Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Weesp houdende regels omtrent parkeren (Parkeerverordening Weesp 2021) |
Citeertitel | Parkeerverordening Weesp 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2021 | Nieuwe regeling | 17-12-2020 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bewoner: inwoner van de gemeente Weesp die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en is ingeschreven als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Weesp op het adres dat hij bewoont of een inwoner van Weesp die is ingeschreven in de protocollaire basisadministratie op het adres dat hij bewoont en beschikt over een identiteitsbewijs van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waaruit blijkt dat er sprake is van een geprivilegieerde status;
houder van een motorvoertuig: degene die beschikt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs van het desbetreffende motorvoertuig, met dien verstande dat degene die blijkens een leaseovereenkomst gebruik maakt van een leaseauto, of degene die - gelet op de inhoud en de strekking van de arbeidsovereenkomst tussen de aanvrager en zijn werkgever, en een verklaring van de werkgever van de aanvrager, waaruit de exclusieve terbeschikkingstelling blijkt ten aanzien van het gebruik – gebruik maakt van een door de werkgever beschikbaar gestelde auto, geacht wordt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs te beschikken;
parkeerrecht: kentekenregistratie in het digitale parkeerbelastingbestand waarbij is voldaan aan parkeerbelastingplicht voor het gebruik van parkeerapparatuurplaatsen op basis van of krachtens deze verordening doormiddel van parkeervergunningen, bijzondere vergunningen, tijdgebonden parkeerrechten en/of door middel van het in werking stellen van de parkeerapparatuur;
parkeren: gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Artikel 4 Vergunninggebieden en aantal vergunningen
Het college kan regels vaststellen aangaande:
Het college kan regels vaststellen aangaande het verlenen van verschillende typen vergunningen zoals bedoeld in artikel 7.
Paragraaf 2. Parkeervergunningen
Artikel 11 De hulpverlenersvergunning
Het college kan een hulpverlenersvergunning verlenen aan een huisarts, een verloskundige of een andere professionele zorg- of hulpverleningsinstelling in Weesp, indien het motorvoertuig nodig is vanwege het vaak met spoed of met groot materieel zorg of hulp verlenen aan personen of dieren op wisselende plaatsen in een gebied waar betaald parkeren is ingevoerd.
Artikel 13 De mantelzorgvergunning
Het college kan een mantelzorgvergunning verlenen aan een bewoner die mantelzorg behoeft, indien de noodzaak tot mantelzorg op objectieve wijze is aangetoond met een recente verklaring van een instantie waaruit blijkt dat hij/zij aangewezen is op mantelzorg of met een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis.
Paragraaf 5. Geldigheid vergunningen en tijdgebonden parkeerrechten
Artikel 17 Geldigheidsduur vergunningen
Behoudens het bepaalde in het zevende lid wordt de geldigheid van de in het tweede lid bedoelde parkeervergunningen, steeds stilzwijgend verlengd voor een periode van zes maanden, zolang is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening en de verschuldigde parkeerbelasting tijdig is voldaan.
Artikel 21 Parkeerduurbeperking en parkeerduuronderbreking
In de straten zoals vermeld in het eerste lid is, in afwijking van artikel 18, eerste lid en artikel 20, een parkeervergunning vermeld in artikel 7, eerste lid, onder a en b en onder d tot en met f, respectievelijk een dagparkeerrecht bedoeld in artikel 19, tweede lid, niet geldig gedurende de perioden waarvoor de parkeerduurbeperking van kracht is.
Paragraaf 6. Overige regelingen ten aanzien van vergunningen voor parkeerplaatsen
Artikel 24 Gegevens en voorschriften
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen, overgangsrecht en citeertitel
Het college kan voor een gebied waar parkeerregulering op grond van deze verordening is ingevoerd voor de duur van een te houden experiment, de werking van bepaalde artikelen voor een bepaald gebied, buiten toepassing stellen.
Artikel 33 Overgangsbepalingen
Parkeervergunningen die krachtens de Parkeerverordening 1994 zijn verleend, worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
Toelichting Parkeerverordening 2021
Op basis van de Gemeentewet worden de kaders voor fiscaal parkeren door de gemeenteraad vastgesteld in de Verordening Parkeerbelastingen en de Parkeerverordening. Parkeerbelasting kan worden voldaan door middel van het betalen voor een parkeervergunning, een tijdgebonden parkeerrecht en/of door middel van het in werking stellen van de parkeerapparatuur.
