Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Culemborg

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent budgethouders (Budgethoudersregeling Culemborg 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCulemborg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent budgethouders (Budgethoudersregeling Culemborg 2021)
CiteertitelBudgethoudersregeling Culemborg 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Budgethoudersregeling gemeente Culemborg 2013.

Artikel 7 van deze regeling heeft een afwijkende inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/actueel/Culemborg/CVDR129365.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

15-12-2020

gmb-2020-351702

Regelgevingregister 2020, nr. 1.33

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent budgethouders (Budgethoudersregeling Culemborg 2021)

Het college van de gemeente Culemborg;

 

Gelet op de Financiële verordening;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

budgethoudersregeling gemeente Culemborg 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Budget: een deel van de begroting uitgedrukt in lasten en baten en verbonden aan een taakveld of investering of een dwarsdoorsnede van de begroting uitgedrukt in lasten en baten gekenmerkt door een kosten- of opbrengstensoort.

  • b.

    Budgethouder: een door de algemeen directeur aangewezen functionaris binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente en/of de Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe.

  • c.

    Budgetbeheerder: een door de budgethouder aangewezen functionaris binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente en/of de Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe.

  • d.

    Investering: een eenmalige activiteit ter verwerving van een goed of ter realisering van een werk waarvoor een krediet -incidenteel geld -is toegekend.

  • e.

    Stelpost: een taakstelling of een geraamd bedrag behorende bij een taakveld waarvan de invulling nog onduidelijk is.

  • f.

    Afdeling Financiën: de medewerkers werkzaam bij Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe in de vakteams Financieel advies en Financieel beheer.

Artikel 2 Aanwijzing budgethouders

  • 1.

    De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het beheer van de budgetten.

  • 2.

    De algemeen directeur wijst, conform nr. 24.2 van het bevoegdhedenregister van de gemeente, budgethouders en aan hen toegewezen budgetten aan.

  • 3.

    Budgethouders zijn in dienst van de gemeente of in dienst van Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe, dan wel werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente respectievelijk het bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie.

  • 4.

    De aanwijzing bedoeld in het tweede lid wordt vastgelegd in de financiële administratie.

  • 5.

    De namen van de budgethouders met de aan hen toegewezen budgetten worden vastgelegd in een jaarlijks geactualiseerd door de directeur ondertekend document.

  • 6.

    De algemeen directeur is budgethouder van de budgetten van het college van burgemeester en wethouders.

  • 7.

    De griffier is budgethouder voor de budgetten die direct ten behoeve van de gemeenteraad staan.

Artikel 3 Aanwijzing budgetbeheerders

  • 1.

    Budgethouders wijzen, conform nr. 24.3 van het bevoegdhedenregister van de gemeente, budgetbeheerders aan voor de aan hen toegewezen budgetten.

  • 2.

    Budgetbeheerders zijn in dienst van de gemeente of in dienst van Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe, dan wel werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente respectievelijk het bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid van een budgetbeheerder wijst de betreffende budgethouder, in afwijking van artikel 2, zesde lid van het Algemeen bevoegdhedenbesluit, een plaatsvervangend budgetbeheerder aan.

  • 4.

    De namen van de aangewezen budgetbeheerders worden met de aan hen toegewezen budgetten vastgelegd in de financiële administratie.

  • 5.

    De budgethouder draagt er zorg voor dat de registratie als bedoeld in het vorige lid actueel is.

Artikel 4 Verantwoordelijkheden budgethouder

  • 1.

    De budgethouder is binnen het hem toegekende mandaat verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen, prestaties en resultaten van de aan hem toegewezen budgetten.

  • 2.

    De budgethouder is eindverantwoordelijk voor de verantwoordelijkheden van de door hem aangewezen budgetbeheerders.

Artikel 5 Verantwoordelijkheden budgetbeheerder

  • 1.

    De budgetbeheerder is, onder verantwoordelijkheid van de budgethouder, belast met de realisering van de doelstellingen, prestaties en resultaten verbonden aan de aan hem toegewezen budgetten.

  • 2.

    De budgetbeheerder is onder de verantwoordelijkheid van de budgethouder belast met bewaking en verantwoording van de besteding van het budget.

  • 3.

    De budgetbeheerder is onder de verantwoordelijkheid van de budgethouder verantwoordelijk voor de door hem/haar aangeleverde gegevens ten behoeve van de financiële administratie en de documenten van de planning-& controlcyclus.

Artikel 6 Bevoegdheden budgethouder en budgetbeheerder

  • 1.

    De budgethouder/-beheerder is bevoegd tot het doen van uitgaven en het ontvangen van inkomsten met betrekking tot de aan hem/haar toegewezen budgetten.

