Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beekdaelen

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie (Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeekdaelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie (Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021)
CiteertitelSubsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Beekdaelen/643095/CVDR643095_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

22-12-2020

gmb-2020-352660

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie (Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021)

Het college van de gemeente Beekdaelen;

  • gelet op de artikelen 108, 149 van de Gemeentewet, titel 4.1. en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Beekdaelen;

  • overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor peuteropvang en het onderwijs achterstandenbeleid in de gemeente;

besluit: vast te stellen de subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Beekdaelen;

  • b)

    bestuur: het bestuur van een geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente waar peuteropvang wordt aangeboden;

  • c)

    bruto-ouderbijdrage: vastgestelde ouderbijdrage waarvan de ouder op basis van het inkomen een deel terugkrijgt via kinderopvangtoeslag of compensatie via de gemeentetoeslag die wordt verrekend met de subsidie aan het geregistreerd kindercentrum;

  • d)

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen;

  • e)

    gemeentetoeslag: subsidie die aan de aanbieder van peuteropvang wordt toegekend ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van peuteropvang of VVE.

  • f)

    geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • g)

    houder: houder als bedoeld in artikel 1.1 onder a van de Wet kinderopvang;

  • h)

    inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI, voorheen IB60-verklaring genoemd) van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    • naam en adres;

    • het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

    • inkomensgegevens.

  • i)

    kleinschaligheidstoeslag: toeslag die ter beschikking kan worden gesteld om ervoor te zorgen dat er een aanbod aan peuteropvang/VVE behouden blijft in kleine kernen met een basisschool.

  • j)

    koptarief: verschil tussen de kostprijs per uur en de vastgestelde bruto-ouderbijdrage per uur;

  • k)

    kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur peuteropvang.

  • l)

    KOT: kinderopvangtoeslag, de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigden ontvangen van de Belastingdienst voor kinderopvang;

  • m)

    LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

  • n)

    maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang: Vast bedrag per peuter met een VVE indicatie die (verdeeld over minimaal 3 dagen) gebruik maakt VVE binnen de langdurige opvang. De houder van een kindcentrum dat subsidie ontvangt voor het aanbieden van VVE binnen langdurige opvang doet dit met inachtneming van alle (lokale) regelgeving en afspraken rond het aanbieden van VVE in Beekdaelen;

  • o)

    ouder: persoon als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • p)

    ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor peuteropvang en VVE en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen;

  • q)

    peuter: kind, woonachtig in Beekdaelen, in de leeftijd van 2 jaar tot het moment dat het instroomt in het basisonderwijs;

  • r)

    peuteropvang: voorschools aanbod van een door het college vast te stellen omvang in aantal uren per jaar voor peuters, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • s)

    voorschoolse educatie: opvang waarbij peuters een gecertificeerd VVE-programma krijgen aangeboden gericht op taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • t)

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie

  • u)

    VVE-indicatie: door de jeugdgezondheidszorg afgegeven verklaring dat deelname aan VVE geïndiceerd is.

  • v)

    horizontale groepen: groepen waar uitsluitend kinderen worden opgevangen vanaf 2 jaar tot het moment dat ze uitstromen naar het basisonderwijs.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders in Beekdaelen te stimuleren om hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma.

Artikel 3 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang of VVE in horizontale groepen in een geregistreerd kindercentrum in de gemeente.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend aan de desbetreffende aanbieder waar de ouders peuteropvang of VVE afnemen.

  • 3.

    De subsidie kan bestaan uit:

    • a)

      gemeentetoeslag

    • b)

      koptarief

    • c)

      subsidiering extra VVE-aanbod

    • d)

      maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang

    • e)

      aanvullende kleinschaligheidsstoeslag

  • 4.

    Voor subsidie van de gemeente toeslag voor ouders zonder aanspraak op KOT is de voorwaarde verbonden dat de ouders een inkomensverklaring overleggen aan de aanbieder op basis waarvan de aanbieder de ouderbijdrage vaststelt.

  • 5.

    Voor subsidie van het extra VVE aanbod voldoet de aanbieder daarvan aan de volgende voorwaarden:

    • a)

      de locatie met het aanbod staat als VVE locatie geregistreerd in het LRK;

    • b)

      voor het te leveren VVE aanbod is een VVE-indicatie afgegeven.

Artikel 4 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond);

  • 2.

    Als er meer dan één aanvrager recht heeft op subsidie en het subsidieplafond wordt overschreden, dan wordt de beschikbare subsidie verdeeld over de aanvragers. Dit gebeurt naar rato van de subsidiebedragen die per aanvrager aan de orde zijn.