De tarieven van de parkeervergunningen en tijdgebonden parkeerrechten worden onder meer geregeld in de Verordening parkeerbelastingen. In de Parkeerverordening worden de kaders voor het parkeerbeleid gegeven, zoals de verschillende soorten parkeervergunningen. Deze kaders worden door het college nader ingevuld in nadere regelingen. De onderwerpen die in de nadere regelingen dienen te worden geregeld of kunnen worden geregeld, zijn genoemd in hoofdstuk 2 van de Parkeerverordening.
De verlening en registratie van de parkeervergunningen en andere parkeerrechten is gedigitaliseerd. Daardoor hoeft de parkeervergunning of het parkeerkaartje niet fysiek in het voertuig aanwezig te zijn. In plaats daarvan wordt gecontroleerd of parkeerbelasting is voldaan door het kenteken van een geparkeerd voertuig te vergelijken met kentekens die zijn geregistreerd in een digitaal parkeerbelastingbestand. Daarin is vermeld voor welke kentekens voor welke plaatsen en periode de verschuldigde parkeerbelasting is voldaan.
Artikelgewijze toelichting Parkeerverordening 2021
Het is mogelijk dat aan éénzelfde adresseerbaar object meer dan één nummeraanduiding wordt toegekend. Deze worden dan onderscheiden in hoofdadres en nevenadres. Een nevenadres kan worden toegekend als dit in het dagelijkse verkeer wenselijk is om een andere ontsluiting te kunnen vinden, zoals een aparte leveranciersingang. Omdat een nevenadres niet wordt toegekend aan een apart adresseerbaar object, kan op een nevenadres geen parkeervergunning worden verleend.
Houder van een motorvoertuig is degene op wiens naam een kenteken van een motorvoertuig is geregistreerd in het kentekenregister als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994. Bedrijfsauto's die incidenteel mee naar huis genomen worden, vallen niet onder de regeling. Als kentekenbewijs wordt mede aangemerkt: een op naam afgegeven verzekeringsbewijs van een niet-kentekenplichtig motorvoertuig.
‘Met regelmaat' betekent dat de zorg vrijwel dagelijks en in ieder geval wekelijks wordt verleend.
Aangesloten is bij de definitie van het Reglement voor verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV). Voor deze verordening is daar de brommobiel aan toegevoegd. Ook gehandicaptenvoertuigen (zoals gedefinieerd in het RVV) mogen op parkeerapparatuurplaatsen staan.
Voor een parkeerplaats op eigen terrein die niet voor openbaar verkeer toegankelijk is, wordt de term ‘stallingsplaats' gebruikt. De woorden "planologisch bestemd" verwijzen naar het vigerende bestemmingsplan of een legale afwijking van het bestemmingsplan.
Er wordt onderscheid gemaakt in eerste en tweede bewonersvergunningen omdat voor tweede bewonersvergunningen een hoger tarief is vastgesteld in de Verordening Parkeerbelastingen 2021. Het verhoogde tarief geldt ook voor bewoners die voor hun eerste auto een stallingsplaats gebruiken en voor hun tweede auto over een (eerste) bewonersvergunning beschikken. In dit geval wordt de ‘eerste bewonersvergunning’ als een ‘tweede bewonersvergunning’ gezien.
De parkeervergunningen betreffen de fiscale vergunningen. De parkeerbelasting wordt voldaan door periodiek te betalen voor de vergunning. De bezoekersvergunning is een bijzondere vergunning: deze geeft de vergunninghouder een recht om bezoek tegen een gereduceerd tarief te laten parkeren.
