Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - VERORDENING MINIMAREGELINGEN RHENEN 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - VERORDENING MINIMAREGELINGEN RHENEN 2021
CiteertitelVerordening Minimaregelingen Rhenen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening Minimaregelingen Rhenen 2020 wprdt ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 35 van de Participatiewet
  3. artikel 147 van de Gemeentewet
  4. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe verordening

15-12-2020

gmb-2020-352915

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - VERORDENING MINIMAREGELINGEN RHENEN 2021

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvrager: de inwoner van de gemeente Rhenen die ten behoeve van zichzelf, zijn partner of zijn kind(eren) een vergoeding op grond van deze verordening aanvraagt;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      de doelgroep: inwoners van de gemeente Rhenen met een laag inkomen en de tot hun last komende kinderen;

    • d.

      de gemeente: de gemeente Rhenen;

    • e.

      jaar: kalenderjaar;

    • f.

      kind: een persoon jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of gehuwde ouders, die ingeschreven staat in de gemeente Rhenen in de Basisregistratie personen, kinderbijslag op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet wordt betaald of zal worden betaald vanaf het eerstvolgende kwartaal of het pleegkind jonger dan 18 jaar waarvoor een pleegvergoeding wordt ontvangen op grond van artikel 5.3, lid 1, van de Jeugdwet;

    • g.

      peildatum: 31 december van het jaar van de aanvraag;

    • h.

      uitvoerder: de uitvoerende instantie die namens het college de regelingen met betrekking tot de Verordening Minimaregelingen uitvoert;

    • i.

      norm: wettelijk minimum/ bijstandsnorm, het bedrag, bedoeld in artikel 5, onder c, van de Participatiewet.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Gemeentewet.

 

Artikel 2. Reikwijdte en doelstelling verordening

  • 1.

    Deze verordening heeft tot doel:

    • a.

      het vergroten van de kansen om de spiraal van armoede te doorbreken;

    • b.

      het bevorderen van sport en andere vormen van maatschappelijke participatie;

    • c.

      het voorkomen van sociale uitsluiting;

    • d.

      het bevorderen dat schoolgaande kinderen zo min mogelijk belemmeringen ondervinden als gevolg van het feit dat hun ouders tot de minima behoren;

    • e.

      het tegengaan van onderverzekering op het gebied van ziektekostendekking.

  • 2.

    Er bestaat alleen recht op vergoedingen op basis van deze verordening voor inwoners van de gemeente Rhenen met een inkomen dat niet hoger is dan maximaal 120% van de norm of die in de schuldsanering zitten.

  • 3.

    Voor inwoners die in de schuldhulpverlening zitten is de norm van 100% van het wettelijk minimum toepasbaar.

  • 4.

    Bij vaststelling van het inkomen wordt de Vermogenstoets, zoals omschreven in artikel 31 van de Participatiewet, toegepast met uitzondering op het vermogen in de vorm van een eigen woning. Deze wordt niet meegerekend.

  • 5.

    Bij de vaststelling van het inkomen wordt de Kostendelersnorm, zoals omschreven in de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet, toegepast.

  • 6.

    Er bestaat recht op de voorzieningen voor zover de leeftijd van de belanghebbende voldoet aan de voorwaarden als genoemd bij de specifieke voorzieningen.

  • 7.

    Geen recht op een in deze verordening genoemde minimaregeling heeft de belanghebbende die op het moment van aanvraag in detentie of een asielzoekerscentrum verblijft of studiefinanciering ontvangt. Een uitzondering hierop betreft (alleenstaande) ouder(s) met studiefinanciering.

  • 8.

    Geen recht op een in deze verordening genoemde minimaregelingen heeft de belanghebbende aan wie op grond van artikel 11 van de Participatiewet geen bijstand kan worden verleend omdat deze persoon geen Nederlander dan wel een daar aan gelijkgestelde vreemdeling is.

  • 9.

    Vergoedingen worden verstrekt in natura.

  • 10.

    Bij een vergoeding mag altijd worden bijbetaald. Het betreft dan een tegemoetkoming in de kosten.

 

Artikel 3. Inhoud voorzieningen

De voorzieningen bedoeld in artikel 2, eerste lid, bestaan uit regelingen voor:

  • a.

    Maatschappelijke participatie;

  • b.

