Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsdelta

Verordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsdelta
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-202101-01-2021Nieuwe regeling

04-01-2021

gmb-2021-8311

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Eemsdelta, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep herindeling Eemsdelta d.d. 3 december 2020;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

besluiten

vast te stellen, de volgende verordening:

 

 

 

Verordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies over de bezwaarschriften;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta;

  • d.

    BABW: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

 

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter advisering over de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is alleen bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de:

    • a.

      Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • b.

      Jeugdwet en daarop gebaseerde en mee samenhangende regelingen; en

    • c.

      BABW, voor zover dit ziet op de gehandicaptenparkeerkaart.

  • 3.

    De commissie kan tevens fungeren als klachtencommissie.

 

Artikel 3 Afzien van advisering

  • 1.

    Het college kan besluiten het bezwaarschrift niet ter advisering voor te leggen aan de commissie indien:

    • a.

      het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is, als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb;

    • b.

      het bezwaar kennelijk ongegrond is, als bedoeld in artikel 7:3, onder b van de Awb;

    • c.

      aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

  • 2.

    Indien het bestuursorgaan besluit het bezwaarschrift niet aan de commissie voor te leggen, wordt in de beslissing op bezwaar aangegeven welke overwegingen hieraan ten grondslag liggen.

 

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5.

    De voorzitter en leden van de commissie mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Eemsdelta.

 

Artikel 5 Secretariaat

Het college draagt zorg voor het secretariaat van de commissie.

 

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen worden herbenoemd.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

 

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt ter advisering in handen van de commissie gesteld.

 

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • c.

      artikel 7:4, tweede lid;

    • d.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2.

    De bevoegdheid ingevolge artikel 6:6 Awb, wat betreft het de indiener stellen van een termijn, kan voor de toepassing van deze verordening worden uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

 

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris van de commissie stelt in overleg met de voorzitter van de commissie de plaats en het tijdstip van de zitting vast, waar de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

 

Artikel 11 Hoorzitting minderjarige belanghebbenden

  • 1.

    Bij een besluit in het kader van de Jeugdwet beslist de voorzitter tot het al dan niet uitnodigen van minderjarige belanghebbende(n). Bij de beslissing tot het al dan niet uitnodigen van een minderjarige worden de volgende omstandigheden in ieder geval meegewogen:

    • a.

      de leeftijd van de minderjarige. Bij een leeftijd van twaalf jaren en ouder wordt verwacht dat de minderjarige goed in staat is zijn mening te vormen en goed in staat is zich vrijelijk te uiten. Onder deze leeftijdsgrens wordt uitgegaan van een verminderde plicht tot horen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval;

    • b.

      de verstandelijke capaciteiten van de minderjarige. Een afweging dient te worden gemaakt of de minderjarige voldoende in staat is zijn mening te verwoorden, zich vrijelijk kan uiten en de consequenties van het horen door de commissie begrijpt.

  • 3.

    Indien een minderjarige wordt uitgenodigd voor de zitting van de commissie, zendt de voorzitter een op de minderjarige aangepaste uitnodiging.

  • 4.

    De voorzitter kan beslissen tot het afzonderlijk horen van de minderjarige, voorafgaand aan het horen van de overige belanghebbenden.

  • 5.

    Voor het overige geldt bij het uitnodigen van minderjarige belanghebbenden voor de zitting het bepaalde van artikel 12 van deze verordening.

 

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1.

    Namens de voorzitter nodigt de secretaris de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na het verzenden van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

 

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.

 

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

 

Artikel 15 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie vindt in beginsel plaats achter gesloten deuren.

 

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke weergave in van hetgeen over en weer is gezegd en verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

 

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien tijdens het raadkameroverleg blijkt dat nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek (laten) verrichten.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek. De belanghebbenden kunnen er ook voor kiezen om schriftelijk te reageren op de nadere informatie, binnen een door de voorzitter te bepalen termijn.

  • 4.

    Op de hoorzitting, bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

 

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, zo spoedig mogelijk uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

 

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2021.

  • 2.

    De verordening gezamenlijke commissie bezwaarschriften sociaal domein, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Appingedam d.d. 14 juli 2016, de verordening gezamenlijke commissie bezwaarschriften sociaal domein, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Delfzijl d.d. 29 september 2016 en de verordening gezamenlijke commissie bezwaarschriften sociaal domein, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loppersum d.d. 26 september 2016 worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening is ook van toepassing op bezwaarschriften die voor inwerkingtreding van deze verordening bij de gemeente Delfzijl, Appingedam en Loppersum zijn ingediend en die nog niet in handen zijn gesteld van een commissie.

 

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften sociaal domein Eemsdelta.

 

 

 

Eemsdelta, 4 januari 2021

De raad voornoemd,

T.G.C. Kramer-Klein G.Beukema

Griffier Voorzitter