Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelasting 2021 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 14-12-2020 |
De raad van de gemeente Geldrop-Mierlo;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d. 17 november 2020
overwegende, dat jaarlijks de belastingverordeningen voor het volgende belastingjaar aangepast en vastgesteld worden op basis van het begrotingsbeleid;
gehoord de Commissie Algemene Zaken d.d. 1 december 2020;
gelet de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2006 van de Gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 22 december 2005;
vast te stellen de volgende verordening:
de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2021
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a., wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b., als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing
Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren door middel van het werpen van geld in de parkeerapparatuur, door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur, of het met behulp van een mobiele telefoon, computer of ander communicatiemiddel inloggen op een centrale computer van een belparkeerprovider. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven. Het college van burgemeester en wethouders geeft omtrent een en ander nadere regels.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of andere apparatuur inloggen op een centrale computer van een belparkeerprovider.
Artikel 7 Ontheffing/vrijstelling
Het in artikel 2 bedoelde parkeergeld wordt niet geheven voor het parkeren van een voertuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel a., op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen door:
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a., mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onder a, bedragen € 65,30.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
Tarieventabel ex artikel 4 van de Verordening Parkeerbelastingen 2021:
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a., op de parkeerplaatsen gelegen op Het Machinaal, terrein Achter de Kerk, Molenstraat, Stationsstraat, Heggestraat, Heuvel, Bezorgershof, Langstraat, Dommeldalseweg, Wiel-straat en Bogardeind bedraagt op maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 18:00 uur;
a. per aaneengesloten tijdvak van maximaal 8,6 minuten of gedeelte daarvan € 0,10;
b. alleen het 2e uur bij een onafgebroken periode € nihil;
c. voor de gehele dag, voor zover op deze parkeerplaatsen geen maximale
parkeertijd van toepassing is € 2,80.
1.1. Op de parkeerplaatsen gelegen op het Bogardeind en Langstraat komt het maximale tarief overeen met de ter plaatse geldende maximale parkeertermijn van 1 uur.
2. Het tarief van een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b., van de verordening bedraagt:
2.1. voor een op naam of kenteken gestelde vergunning zonder plaatsgarantie voor een belanghebbendenplaats in nader aan te wijzen gedeelten:
2.1.1.1 indien de vergunning op kenteken is gesteld (af te geven aan bewoners):
2.1.1.2 indien de vergunning op kenteken is gesteld (af te geven aan bewoners) voor de tijdsperiode 09.00 – 18.00 uur van maandag t/m zaterdag:
2.1.1.3 indien de vergunning op kenteken is gesteld (af te geven aan bewoners) voor de tijdsperiode 09.00 – 20.00 uur van maandag t/m zaterdag:
2.1.2.1 indien de vergunning op naam is gesteld (af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars en voor wie het in het belang van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren):
2.1.2.2 indien de vergunning op naam is gesteld (af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars en voor wie het in het belang van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren) voor de tijdsperiode 09.00 – 18.00 uur van maandag t/m zaterdag:
2.1.2.3 indien de vergunning op naam is gesteld (af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars en voor wie het in het belang van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren) voor de tijdsperiode 09.00 – 20.00 uur van maandag t/m zaterdag:
2.2. voor een vergunning ten behoeve van een bezoeker zonder plaatsgarantie, voor een belanghebbendenplaats in nader aan te wijzen gedeelten:
2.3. voor een op naam of kenteken gestelde vergunning zonder plaatsgarantie voor een parkeerapparatuurplaats in nader aan te wijzen gedeelten:
2.3.1. indien de vergunning op kenteken is gesteld (af te geven aan bewoners):
2.3.2. indien de vergunning op naam is gesteld (af te geven aan beroeps- of bedrijfsuitoefenaars en voor wie het in het belang van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is dat zij daar parkeren):
Behorende bij raadsbesluit d.d. 14 december 2020 tot vaststelling van de “Verordening Parkeerbelasting 2021”.
Naheffingsaanslag parkeren 2021
Inzet eigen medewerkers € 38.072
Inzet Dienst Dommelvallei € 7.317
Heffing en invordering door derden € 4.210€ 884
Totaalkosten € 50.483 incl. btw
Voor 2021 is het wettelijk maximumbedrag € 65,30 als bedoeld in Artikel 3 eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen (Stcrt. 2020, nr. 41934).
Het bedrag van de Naheffingsaanslag parkeren 2021 wordt vastgesteld op € 65,30 (plus € 0,10 als parkeervergoeding).
Behorende bij raadsbesluit d.d. 14 december 2020 tot vaststelling van de “Verordening Parkeerbelasting 2021”.