Organisatie | Sociale Dienst Oost Achterhoek |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2021 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Individuele inkomenstoeslag |
Geen
artikel 36 van de Participatiewet
Artikel 4 Gemeenschappelijke Regeling van de Sociale Dienst Oost Achterhoek
Delegatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Oost Achterhoek
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Wijziging | 17-12-2020 |
Het Dagelijks Bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek;
gelet op artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling van de Sociale Dienst Oost Achterhoek en het delegatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Oost Achterhoek, waarin het bestuur de zelfstandige bevoegdheid voor de uitvoering van bovengenoemde taken gedelegeerd heeft gekregen van zijn deelnemende gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk;
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2021
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet preciezer worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Inspanningen voor inkomensverbetering
Het Dagelijks Bestuur beoordeelt aan de hand van de individuele situatie of de aanvrager geen uitzicht heeft op een hoger inkomen. Hierbij vindt het Dagelijks Bestuur dat:
Van de betrokken persoon die inkomsten uit arbeid ontvangt onder de inkomensgrens voor de individuele inkomenstoeslag en die bewust kiest voor een deeltijdbaan, maar wel de mogelijkheid heeft om zijn inkomen te verbeteren, wordt verwacht dat hij zijn inkomenssituatie kan verbeteren. Hierdoor heeft hij geen recht op individuele inkomenstoeslag.
Artikel 3 Vaststelling hoogte inkomen
Als de betrokken persoon 36 maanden of langer voorafgaand aan de peildatum heeft geleefd van een uitkering op grond van de wet, hoeft hij geen bewijsstukken aan te leveren. Het inkomen kan worden bepaald op grond van de gegevens van de betrokken persoon die aanwezig zijn bij de Sociale Dienst Oost Achterhoek.
In andere gevallen moet het inkomen van de betrokken persoon tijdens de gehele referteperiode worden bepaald op de manier die ook geldt voor algemene bijstand. Hoe dit wordt gedaan is vastgesteld in de wet en de beleidsregels bijzondere bijstand.
Hierop is de volgende uitzondering mogelijk:
Als aan de betrokken persoon in de voorgaande jaren een individuele inkomenstoeslag is gegeven, hoeft de betrokken persoon alleen bewijsstukken van inkomsten en vermogen aan te leveren van het jaar voorafgaande aan de peildatum.
Artikel 4 Peildatum vermogenstoets
Voor de vermogenstoets wordt het vermogen meegerekend waarover de betrokken persoon op de peildatum beschikt of op dat moment normaal gezien kan beschikken.
Artikel 5 Individuele bepaling van de peildatum
Bij elke aanvraag wordt bepaald op welke datum het recht op individuele inkomenstoeslag is ontstaan. Dit kan elke dag van het jaar zijn.
Artikel 6 Gehuwden/gezamenlijke huishouding
Het uitgangspunt is, dat het recht op individuele inkomenstoeslag voor gehuwden of samenwonenden gezamenlijk is. Als betrokken personen op de peildatum, de datum waarop de periode van 36 maanden afloopt, voor de wet als gehuwd/gezamenlijke huishouding worden beoordeeld, moeten beide betrokken personen voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 van de wet.
Als één van beide gehuwden niet voldoet aan deze voorwaarden, hebben beiden geen recht op individuele inkomenstoeslag. Het kan voorkomen dat een betrokken persoon in de referteperiode van 36 maanden één of meerdere partners heeft gehad. Dan wordt bepaald wat de totale inkomsten over genoemde periode zijn geweest, dus inclusief eventuele inkomsten van ex-partner(s).
Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de betrokken persoon afwijken van de omschrijvingen in deze beleidsregels, als gebruik van deze beleidsregels tot ongewenste situaties leidt.