  • 2.

    Voor het aangaan van contractuele verplichtingen worden de regels gehanteerd zoals vastgelegd in het Algemeen bevoegdhedenbesluit, het bevoegdhedenregister en het inkoopbeleid.

  • 3.

    De functionaris die op grond van het bevoegdhedenregister bevoegd is om contractuele verplichtingen aan te gaan, gaat deze verplichtingen alleen aan, als er voldoende budgetruimte is.

Artikel 7 Taken budgethouder en budgetbeheerder

  • 1.

    De budgetbeheerder controleert of de gefactureerde prestatie is geleverd en codeert de factuur.

  • 2.

    De budgetbeheerder legt bij de ontvangst van de factuur een bewijs van de prestatielevering vast in de financiële administratie. De directie stelt hiervoor een regeling vast.

  • 3.

    De budgethouder fiatteert de gecodeerde factuur.

  • 4.

    De budgetbeheerder zorgt voor tijdige aanlevering van gegevens aan de afdeling Financiën met betrekking tot inkomsten (subsidies, bijdragen, huur, etc.) en uitgaven, zodat de te ontvangen en te betalen bedragen kunnen worden vastgelegd in de financiële administratie.

  • 5.

    De budgethouder en de budgetbeheerder leveren tijdig alle gegevens die nodig zijn ten behoeve van de financiële administratie en de documenten van de Planning-& Controlcyclus, waaronder tevens de interne en externe controle wordt begrepen.

  • 6.

    De budgethouder en de budgetbeheerder leveren aan de treasurer tijdig alle gegevens die nodig zijn voor de uitoefening van de treasuryfunctie.

  • 7.

    De budgethouder dient een aangegane verplichting in de financiële administratie vast te leggen.

Artikel 8 Taken afdeling Financiën

  • 1.

    De afdeling Financiën geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de budgethouder en/of de budgetbeheerder;

  • 2.

    De afdeling Financiën biedt direct of indirect ondersteuning aan de budgethouder en/of de budgetbeheerder;

  • 3.

    De in het vorige lid genoemde ondersteuning bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      het tijdig in omloop brengen van facturen;

    • b.

      het zorg dragen voor tijdige betaling van de gefiatteerde facturen;

    • c.

      het zorgdragen voor de juiste, volledige en tijdige vastlegging van gegevens in de financiële administratie;

    • d.

      het zorg dragen voor juiste, volledige en tijdige financiële informatie.

Artikel 9 Budgetafwijkingen

  • 1.

    In de voortgangsrapportages worden afwijkingen op de ramingen van baten en lasten van taakvelden en investeringskredieten in de begroting toegelicht. Bij de jaarstukken is de richtlijn dat afwijkingen groter dan € 50.000 op taakveldniveau nader worden toegelicht. Uitgangspunt daarbij zijn de jaarcijfers in relatie tot de raming na laatste wijziging.

  • 2.

    Voor dekking van budgetafwijkingen wordt onderstaande volgorde gehanteerd:

    • a.

      soberder/ goedkoper uitvoeren van de te leveren prestatie.

    • b.

      binnen hetzelfde taakveld. Hierover neemt de budgethouder een besluit;

    • c.

      ten laste van reserves of voorzieningen voor zover die zijn gerelateerd aan het taakveld. Over de mutaties in reserves neemt de raad een besluit en over de mutaties in voorzieningen neemt het college een besluit;

    • d.

      binnen hetzelfde programma. Hierover neemt het college een besluit;

    • e.

      door verschuiving tussen programma’s. Hierover neemt de raad een besluit;

    • f.

      ten laste van de post onvoorzien.

    • g.

      ten laste van het begrotingssaldo. Hierover neemt de raad een besluit.

  • 3.

    Een besluit over de inzet van de onderschrijding op de salariskosten als gevolg van bijvoorbeeld vacatures of ziektevervanging wordt door de budgethouder uitsluitend genomen met toestemming van de directie.

  • 4.

    Een besluit dat leidt tot overschrijding van de salariskosten wordt, ongeacht de hoogte van de overschrijding, door het college genomen.

  • 5.

    Structurele budgetafwijkingen mogen alleen door structurele budgetten gedekt worden.

  • 6.

    Regels voor de gevallen waarin het college mag afwijken van de budgetten, zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de begroting, zijn opgenomen in de financiële verordening.

Artikel 10 Onvoorziene uitgaven en stelposten

  • 1.

    Een beroep op de post onvoorzien is slechts mogelijk met een collegebesluit en indien tegelijkertijd wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden:

    • a.

