Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Duiven

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent het minimabeleid 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDuiven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent het minimabeleid 2018
CiteertitelMinimabeleid 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-2021nieuwe regeling

12-12-2017

gmb-2021-1444

17DV01797

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven houdende regels omtrent het minimabeleid 2018

Inleiding

 

De raad heeft op 10 oktober 2017 de notitie ‘Minimabeleid 2018 en verder’ vastgesteld.

 

Bij de vorige aanpassing van het minimabeleid eind 2015 was de afspraak gemaakt dat een onderzoek zou plaatsvinden naar het effect van de toen vastgestelde minimaregelingen.

 

Dit onderzoek heeft in de eerste helft van 2017 plaatsgevonden, waarna de conclusies en aanbevelingen met meerdere maatschappelijke organisaties zijn besproken en zijn voorstellen tot aanpassing van de regelingen gedaan. De bovengenoemde notitie is hier het resultaat van.

 

Hieronder wordt aangegeven op welke wijze deze ondersteuning plaatsvindt.

De beleidsregels minimabeleid en bijzondere bijstand worden apart aangeboden. Dit verbetert het overzicht.

 

De beleidsregels minimabeleid zijn genummerd met een code in de titel. Deze code correspondeert met de vindplaats in de kennisbank Grip op Participatie van KluwerSchulinck. De volgorde van beleidsregels is niet oplopend maar gesorteerd naar de indeling die het Centraal Bureau voor Statistiek hanteert bij de BUS (bijstandsuitkeringenstatistiek).

 

Per 1 januari 2018 worden een aantal wijzigingen doorgevoerd.

Deze wijzigingen zijn in dit document opgenomen.

1. B082 – Indirecte schoolkosten schoolgaande kinderen

Voorliggende voorziening

Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 lid 1 Participatiewet ; zie paragraaf B3.3).

Ten aanzien van reiskosten voor kinderen in het voortgezet onderwijs geldt het verhoogde kindgebonden budget als een toereikende en passende voorliggende voorziening. Dit verhoogde budget is in de plaats gekomen van de voormalige Wtos.

 

Recht op bijstand

Indirecte studiekosten van ten laste komende schoolgaande kinderen komen in beginsel niet voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking. Deze kosten worden geacht voldaan te kunnen worden uit een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm voor het gezin (= de alleenstaande ouder of de gehuwden). Er bestaat derhalve géén recht op bijzondere bijstand.

 

Minimaregeling

De gemeente Duiven heeft er wel voor gekozen om huishoudens met een minimuminkomen (tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm) met kinderen op het voortgezet of beroepsonderwijs voor de schoolbijdrage tegemoet te komen. De regeling geldt voor kinderen tot de leeftijd van 18 jaar; uiterlijk tot de 1e van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin men 18 jaar wordt; dit sluit aan bij de start studiefinanciering.

Huishoudens met kinderen op het voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs kunnen in het kader van het minimabeleid een bedrag van € 75,00 per kind per jaar ontvangen. Deze bijdrage wordt jaarlijks per schooljaar toegekend en rechtstreeks aan de betrokken school uitbetaald.

Personen die hiervoor in aanmerking komen kunnen vanaf de start van het nieuwe schooljaar een aanvraag indienen voor deze bijdrage. Ambtshalve toekenning is niet meer mogelijk.

 

Minimaregeling kindpakket

Daarnaast worden bonnen voor schoolspullen aan leerlingen verstrekt .Zie verder op pagina 6 onder ‘Speciale kindregelingen’.

 

Zie ook B138.

2. B095 – Kosten voor sociaal culturele en educatieve activiteiten

 

Recht op bijstand

Er is geen bijzondere bijstand mogelijk voor de kosten van sociaal culturele en educatieve activiteiten. De reden hiervoor is dat men wordt geacht dergelijke kosten uit een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm te kunnen betalen. In de Participatiewet is geen ruimte voor eigen gemeentelijk categoriaal beleid inzake bijzondere inkomensaanvulling. Algemeen, generiek inkomensbeleid is voorbehouden aan het Rijk. (TK 2002-2203, 28 70, nr. 3 p.64-65)

 

Het college is wel bevoegd beleid te voeren voor voorzieningen voor maatschappelijke participatie.

