Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veldhoven

Raadsbesluit Verordening Afvalstoffenheffingen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeldhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRaadsbesluit Verordening Afvalstoffenheffingen 2021
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffingen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

10-11-2020

gmb-2020-352163

20.041

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadsbesluit Verordening Afvalstoffenheffingen 2021

 

 

De raad van de gemeente Veldhoven;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2020, nr. 20.041

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de tarieven van de afvalstoffenheffing aan te passen om de kostendekking te waarborgen;

 

gelet op:

- Artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffingen 2021".

 

Artikel 1. Inleidende bepaling.

Krachtens deze verordening wordt een afvalstoffenheffing geheven.

 

Artikel 2. Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

“gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

groene mini-container: een container bestemd voor de afvoer van groente-, fruit- en tuinafval alsmede etensresten (GFT+E);

grijze container: een container bestemd voor het huishoudelijke restafval (niet zijnde plastic, metaal en drankkartons), met een maximale inhoud van 240 liter.

 

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit.

Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4. Voorwerp van de belasting.

1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

2. Als perceel wordt aangemerkt:

a. de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d, en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

b. de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

c. een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

d. een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.

e. het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

 

Artikel 5. Belastingplicht.

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 6. Maatstaf van heffing en belastingtarief. 2021 2020

1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 241,98 € 237,39

2. De belasting als bedoeld in lid 1. wordt verminderd met € 72,59 € 71,22

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belasting-

plicht later aanvangt, bij aanvangt de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon.

3. De belasting voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht

later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één extra

grijze of groene mini-container, bedraagt per belastingjaar € 100,00 €100,00

4. De belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container naar een container

van een ander volume bedraagt per keer € 25,00 € 25,00

(na het betrekken van een nieuwe woning wordt de omwisseling op verzoek éénmaal

gratis uitgevoerd, mits dit verzoek is gedaan binnen zes weken nadat de woning in

gebruik is genomen)

5. De belasting bedoeld in artikel 4 wordt geheven door middel van een mondelinge dan

wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling,

dan wel door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belasting-

schuldige bekendgemaakt,

6. Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

7. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op een

aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen

aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 6a. Lastenvermindering.

De belasting, berekend op grond van artikel 6, wordt verminderd met een bedrag van € 0,21 (was 0,24)

indien de belastingplicht is aangevangen op 1 januari 2021.

Artikel 7. Belastingjaar.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8. Wijze van heffing.

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

 

Artikel 10. Termijnen van betaling.

De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn drie maanden later.

In afwijking van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste elf bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffingen.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel.

De "Verordening afvalstoffenheffingen 2020" van 12 november 2019, nummer 19.051, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffingen 2021".

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Veldhoven in zijn openbare vergadering van 10 november 2020.

 

 

 

mr. G.M.W.M. Wasser M.J.A. Delhez

griffier voorzitter