Regeling vergoedingen voor privaatrechtelijke dienstverlening 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

• 1.

  werkelijke kosten: de kosten van materialen, salarissen en overhead;

• 2.

  voorschot: aanbetaling op basis van de geraamde kosten;

• 3.

  derden: degenen op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verleend of degenen die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maken.

Artikel 2 Algemeen tarief

Voor het van gemeentewege verrichten van werkzaamheden ten behoeve van derden worden, voor zover hiervoor geen tarief is opgenomen in de bij deze regeling behorende tarieventabel, de werkelijke kosten in rekening gebracht.

Artikel 3 Voorschotten

Betrokkenen kunnen worden verplicht op basis van de geraamde kosten een voorschot te betalen. Dit voorschot wordt naderhand verrekend met de in artikel 2 bedoelde kosten.

Artikel 4 Wijze van betaling

• 1.

  De tarieven die zijn opgenomen in de bij deze regeling behorende tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

• 2.

  Voor de berekening wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid aangemerkt.

• 3.

  Boven de in de bij deze regeling behorende tabel vermelde tarieven en het algemeen tarief wordt, voor zover van toepassing, het wettelijk vastgesteld percentage aan omzetbelasting in rekening gebracht.

Artikel 5 Wijze en termijnen van betaling

De verschuldigde bedragen moeten te worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4:

• 1.

  mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• 2.

  schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 6 Bevoegdheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet en bij enig geschil over de toepassing daarvan beslist het college.

Artikel 7 Overgangsrecht

Het besluit “Regeling vergoedingen voor privaatrechtelijke dienstverlening 2020” van 17 december 2019, nummer 2020.1 van het college van burgemeester en wethouders, vervalt met ingang van de in artikel 8, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

• 2.

  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen voor privaatrechtelijke dienstverlening 2021.