Hiervoor heeft de gemeente Duiven aansluiting gezocht bij de in de regio Arnhem ingevoerde Gelrepas.

Belanghebbenden (gezinsleden vanaf 4 jaar) met een inkomen van maximaal 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm komen in aanmerking voor de Gelrepas.

Hiermee kan men korting krijgen op de abonnementskosten van een sportvereniging of bij culturele evenementen.

Zie voor Gelrepas ook B 138.

 

 

B138 – Aangewezen groepen voor bijzondere bijstand

Inkomensondersteunende regelingen

De inkomensondersteunende regelingen zijn van toepassing vanaf de leeftijd van 18 jaar.

Voor de onderstaande regelingen geldt dat het gezamenlijk inkomen niet meer bedraagt dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en het gezamenlijk vermogen niet meer bedraagt dan het van toepassing zijnde vrij te laten vermogen. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele draagkracht.

 

Uitsluiting voor studenten

Studenten zijn in beginsel uitgesloten van de minimaregelingen.

 

Uitzondering studenten met individuele studietoeslag en/of aantoonbare meerkosten vanwege een chronische ziekte en /of handicap.

Voor slechts een beperkte groep studenten geldt een uitzondering op de uitsluiting minimaregelingen; studenten vanaf 18 jaar die in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag en of aantoonbare meerkosten vanwege een chronische ziekte en /of handicap. Hiervan is al duidelijk dat ze een beperking hebben en daardoor vaak te maken hebben met hoge zorgkosten.

Zij kunnen daarom in aanmerking komen voor 2 minimaregelingen; nl. deelname aan de Collectieve ziektekostenverzekering en deelname aan de Regeling voor mensen met meerkosten vanwege een chronische ziekte en /of beperking.

 

Alle minima regelingen geschieden op aanvraag.

Voor alle regelingen met uitzondering van de computer, Gelrepas en de collectieve verzekering geldt dat een steekproefsgewijze controle plaatsvindt of men daadwerkelijk de kosten heeft gemaakt.

Men is verplicht om de betaalbewijzen gedurende 2 jaar te bewaren. In de beschikking wordt dit als voorwaarde opgenomen.

De steekproef vindt jaarlijks plaats over 5% van de verstrekte vergoedingen per doelgroep.

  • Kosten van sport en sociaal culturele activiteiten/Gelrepas.

    Hiervoor kan de Gelrepas worden verstrekt.

    Voor personen met een Participatiewet-uitkering geldt: de Gelrepas wordt aan het begin van het kalenderjaar collectief toegekend aan personen die over de maand november van het vorige jaar een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvingen.

    Niet-uitkeringsgerechtigden kunnen een aanvraag indienen.

  • Deelname collectieve ziektekostenverzekering

    Wanneer men verzekerd is bij Menzis voor de basisverzekering en tenminste het 1e aanvullende pakket en het 1e aanvullend tandverzorgd pakket, kan men in aanmerking komen voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering. Door deze deelname krijgt men korting op de premie van de basisverzekering en de aanvullende verzekeringen. Daarnaast sluit de gemeente een “garantmiddenpakket” af, waardoor een hogere en meestal kostendekkende vergoeding voor de meest voorkomende ziektekosten wordt uitgekeerd. De kosten voor dit “garantmiddenpakket” betaalt de gemeente.

     

    NB. Deze regeling staat open voor studenten die in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag en/of studenten met aantoonbare meerkosten wegens een chronische ziekte en of beperking.

