Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijk

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021)
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 Bijlage 1a Bijlage 2 Bijlage 3

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Uitvoeringregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk en de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijkerhout.

Deze regeling werkt wat de in rekening te brengen invorderingsrente betreft terug tot en met 1 juni 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 6 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  2. artikel 7 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  3. artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  4. artikel 13 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  5. artikel 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  6. artikel 29 van de Invorderingswet 1990
  7. artikel 31 van de Invorderingswet 1990
  8. artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet
  9. artikel 237 van de Gemeentewet
  10. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  11. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

22-12-2020

gmb-2020-353429

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent gemeentelijke belastingen (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk;

 

Gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a en derde lid, en artikel 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit vast te stellen de;

 

UITVOERINGSREGELING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN NOORDWIJK 2021

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling worden rechten, waaronder leges, aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3.

    De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopige gevorderde bedrag. Artikel 3 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Definities

Deze uitvoeringsregeling verstaat onder:

  • a.

    Heffingsambtenaar: de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar;

  • b.

    Verordening toeristenbelasting: de bij raadsbesluit vastgestelde Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Noordwijk;

  • c.

    Legesverordening: de bij raadsbesluit vastgestelde Verordening op de heffing en invordering van leges Noordwijk.

Artikel 3 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige voor de toeristenbelasting en de hondenbelasting aan wie niet binnen drie maanden na afloop van het belastingtijdvak/belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die termijn bij de Heffingsambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de Heffingsambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier (met toelichting) dat in overeenstemming is met het in bijlage 1 opgenomen model.

  • 4.

    Als formulieren van de aangiftebiljetten hondenbelasting worden vastgesteld:

    • a.

      voor het doen van aangifte van een of meer honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 2 opgenomen model;

    • b.

      voor het afmelden van een of meer honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 3 opgenomen model.

  • 5.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en binnen een maand met de daarbij gevraagdebescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 4 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing bij de toeristenbelasting

  • 1.

    De belastingplichtige voor de toeristenbelasting kan per soort standplaats (vaste jaarplaats, vaste seizoenplaats en seizoenplaats) en bij toeristische plaatsen bij arrangementen opteren voor de niet-forfaitaire maatstaf van heffing.

  • 2.

    Indien de belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid, dient de belastingplichtige dit per soort standplaats en/of arrangement gespecificeerd en voldoende duidelijk aan te geven op het aangiftebiljet.

Artikel 5 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

  • 1.

    Voor de toepassing van de Verordening toeristenbelasting en de onderhavige uitvoeringsregeling wordt onder ‘nachtverblijfregister’ verstaan een gegevensverzameling, waarin met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt geboden, wordt bijgehouden:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      aantal personen dat verblijf houdt;

    • c.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • d.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

    • e.

      indien van toepassing naam en woonplaats van personen waarvoor geen belasting is verschuldigd.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister dient te worden bijgehouden conform Bijlage 1A bij deze uitvoeringsregeling.

  • 3.

    De verplichting bedoeld in het vorige lid geldt niet als er een eigen nachtverblijfregister wordt bijgehouden, aan de hand waarvan over dezelfde gegevens kan worden beschikt als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Een ongenummerd bonnensysteem wordt niet aanvaard als eigen nachtverblijfregister als bedoeld in het eerste en derde lid.

  • 5.

    In het geval een nachtverblijfregister wordt bijgehouden voor mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen, vaste seizoenplaatsen en seizoenplaatsen dan wel, in geval van een (verlengd) voorseizoenarrangement, een naseizoenarrangement of een maandarrangement, voor mobiele kampeeronderkomens op toeristische plaatsen, dient in het nachtverblijfregister te worden bijgehouden het aantal verhuurde plaatsen per soort standplaats onderscheidenlijk soort arrangement.

  • 6.

    Indien een belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 4, eerste lid, hoeft hij voor de daar genoemde plaatsen uitsluitend een nachtverblijfregister bij te houden voor de soort standplaatsen waarvoor de maatstaf van heffing wordt vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

  • 7.

    Het nachtverblijfregister dient op verzoek van de Heffingsambtenaar onmiddellijk te worden overgelegd.

  • 8.

    Het nachtverblijfregister wordt niet met de aangifte meegezonden.

  • 9.

    Het nachtverblijfregister wordt door belastingplichtige zelf bewaard.

  • 10.

    Voor zover er op grond van andere wet- of regelgeving geen langere bewaartermijn geldt, geldt voor het nachtverblijfregister een bewaartermijn van vijf jaar.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1.

    De Heffingsambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffing en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2.

    De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan:

    • a.

      voor de toeristenbelasting en de precariobelasting worden vastgesteld op 80% van de meest recente belastingaanslag, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Indien de hoogte van de voorlopige aanslag niet met toepassing van het bepaalde in de vorige volzin kan worden vastgesteld, stelt de Heffingsambtenaar de voorlopige aanslag door inschatting vast. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van een van de twee voorgaande volzinnen berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag;

    • b.

      voor de leges als bedoeld in de tarieventabel behorend bij de Legesverordening, voor zover de aanleg- of de bouwkosten de grondslag vormen, geschieden op grond van een raming van de aanlegkosten als bedoeld in sub onderdeel 2.1.1.1 van de tarieventabel dan wel een raming van de bouwkosten als bedoeld in subonderdeel 2.1.1.2 van de tarieventabel. Op de raming van de bouwkosten is de ‘Uitvoeringsregeling berekening bouwkosten voor de legesheffing Noordwijk 2021’ van toepassing. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de voorgaande volzinnen berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.

Artikel 5 Rente

  • 1.

    3. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vinden de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 29 van de Invorderingswet 1990 en de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    4. In afwijking van de in het eerste lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 25,00 niet te boven gaat.

Artikel 6 Intrekking besluiten

Met ingang van de in artikel 7 genoemde datum van inwerkingtreding worden ingetrokken:

  • a.

    de Uitvoeringregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk bij besluit van 18 december 2018 en

  • b.

    de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijkerhout, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijkerhout bij besluit van 18 december 2018.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021 en werkt wat de in rekening te brengen invorderingsrente betreft terug tot en met 1 juni 2020.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021.

Noordwijk, 22 december 2020,

Het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk,

de secretaris

de heer F.G. Mencke 

de burgemeester,

Mw. W.J.A. Verkleij

Bijlage 1: behorende bij de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021

[Deze bijlage betreft een formulier en is daarom bijgevoegd als externe bijlage bij deze regeling. Het formulier is aan de linkerkant te downloaden.]

Bijlage 1a: behorende bij de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021

[Deze bijlage betreft een formulier en is daarom bijgevoegd als externe bijlage bij deze regeling. Het formulier is aan de linkerkant te downloaden.]

Bijlage 2 behorende bij de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021

[Deze bijlage betreft een formulier en is daarom bijgevoegd als externe bijlage bij deze regeling. Het formulier is aan de linkerkant te downloaden.]

Bijlage 3 behorende bij de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Noordwijk 2021

[Deze bijlage betreft een formulier en is daarom bijgevoegd als externe bijlage bij deze regeling. Het formulier is aan de linkerkant te downloaden.]