Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nunspeet

Standplaatsenbeleid Gemeente Nunspeet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNunspeet
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid Gemeente Nunspeet
CiteertitelStandplaatsenbeleid gemeente Nunspeet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpStandplaatsenbeleid gemeente Nunspeet
Externe bijlagenNota Standplaatsenbeleid Bijlage 1, wettelijk kader Bijlage 2, standplaatslocaties Bijlage 3, Aanvraagformulier Standplaatsvergunning Bijlage 4, Weigeringsgronden APV Nota inspraak standplaatsenbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021Nieuwe regeling

26-11-2020

gmb-2021-2161

030295753

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid Gemeente Nunspeet

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van 26 november 2020 met kenmerk 030295753,

 

overwegende dat,

 

het gewenst is tot vaststelling van nieuwe beleidsregels te komen als afwegingskader voor het verlenen of weigeren van een standplaatsvergunning. Iedere aanvraag om een standplaatsvergunning wordt getoetst aan de Apv, specifieke wetgeving en het afwegingskader in de beleidsregels die gelden voor standplaatsvergunningen. Alle aanvragen worden aan dezelfde wet- en regelgeving getoetst en op gelijke wijze afgehandeld. Dit leidt tot een grotere mate van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor burgers en ondernemers.

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

Standplaatsenbeleid gemeente Nunspeet

 

 

 

Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: degene die een vergunning aanvraagt.

  • b.

    Aangewezen plaats: een standplaats zoals genoemd en aangegeven in de door burgemeester en wethouders afgegeven vergunning met bijbehorende kaart/situatietekening.

  • c.

    Vaste standplaats: standplaats die gedurende een of meerdere dagen wekelijks gedurende het hele jaar wordt ingenomen door bijvoorbeeld een viskraam, groentekraam, bakker of een snackwagen.

  • d.

    Tijdelijke standplaats: tijdelijke standplaatsen worden niet gedurende het hele jaar ingenomen, maar slechts een of meerdere dagen en/of een aantal weken per jaar, echter met een maximum van 6 aaneengesloten maanden.

  • e.

    APV: de geldende Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Nunspeet.

  • f.

    Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet.

  • g.

    Dag(en): de dag(en) waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • h.

    Feestdagen: dagen als bedoeld in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

  • i.

    Seizoensgebonden producten: producten die in de regel slechts gedurende een korte periode worden verkocht.

  • j.

    Standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • k.

    Standplaatslocatie: een door het college aangewezen stuk grond waarop een standplaats mag worden ingenomen.

  • l.

    Vergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 lid 1 van de APV.

  • m.

    Vergunninghouder: een natuurlijkpersoon of rechtspersoon aan wie vergunning is verleend om een standplaats in te nemen.

  • n.

    Verkoopwagen: een wagen die gebruikt wordt voor het aanbieden dan wel verkopen van producten (zoals bepaald in de Regeling voertuigen, artikel 5.3.6 o.g.v de Wegenverkeerswet 1994)).

  • o.

    Week-/jaarmarkt: een markt als bedoeld in de Marktverordening gemeente Nunspeet 2017.

 

Artikel 1 Toepassingsbereik

De beleidsregels zijn van toepassing op de gehele gemeente Nunspeet.

Deze beleidsregels gelden niet voor:

  • 1.

    Standplaatsen op een week- of jaarmarkt.

  • 2.

    Standplaatsen op een terrein waarop een feest of evenement plaatsvindt waarvoor een vergunning is verleend dan wel een melding is ingediend.

  • 3.

    Standplaatsen op het eigen terrein van agrarische ondernemingen waarop producten van het eigen bedrijf worden verkocht.

 

Artikel 2 Aanvraag van de vergunning

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning komt uitsluitend in aanmerking een rechtspersoon en/of een natuurlijkpersoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en handelingsbekwaam is.

  • 2.

    De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:

    • a.

      een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier standplaatsvergunning

    • b.

      naam, adres, woonplaats, telefoonnummer, idenditeitsbewijs en emailadres en inschrijvingsnummer van Kamer van Koophandel van de aanvrager.

    • c.

      gewenste locatie, aangeduid op een situatietekening.

    • d.

      gewenste dag/dagen en tijden waarop de standplaats wordt ingenomen.

    • e.

      een opsomming van de aan te bieden verkoopwaren, diensten of het doel waarvoor de standplaats wordt ingenomen.

    • f.

      vermelding of gebruik van gemeentelijke nutsvoorzieningen is gewenst.

    • g.

      een foto van de verkoopinrichting en een opgave van de afmetingen in een plattegrond daarvan .

