Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening instandhoudingssubsidies molens en kerken 2020 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 26-03-2020 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2020;
gelet op artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en artikel 149 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Ruimte/Algemeen Bestuur;
vast te stellen de Verordening instandhoudingssubsidies molens en kerken 2020
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
cultureel erfgoed: uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden;
HOOFDSTUK 2. Bepalingen inzake subsidie voor de instandhouding van molens en kerkelijke monumenten
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan het college een jaarlijkse bijdrage verlenen in de exploitatiekosten van molens, als bedoeld in artikel 1, aanhef en sub j, van maximaal € 1.500,-. Subsidiabel zijn onder meer kosten met betrekking tot verwarming, verlichting, snoeiwerk en de verzekeringskosten van de molen, de molenaar(s) en de bezoekers van de molen, alsmede die onderhoudskosten voor zover die niet op grond van andere regelingen subsidiabel zijn. Ook het gedeelte van de instandhoudingskosten, dat resteert na aftrek van de subsidie, verleend door de minister of de gemeente Sluis, als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening, komt voor subsidie in aanmerking.
Voorafgaande aan de definitieve vaststelling van de subsidie, als bedoeld in het vierde lid, alsmede met betrekking tot de subsidie als bedoeld in artikel 6, derde lid, dient de subsidieontvanger, indien het college daarom verzoekt, aan te tonen dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Bij de subsidiebeschikking wordt aangegeven op welke wijze dit dient te geschieden.