    Sport en bewegen volwassenen;

  • c.

    Vergoeding ID kaart;

  • d.

    Computer en/of tablet basisschool;

  • e.

    Schoolkosten middelbare school;

  • f.

    Mobiele telefoon;

  • g.

    Fiets;

  • h.

    Kledingpakket;

  • i.

    Collectieve ziektekostenverzekering;

  • j.

    Meerkosten chronisch zieken.

 

Artikel 4. Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen voor vergoedingen op grond van deze verordening kunnen door middel van een papieren aanvraagformulier bij de uitvoerder of via de eigen digitale omgeving van de uitvoerder worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragers kunnen een persoonlijke inlogcode aanvragen bij de uitvoerder.

  • 3.

    In de persoonlijke digitale omgeving kunnen de aanvragers zien op welke regelingen zij recht hebben en onder welke voorwaarden.

  • 4.

    De aanvragers dienen zelf aan te tonen dat zij een inkomen hebben binnen de geldende inkomensnormen.

  • 5.

    Vergoedingen kunnen tot en met 31 december van het kalenderjaar waarin de kosten zich voordoen worden aangevraagd;

 

HOOFDSTUK 2. SPECIFIEKE VOORZIENINGEN

Artikel 5. Doe mee-budget

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners van Rhenen van alle leeftijden verstrekken voor kosten van maatschappelijke participatie.

  • 2.

    De vergoeding betreft culturele, recreatieve en/of maatschappelijke voorzieningen of activiteiten.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor de rechthebbende per periode vergoedingen kan aanvragen is bij een inkomen:

    - tot en met 100% van de norm, € 100,00 per jaar;

    - van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm, € 75,00 per jaar;

    - van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 50,00 per jaar.

  • 4.

    Het is toegestaan het Budget voor sport en bewegen volwassenen uit artikel 6 samen te voegen met de bedragen uit lid 3, ten behoeve van een lidmaatschap bij een erkende sportclub of -vereniging.

  • 5.

    De vergoeding voor maatschappelijke participatie is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden aangevraagd kan worden.

 

Artikel 6. Budget voor sport en bewegen volwassenen

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners van Rhenen, ouder dan 18 jaar verstrekken voor de kosten van een sportabonnement.

  • 2.

    De vergoeding betreft een lidmaatschap bij een erkende sportclub of -vereniging.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor de rechthebbende per periode vergoedingen kan aanvragen is bij een inkomen:

    - tot en met 100% van de norm, € 100,00 per jaar;

    - van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm, € 75,00 per jaar;

    - van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 50,00 per jaar.

  • 4.

    Het is toegestaan de bedragen genoemd in artikel 5.3 toe te voegen aan de bedragen uit lid 3.

  • 5.

    De vergoeding voor sport is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden dat op de peildatum 18 jaar of ouder is, aangevraagd kan worden.

 

Artikel 7 Vergoeding ID-kaart

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners van Rhenen, ouder dan 14 jaar verstrekken voor de kosten van een ID-kaart.

  • 2.

    De vergoeding betreft de werkelijke kosten voor het verlengen of aanvragen van een Nederlandse identiteitskaart.

  • 3.

    Indien een inwoner van Rhenen in het bezit is van een vreemdelingendocument dan kan hij een tegemoetkoming krijgen in de kosten van de verlenging van het vreemdelingendocument ter hoogte van de kosten genoemd in lid 2.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een ID-kaart, moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvrager is op de peildatum 14 jaar of ouder.

    • b.

      Er is aan de aanvrager de afgelopen periode geen vergoeding voor een ID-kaart vanuit de Verordening Minimaregelingen Rhenen verstrekt:

      • i.

        Deze periode betreft vijf jaar voor aanvragers van 14 tot 18 jaar en

      • ii.

        tien jaar voor aanvragers ouder dan 18 jaar.

  • 5.

    De aanvrager kan voor ieder kind die op de peildatum de leeftijd heeft van 14 tot en met 17 jaar, eenmalig voor vergoeding van de kosten voor een ID-kaart in aanmerking komen tot de kostprijs van die kaart (in 2019 was dit € 29,90).

  • 6.

    De aanvrager, ouder dan 18 jaar, kan elke tien jaar in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten voor een ID-kaart, tot de kostprijs van die kaart (in 2019 was dit € 56,80).

