerd zodat eventuele bijstelling op onderdelen mogelijk is. Via de jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de resultaten op het gebied van afvalreductie, -scheiding, klanttevredenheid en de hoogte van de afvalstoffenheffing.