Beleidsregel voor aanwijzing gemeentelijke monumenten

Het college werkt mee aan het opstarten van een procedure tot aanwijzing van een object als gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 5 van de erfgoedverordening Leudal ten behoeve van de aanwijzing als gemeentelijk monument indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• *

  het object betreft geen naoorlogs (WOII) object;

• *

  uit een bouw- en cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat het object voldoende bouw- en cultuurhistorische waarde bezit om in aanmerking te komen tot gemeentelijk monument;

• *

  Het object gewaardeerd wordt op de onderdelen:

  • -

    toenmalige en hedendaagse kwaliteit (wegingsfactor 2)

  • -

    ruimtelijk beeldbepalend en markant in de omgeving (wegingsfactor 2)

  • -

    ensemblewaarde of ruimtelijke samenhang (wegingsfactor 1)

  • -

    gaafheid (wegingsfactor 4)

  • -

    zeldzaamheid (wegingsfactor 3)

  • -

    streekeigen bouwen (wegingsfactor 4)

  • -

    plaatselijke uiting, belangrijke landelijke architectuurstroming of bouwtechniek (wegingsfactor 4)

  • -

    uiting plaatselijke geschiedenis (wegingsfactor 4);

• *

  De score per onderdeel 1 t/m 5 punten bedraagt en de totale score minimaal 78 punten bedraagt, rekening houdend met de bovenstaande wegingsfactoren.