      De betreffende uitgaaf is onvoorzien;

    • b.

      de betreffende uitgaaf is onvermijdbaar;

    • c.

      de betreffende uitgaaf is niet uitstelbaar.

  • 2.

    Een stelpost valt onder de verantwoordelijkheid van de betreffende budgethouder.

  • 3.

    De budgethouder geeft invulling aan de stelposten voor het lopende begrotingsjaar is verstreken.

Artikel 11 Geldigheid budget

  • 1.

    De na afloop van het boekjaar resterende budgetten vallen in het rekeningresultaat, met uitzondering van van derden verkregen gelden met een bestedingsplicht en/of verantwoordingsplicht.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is een opname op de post ‘Nog te betalen(verplichting)/Nog te ontvangen(recht)’ mogelijk onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      de levering, het werk of de dienst is in het betreffende boekjaar uitgevoerd, maar leidt pas in het volgende dienstjaar tot facturering en;

    • b.

      de factuur moet overeenkomen met de daadwerkelijke levering, het werk of de dienst en;

    • c.

      er is een schriftelijke onderbouwing van de financiële verplichting.

  • 3.

    Een reservering van incidentele budgetten is mogelijk onder de voorwaarde dat de bestuurlijke en maatschappelijke noodzaak tot uitvoering vooralsnog aanwezig blijft.

  • Hiertoe wordt aan het college een verzoek tot bestemming gedaan van het resultaat jaarrekening.

  • 4.

    Over de financiële stand van zaken van lopende investeringen wordt jaarlijks in de jaarrekening gerapporteerd. Er wordt per investering voorgesteld of de investering doorloopt naar het volgende boekjaar of kan worden afgesloten.

Artikel 12 Beperkingen en condities

  • 1.

    Het is niet toegestaan dat twee of meer budgethouders of twee of meer budgetbeheerders dezelfde verantwoordelijkheid hebben voor hetzelfde budget.

  • 2.

    De functie van budgethouder en/of beheerder is onverenigbaar met de volgende functies:

    • a.

      de registrerende en controlerende functie;

    • b.

      de functie applicatiebeheerder van het financiële pakket.

  • 3.

    Een budgethouder en/of budgetbeheerder mag inkoopfacturen waarbij belangenverstrengeling aan de orde is niet accorderen.

  • 4.

    In afwijking van artikel 7, eerste en derde lid, worden onkostendeclaraties van medewerkers gecodeerd en gefiatteerd door de leidinggevende.

  • 5.

    In afwijking van artikel 7, eerste en derde lid, kan de directeur, uitsluitend voor bulkfacturen, budgethouders aanwijzen die bevoegd zijn de factuur zowel te controleren als te fiatteren.

  • 6.

    In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van artikel 7, zevende lid.

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de regeling wordt de Budgethoudersregeling gemeente Culemborg 2013 ingetrokken.

  • 3.

    Medewerkers die op 1 januari 2021 op grond van de Budgethoudersregeling gemeente Culemborg 2013 (deel)budgethouder zijn, blijven bevoegd de daaruit voortvloeiende werkzaamheden te verrichten, tot het moment waarop de algemeen directeur, conform artikel 2, tweede lid van deze regeling, de budgethouders heeft aangewezen.

  • 4.

    Medewerkers, die op 1 januari 2021 op grond van de Budgethoudersregeling gemeente Culemborg 2013 (deel)budgethouder zijn, blijven bevoegd de daaruit voortvloeiende werkzaamheden te verrichten, tot het moment waarop de budgethouder, conform artikel 3, eerste lid van deze regeling, de budgetbeheerders heeft aangewezen.

  • 5.

    Artikel 7, tweede lid, van deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021

  • 6.

    Artikel 7, zevende lid, van deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023, of zoveel eerder dat de richtlijn hierover is vastgesteld door het college.

  • 7.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Budgethoudersregeling Culemborg 2021”.

Aldus vastgesteld door het college op 15 december 2020

Toelichting Budgethoudersregeling Culemborg

Artikelsgewijze Toelichting

 

Artikel 2

Tweede lid:

De algemeen directeur is op grond van deze regeling verplicht om budgethouders aan te wijzen voor de aan hem toegekende budgetten. De algemeen directeur is zelf budgethouder voor de budgetten ten behoeve van het college van burgemeester en wethouders (zie ook lid 6 van dit artikel). Hij mag ook zelf andere budgetten beheren.

Het mandaat van het college aan de algemeen directeur betreft de bevoegdheid van het college om budgethouders aan te wijzen. Dat mandaat is opgenomen in het bevoegdhedenregister onder nummer 24.2. De aanwijzing van de budgethouders zelf is een aanwijzingsbesluit en houdt dus geen mandaat van de algemeen directeur aan de betreffende budgethouders in. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de budgethouders staan elders in deze regeling.

