Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent het gebruik van een kleine draagbare camera die aan het uniform van de Buitengewoon opsporingsambtenaar vastzit (De Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent het gebruik van een kleine draagbare camera die aan het uniform van de Buitengewoon opsporingsambtenaar vastzit (De Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe)
CiteertitelDe Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-01-2021nieuwe regeling

05-01-2021

gmb-2021-11358

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent het gebruik van een kleine draagbare camera die aan het uniform van de Buitengewoon opsporingsambtenaar vastzit (De Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe)

Het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe

 

gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet besluiten vast te stellen:

 

De Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe.

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 De bodycam

Een bodycam is een kleine draagbare camera die aan het uniform van de Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa) vastzit. Het filmen met een bodycam is feitelijk een observatie met behulp van een technisch middel: een vorm van versterkte waarneming. De camera registreert datgene waarop gericht is. In veel gevallen de gebeurtenissen die de Boa zelf meemaakt, ziet en/of hoort.

Artikel 1.2 Doel

Het bevorderen van de veiligheid en veiligheidsgevoelens van de Boa’s.

Artikel 1.3 Beoogd effect

In vrijwel alle gemeenten waar gebruik wordt gemaakt van een bodycam, worden de veiligheid en de veiligheidsgevoelens van de Boa’s vergroot. Een bodycam kan de-escalerend en preventief werken. Burgers gedragen zich beter en hierdoor voelen handhavers zich veelal veiliger. Bijvangst is een zichtbare afname van bedreigingen, verbale agressie en escalaties. Bij incidenten staan de daders herkenbaar op beeld en dit heeft meestal een afschrikwekkende werking. Deze beelden kunnen, onder bepaalde voorwaarden, soms ook gebruikt worden bij de vervolging van daders van incidenten.

Artikel 1.4 Privacy

Het gebruik van de bodycam brengt aspecten op het gebied van privacy van de gefilmde inwoners met zich mee. Zoals eerder aangegeven wordt de bodycam alleen aangezet wanneer een onveilige situatie op straat daar om vraagt en indien mogelijk na een duidelijke waarschuwing. Er is een DPIA, zie bijlage, opgesteld en getoetst door de Functionaris Gegevensbescherming (FG). In onderstaand protocol wordt beschreven welke werkwijze er gehanteerd wordt (met opname, opslag en bekijken van beelden) om de privacy-inbreuk zoveel mogelijk te beperken.

Artikel 1.5 Grondslag persoonlijk beschermingsmiddel

Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan de kaders en verplichtingen van werkgevers om Arbobeleid te voeren. De bodycam wordt aan medewerkers ter beschikking gesteld op basis van artikel 3 lid 1 onder b Arbowet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt ingesteld als persoonlijk beschermingsmiddel. Gelet op artikel 3 van de Arbowet mag van de gemeente West Betuwe, als goed werkgever, worden verwacht dat zij de noodzakelijke voorzieningen treft om elke medewerker zo goed en veilig als mogelijk kan functioneren. Het uitrusten van de Boa’s met een bodycam vanuit het oogpunt van veiligheid en goed werkgeverschap past hier dan ook bij.

Artikel 1.6 Wettelijke grondslag AVG

De bodycams leiden tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee maken ze in breuk op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht is dat hier in elk geval een wettelijke grondslag voor moet bestaan.

Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams (het bevorderen van de veiligheid en veiligheidsgevoelens van de Boa’s) wordt het juridisch kader gevormd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub f AVG:

 

  • f) “de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, voornamelijk wanneer de betrokkene een kind is.”

Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing wanneer het gebruik van bodycams onder goede personeelszorg door de werkgever valt en derhalve niet wordt gebruikt in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de Boa’s. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging. De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams is derhalve gelegen in artikel 3 lid 1 onder b en artikel 3 lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit.

Artikel 1.7 Noodzaak

Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de medewerker. Geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de medewerker. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. De gevolgen van verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. Dit kan leiden tot psychische pijn en andere gezondheidsklachten zoals:

 

  • angstgevoelens;

  • slaapstoornissen;

  • maagpijn;

  • psychosomatische klachten;

  • PTSS.

Agressie en geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting.

Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken. De noodzaak voor het gebruik van bodycams voor de Boa’s in West Betuwe ligt in de overweging dat:

 

  • Agressie en geweld de afgelopen jaren een verhoogd risico vormde voor toezichthouders en Boa’s bij de controle en handhaving op wet- en regelgeving;

  • Een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel wordt gezien om het veiligheidsgevoel te vergoten.

Artikel 1.8 Proportionaliteit

De bodycams worden pas aangezet wanneer de Boa’s in situaties terechtkomen die (dreigen te) escaleren en waarschuwen vooraf niet helpt of niet kan (zie onderstaand ‘gebruik bodycam’). De beelden zijn versleuteld / voorzien van encryptie en worden opgeslagen op een beveiligde server waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. Voor het bekijken van beelden is een protocol

opgesteld. De politie of het Openbaar Ministerie kan in geval van opsporing en vervolging van strafbare feiten de beelden opvragen. Verder kunnen de beelden slechts na toestemming van de senior Boa toezicht en handhaving (of diens teamleider) worden uitgelezen.

Toestemming om de beelden in te zien, kan alleen aan gefilmde betrokkenen gegeven worden. De beelden mogen niet opgenomen worden of verspreid worden via internet of social media. Tenslotte kan de coördinator (of diens plaatsvervanger) de beelden bekijken bij een klacht tegen een Boa.

Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.

Artikel 1.9 Subsidiariteit

De veiligheid van de Boa’s heeft voortdurend bijzondere aandacht. Met regelmaat wordt er aandacht besteed aan hoe agressie kan worden voorkomen of hoe hiermee om dient worden gegaan. Zo worden er jaarlijks aan permanente her- en bijscholing gedaan. Waar ook aandacht wordt besteed aan agressie en benadering van personen. Er wordt hierin onder andere geoefend met casussen met agressieve personen. De Boa’s worden getraind om de-escalerend te werken. De huidige uitrusting van de Boa’s in West Betuwe behelst tot op heden geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in de inleiding gestelde doelen te bereiken.

Hoofdstuk 2 Toepassing

Artikel 2.1 Gebruik bodycam

De bodycam staat niet continu aan, deze wordt enkel ingeschakeld als een onveilige situatie op straat daar om vraagt en indien mogelijk na een duidelijke waarschuwing. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:

 

  • 1.

    De Boa draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • 2.

    Wanneer de bodycam opnames maakt, worde deze telkens na 1 minuut overschreven (pre recording). Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorafgaande 1 minuut ook opgenomen worden.

  • 3.

    De bodycam wordt geactiveerd om op te nemen wanneer De Boa dat nodig vindt. Hierbij gelden de volgende stappen en overwegingen:

    • De situatie dreigt te escaleren met een persoon op straat. De Boa voelt zich in toenemende mate onveilig.

    • Op het moment dat de Boa dit voor zijn veiligheid, de veiligheid van betrokkene of derden (collega of publiek) nodig acht, wordt de knop ingedrukt die een opname start.

    • Bij opname van individuen wordt altijd door de medewerker vooraf gemeld (met een luide stem) dat er bij onveranderd gedrag van het individu opnamen gemaakt gaan worden. Indien waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat erdoor de Boa direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet. Anders kijkt de Boa eerst of de situatie de-escaleert.

    • Wanneer de waarschuwing niet voor een veiligere situatie zorgt, zet de Boa de bodycam aan.

    • De bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is.

    • De Boa waarschuwt collega’s als er opnamen zijn gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld zijn gekomen.

Artikel 2.2 Opnamelocaties

De inzet van de bodycams wordt vooralsnog beperkt tot het publieke domein, onder andere de openbare weg en de voor het publiek toegankelijke gebouwen.

Artikel 2.3 Verslaglegging

Wanneer een Boa beelden heeft gemaakt met de bodycam dan legt hij dit gebruik, voor het einde van de dienst, vast in een verslag. In dit verslag beschrijft hij de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het gebruik en de situatie die is vastgelegd.

In het verslag wordt beschreven of de betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat de bodycam is aangezet. Indien de waarschuwing vooraf niet mogelijk was moet dit worden toegelicht in het verslag met daarbij de reden om niet te waarschuwen.