  • 7.

    De vergoeding voor een ID-kaart is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in lid 3 aangevraagd kan worden.

 

Artikel 8. Computer/ tablet basisschool

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan gezinnen verstrekken voor de kosten van de aanschaf van een computer, tablet, en/of noodzakelijke benodigdheden zoals een printer, headset, toetsenbord, beeldscherm en muis.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een computer en/of tablet moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag betreft een gezin met kinderen die op de peildatum 4 tot en met 11 jaar oud zijn.

    • b.

      er is aan het gezin de afgelopen vijf jaar geen vergoeding verstrekt voor een computer vanuit het Activerend Minimabeleid.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per periode van vijf jaar een vergoeding kan worden aangevraagd is € 500,00.

  • 4.

    Er kan slechts één keer per periode van vijf jaar een vergoeding worden aangevraagd voor het maximale bedrag per periode.

  • 5.

    De vergoeding voor een computer en/of tablet is een gezinsregeling, wat betekent dat de aanvrager die voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1 en 2, recht heeft op één vergoeding, ongeacht het aantal kinderen in het gezin.

 

Artikel 9. Vergoeding schoolkosten

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor schoolbenodigdheden die door middelbare scholen als noodzakelijk worden geacht om de schoolcarrière optimaal te kunnen doorlopen, wanneer aan de voorwaarden van lid 2 wordt voldaan.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor schoolkosten moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 tot en met 18 jaar oud is.

    • b.

      Er is voor het kind de afgelopen periode, zoals gespecificeerd onder 4a t/m c, geen vergoeding verstrekt vanuit de regeling vergoeding schoolkosten.

  • 3.

    De regeling vergoeding schoolkosten omvat de volgende vergoedingen:

    • a.

      laptop of computer;

    • b.

      schoolbenodigdheden;

    • c.

      ouderbijdrage (inclusief verplichte ouderbijdrage, schoolreisjes en stagekosten.

  • 4.

    De frequenties waarin rechthebbenden vergoedingen kunnen aanvragen zijn voor:

    • a.

      laptop of computer eenmalig;

    • b.

      schoolbenodigdheden jaarlijks;

    • c.

      ouderbijdrage jaarlijks.

  • 5.

    Het maximale bedrag waarvoor de rechthebbende per periode vergoeding kan aanvragen is voor:

    • a.

      laptop of computer € 500,-;

    • b.

      schoolbenodigdheden:

      • i.

        bij een inkomen tot en met 100% van de norm, € 100,00;

      • ii.

        bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm, € 75,00;

      • iii.

        bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 50,00.

    • c.

      Ouderbijdrage € 250,00.

  • 6.

    Voor de vergoeding van de laptop kan er slechts één keer een vergoeding worden aangevraagd voor het maximale bedrag.

  • 7.

    De regeling vergoeding schoolkosten is een kindregeling. Het betreft een aanvraag per kind.

 

Artikel 10. Tegemoetkoming kosten mobiele telefoon

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan jongeren verstrekken voor de aanschaf van een mobiele telefoon.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor deze regeling moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 tot en met 18 jaar oud is.

    • b.

      Voor het kind is de afgelopen drie jaar geen vergoeding toegekend voor de tegemoetkoming in de kosten voor een mobiele telefoon vanuit deze Verordening.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per periode van drie jaar een vergoeding kan worden aangevraagd is:

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm, € 150,00;

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm, € 112,50;

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 75,00.

  • 4.

    Er kan slechts één keer per drie jaar een vergoeding worden aangevraagd voor het maximale bedrag per periode.

  • 5.

    De vergoeding geldt voor:

    • a.

      een mobiele telefoon (nieuw of refurbished [Onder ‘refurbished’ verstaan we producten die niet nieuw zijn maar ook niet tweedehands. De apparaten worden helemaal gecheckt door een expert en indien nodig voorzien van een nieuwe batterij of ander onderdeel. Daarnaast is het toestel volledig schoongemaakt, zijn de gegevens van de vorige gebruiker gewist en is het toestel voorzien van de nieuwste software] );

    • b.

      accessoires;

    • c.

      prepaidkaarten.

  • 6.

    Er kan geen vergoeding worden aangevraagd voor abonnementskosten en verzekeringskosten.