Bij de beoordeling van de vraag of een bewoner over een stallingsplaats en/of een belanghebbendenparkeerplaats beschikt of kan beschikken, wordt op grond van de jurisprudentie uitgegaan van een ruime interpretatie. Onder ‘kan beschikken' wordt dus ook verstaan dat de aanvrager een stallingsplaats kan kopen of huren in de garage die hoort bij het blok(deel) waar hij gevestigd is. Het gaat daarbij niet om de vraag of men financieel in staat is een stallingsplaats te kopen of huren, maar om de vraag of er een stallingsplaats te koop of te huur is. In een vergunninggebied waarin het parkeren inpandig is georganiseerd en geen parkeervergunningen worden verstrekt, worden opvolgende kopers of huurders van eerste kopers of huurders zonder stallingplaats, geacht bekend te zijn met het gegeven dat er voor dat adres geen aanspraak bestaat op een parkeervergunning. Indien een bewoner een stallingsplaats niet als zodanig gebruikt of heeft gerealiseerd, komt dit voor risico van de bewoner. Gedacht kan worden aan de situatie dat een woning beschikt of behoort te beschikken over een garage of een parkeerplek maar dat deze voor andere doeleinden wordt gebruikt. Indien, voordat een beleidsvoornemen tot invoering van betaald parkeren is vrijgegeven, stallingplaatsen aard- en nagelvast zijn verbouwd en redelijkerwijs niet meer als stallingplaats bruikbaar zijn, worden deze stallingsplaatsen niet afgetrokken van het recht op parkeervergunningen.
Artikel 9 lid 2 geeft invulling aan de overgangsregeling dat bestaande bewoners bij de start van het nieuwe regime een tweede vergunning mogen aanschaffen. Om te voorkomen dat bewoners geruime tijd na de invoering nog steeds van deze regeling gebruik maken, is opgenomen dat de tweede vergunning voor 1 juni 2021 moet zijn aangevraagd. Bewoners die binnen deze termijn een tweede vergunning hebben aangevraagd, kunnen deze later wel verlengen. Na genoemde termijn kunnen geen nieuwe tweede vergunningen meer worden aangevraagd.
Bij de beoordeling of een bedrijf gelegen is binnen een vergunninggebied wordt in eerste instantie uitgegaan van de vestiging volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Voor bedrijven waarvoor dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld ambulante handel, kan op andere wijze worden aangetoond dat er binnen het vergunninggebied sprake is van daadwerkelijke uitoefening van het bedrijf.
Bij het maximum aantal te verlenen vergunningen per bedrijf wordt uitgegaan van daadwerkelijke gestationeerde werknemers in een bedrijf. Er zijn immers bedrijven (bijvoorbeeld uitzendbureaus) die veel mensen in dienst hebben die hun werkelijke werkplek op een geheel andere locatie hebben.
Zie ook de toelichting bij artikel 9, eerste lid. Met bij het bedrijf behorende parkeerplaatsen worden tevens parkeerplaatsen die conform de parkeernorm zijn toebedeeld aan het bedrijf bedoeld (zoals in parkeergarages).
Onder huisarts of verloskundige wordt verstaan degene die op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg gerechtigd is die titel te mogen voeren maar tevens ook degene die nog in opleiding is voor huisarts of verloskundige. Voorwaarde is wel dat zij zodanig gevorderd zijn in hun opleiding dat zij reeds zelfstandig diensten draaien en daarbij gebruik maken van een eigen auto. Voorts wordt onder huisarts of verloskundige ook hun waarnemer verstaan, mits de waarnemer voor een langere periode werkzaam is in de praktijk.
De hulpverlener die slechts incidenteel zorg of hulp aan huis verleent, komt niet voor de vergunning in aanmerking. Tandartspraktijken of praktijken voor fysiotherapie komen bijvoorbeeld slechts in aanmerking voor een hulpverlenersvergunning, indien aangetoond is dat de patiënten uitsluitend of in overwegende mate niet op het praktijkadres komen.
Indien artikel 11 lid 1 en de toelichting daarop in de praktijk tot problemen leidt, kan het college een lijst vaststellen van professionele zorg- of hulpverleningsinstellingen die in aanmerking kunnen komen voor een hulpverlenersvergunning. De criteria voor opname op die lijst sluiten nauw aan bij het gestelde in het eerste lid. Daarbij wordt gelet op de aard van de werkzaamheden en de frequentie van de verleende zorg of hulp.
Vanuit maatschappelijk oogpunt is het ongewenst dat voor zorginstellingen, lagere en middelbare scholen en politiebureaus een personeelstekort ontstaat doordat werknemers hun werkplek moeilijk kunnen bereiken als gevolg van het parkeerregime.
