Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenlanden

Beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Molenlanden 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel gevaarlijke honden gemeente Molenlanden 2020
CiteertitelBeleidsregel gevaarlijk honden 2020
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwjqnsfksebtAhWFraQKHXx1C48QFjADegQICxAC&url=https%3A%2F%2Fzoek.officielebekendmakingen.nl%2Fgmb-2019-99372.html&usg=AOvVaw05U5XemgPy2qZEf_EgfTYg

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2020nieuwe regeling

22-12-2020

gmb-2020-350925

1084053

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Molenlanden 2020

 

De burgemeester van de gemeente Molenlanden, 

 

Besluit; 

 

Gelet op de artikelen 1:3 lid 4, 4:81 lid 1, 4:83, 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen125 lid 3 en 172 lid 1, 2 en 3 van de Gemeentewet en artikel 2:59 en 2:59a van de Algemene Plaatselijke Verordening;  

 

Tot de vaststelling van de beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Molenlanden 2020. 

 

Inleiding

 

In de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Molenlanden (hierna: APV) zijn in de artikelen 2:59 en 2:59a bepalingen opgenomen betreffende gevaarlijke honden en gevaarlijke honden op eigen terrein. Deze artikelen bepalen onder meer de mogelijkheid voor de burgemeester tot het opleggen van een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod. 

In de gemeente Molenlanden hebben meermaals bijtincidenten met honden plaatsgevonden. Deze incidenten tasten de leefbaarheid en veiligheid(sgevoelens) in een wijk, straat en/of buurt aan en zorgen voor maatschappelijke onrust. Het is dan ook wenselijk om beleid vast te stellen over de uitleg van de artikelen 2:59 en 2:59a van de APV. Daarin voorziet deze beleidsregel. 

 

Beleidsregel

 

Deze paragraaf vormt de kern van deze beleidsregel. 

In deze beleidsregel worden artikelsgewijs de beleidsmatige voorwaarden weergegeven die door de burgemeester worden toegepast bij de besluitvorming met betrekking tot het opleggen van een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod. 

Artikel 1 Definities

 

Licht bijtincident 

wanneer een hond een ander dier of persoon bijt, waarbij er sprake is van geen of gering letsel waarbij geen medische behandeling noodzakelijk is. 

 

Ernstig bijtincident 

  • 1.

    wanneer een hond een persoon of dier bijt en als direct gevolg daarvan overlijdt. 

  • 2.

    wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon of dier. 

  • 3.

    wanneer meer dan één keer binnen twee jaar een bijtincident plaatsvindt zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen. 

  • 4.

    wanneer een hond die wordt gedefinieerd als hoog risico hond1 een bijtincident begaat. 

  • 5.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt. 

 

Ernstig letsel 

wanneer er bij een persoon of dier een medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. 

 

Hinderlijke hond 

een hond die een licht bijtincident heeft veroorzaakt. 

 

Gevaarlijke hond 

een hond die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt. 

 

Kort aanlijnen 

 

een hond aanlijnen met een deugdelijke lijn die niet langer is dan 1,50 meter gemeten vanaf de hand tot aan de halsband. 

 

Muilkorf 

een muilkorf die is vervaardigd van kunststof, leer of van beide stoffen. De muilkorf is door middel van een leren riem rond de hals aangebracht op zo'n manier dat verwijdering zonder tussenkomst van een persoon niet mogelijk is. De muilkorf is zodanig ingericht dat de hond geen mens of dier kan bijten. De afgesloten ruimte binnen de korf geeft de hond de mogelijkheid tot een geringe opening van zijn bek en er zijn geen scherpe delen binnen de korf aanwezig. 

 

 

Artikel 2 Hinderlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als een hond een persoon of een dier bijt, maar waarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. De burgemeester geeft de eigenaar of de houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij tevens overgaan tot het opleggen van een aanlijngebod. 

  • 2.

    Het aanlijngebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 4 lid 3. 

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als een hond een persoon of een dier bijt, waarbij er sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Afhankelijk van de ernst van het incident kan worden overgegaan tot het aan de eigenaar of houder van de hond opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod voor de hond of kan worden overgegaan tot inbeslagname van de hond. 

  • 2.

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59 APV, als een hond meerdere keren binnen twee jaar tijd een persoon of een dier bijt en daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. De burgemeester legt een aanlijn- en muilkorfgebod voor de hond op aan de houder of eigenaar van de hond. 

  • 3.

    Het aanlijn- en muilkorfgebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 4 lid3. 

Artikel 4 Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar of de houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen. Deze test wordt afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit risico-assessment dient te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland benoemde gedragskeurmeester. 

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van het risico-assessment door de eigenaar of de houder van de hond zijn voor de rekening van de eigenaar of de houder van de hond. 

  • 3.

    Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of de houder van de hond kan de burgemeester de opgelegde maatregel, zoals bepaald in de artikelen 2 en 3, opheffen. De eigenaar of houder van de hond dient hiervoor door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk te maken dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. 

Artikel 5 Afstand doen van de hond/inbeslagname van de hond

  • 1.

    De houder of eigenaar van de hond wordt gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond als deze, op grond van artikel 3, is aangemerkt als gevaarlijk en in strijd handelt met het aanlijn- en/of muilkorfgebod en de hond opnieuw een bijtincident veroorzaakt. 

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot inbeslagname van de hond op onvrijwillige basis op grond van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb: 

    • a.

      als de situatie genoemd in het eerste lid zich heeft voorgedaan en de houder of de eigenaar hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of; 

    • b.

      bij (ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident. 

  • 3.

    Bij een onvrijwillige in beslagname, zoals genoemd in lid 2, geeft de burgemeester de opdracht om de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest, zoals genoemd in artikel 4. 

  • 4.

    Blijkt uit de gedragstest dat de hond niet kan worden herplaatst of het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, kan de burgemeester besluiten de hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts. 

  • 5.

    Alle kosten (zoals vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest etc.) komen volledig voor rekening van de houder of de eigenaar van de hond en worden op hem/haar verhaald. Genoemde opsomming van mogelijke kosten bevat een aantal voorbeelden maar is niet uitputtend.  

Artikel 6 Uitzonderingen

  • 1.

    In uitzonderlijke gevallen of bij zeer ernstige situaties kan de burgemeester afwijken van deze beleidsregel. Dit wordt gedaan indien er vrees is voor verstoring van de openbare orde en de houder of eigenaar van de hond geen vrijwillige afstand doet. De burgemeester kan dan overgaan tot het toepassen van (spoed)bestuursdwang op grond van artikel 5:31, tweede lid, Awb of op grond van artikel 172, derde lid, Gemeentewet, en het bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige  inbeslagname van een hond. 

  • 2.

    In geval waarbij toepassing van deze beleidsregel (gelet op het te beschermen belang) leidt tot onevenredige gevolgen voor belanghebbende(n) kan de burgemeester afwijken van hetgeen in deze beleidsregel is bepaald. 

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel wordt als volgt geciteerd: Beleidsregel gevaarlijke honden gemeente Molenlanden 2020. 

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking. 

 

 

 

Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Molenlanden op 22 december 2020. 

 

de burgemeester, 

 

 

drs. T.C. Segers MBA