  • 7.

    De regeling vergoeding mobiele telefoon is een kindregeling. Het betreft een aanvraag per kind.

 

Artikel 11 Tegemoetkoming kosten fiets

  • 1.

    Het college kan een vergoeding/ tegemoetkoming aan jongeren verstrekken voor de aanschaf of het opknappen van een fiets.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 tot en met 18 jaar oud is.

    • b.

      Voor het kind is niet eerder een vergoeding toegekend voor een fiets vanuit deze verordening.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor een tegemoetkoming in de kosten van een fiets kan worden aangevraagd is € 150,00:

  • 4.

    Er kan slechts één keer een tegemoetkoming in de kosten van een fiets worden aangevraagd voor het maximale bedrag.

  • 5.

    De een tegemoetkoming in de kosten van een fiets is een kindregeling. Het betreft een aanvraag per kind.

 

Artikel 12. Kledingpakket

  • 1.

    Het college kan een vergoeding voor een kledingpakket verstrekken.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen moet de aanvrager voldoen aan onderstaande voorwaarde:

    • a.

      De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 0 tot en met 18 jaar oud is.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per periode een vergoeding kan worden aangevraagd is:

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm, € 200,00

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm,

      € 150,00

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm,

      € 100,00.

  • 4.

    De vergoeding voor een kledingpakket is een kindregeling. Het betreft een aanvraag per kind.

 

Artikel 13. Collectieve ziektekostenverzekering

  • 1.

    Het college kan een korting op de ziektekostenverzekering vertrekken doormiddel van het aanbieden van een collectieve ziektekostenverzekering van een zorgverzekeraar.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen mag aanvrager geen achterstanden hebben bij de huidige zorgverzekering.

  • 3.

    Deelname aan de collectieve zorgverzekering is mogelijk als de belanghebbende en/of diens partner met de zorgverzekeraar als bedoeld in lid 1, een overeenkomst sluit voor een zorgverzekering in het kader van de Zorgverzekeringswet en het te verzekeren pakket overeenkomt met de eisen die het college aan een collectieve zorgverzekering voor minima stelt.

  • 4.

    Een inwoner kan aan de collectieve zorgverzekering voor minima deelnemen vanaf de datum waarop de collectieve zorgverzekeraar hem accepteert.

  • 5.

    De deelname aan de collectieve zorgverzekering eindigt vanaf het moment dat belanghebbende of diens partner:

    • a.

      de verzekering beëindigt (per 1ste van het nieuwe kalenderjaar);

    • b.

      niet meer ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie (BRP) van de gemeente Rhenen;

  • 6.

    De deelname aan de collectieve zorgverzekering voor minima eindigt per 1 januari van het volgende kalenderjaar indien belanghebbende of diens partner:

    • a.

      een inkomen heeft dat hoger is dan 120% van de toepasselijke norm;

    • b.

      een vermogen heeft boven de van toepassing zijnde vermogensgrens op grond van artikel 34 van de Participatiewet.

 

Artikel 14 Compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

  • 1.

    Het college kan een compensatie beschikbaar stellen voor aannemelijke meerkosten van directe en indirecte zorgkosten die inwoners van Rhenen met een chronische zieken of handicap maken.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden in lid 2.a en 2.b:

    • a.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2. mag het inkomen niet hoger zijn dan maximaal 110% van de norm.

    • b.

      Tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten met aannemelijke meerkosten behoren in ieder geval de volgende personen:

      • i.

        Belanghebbenden van 18 jaar of ouder die een voorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben of beschikken over een geldige indicatie (waaronder Wmo, CIZ, Wlz-indicatie of gehandicaptenparkeerkaart); of

      • ii.

        Belanghebbende die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (waaronder WAO, WIA.WAZ of Wajong-uitkering) ontvangen, of een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, of IOAZ met een ontheffing van de sollicitatieplicht op medische gronden of

      • iii.

        Belanghebbenden die kunnen aantonen chronisch ziek of gehandicapt te zijn. In ieder geval wordt dit aangetoond indien men een bewijs heeft dat het volledig wettelijk Eigen Risico Ziektekostenverzekering 2019 (ad 385,-) of 2020 (ad 385,-) is betaald.

  • 3.