Artikel 5 Subsidiehoogte en nadere regels

  • 1.

    In het kader van het verstrekken van de subsidies, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen a tot en met d stelt het college de hoogte vast van:

    • a)

      het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

    • b)

      de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

    • c)

      de bruto-ouderbijdrage;

    • d)

      de gemeentetoeslag;

    • e)

      de VVE subsidie voor extra uren VVE aanbod;

    • f)

      maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang (bedrag per fulltime deelnemende VVE-geïndiceerde peuter).

  • 2.

    De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de kwaliteit van VVE of met betrekking tot maatwerk door een geregistreerd kindercentrum.

Artikel 6 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang en/of VVE aanbiedt.

  • 2.

    De aanvraag wordt vóór 1 juni voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betreft ingediend. Indien de prognose van deelnemende peuters per 1 oktober van het jaar van aanvraag substantieel afwijkt van de aantallen die bij de subsidieaanvraag zijn gehanteerd kan de aanvrager in overleg treden met de gemeente om de aanvraag bij te stellen.

  • 3.

    Onverminderd artikel 6 van de ASV bevat de subsidieaanvraag:

    • a)

      het nummer waaronder het geregistreerd kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

    • b)

      een prognose van het aantal op te vangen peuters in het volgende kalenderjaar;

    • c)

      voor subsidie op grond van het bepaalde in artikel 3.3 a t/m c een onderverdeling waaruit blijkt:

      • i.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • ii.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • iii.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

      • iv.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

  • 4.

    De houder van het geregistreerd kindercentrum vraagt subsidie op grond van de componenten in artikel 3.3 a t/m c aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • Wanneer de houder van het kindercentrum ook in aanmerking wenst te komen voor de aanvullende kleinschaligheidstoeslag wordt dat in de toelichtingsruimte op het aanvraagformulier aangegeven. Aan het aanvraagformulier wordt een separate schriftelijke aanvraag voor kleinschaligheidstoeslag met inhoudelijke onderbouwing toegevoegd. Bij die onderbouwing wordt (een geactualiseerde versie van) het expertmodel kostprijzen peuteropvang van de MO groep gebruikt.

  • Voor het aanvragen van de maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang dient de houder van het geregistreerd kindercentrum een schriftelijke aanvraag in met inhoudelijke onderbouwing. Omdat de maatwerkvoorziening is gekoppeld aan het aantal te bedienen VVE-geïndiceerde peuters dient hierbij in ieder geval het aantal fulltime VVE-plaatsen dat men in het aankomende jaar wil realiseren te worden vermeld, inclusief onderbouwing van dit aantal.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

    • a)

      de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

    • b)

      niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

    • c)

      de behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd.

    • d)

      het verstrekken van kleinschaligheidstoeslag zou leiden tot een kwalitatief onvoldoende aanbod of tot het overschrijden van het subsidieplafond.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Het geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang aanbiedt, werkt samen met jeugdgezondheidszorg en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de peuters die het nodig hebben.

  • 2.

    Het geregistreerd kindercentrum neemt deel aan de monitor waarmee in de gemeente Beekdaelen de vorderingen van de kinderen in beeld worden gebracht.

  • 3.

    Peuters die gebruik hebben gemaakt van peuteropvang en VVE worden warm overgedragen naar het primair onderwijs. Dat houdt in dat er door de aanbieder van peuteropvang en VVE afstemming plaatsvindt met de school over de ontwikkeling van de kinderen die uitstromen.

  • Bij aanspraak op de subsidiecomponenten vermeld in artikel 3, lid 3 a t/m c:

  • 4.

    Het bestuur stelt op basis van de aanvraag van ouders vast tot welke categorie (zie artikel 6 lid 3 c.) de ouder behoort.

  • 5.

    Het bestuur vraagt ouders die in aanmerking komen voor gemeentetoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast.

  • 6.

    Het bestuur brengt de subsidie in mindering op de door ouders van peuters te betalen kosten voor het gebruik van peuteropvang en VVE.

Artikel 9 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

  • Dit formulier heeft geen betrekking op de verantwoording van 1) de maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang en 2) de kleinschaligheidstoeslag. Deze worden verantwoord middels een inhoudelijke en financiële rapportage zoals omschreven in de subsidiebeschikking.

  • 2.