  • Verruiming inkomensgrens Deelname collectieve ziektekostenverzekering

    Vanaf 1 januari 2018 kunnen mensen met hoge zorgkosten vanwege een chronische ziekte en/of beperking ook met een hoger inkomen tot 140% van de bijstandsnorm in aanmerking komen voor deelname aan de collectieve verzekering van Menzis voor pakket GarantVerzorgd 3.

  • Diplomazwemmen A en B.

    Er is een eenmalige vergoeding mogelijk tot een bedrag van maximaal € 800,00 per thuiswonend kind tussen 6 en 18 jaar (voor gezinnen met een Participatiewet-uitkering voor levensonderhoud of daarmee vergelijkbaar inkomen). Toekenning geschiedt op aanvraag. Om voor vergoeding in aanmerking te komen moet het kind ingeschreven staan bij een van de twee Duivense zwembaden (Aerofitt of Akwaak) en moeten de zwemlessen daadwerkelijk gevolgd worden. Uitbetaling vindt rechtstreeks plaats aan het gekozen zwembad.

  • Computer/laptop/IPad.

    Wanneer sprake is van een of meer thuiswonende kinderen in de leeftijd tot 18 jaar, die in groep 7 of 8 van de basisschool zitten ofwel voortgezet of beroepsonderwijs volgen, komt men twee maal in de 5 jaar in aanmerking voor een vergoeding voor de aanschaf van een computer/laptop/iPad. De vergoeding voor een computer/laptop/iPad met printer bedraagt maximaal € 500,00.

    Voor deze regeling geldt geen steekproefsgewijze controle. Wel is men verplicht binnen 30 dagen na ontvangst vergoeding de originele nota inleveren. Doet men dat niet, dan wordt het bedrag teruggevorderd.

  • Schoolkosten.

    Kinderen vanaf 6 jaar op de basisschool en het voortgezet of beroepsonderwijs (tot de leeftijd van 18 jaar; uiterlijk tot de 1e van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin men 18 jaar wordt; dit sluit aan bij de start studiefinanciering) komen voor schoolspullenbonnen in aanmerking voor indirecte schoolkosten, zoals schooltas, regenpak, schriften en pennen. Deze bonnen worden jaarlijks automatisch in juni toegekend als kind in bezit is van de Gelrepas. Als ouders wel voldoen aan inkomensgrens van 120% maar niet in bezit zijn van de Gelrepas, geschiedt toekenning schoolspullenbonnen op aanvraag.

    Kinderen op de basisschool ontvangen bonnen tot een bedrag van € 30, per jaar Kinderen op voortgezet onderwijs ontvangen bonnen tot en bedrag van € 150,00 per jaar

  • Regeling voor mensen met meerkosten wegens chronische ziekte en of beperking.

    Wanneer men wegens een chronische ziekte en of beperking meerkosten heeft, kan men in aanmerking komen voor een vergoeding van € 300,00 per persoon. De vergoeding geschiedt op aanvraag.

     

    Men behoort tot de doelgroep als men een van de volgende documenten kan verstrekken:

    • -

      Beschikking arbeidsongeschiktheidsverzekering

    • -

      Toekenningsbeschikking Wmo-voorziening

    • -

      Beschikking vrijstelling sollicitatieplicht op medische gronden

    • -

      Bewijs van indicatiestelling voor een of meerdere vormen van WLZ-zorg

    • -

      Gehandicaptenparkeerkaart

    • -

      Diabetespaspoort

    • -

      Aantoonbare meerkosten in verband met een chronische ziekte en of beperking (verbruik eigen risico zorgverzekering valt hier ook onder)

  • Bij een inkomensgrens tussen 120% en 140% ontvangt men een bedrag van € 150 per persoon per jaar.

    NB. Deze regeling staat open voor studenten die in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag en/of studenten met aantoonbare meerkosten wegens een chronische ziekte en of beperking.

Voor onderstaande regelingen geldt een inkomensgrens van 110%.

  • Regeling duurzame gebruiksgoederen voor ouderen met de AOW-gerechtigde leeftijd.

    Heeft men de AOW-gerechtigde leeftijd en een inkomen tot 110% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en vermogensgrens, kan men op aanvraag een bedrag van € 200,00 per jaar per huishouden ontvangen voor vervanging duurzame gebruiksgoederen.

  • Individuele inkomenstoeslag.

    Zie ook verordening Individuele inkomenstoeslag 2015.

    Personen van 21 tot de AOW-gerechtigde leeftijd die zelfstandig een huishouding voeren en gedurende een onafgebroken periode van 12 maanden een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag. Deze toeslag kan worden gebruikt voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen zoals een koelkast, wasmachine en bankstel en geldt als voorliggende voorziening.

     

    De Individuele inkomenstoeslag bedraagt;

    • -

      Voor een alleenstaande € 200,00

    • -

      Voor een alleenstaande ouder € 300,00

    • -

      Voor een echtpaar zonder kinderen € 300,00

    • -

      Voor een echtpaar met kinderen € 450,00

 

Individuele studietoeslag

Zie ook verordening individuele studietoeslag 2016.

Deze is bedoeld om mensen met een arbeidshandicap, die niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een toeslag te verstrekken als ze gaan studeren. Hiermee versterken ze hun positie op de arbeidsmarkt. Deze toeslag kan een stimulans zijn om een studie te gaan volgen.

De toeslag wordt op aanvraag, eens per 6 maanden verstrekt en bedraagt sinds 1 september 2017 € 900,00 per 6 maanden. Verlenging is mogelijk zolang de studie duurt met een maximum van 8 perioden (4 jaar). De hardheidsclausule kan worden toegepast indien de studie langer duurt vanwege bijzondere omstandigheden.

 

B162 Individuele inkomenstoeslag

Zie ook verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 en richtlijn B138

  • Individuele inkomenstoeslag.

    Personen van 21 tot de AOW-gerechtigde leeftijd die zelfstandig een huishouding voeren en gedurende een onafgebroken periode van 12 maanden een inkomen op 110% bijstandsniveau ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag. Deze toeslag kan worden gebruikt voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen zoals een koelkast, wasmachine en bankstel en wordt gezien als een voorliggende voorziening.

 

De individuele inkomenstoeslag bedraagt ;

  • -

    Voor een alleenstaande € 200,00

  • -

    Voor een alleenstaande ouder € 300,00

  • -

    Voor een echtpaar zonder kinderen € 300,00

  • -

    Voor een echtpaar met kinderen € 450,00

 

Speciale kindregelingen

Deze regelingen zijn al per 1 juli 2017 ingegaan.

 

Kleding-en schoolspullenbonnen

Er worden kleding – en schoolspullenbonnen verstrekt aan kinderen van 6 t/m 17 jaar die in het bezit zijn van de Gelrepas. Een aanvraag is hier niet voor nodig. Kinderen met een Gelrepas komen hier automatisch voor in aanmerking. De uitgifte vindt in juni plaats.

De kleding en schoolspullenbonnen vertegenwoordigen een bepaalde waarde.

 

Het gaat om de volgende bedragen.

  • -

    Kledingbonnen € 120 per kind vanaf 6 jaar t/m17 jaar

  • -

    Schoolspullenbonnen € 30 per kind van 6 t/m 11 jaar op basisschool

    € 150 per kind van 12 t/m 17 jaar op voortgezet onderwijs

Tijdschriftenabonnement

  • -

    Tijdschriftenabonnement een tijdschrift naar keuze voor kind van 6 t/m 11 jaar op

Basisschool

Diplomazwemmen

  • -

    Diplomazwemmen voor kinderen van 6 t/m 17 jaar voor diploma A en B tot een

maximumbedrag van € 800 per kind

Jeugdsportfonds

Daarnaast kunnen kinderen die net buiten de minimaregelingen vallen voor sporten terecht bij het Jeugdsportfonds via een intermediair.