    • h.

      een schriftelijke toestemming van de grondeigenaar indien de locatie is gelegen op particuliere grond.

    • i.

      de totale oppervlakte van de standplaatswagen, kramen en uitstallingen.

  • 3.

    Aan de vergunning kunnen overeenkomstig artikel 1:4 APV voorschriften en beperkingen worden verbonden

 

Artikel 3 Toekenningsprocedure van standplaatsen

3.1 Vaste standplaatsen

  • 1.

    Voor vaste standplaatsen wordt een vergunning verleend op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen locatie voor een maximale periode van 10 jaren of voor een kortere periode als hierom door rechthebbende wordt gevraagd.

  • 2.

    Met betrekking tot de verlening van een vaste standplaatsvergunning kunnen nadere voorschriften en beperkingen worden verbonden aan de vergunning.

  • 3.

    Vaste standplaatsen kunnen niet worden ingenomen wanneer op de betreffende locatie een evenement, weekmarkt of werkzaamheden plaatsvinden.

  • 4.

    Indien als gevolg van een evenement, weekmarkt of werkzaamheden de standplaats niet kan worden ingenomen is het college bevoegd om voor de duur van het evenement,

  • 5.

    de weekmarkt of de werkzaamheden een vervangende standplaats aan te wijzen.

  • 6.

    Als op een locatie het maximum aantal standplaatsvergunningen niet is verleend, dan kan voor de betreffende locatie een tijdelijke seizoenstandplaats worden verleend.

 

3.2 Tijdelijke standplaatsen

  • 1.

    Tijdelijke standplaatsen zijn: incidentele standplaatsen, non- commerciële standplaatsen, maat-schappelijke standplaatsen, seizoenstandplaatsen, standplaatsen op het ijs en standplaatsen op openbaar particulier terrein. Vergunningen worden verleend voor maximaal 5 jaar of voor een kortere periode als hierom door rechthebbende wordt gevraagd.

  • 2.

    Voor tijdelijke standplaatsen wordt een vergunning verleend op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen locatie.

  • 3.

    Voor standplaatsen op openbaar particulier terrein wordt een vergunning verleend op een door het college akkoord bevonden locatie.

  • 4.

    Met betrekking tot de verlening van een tijdelijke standplaatsvergunning kunnen nadere voorschriften en beperkingen worden verbonden aan de vergunning.

 

3.3 Vrijgekomen en/of nieuw standplaatsen

  • 1.

    Als een standplaatslocatie beschikbaar komt of als er een nieuw standplaatslocatie wordt aange-wezen publiceren wij de beschikbaarheid in de gemeentepagina van de plaatselijke krant en op de gemeentelijke website. Bij meerdere gegadigden met een aanvraag die in principe zou kunnen worden gehonoreerd wordt vervolgens uiterlijk binnen 3 weken geloot in aanwezigheid van de ge-gadigden.

  • 2.

    De standplaatshouder die zijn verzoek tot verlenging van zijn standplaatsvergunning te laat heeft ingediend kan ook aan deze loting deelnemen.

  • 3.

    Indien uit de publicatie van de beschikbaarheid van een standplaatsvergunning voor een stand-plaatslocatie zich binnen 3 weken na de publicatie geen gegadigden melden wordt de stand-plaatsvergunning voor die locatie aan de eerstvolgende gegadigde die zich hiervoor meldt ver-leend indien deze aan alle criteria voldoet.

 

Artikel 4 Voorgesprek

  • 1.

    Als de aanvrager wil weten of zijn aanvraag haalbaar is, kan de aanvrager kosteloos een voorgesprek voeren met de gemeente.

  • 2.

    Aan het voorgesprek kan door de aanvrager of door derden geen rechten worden ontleend.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden APV, Standplaatsenbeleid, Besluit Brandveiligheid Basishulpverlening Overige Plaatsen

  • 1.

    Het college kan de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit, het Besluit Brandveilig Gebruik en basishulpverlening Overige plaatsen of wegens strijd met het geldende beleid weigeren.

  • 2.

    Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en brandveiligheid en wanneer het maximum aantal dagen voor het innemen van standplaats op de locatie is bereikt.

  • 3.

    Een vergunning kan worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

  • 4.

    Een vergunning kan worden geweigerd indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

  • 5.

    Een vergunning kan worden geweigerd als de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

 

Artikel 6 Dagen en tijden innemen standplaats

Het innemen van standplaatsen is slechts toegestaan op maandag tot en met zaterdag (niet zijnde een feestdag) tussen 07.00 – 22.00 uur.