    Het bestuur rapporteert per locatie per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a)

      klantnummer peuter / ouder(s);

    • b)

      aantal contracturen;

    • c)

      toepasselijkheid categorieën als genoemd in artikel 6, derde lid, onder c;

    • d)

      onderbouwing ouderbijdrage;

    • e)

      VVE indicatie.

  • Voor de rapportage inzake de maatwerkvoorziening zijn enkel de onderdelen a, b en e van toepassing.

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen peuters en opvanguren per peuter aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte en -waar het de subsidiecomponenten beschreven in artikel 3.3 a t/m c betreft- de berekende ouderbijdrage en de toepasselijkheid van de categorieën, genoemd in artikel 6, lid 3, onder c.

  • 4.

    Indien in de subsidiebeschikking is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden aangeleverd bij de verantwoording is het controle protocol in bijlage C. van toepassing.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan

afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Op aanvragen die voor de datum als genoemd in lid 1 zijn ingediend wordt beslist overeenkomstig de op dat moment geldende regeling.

  • 3.

    Nieuwe aanbieders van VVE kunnen voor het uitvoeringsjaar 2021, in afwijking van het gestelde in artikel 6 lid 2, wat betreft de maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang een aanvraag indienen tot uiterlijk 1 maart 2021. Voor de overige onderdelen van de subsidie zoals genoemd in artikel 3, lid 3 sub a tot en met c geldt de datum zoals genoemd in artikel 6, lid 2.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Beekdaelen 2021”.

Bijlage A.: Subsidie opbouw 2021

De subsidie opbouw van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Beekdaelen 2021 is opgebouwd uit verschillende componenten en wordt - conform artikel 5 lid 1en lid 2 - jaarlijks door het College vastgesteld. Het collegebesluit omvat:

 

  • a.

    het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

  • b.

    de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

  • c.

    de bruto-ouderbijdrage;

  • d.

    de gemeentetoeslag;

  • e.

    de subsidie voor de extra uren VVE aanbod;

  • f.

    maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang.

a. het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar 2021

Jaarlijks stelt het college het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar vast. Daarbij worden de volgende 2 categorieën onderscheiden: 1. reguliere peuters zonder VVE-indicatie en 2. VVE peuters mét VVE indicatie.

 

1. Reguliere peuters 2021: een maximum van 320 uur per peuter per jaar met een maximum van 6 uur perdag

Dit zijn peuters waarvoor geen indicatie voor voorschoolse educatie geldt. Een indicatie is een door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring waarin staat dat deelname aan voorschoolse educatie (VVE) geïndiceerd is.

 

2. VVE peuters 2020: een maximum van 640 uur per peuter per jaar met een maximum van 6 uur per dag

Dit zijn peuters waarvoor wel een indicatie voor voorschoolse educatie geldt.

 

b. maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang

De maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang bedraagt in 2021 € 9,84.

 

c. 1. Bruto-ouderbijdrage per uur en 2. Koptarief

Het normtarief voor de bruto-ouderbijdrage bedraagt in 2021 € 8,46 per uur.

Dat betekent dat de gemeente een koptarief subsidieert van € 1,38 per uur (€ 9,84 maximum te subsidiëren kostprijs minus € 8,46 aan bruto-ouderbijdrage).

Het koptarief is van toepassing op:

  • -

    maximaal 320 uur per jaar per peuter;

  • -

    een gecontracteerd opvang aanbod dat maximaal 6 uur per dag omvat en geen onderdeel is van een opvang aanbod dat meer uren per dag is.

De netto-ouderbijdrage per uur na verrekening van de gemeentelijke subsidiebijdrage is in bijlage B. gespecificeerd naar toetsingsinkomen gezin.

 

d. Gemeentetoeslag

De gemeentetoeslag is gelijk de landelijke kinderopvangtoeslag (zie actuele Besluit kinderopvangtoeslag) en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag.

De inkomensafhankelijke subsidiebijdrage bedraagt € 8,12 per uur voor ouders met een toetsingsinkomen tot € 20.302 en € 2,82 per uur voor ouders met een toetsingsinkomen vanaf € 129.457. Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar per peuter.

 

e. Subsidie extra uren VVE-aanbod

De maximale VVE subsidiebijdrage per uur bedraagt in 2021 € 9,84 en is van toepassing op de extra 320 uren per jaar waarop VVE peuters aanspraak kunnen maken.

Over de eerste helft van het aanbod (320 uur per jaar) is de inkomensafhankelijke ouder- en subsidiebijdrage van toepassing (zie c.). Over de tweede helft van het aanbod (tot een maximum van 320 uur per jaar) geldt geen ouderbijdrage en subsidieert de gemeente het uurtarief volledig tot een maximum van € 9,84 per uur.