    Aan een persoon die tot de doelgroep zoals geformuleerd in lid 2, wordt een tegemoetkoming verstrekt voor aannemelijke meerkosten onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De tegemoetkoming wordt één keer per kalenderjaar op aanvraag toegekend.

    • b.

      De tegemoetkoming bedraagt € 200,00.

    • c.

      Gehuwden of samenwonenden kunnen beiden in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming.

 

HOOFDSTUK 3. AANVULLENDE BEPALINGEN

Artikel 15. Onjuiste en/of onvolledige gegevens

  • 1.

    De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor de aanlevering van de juiste gegevens aan de uitvoerder.

  • 2.

    Het college kan onderzoeken of de voorzieningen rechtmatig zijn verstrekt.

  • 3.

    Het college kan het besluit tot toekennen van een vergoeding intrekken of ten nadele van de aanvrager wijzigen indien:

    • a.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste, verouderde en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onrechtmatige toekenning van de voorzieningen heeft geleid;

    • b.

      op de aanvraag een ander besluit zou zijn genomen indien bij de beoordeling van die aanvraag de juiste gegevens bekend waren geweest.

    • c.

      de zaak of activiteit waarvoor de vergoeding is verstrekt niet is aangeschaft of heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    Indien het college een besluit tot toekenning van een voorziening intrekt vervalt het recht op de voorziening met ingang van de dag waarop het besluit tot intrekking bekend wordt gemaakt.

  • 5.

    Het college kan de, op grond van deze verordening onverschuldigd betaalde vergoedingen, terugvorderen.

  • 6.

    Het college kan het terug te vorderen bedrag bij dwangbevel invorderen.

 

Artikel 16. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening of de daarop gebaseerde regels voor zover dit naar het oordeel van het college onredelijke gevolgen heeft voor de aanvrager gezien de doelstelling van de verordening.

 

Artikel 17. Verbinden van aanbieders

  • 1.

    Het college kan aanbieders van producten die vergoed kunnen worden, op elk moment in het jaar, toestemming geven zich aan te sluiten bij de voor dit doel beschikbaar gestelde online omgeving om producten toe te voegen.

  • 2.

    Waar mogelijk zal zoveel mogelijk worden samengewerkt met lokale aanbieders.

  • 3.

    Producten van aanbieders die reeds aangesloten zijn kunnen direct online besteld worden.

 

Artikel 18. Intrekken oude verordening

De Verordening Minimaregelingen Rhenen 2020 wordt ingetrokken.

 

Artikel 19. Overgangsbepaling

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2.9 wordt gedurende de periode 1 januari 2021 tot 1 januari 2022 toegestaan om bonnetjes te declareren van zelf aangeschafte producten of diensten welke voldoen aan de in deze verordening gestelde vereisten.

  • 2.

    Artikel 9 lid 3.c, 4.c en 5.c. vervalt met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op het primair onderwijs als gevolg van de “Wet van 31 augustus 2020, houdende voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden buitengesloten van activiteiten”.

 

Artikel 20. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Minimaregelingen Rhenen 2021”.

 

De raadsgriffier,

de voorzitter,

Ir. C.A.M. Apell

drs. J.A. van der Pas

 

 

TOELICHTING OP DE VOORGESTELDE WIJZIGINGEN IN DE VERORDENING MINIMAREGELINGEN RHENEN 2021

Artikel 9. Vergoeding schoolkosten

Huidige tekst

3. De regeling vergoeding schoolkosten omvat de volgende vergoedingen:

a. laptop of computer;

b. schoolbenodigdheden;

c. ouderbijdrage (inclusief verplichte ouderbijdrage, schoolreisjes en stagekosten.

Toelichting

Er is in juli 2020 een wetsvoorstel aangenomen waarbij scholen kinderen niet mogen uitsluiten van alle (verplichte en niet verplichte) activiteiten die door een school georganiseerd worden als ouders de eigen bijdrage niet kunnen betalen. Er is alleen nog geen ingangsdatum van deze wet. Zodra deze wet ingaat zouden we dus geen eigen bijdrages meer hoeven te vergoeden.