 

Derde lid:

De budgethouders zijn in dienst van (of werken voor) de gemeente. Een deel van de gemeentelijke bedrijfsvoeringsonderdelen wordt echter in mandaat uitgevoerd door de Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe (BWB). Gemeentelijke budgetten voor bijvoorbeeld facilitaire zaken, P&O, IM/ICT en juridische zaken worden beheerd door medewerkers van BWB.

In deze regeling is de mogelijkheid open gehouden om medewerkers van BWB als budgethouder aan te wijzen. Dat past in de gedachte dat BWB een gezamenlijke (bedrijfsvoerings)afdeling is van de gezamenlijke gemeenten. Een constructie waarbij de budgethouder voor bijvoorbeeld bedrijfsvoering in dienst van de gemeente is, is echter ook mogelijk. Die keuze is aan de gemeente.

 

Vierde lid:

De namen van de aangewezen budgethouders worden vastgelegd in het financiële pakket. De applicatiebeheerder zorgt er voor dat de budgethouders over de benodigde autorisaties beschikken om hun werkzaamheden m.b.t. de hen toegekende budgetten te kunnen verrichten.

 

Vijfde lid:

Jaarlijks wordt een uitdraai gemaakt van de in het financiële pakket geregistreerde budgethouders. Deze lijst wordt op actualiteit gecontroleerd en ondertekend door de algemeen directeur en gearchiveerd door de afdeling Financiën van BWB.

 

Zesde en zevende lid:

In afwijking van het tweede lid, waar bepaald is dat de directeur verplicht is budgethouders aan te wijzen, is hier geregeld dat de directeur budgethouder is voor de budgetten t.b.v. het college en dat de griffier budgethouder is voor de budgetten van de raad.

 

Artikel 3

Eerste lid:

Budgethouders zijn verplicht om budgetbeheerders voor de aan hen toegewezen budgetten aan te wijzen. Een budgethouder kan dus niet tevens budgetbeheerder zijn voor de hem toegekende budgetten. Zo wordt het vier-ogenprincipe geborgd.

 

Het mandaat van het college aan de budgethouders betreft de bevoegdheid van het college om budgetbeheerders aan te wijzen. Dat mandaat is opgenomen in het bevoegdhedenregister. De aanwijzing van de budgetbeheerders zelf is een aanwijzingsbesluit en houdt dus geen mandaat van de budgethouder aan de betreffende budgetbeheerder in. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de budgetbeheerders worden elders in deze regeling opgenomen.

 

Tweede lid:

In deze regeling is de mogelijkheid open gehouden om medewerkers van BWB als budgetbeheerder aan te wijzen. Dat past in de gedachte dat BWB een gezamenlijke (bedrijfsvoerings)afdeling is van de gezamenlijke gemeenten. Een constructie waarbij de budgetbeheerder voor bijvoorbeeld bedrijfsvoering in dienst van de gemeente is, is echter ook mogelijk. Die keuze is aan de gemeente.

 

Derde lid:

Van langdurige afwezigheid is sprake als de termijn waarbinnen een factuur betaald moet worden, niet gehaald kan worden. In de budgethoudersregeling regelen we dat de budgethouder bij langdurige afwezigheid van budgetbeheerder, een andere budgetbeheerder aanwijst. De reden hiervoor is dat te allen tijde het vier ogen principe gehanteerd moet worden. Dat wijkt af van de regeling in het Algemeen bevoegdhedenbesluit waar is geregeld dat als een leidinggevende ondermandaat heeft verleend aan een medewerker, deze leidinggevende zelf het mandaat uitvoert als de betreffende medewerker langdurig afwezig is. Voor de budgethoudersregeling is dat, vanwege het vier ogen principe, ongewenst.

 

Vierde lid:

De namen van de budgetbeheerders worden vastgelegd in Het financiële pakket. De applicatiebeheerder zorgt er voor dat de budgetbeheerders over de benodigde autorisaties beschikken om hun werkzaamheden m.b.t. de hen toegekende budgetten te kunnen verrichten.

 

Vijfde lid:

De budgethouder is er voor verantwoordelijk dat de aanwijzing van de budgetbeheerders actueel is.

 

Artikel 4 en 5

De budgethouder is verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen, prestaties en de resultaten. Tevens is hij eindverantwoordelijk voor de verantwoordelijkheden van de door hem aangewezen budgetbeheerders. De verantwoordelijkheden van de budgetbeheerders staan opgesomd in artikel 5.