 

In onderstaande figuur is de opbouw van de subsidiebijdrage per uur nader toegelicht:

 

De doelstelling van het koptarief is om voor alle peuters een laagdrempelige en goed toegankelijke voorbereiding op de basisschool te bieden. De gemeentetoeslag vervangt de kinderopvangtoeslag voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en borgt voor kinderen uit deze gezinnen de toegankelijkheid.

De VVE subsidiebijdrage voor extra VVE-uren borgt dat kinderen met een onderwijsachterstandsrisico geen financiële belemmeringen hebben om een extra VVE aanbod van 320 uur per jaar te volgen.

 

f. Maatwerkvoorziening VVE langdurige opvang

 

Sommige peuters met een VVE-indicatie maken gebruik van de langdurige opvang met een gecontracteerd opvang aanbod dat meer dan 6 uur per dag omvat. Ondanks dat deze regeling niet voorziet in het subsidiëren van langdurige opvang, maken we voor peuters met een VVE-indicatie een uitzondering. Wij hechten er namelijk waarde aan dat VVE peuters in de langdurige opvang in beeld zijn en ook het VVE-aanbod kunnen krijgen dat zij nodig hebben. Omdat aan deze methodiek een aantal wettelijke kwaliteitseisen en voorwaarden zitten en er ook lokaal afspraken zijn gemaakt die tijd en energie kosten achten wij het redelijk om aanbieders van langdurige opvang die VVE-geïndiceerde peuters VVE aanbieden conform de afspraken en regelgeving die hiervoor in Beekdalen gelden financieel tegemoet te komen in de extra te maken kosten. Per VVE peuter die op tenminste 3 verschillende dagen meer dan 16 uur per week de langdurige opvang bezoekt subsidiëren wij -vanuit deze maatwerkvoorziening – in 2021 een bedrag van € 1.000,- per fulltime peuter per jaar.

 

g. Kleinschaligheidstoeslag

 

De gemeente Beekdaelen bestaat uit 15 kernen waarvan er 11 beschikken over een basisschool. In sommige kernen met een basisschool wonen niet voldoende peuters om met inachtneming van de geldende tarieven een rendabele peuteropvang/voorschoolse educatie te kunnen uitvoeren. Om te stimuleren dat het aanbod peuteropvang en voorschoolse educatie in deze kleine kernen toch zoveel mogelijk behouden blijft en dat ouders in deze kernen voor een gelijk bedrag als anderen in onze gemeente gebruik kunnen maken van voorschools ontwikkelingsaanbod in de eigen kern is –als vorm van maatwerk en op tijdelijke basis- op aanvraag van de aanbieder van peuteropvang en het geldende subsidieplafond een kleinschaligheidstoeslag op maat mogelijk.

Bijlage B.: Netto-ouderbijdrage per uur 2021 voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag

 

Bijlage C. Controleprotocol subsidieverantwoording

Grondslag

Indien in de subsidiebeschikking of de ASV is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden aangeleverd bij de verantwoording dan is het volgende controle protocol van toepassing.

 

Methode

Het controleprotocol vergt een steekproefsgewijze controle op het aantal peuters, het aantal uren en de vaststelling van de ouderbijdrage door de aanbieder conform de subsidieregeling.

Bij aanvraag van de subsidie heeft de houder in het Excel-aanvraagformulier prognoses gegeven voor de uit te voeren activiteiten. Bij de verantwoording vermeldt de houder de werkelijke realisatie van de uitgevoerde activiteiten in het Excel-verantwoordingsformulier.

Indien de in de algemene subsidieverordening of de subsidiebeschikking is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden toegevoegd bij de verantwoording dan overlegt de houder bij het Excel-verantwoordingsformulier een controlerapport van een onafhankelijk accountant. De accountant waarmerkt het Excel-verantwoordings-formulier. Hieronder is een toelichting en een werkwijze voor de accountant opgesteld.

 

Onderwerp controle A

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen en per kind het aantal contracturen gedurende de subsidieperiode voor de voorschoolse voorziening.

De registratie van kinderen en uren gedurende het subsidiejaar wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is namens het bestuur voor de verantwoording van de subsidie te ondertekenen.

Als er sprake is van een digitaal registratiesysteem dan is een papieren registratie met ondertekening niet vereist. In dat geval verklaart een daartoe bevoegd persoon dat de hiervoor genoemde gegevens in het digitale registratiesysteem zijn opgenomen.

