Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldebroek

MANDAATBESLUIT HEFFINGS-/INVORDERINGS-/WOZ-AMBTENAAR

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldebroek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMANDAATBESLUIT HEFFINGS-/INVORDERINGS-/WOZ-AMBTENAAR
Citeertitelmandaatbesluit heffings-/invorderings-/WOZ-ambtenaar
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpmandaatbesluit heffings-/invorderings-/WOZ-ambtenaar

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:2 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 10:5 van de Algemene wet bestuursrecht
  6. artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht
  7. artikel 10:7 van de Algemene wet bestuursrecht
  8. artikel 10:8 van de Algemene wet bestuursrecht
  9. artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht
  10. artikel 10:10 van de Algemene wet bestuursrecht
  11. artikel 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht
  12. artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

30-12-2020

gmb-2021-2068

1054403

Tekst van de regeling

Intitulé

MANDAATBESLUIT HEFFINGS-/INVORDERINGS-/WOZ-AMBTENAAR

Nr. 1054403

 

MANDAATBESLUIT HEFFINGS-/INVORDERINGS-/WOZ-AMBTENAAR

 

De op 3 december 2019 door burgemeester en wethouders van Oldebroek aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken en de op 3 december 2019 door burgemeester en wethouders van Oldebroek aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 10:1 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T E N, ieder voor de onderdelen waarvoor zij bevoegd zijn:

 

 

1. de medewerkers beleidsuitvoering C van het cluster Belastingen van het team Bedrijfsvoering te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van de gemeentelijke belastingen, met uitzondering van het beslissen op bezwaren tegen de heffing van de gemeentelijke belastingen;

 

2. de medewerkers beleidsuitvoering B van het cluster Belastingen van het team Bedrijfsvoering te mandateren om namens hem op te treden voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, met uitzondering van het beslissen op bezwaren tegen de vaststelling van de waarde;

 

3. de medewerkers beleidsuitvoering B en administratie A van Financiën van het team Bedrijfsvoering en de medewerkers beleidsuitvoering B, C en D van het KCC van het team Dienstverlening te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van leges voor door of namens het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in titel 1 en 3 van de tarieventabel bij de 'Legesverordening' van de gemeente Oldebroek. Van het mandaat genoemd onder punt 3 is uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing van leges;

 

4. de medewerkers beleidsuitvoering C van het KCC van het team Ruimte te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van leges Omgevingsvergunning, genoemd in titel 2 van de tarieventabel bij de 'Legesverordening Oldebroek'. Van het mandaat genoemd onder punt 4 is uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing van leges Omgevingsvergunning;

 

5. de medewerker beleidsuitvoering C van het KCC van het team Ruimte te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van rechten gemeentelijke begraafplaatsen, genoemd in hoofdstuk 6 van de tarieventabel bij de 'Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen Oldebroek'. Van het mandaat genoemd onder punt 5 is uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing van rechten gemeentelijke begraafplaatsen en het nemen van vervolgingsmaatregelen;

 

6. de medewerkers beleidsuitvoering B en administratie A van het cluster Financiën van het team Bedrijfsvoering, beleidsuitvoering C van het cluster Belastingen van het team Bedrijfsvoering en de medewerkers beleidsuitvoering B, C en D van het KCC van het team Dienstverlening te mandateren om namens hem op te treden voor de invordering van de gemeentelijke belastingen. Van het mandaat is uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen in mandaat door hem- of haarzelf genomen besluiten.

 

7. Ondermandaat van de onder de punten 1 tot en met 6 genoemde bevoegdheden is niet mogelijk.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021. Het mandaatbesluit heffings-/invorderings-/WOZ-ambtenaar van 19 december 2019 komt hiermee te vervallen.

 

 

Oldebroek, 30 december 2020.

De heffings- en WOZ-ambtenaar, De invorderingsambtenaar,

J.E. Dokter. A. van Bruchem.