 

Artikel 6

De budgethouders en –beheerders zijn bevoegd tot het doen van uitgaven en het ontvangen van inkomsten voor de producten. Dit betreft het proces van betalen van rekeningen en het ontvangen van inkomsten.

In de budgethoudersregeling wordt niets geregeld over de bevoegdheden om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waaruit verplichtingen voortvloeien. Mandaten voor de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomst zijn geregeld in het bevoegdhedenregister van de gemeente en worden daarom niet in deze regeling budgetbeheer opgenomen.

Een budgethouder of budgetbeheerder dient zich er wel altijd van te vergewissen of hij het mandaat heeft om te besluiten tot het aangaan van overeenkomst. Daarnaast is het gemeentelijke inkoopbeleid van toepassing.

 

Artikel 7

In artikel 7 is het vier ogen principe nader uitgewerkt. De budgetbeheerder controleert de factuur op inhoud en toetst of de geleverde prestatie voldoet aan de gestelde afspraken/voorwaarden (prijs, kwaliteit, tijdigheid, etc.). Daarna codeert hij de factuur. Om te kunnen aantonen dat de uitgaaf rechtmatig is, moet in het financieel systeem een bewijs van de geleverde prestatie worden vastgelegd. Hiervoor worden nadere instructies vastgelegd in een richtlijn. De budgethouder moet vervolgens goedkeuring verlenen, voordat de factuur betaalbaar gesteld kan worden.

De budgetbeheerder is er voor verantwoordelijk dat hij de afdeling Financiën tijdig op de hoogte stelt over de door de gemeente te ontvangen inkomsten ten behoeve van zijn budgetten.

In het 6e lid is de verhouding met de treasurer geregeld. De spelregels over de treasuryfunctie zijn opgenomen in het treasurystatuut.

Als de budgethouder een verplichting aangaat, wordt deze conform de vastgelegde werkwijze vastgelegd in het financiële systeem. Ook hiervoor worden nadere instructies vastgelegd in een richtlijn.

 

Artikel 8

Artikel 8 geeft een opsomming van taken van de afdeling Financiën. In artikel 1 hebben we de afdeling Financiën gedefinieerd als de medewerkers werkzaam bij Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe in de vakteams Financieel advies en Financieel beheer. Deze teams zijn ondergebracht bij BWB.

 

Artikel 9

Een besluit tot het inzetten van de onderschrijding op salariskosten of ziekte mag alleen door de budgethouder worden genomen, als het de directie daar toestemming voor heeft verleend. Reden voor deze toestemming is dat prioritering van deze inzet op directie-niveau moet plaatsvinden.

De gemeenteraad van Culemborg heeft vooralsnog geen ‘notitie afwijkingenbeleid’ vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 5, lid 5 van de financiële verordening. Dat betekent dat het college niet mag afwijken van de door de gemeenteraad bij de begroting (en in begrotingswijzigingen) vastgestelde budgetten.

 

Artikel 10

Geen toelichting

 

Artikel 11

Artikel 11 bevat de regels voor de gevallen waarin het boekjaar afloopt maar er nog wel betalingsverplichtingen zijn, voortvloeiend uit het afgelopen jaar boekjaar. Tevens bevat dit artikel de spelregels voor ontvangsten die betrekking hebben op het afgelopen boekjaar. De verzoeken tot bestemming van het jaarrekeningresultaat worden door het college ter besluitvorming aangeboden aan de raad.

 

Artikel 12

Vierde lid

Een uitzondering op de regel van het vier-ogenprincipe is betreft de fiattering van onkostendeclaraties van medewerkers. Deze declaraties worden om reden van efficiency door de leidinggevende geaccordeerd zonder dat een budgethouder een tweede akkoord geeft. Rechtvaardiging van deze uitzondering wordt gevonden in het feit dat dit geen facturen betreft en de routing van deze declaraties plaatsvindt via een EHRM-systeem en niet via het reguliere betalingssysteem.

 

Vijfde lid

Een tweede uitzondering kan, het is dus geen verplichting, worden gemaakt voor de betaling van zogenaamde bulkfacturen, die geboekt worden op één uitgavensoort. Dit betreft bijvoorbeeld facturen van energie, gas en water, verzekeringen, belastingen.

 

Artikel 13

Zolang er op grond van deze nieuwe regeling nog geen budgethouders en/of budgetbeheerders zijn aangewezen, blijven de huidige budgethouders en budgetbeheerders bevoegd om hun werkzaamheden te verrichten.

Artikel 7, het zevende lid treed nog niet in werking, omdat hiervoor nog nadere instructies worden vastgelegd in een richtlijn. Dit wordt op een later tijdstip verder uitgewerkt.