Ook mantelzorgers van buiten Weesp komen in aanmerking.
Uren die niet zijn gebruikt kunnen niet worden meegenomen naar een volgend jaar.
Het kenteken van het voertuig moet op naam staan van de vergunninghouder of zijn of haar huisgenoot.
Om in aanmerking te komen voor een GA-vergunning voor passagiers hoeft een passagier niet ouder te zijn dan 18 jaar.
De GA-parkeervergunning voor bezoekers is uitsluitend bedoeld voor het vervoer en parkeren van de gehandicapte die in het bezit is van de aan de vergunning verbonden GPK. Indien in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften wordt gehandeld, kan het college de vergunning intrekken.
Voor gehandicapte bezoekers die geen eigen auto hebben, is de GA-parkeervergunning niet bruikbaar. Voor hen is de GA-bezoekerskaart bedoeld. Ook de GA-bezoekerskaart is uitsluitend bedoeld voor het vervoer en parkeren van de gehandicapte die in het bezit is van de aan GA-bezoekerskaart verbonden GPK. Indien in strijd met de aan de bijzondere vergunning verbonden voorschriften wordt gehandeld, kan het college de GA-bezoekerskaart intrekken.
De minuten- en dagparkeerrechten kunnen door iedereen worden aangeschaft.
Met tijdig wordt bedoeld: voor ingangsdatum van de nieuwe vergunningperiode. Indien ook op een herinnering niet wordt gereageerd, dan vervalt de vergunning zonder nader bericht.
De mantelzorgvergunning wordt verleend voor de tijd dat de mantelzorg nodig is en daadwerkelijk plaatsvindt. Daarom wordt periodiek getoetst of nog steeds aan de voorwaarden wordt voldaan.
Op de locaties waar vóór inwerkingtreding van deze parkeerverordening al betaald parkeren gold, geldt een zogenoemde fiscale parkeerduurbeperking. Een fiscale parkeerduurbeperking houdt in dat maar voor beperkte tijd betaald kan worden (bij parkeerapparatuur of andere betaalmethoden zoals belparkeren) en dat parkeervergunningen niet geldig zijn, met uitzondering van hulpverlenersvergunningen en gehandicaptenvergunningen.
Aanvullend wordt een parkeerduuronderbreking van 60 minuten ingesteld na afloop van de initiële parkeertijd. Parkeerders kunnen zo voor hetzelfde kenteken geen aansluitende parkeeractie starten via parkeerautomaat of parkeerapp. De parkeerduur blijft dan beperkt tot het bedoelde maximum van 2 uur en kan niet worden overschreden. Na die 60 minuten kan weer gewoon geparkeerd worden voor (max.) 2 uur.
In eerste instantie wordt nog niet met een vergunningenplafond en wachtlijsten gewerkt. Dit komt pas aan de orde als uit monitoring van de parkeerdruk blijkt dat dit nodig is (zie lid 1). Om die reden zijn in deze verordening nog geen exacte regels opgenomen over vergunningenplafonds en wachtlijsten. Naar verwachting zal dit niet aan de orde zijn, voordat Weesp en Amsterdam bestuurlijk gefuseerd zijn. Het ligt dan ook in de rede om op dat moment aan te sluiten bij de Amsterdamse regelgeving hieromtrent.
Er kunnen zich in de praktijk situaties voor doen dat een motorvoertuig groter is dan de omvang van één parkeerapparatuurplaats. In dat geval is het toegestaan meer dan één parkeerplaats in beslag te nemen zonder dat daarvoor extra parkeerbelasting voldaan hoeft te worden.
Doordat de vergunning vervalt na het verstrijken van de geldigheidsduur, hoeft geen besluit tot intrekking van de vergunning te worden genomen.
Dit artikel maakt het mogelijk om, in gevallen waarin toepassing van deze verordening (gegeven het doel en de strekking van deze verordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken.
Het is denkbaar, dat onder bepaalde condities experimenten op het gebied van parkeren kunnen plaatsvinden. Soms is het daarvoor nodig om de werking van bepalingen van de verordening buiten werking te stellen. In dat geval kan het college daartoe besluiten voor de duur van het experiment.