 

Het ambtelijke verslag wordt per direct aan de senior Boa of bij afwezigheid diens teamleider verzonden.

 

Wanneer een Boa naar aanleiding van een incident aangifte heeft gedaan, dan meldt hij het eventuele gebruik van de bodycam bij de aangifte.

Artikel 2.4 Opslag beelden

  • De opgeslagen beelden zijn versleuteld en worden bewaard in een beveiligde omgeving: op de Cloud van de leverancier;

  • De leverancier heeft géén toegang tot de camerabeelden.

  • De bewaartermijn voor camerabeelden is 28 dagen. Als er in die periode geen verzoek tot inzage ontvangen is, worden de beelden definitief vernietigd. Het vernietigen van de beelden wordt geautomatiseerd uitgevoerd. Indien er een verzoek tot inzage is ontvangen in verband met een klachtenafhandeling, worden de beelden pas vernietigd nadat de procedure is afgerond.

  • Het is niet toegestaan om privémiddelen te gebruiken om opnamen te verwerken, denk hierbij aan bijvoorbeeld eigen gegevensdragers, software of hardware.

  • De beelden worden niet verder verspreid, ook niet op het internet of op social media.

Artikel 2.5 Uitlezen beeldmateriaal

De Boa kan de beelden niet meteen op straat bekijken en/of verwijderen. Dit omdat de beelden versleuteld zijn en slechts na contact met het bijhorende docking station in een beveiligde omgeving bekeken kunnen worden. De beelden kunnen alleen na toestemming van de senior Boa toezicht en handhaving (of diens teamleider) worden uitgelezen. Een verzoek tot inzage van de beelden kan gedaan worden door:

 

  • De politie of het Openbaar Ministerie in geval van opsporing en vervolging van strafbare feiten (artikel126nd van het Wetboek van Strafvordering). De beelden worden in dit geval beveiligd (zie DPIA) verstrekt aan de aanvrager. De aanvrager is hierna verantwoordelijk voor het beeldmateriaal. De bewaartermijn van 28 dagen blijft gelden;

  • Een gefilmde betrokkene. Op grond van artikel 15 AVG heeft de betrokkene het recht om te achterhalen of er persoonsgegevens van hem / haar zijn verwerkt en vervolgens ook het recht om inzage in die gegevens te krijgen (lid 1). Een betrokkene die is gefilmd kan een verzoek om inzage van beelden indienen. Een verzoek tot inzage van de camerabeelden dient schriftelijk per brief (gemeente West Betuwe, t.a.v. senior Boa toezicht en handhaving, Postbus 112, 4190 CC Geldermalsen) of per e-mail (info@westbetuwe.nl) te worden gedaan. Hierbij geldt de voorwaarde dat de verzoeker een aantoonbaar belang heeft bij inzage van de beelden. De verzoeker moet (vermoedelijk) zijn opgenomen met de bodycam. Alleen de betrokkene of een gemachtigd persoon mag de beelden bekijken. Vooraf aan het bekijken van de beelden moet de betrokkene of gemachtigde een geldig identiteitsbewijs laten zien. De beelden worden samen met de teamleider en eventueel ook de senior Boa bekeken. Een betrokkene of belangenbehartiger ontvangt nooit tijdens inzage een kopie en het is tevens niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Indien dit gebeurt, wordt het bekijken van de beelden directbeëindigd. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt. De betrokkene of diens belangenbehartiger krijgt hier vooraf uitleg over.

  • De senior Boa (of diens teamleider, indien de senior Boa zelf betrokken is) kan de beelden uitkijken als er een officiële klacht tegen een Boa is ingediend over zijn / haar handelen op het moment van de opname.

  • In het kader van monitoring bekijkt de teamleider periodiek de logging om na te gaan of de inzage van de bodycam beelden rechtmatig gebeurd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Evaluatie

De effectiviteit van de maatregel dient periodiek geëvalueerd te worden.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking hiervan in het digitale

Gemeenteblad.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: De Beleidsregel gebruik bodycam gemeente West Betuwe.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van West Betuwe, gehouden op:

5 januari 2021.

Burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe,

de secretaris,

Karen Coesmans

de burgemeester,

Servaas Stoop