 

Bij wet mogen scholen het bezit van een laptop of een eigen bijdrage voor de laptop ook niet verplichten. Zodra de school specifieke lesmaterialen of activiteiten verplicht voorschrijft, zijn deze gratis beschikbaar. Het eigendom blijft dan bij de school. Scholen mogen niet van ouders eisen dat zij een laptop of tablet kopen voor hun kind. Ouders mogen omgekeerd ook niet eisen dat de school tablets en laptops heeft. Vervangt een school (een groot deel van de) schoolboeken door digitaal lesmateriaal? Dan moet de school voor dit materiaal zorgen. De school mag hiervoor een vrijwillige bijdrage van de ouders vragen. Ouders zijn niet verplicht deze bijdrage te betalen als zij dit niet willen of kunnen. De school moet dan voor ander passend lesmateriaal zorgen.

Het aanbieden van een laptop op school leidt ertoe dat een kind geen laptop thuis heeft en dus alles op school moet doen wat stigmatiserend is.

 

- Scholen erop wijze dat zij ouders actiever wijzen op de vrijwilligheid van de ouderbijdrage.

- Laptop blijven vergoeden

- Zodra de wetswijziging ingaat ouderbijdrage niet meer vergoeden

- Scholen en ouders actief wijzen op vrijwilligheid van de ouderbijdrage

 

Nieuwe tekst

De wijziging wordt door middel van een overgangsbepaling in artikel 19 gerealiseerd. Zie onderstaand.

 

Artikel 12. Kledingpakket

Huidige tekst

Lid 2 a De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 4 tot en met 18 jaar oud is.

 

Toelichting

De eerste 100 dagen zijn erg belangrijk voor een kind. Door de leeftijd te verlagen naar 0 jaar sluiten wij aan bij de coalitie Kansrijke Start

 

Nieuwe tekst

Lid 2 a De aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 0 tot en met 18 jaar oud is.

 

 

Artikel 19 Overgangsbepalingen

Huidige tekst

Lid 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2. wordt gedurende de periode 1 januari 2020 tot 1 februari 2020 voor de in artikel 13 bedoelde ziektekostenverzekering een inkomensgrens aangehouden voor:

a. Garant Verzorgd 1&2: 120% van de norm;

b. Garant Verzorgd 3: 130% van de norm.

Lid 2 In afwijking van het bepaalde in artikel 2.9 wordt gedurende de periode 1 januari 2020 tot 1 januari 2022 toegestaan om bonnetjes te declareren van zelf aangeschafte producten of diensten welke voldoen aan de in deze verordening gestelde vereisten.

 

Toelichting

Het eerste lid is in 2021 niet meer relevant.

Het tweede lid wordt omgenummerd tot lid 1.

Het nieuwe tweede lid is bedoeld om de vergoeding van de ouderbijdrage te laten vervallen, na wijziging van de wet op het primair onderwijs aangaande de ouderbijdrage. Zie boven bij artikel 9.

 

Nieuwe tekst

Artikel 19. Overgangsbepaling

Lid 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 2.9 wordt gedurende de periode 1 januari 2021 tot 1 januari 2022 toegestaan om bonnetjes te declareren van zelf aangeschafte producten of diensten welke voldoen aan de in deze verordening gestelde vereisten.

Lid 2 Artikel 9 lid 3.c, 4.c en 5.c. vervalt met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op het primair onderwijs als gevolg van de “Wet van 31 augustus 2020, houdende voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden buitengesloten van activiteiten”.

 

 

De raad van de gemeente Rhenen,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020

 

Overwegende dat

  • het van wezenlijk belang wordt geacht dat inwoners van Rhenen en hun minderjarige kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door hun financiële positie;

  • dat de gemeente Rhenen daaraan wenst bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op bevordering van maatschappelijke participatie, waaronder wordt verstaan deelname aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving;

  • dat actuele ontwikkelingen ervoor zorgen dat de huidige verordening niet voldoende aansluit bij de mogelijkheden voor inwoners om maatschappelijk te kunnen participeren;

  • dat deze verordening de bestaande Verordening Minimaregelingen Rhenen 2020-2021 vervangt;

 

Gelet op

  • artikel 35 van de Participatiewet;

  • de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet.

 

besluit:

 

  • 1.

    de verordening Minimaregelingen 2021 vast te stellen;

  • 2.

    deze verordening in werking te laten treden per 1 januari 2021

  • 3.

    de Verordening Minimaregelingen Rhenen 2020 in te trekken per 1 januari 2021;

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2020.