 

Artikel 7 Opbouw en ontruiming

De standplaats mag maximaal één uur voor het tijdstip waarop de verkoop mag worden gestart, worden geplaatst en moet uiterlijk één uur nadat de verkoop is beëindigd, volledig zijn verwijderd. Dit geldt niet voor tijdelijke standplaatsvergunningen, waarvoor in de voorschriften bepaald is dat de verkoopwagen op locatie mag blijven staan.

 

Artikel 8 Maximale afmeting verkoopwagen- kraam

Een verkoopwagen moet voldoen aan de afmetingen van wagens zoals bepaald in artikel 5.3.6 van de Regeling voertuigen (o.g.v. de Wegenverkeerswet 1994). De beschikbare ruimte van de standplaats op de locatie is leidend.

 

Artikel 9 Sta- en zitgelegenheid standplaatsen

  • 1.

    Een terras bij een standplaats is niet toegestaan.

  • 2.

    Het is wel mogelijk om maximaal 2 hoge statafels (zonder zitgelegenheid) neer te zetten voor het nuttigen van etenswaren of drankjes die op de standplaats zijn gekocht.

 

Artikel 10 Kosten vergunningverlening en het innemen van een standplaats

  • 1.

    Een standplaats kan worden aangevraagd op gemeentegrond of op particuliere grond met een openbaar karakter.

  • 2.

    Naast de kosten voor het behandelen van de vergunning (leges) is, als de standplaats op gemeentegrond ligt, voor het gebruik van de grond een vergoeding verschuldigd. De vergunninghouder gaat hiervoor een huurovereenkomst met de gemeente aan.

  • 3.

    De vergoeding voor het gebruik van gemeentegrond is gebaseerd op een vergoeding per dag.

  • 4.

    De dagvergoeding is verschuldigd voor de dag of dagen dat de standplaats volgens de vergunning ingenomen kan worden.

 

Artikel 11 Nutsvoorzieningen

  • 1.

    Indien aanwezig, kan tegen een vergoeding gebruik gemaakt worden van de gemeentelijke nutsvoorzieningen.

  • 2.

    Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan gemeentelijke nutsvoorzieningen.

 

Artikel 12 Standplaatsenlocaties op het marktplein

  • 1.

    Standplaatsenvergunningen op het marktplein worden alleen afgegeven als dit past binnen de kaders van de Detailhandel- en Centrumvisie Nunspeet.

  • 2.

    Er is op het marktplein 1 vaste standplaats en 1 tijdelijke standplaats (winterseizoen). De tijdelijke standplaats kan in het zomerseizoen niet worden ingenomen.

  • 3.

    Tijdens de weekmarkt op donderdagochtend is het niet mogelijk een standplaats op het marktplein in te nemen.

  • 4.

    Tijdens een evenement op het marktplein kan er geen gebruik worden gemaakt van de verleende standplaatsvergunning vanwege het ruimtebeslag, tenzij de standplaatshouder zelf met de organisator van het evenement afspraken kan maken over de inpasbaarheid van zijn standplaats tijdens het evenement.

 

Artikel 13 Standplaatsen tijdens evenementen

  • 1.

    Tijdens een evenement, kan er op de locatie waar dat evenement plaatsvindt, mogelijk geen gebruik worden gemaakt van de verleende standplaatsvergunningen om redenen van openbare orde en veiligheid.

  • 2.

    De gemeente Nunspeet stelt de vergunninghouder van de standplaats minimaal 4 weken voorafgaande aan de datum waarop het evenement wordt gehouden in kennis van de aanvraag om vergunning of de melding.

 

Artikel 14 Opvolging en overschrijving van de vergunning

  • 1.

    Opvolging en overschrijving van de vergunning is slechts mogelijk in geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of pensionering van de vergunninghouder. De vaste standplaats-vergunning kan op verzoek worden overgeschreven op de echtgenoot, geregistreerd partner, levenspartner, één van de meewerkende kinderen of op een werknemer die aantoonbaar minimaal 2 jaar in loondienst is van de vergunninghouder.

  • 2.

    Een aanvraag tot overschrijving dient binnen 3 maanden na het overlijden van de vergunninghouder, pensionering, dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, te worden ingediend.

 

Artikel 15 Wijziging van de vergunning

  • 1.

    Een verzoek om wijziging van de verleende standplaatsvergunning (bijvoorbeeld een verzoek voor wijziging van de locatie of het aantal dagen) wordt in behandeling genomen als zijnde een nieuwe aanvraag. De wijziging geldt voor de resterende termijn van de eerder verleende vergunning.

  • 2.

    Voor een wijziging van de vergunning worden legeskosten in rekening gebracht.

 

Artikel 16 Vervallen van de vergunning

De vergunning vervalt bij overlijden pensionering of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder na 3 maanden indien geen toepassing is gegeven aan overschrijving of opvolging.

 

Artikel 17 Schorsing van de vergunning

De vergunning kan met onmiddellijke ingang worden geschorst in afwachting van een beslissing tot intrekking van de vergunning, indien er sprake is van een overtreding:

  • a.

    van de vergunningvoorschriften

  • b.

    van de beleidsregels

 

Artikel 18 Intrekking van de vergunning

De gemeente kan de vergunning intrekken indien:

  • a.

    niet langer wordt voldaan aan de aan de standplaatsvergunning gestelde eisen en de beleidsregels

  • b.

    de vergunninghouder gedurende een periode van 3 maanden de standplaats niet inneemt

  • c.

    de vergunninghouder geen gebruik meer wenst te maken van zijn vergunning.

  • d.

    vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid het noodzakelijk wordt geacht de verkoop onmiddellijk te staken.

 

Artikel 19 Aanwezigheidsverplichting standplaatsvergunninghouders

  • 1.

    De standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk of door de vertegenwoordiger van de rechtspersoon waaraan de vergunning is verleend worden ingenomen.

  • 2.

    De vergunninghouder kan zich tijdelijk laten vervangen door een echtgenoot/echtgenote of geregistreerd partner, een meerderjarig kind van de vergunninghouder of een medewerker die bij de vergunninghouder in loondienst is.

  • 3.

    De vertegenwoordiger van de rechtspersoon kan zich tijdelijk laten vervangen door een tweede of derde vertegenwoordiger.

 

Artikel 20 Aanwezigheid vergunning

De vergunninghouder moet de vergunning altijd aanwezig hebben op de standplaats en deze op verzoek aan politieambtenaren of gemeentelijk toezichthouders tonen.

 

Artikel 21 Regeling bij ziekte van de vergunninghouder

  • 1.

    De standplaatshouder die wegens ziekte verhinderd is, dient de gemeente daarvan schriftelijk in kennis te stellen binnen een week vanaf de eerste dag van ziekte.

  • 2.

    Bij langdurige afwezigheid dient de betrokkene om zijn vergunning te behouden een verklaring over te leggen.

 

Artikel 22 Geurhinder en stankoverlast

Standplaatshouder dient te voldoen aan milieuvoorschriften om geurhinder en stankoverlast voor de omgeving tegen te gaan.

 

Artikel 23 Verzorging van de standplaats

  • 1.

    De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats te allen tijde een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Bij het ontruimen dient de standplaatshouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren.

 

Artikel 24 Luifel

Luifels van een verkoopwagen/-kraam mogen niet uitsteken buiten de vergunde oppervlakte meters.

 

Artikel 25 Leges

  • 1.

    Aan het in behandeling nemen van vergunningaanvragen zijn kosten verbonden.

  • 2.

    De tarieven voor het in behandeling nemen van de aanvraag staan in de Legesverordening en de bijbehorende tarieventabel.

 

Artikel 26 Duurzaamheid standplaatsen

  • 1.

    De vergunninghouder dient te voldoen aan de milieuvoorschriften.

  • 2.

    De standplaatsen moeten zoveel mogelijk de belevingswaarde versterken.

  • 3.

    De standplaats dient een open uitstraling te hebben.

 

Artikel 27 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Om te voorkomen dat een standplaats zonder vergunning wordt ingenomen of dat de standplaats niet aan de vergunningvoorschriften voldoet wordt periodiek gecontroleerd.

  • 2.

    Het toezicht en handhaving op de vergunning en/of eventuele strijdige situaties vindt plaats door de toezichthouders/Buitengewoon Opsporingsambtenaren.

 

Artikel 28 Aansprakelijkheid

De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid, in welke vorm dan ook, ontstaan door gebruik van de standplaatsvergunning.

 

Artikel 29 Hardheidsclausule

Conform artikel 4:84 van Algemene wet bestuursrecht handelt het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

Artikel 30 Bekendmaking van de vergunning

De bekendmaking van de vergunning en van een vrijgekomen standplaatslocatie geschiedt

door middel van openbare kennisgeving op de website van de gemeente Nunspeet.

 

Artikel 31 Overgangsrecht

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de reeds verleende vergunningen en de vergunningaanvragen die na de inwerkingtreding van het beleid worden ingediend.

 

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden inwerking op 1 januari 2021. Door inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt de nota Standplaatsenbeleid gemeente Nunspeet 2014-2018.

 

Artikel 33 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Standplaatsenbeleid Gemeente Nunspeet”.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet in de vergadering van 26 november 2020.

de secretaris, de burgemeester,