 

Toelichting en werkwijze accountantscontrole A

De accountant controleert of de aantallen kinderen en uren zoals opgenomen in het Excel-aanvraag- en verantwoordingsformulier overeenkomen met de contract- en factuurgegevens in het registratiesysteem van de aanbieder.

 

Onderwerp controle B

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen aan wie gedurende de subsidieperiode een voorschoolse voorziening is aangeboden en van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke netto-ouderbijdrage conform de voor de subsidieregeling vastgestelde ouderbijdragetabel .

 

Toelichting en werkwijze accountantscontrole B

De accountant controleert of voor kinderen van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een verklaring is afgegeven (zie bijlage 1) en een inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gefactureerd conform bijlage 2.

 

Onderwerp controle C

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier de gefactureerde ouderbijdrage. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ouderbijdragen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag en ouderbijdragen van ouders die hebben bevestigd dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

 

Toelichting en werkwijze accountantscontrole C

De accountant controleert of de totalen van de gefactureerde ouderbijdragen zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de administratie van de houder.

 

Onderwerp controle D

De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters en het aantal uren per peuter met een VVE indicatie.

 

Toelichting en werkwijze accountantscontrole D

De accountant controleert of van de peuters die in het verantwoordingsformulier geregistreerd zijn als peuters met een VVE indicatie de VVE indicatie van de JGZ instelling beschikbaar is.

 

Criteria betrouwbaarheid en nauwkeurigheid controle

De controle moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate zekerheid wordt verkregen dat deze geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden van materieel belang bevat. Indien dit begrip door het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit dat een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gehanteerd moet worden. Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in het verslag geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden voorkomen die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel. Als omvangbasis geldt hierbij het totaalbedrag van de verleende subsidie.

 

Voor de oordeelsvorming van de accountant en de controleverklaring zijn de volgende goedkeuringstoleranties van toepassing:

Type afwijkingen

Goedkeurend

Fouten in de financiële verantwoording (% van de verleende subsidie)

≤ 1%

Onzekerheden in de controle (% van de verleende subsidie)

≤ 3%

 

Controleverklaring

Er worden door de gemeente geen specifieke voorwaarden gesteld ten aanzien van de tekst van de controleverklaring.

 

Bijlage D.: Toelichting onderbouwing maximum te subsidiëren uurtarief 2021

Bij het bepalen van het maximum te subsidiëren uurtarief hebben we advies ingewonnen bij Bureau Buitenhek. Het bedrag is afgeleid van de benchmark die in 2016 is opgesteld door de Brancheorganisatie. Het spreekt voor zich dat er in vergelijking met deze benchmark bij aanbieders verschillende afwijkingen van deze benchmark kunnen zijn. Zo is de benchmark gebaseerd op de cao Sociaal Werk die hogere kosten (ca. 8%) kent dan de cao Kinderopvang. Ook is gerekend met een bezetting van 90% terwijl niet alle locaties die bezetting (kunnen) halen. Er zullen in de praktijk dus plussen en minnen zitten in de vergelijking met de benchmark per aanbieder.

 

Voor de indexering van 2016 naar 2020 is rekening gehouden met een jaarlijkse index van 2%. In 2020 is tevens een correctie toegepast op de benchmark (-3%), omdat de openingstijden in dat jaar veelal zijn verruimd naar 4 uur per dagdeel door aanvullende landelijke regelgeving. Het kostendekkend uurtarief wordt door die ruimere openingstijden lager omdat de vaste kosten over meer uren kunnen worden verdeeld). Dat leverde voor 2020 in een kostendekkend uurtarief op van € 9,50.

 

Voor de indexering van de subsidietarieven van 2021 e.v. ligt voor de hand de indexering van het maximum uurtarief voor de toeslagregeling te gebruiken omdat deze rekening houdt met (verdere) specifieke aanpassingen in de kosten als gevolg van kwaliteitseisen voor kinderopvang. De indexering van het maximum uurtarief voor de toeslagregeling is in 2021 3,5 %.

 

Dat levert voor 2021 een kostendekkend uurtarief op van maximaal € 9,84. In de kostenopbouw is te zien op welke personele inzet en welke kosten de benchmark is gebaseerd. Dat biedt aanknopingspunten om vast te

stellen wat binnen de standaard subsidieregeling valt en wat eventueel met aanvullende subsidie moet worden gedekt (bijvoorbeeld als het bezettingspercentage niet gehaald kan worden in kleine kernen).

 

Onderstaand de onderbouwing: