Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen |
Citeertitel | Nadere regels Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 15-12-2020 | 551542-2020 |
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
kabel: buigzame verbinding, bestaande uit één of meer geleiders, die zijn samengesteld uit draden van metaal of glasvezel en geschikt zijn voor het transport van elektrische energie, elektrische signalen of optische signalen daaronder in ieder geval begrepen kabels en voorzieningen als bedoeld in artikel 1.1 respectievelijk artikel 5.15 Telecommunicatiewet;
De begripsbepalingen van de AVOI 2021 zijn op deze regeling, voor zover noodzakelijk, ook van toepassing, tenzij daarvan wordt afgeweken.
HOOFDSTUK 2 AANVRAAG EN MELDING
Artikel 5 Gegevensverstrekking bij een aanvraag of melding
Bij de melding van werkzaamheden van ingrijpende aard verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning vereist is, alsmede de situering en afmetingen daarvan. Voor de bovengrondse kasten, waarvoor geen bouwvergunning vereist is, is wel een toestemming van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de gemeente vereist;
naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;
Het uitvoeringsplan wordt in PDF format ingediend langs elektronische weg en dient als bijlage bij de aanvraag.
Bij de melding van werkzaamheden van niet ingrijpende aard verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten.
HOOFDSTUK 3 PROCEDURELE VOORSCHRIFTEN
Artikel 6 Werkzaamheden van ingrijpende aard
De aanbieder is verplicht bij de werkzaamheden van ingrijpende aard omwonenden en bedrijven die door uit te voeren werkzaamheden mogelijk hinder ondervinden, per brief en/of openbare publicatie te informeren. De informatievoorziening dient minimaal vijf werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden te geschieden en bevat tenminste de volgende informatie:
Artikel 7 Werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Storingen met spoedeisend herstel
Ingeval naar het oordeel van de aanbieder dreigend gevaar voor de omgeving of vanwege diens voorziening, dan wel het stagneren van deze voorziening, het onverwijld uitvoeren van werkzaamheden aan kabels of leidingen in openbare grond vergt, en overleg met het college daaromtrent niet kan worden afgewacht, is de aanbieder gerechtigd om tot zulke werkzaamheden over te gaan, evenwel onder de verplichting daarvan onverwijld bij de directie melding te maken.
HOOFDSTUK 4 TECHNISCHE BEPALINGEN
Indien de aanbieder de werkzaamheden in openbare gronden, als genoemd in artikel 1 onder n van de verordening, niet heeft uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze technische bepalingen, kan het college verlangen dat zij alsnog conform deze bepalingen worden uitgevoerd. Het herstel dient, na aanmaning, binnen 8 dagen plaats te vinden. In geval van verzuim zorgt het college voor het herstel. De kosten van herstel zijn in dat geval voor rekening van de betreffende aanbieder.
Kruisingen met wegen die zijn voorzien van een gefundeerde of gesloten verharding dienen te worden uitgevoerd door middel van het maken van doorpersingen of boringen.
De mantelbuizen dienen aan beide kanten te worden afgesloten om eventuele verzanding en/of verzakking van het wegdek te voorkomen.
De minimale dekking van deze mantelbuizen dient, gerekend vanaf de onderkant van de verharding, 70 cm te bedragen.
Ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden kunnen zo nodig per geval concrete afspraken worden gemaakt tussen het college en de aanbieder.
Het opgenomen straatwerk of de verharding dient dezelfde dag definitief te worden hersteld. Indien de projectuitvoering dit niet toelaat, is het na overleg en toestemming van de directie toegestaan een sleuf ongedicht te laten, mits dit met voldoende afzettingsmateriaal, bij voorkeur bouwhekken, wordt gemarkeerd.
Artikel 11 Maatregelen voor werkzaamheden in groenvoorzieningen
Het gras dient in dunne zoden door de aanbieder te worden verwijderd. De zoden moeten met de begroeide kanten tegen elkaar worden opgeslagen, vochtig gehouden worden en zo spoedig mogelijk weer worden aangebracht.
Na het aanbrengen dienen de zoden te worden aangedrukt en de snijranden te worden ingeveegd met teelaarde. De zoden dienen tenslotte te worden bewaterd. Indien de zoden niet binnen 48 uur na verwijdering worden teruggezet, dient de aanbieder de zoden af te voeren en het afgewerkte oppervlak over te dragen aan het college. Het college kan naar haar inzicht op kosten van de aanbieder het gazon herstellen. Door middel van een offerte vooraf zal de aanbieder in kennis worden gesteld van de hem ten laste te brengen kosten.
Met behulp van een zodensnijmachine dient het gekozen tracé gras door de aanbieder te worden vrijgemaakt. De uitkomende zoden met een lengte van maximaal 3 m¹ moeten worden opgerold, in depot gezet en nat gehouden.
De zoden moeten zo spoedig mogelijk weer worden aangebracht. Na het aanbrengen dienen de zoden te worden aangedrukt en de snijranden te worden ingeveegd met teelaarde. De zoden dienen tenslotte te worden bewaterd.
Indien de zoden niet binnen 48 uur na verwijdering worden teruggezet, dient de aanbieder de zoden af te voeren en het afgewerkte geëgaliseerde oppervlak over te dragen aan het college.
Het college kan naar haar inzicht op kosten van de aanbieder het gazon herstellen. Door middel van een offerte vooraf zal de aanbieder in kennis worden gesteld van de hem ten laste te brengen kosten.
Voordat er werkzaamheden in een berm worden uitgevoerd, dient er een Quickscan conform de Wet natuurbescherming uitgevoerd te worden in het plangebied om de eventuele aanwezigheid van beschermde soorten planten en dieren vast te kunnen stellen. Het rapport van deze scan dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeente.
Beplanting, opgenomen in het plantseizoen (1 oktober t/m 15 april), welke ondanks de getroffen voorzorgsmaatregelen binnen zes maanden na herbeplanting niet aanslaat kan op kosten van de aanbieder door het college worden vervangen. Voordat het college tot vervanging, als genoemd in het vorige lid, overgaat zal het de verantwoordelijke aanbieder hiervan schriftelijk, onder opgave van de geraamde kosten, in kennis stellen.
Artikel 12 Maatregelen voor werkzaamheden in de nabijheid van te handhaven beplantingen
Ten aanzien van te handhaven beplanting dient de aanbieder te streven naar het zo weinig mogelijk beschadigen ervan (zowel onder- als bovengronds). In geen geval mogen wortels dikker dan 25 mm in diameter worden verwijderd. Ontgraven wortels dienen te worden beschermd tegen uitdrogen, vorst en beschadiging.
De kosten hiervoor worden tegen marktconforme, bij de aanbieder in rekening te brengen tarieven (prijzen per m2) zoals die rechtstreeks voortvloeien uit de – in samenwerking tussen de koepels van nutsbedrijven en de VNG opgesteld – “Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden” en de jaarlijks door het GPKL (Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen) geactualiseerde transport-, loon-, en materiaaltarieven.
Artikel 16 Bouwstoffen en aan- en afvoer van materiaal
Indien bij de uitvoering blijkt dat de uitkomende grond naar de mening van de aanbieder niet voor aanvulling geschikt is, dient deze grond door de aanbieder en voor diens rekening van het werk te worden afgevoerd. Door de aanbieder en voor diens rekening dient voor aanvulling geschikte grond dan wel geschikt zand op het werk te worden aangeleverd.
Op verzoek van de aanbieder of van het college kan de bestrating vooraf worden geschouwd. Wanneer bij schouwing blijkt dat de toestand van de bestrating daartoe aanleiding geeft, stelt het college zand, klinkers en/of tegels beschikbaar. De aan- en afvoer van zand, klinkers en/of tegels en uitkomende grond geschiedt in dat geval door het college en voor diens rekening. De verwerking van het zand, de klinkers en/of de tegels dient door de aanbieder en voor diens rekening te geschieden.
HOOFDSTUK 6 VERKEERSMAATREGELEN
Artikel 17 Uitvoering verkeersmaatregelen
De in verband met de werkzaamheden noodzakelijke verkeersmaatregelen dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig het Handboek wegafzettingen 96b van het CROW.
Artikel 18 Bereikbaarheid voor voetgangers
De aanbieder dient zorg te dragen voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, openbare gebouwen en dergelijke voor (minder valide) voetgangers.
In overleg met de betrokkenen kan aan de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven.
Artikel 19 Fietsverkeer en voetgangers
De aanbieder dient zorg te dragen voor een doorgang voor het fietsverkeer en de voetgangers of in overleg met de gemeente voor een omleidingsroute.
Artikel 20 Gemotoriseerd bestemmingsverkeer
De aanbieder dient het gemotoriseerd bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken en landerijen ed. in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand te houden. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt de aanbieder vooraf in overleg met de gemeente.
Artikel 22 Bereikbaarheid brandkranen en andere voorzieningen
Tijdens de uitvoering van werkzaamheden moeten door de aanbieder zodanige maatregelen worden getroffen dat brandkranen, afsluiters, meters, transformatorruimten, kabelverdelers en andere voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, te allen tijde goed bereikbaar zijn.