Beleidsregels Oplaadpunten Elektrisch Vervoer gemeente Oude IJsselstreek

1. Doel van de beleidsregels

Het doel van de beleidsregels is om:

• 1.

  particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van laadpalen in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;

• 2.

  particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur te informeren over de te volgen procedure;

• 3.

  aanvragen voor het plaatsen van oplaadinfrastructuur en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op een zelfde en gelijkwaardige manier te kunnen beoordelen en af te handelen.

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op publieke laadpalen en vergelijkbare oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte.

2. Juridisch kader

Op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Oude IJsselstreek is voor het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s in de openbare ruimte geen ontheffing vereist, mits wordt voldaan aan deze beleidsregels. Dit is opgenomen in:

• 1.

  artikel 2:10 (Het plaatsen van voorwerpen op openbare plaatsen in strijd met de publieke functie daarvan), onder lid 8.

• 2.

  artikel 2:11 (Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg), onder lid 4.

   

De wijze waarop toestemming wordt gegeven voor het plaatsen van een laadpaal in de openbare ruimte is afhankelijk van het type aanvraag:

A. Publieke laadpaal op verzoek van een particulier, bedrijf of organisatie (vraaggestuurd)

Toestemming voor het plaatsen van laadpalen op individueel verzoek in de openbare ruimte wordt gegeven op basis van afspraken met een aanbieder van laadinfrastructuur, die zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.

B. Publieke laadpaal op initiatief van de gemeente Oude IJsselstreek (aanbodgestuurd)

Toestemming voor het plaatsen van laadpalen op strategische locaties in de openbare ruimte wordt gegeven op basis van afspraken met een aanbieder van laadinfrastructuur, die zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.

C. Publieke laadpaal d.m.v. een verlengde private aansluiting (VPA) Bij een VPA is een door eenieder met een elektrisch voertuig te gebruiken laadpaal in de openbare ruimte aangesloten op de elektriciteitsvoorziening van het aangrenzende pand. In dat geval wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de pandeigenaar. In de gemeente Oude IJsselstreek wordt alleen bij bedrijven of organisaties in specifieke situaties toestemming voor een VPA in overweging genomen. Zie hiervoor de beleidsregels onder lid 6.

Verkeersbesluit

Wanneer toestemming wordt gegeven voor het plaatsen van laadpalen, wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan voor het uitsluitend opladen van elektrische voertuigen. Hiertoe wordt op grond van art. 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) een verkeersbesluit genomen. In het verkeersbesluit worden de betreffende parkeerplaats(en) aangewezen door middel van het plaatsen van de verkeersborden E4 of E8 met onderbord ‘alleen opladen elektrische voertuigen’. 

Op deze wijze kan worden opgetreden tegen geparkeerde niet-elektrische voertuigen, geparkeerde elektrische voertuigen die niet zijn aangesloten op een oplaadpunt en (eventueel) ook tegen geparkeerde aangesloten elektrische voertuigen waarvan de accu reeds volledig is geladen.

3. Beleidsregels

1. Begripsbepalingen:

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Aansluiting: de verbinding tussen het elektriciteitsnet, meer specifiek de hoofdelektriciteitskabel en de Laadpaal;

• b.

  Aanvrager: de aanbieder van Laadpalen of, in het geval van een verlengde private aansluiting, een bedrijf of organisatie gevestigd in de gemeente Oude IJsselstreek.

• c.

  Elektrische Voertuigen: motorvoertuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;

• d.

  Gebruiker:

  - een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Oude IJsselstreek en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die aantoonbaar beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig;

  - een particulier die aantoonbaar eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig en/of werkzaam is in gemeente Oude IJsselstreek;

  - een bezoeker met een elektrisch voertuig in de gemeente Oude IJsselstreek.

• e.

  Laadpaal: openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties en kabels en leidingen, waar een Elektrisch Voertuig kan worden opgeladen; een Laadpaal kan een of meer Oplaadpunten bevatten; de benodigde laadkabel en de aansluiting maken geen deel uit van de Laadpaal;

• f.

  Oplaadpunt: een op de Laadpaal aanwezige voorziening waarmee de gebruiker zijn voertuig van stroom kan voorzien;

• g.

  Oplaadlocatie: locatie in de openbare ruimte waar een Laadpaal en een of meer parkeerplaatsen uitsluitend ten behoeve van het opladen van Elektrische Voertuigen aanwezig zijn;

• h.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek.

   

2. Aanvraag toestemming en verkeersbesluit

Een aanvraag voor het plaatsen van een of meerdere Laadpalen in de openbare ruimte en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door een Aanvrager.

3. Aanvraag locatie laadpaal

Een aanvraag voor een locatie voor het plaatsen van een Laadpaal bevat tenminste een foto en tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste Laadpaal en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.

4. Behoeftebepaling oplaadlocatie

De Aanvrager toont aan dat er op de aangevraagde locatie daadwerkelijk behoefte bestaat bij één of meerdere Gebruiker(s) uit de omgeving aan een Laadpaal op of aan de openbare weg. Het College verleent geen medewerking aan het realiseren van Laadpalen, wanneer bedoelde Gebruiker(s) de mogelijkheid heeft/hebben om elektrische voertuigen op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden of deze mogelijkheid kunnen creëren. De behoefte bij één of meerdere Gebruiker(s) uit de omgeving hoeft niet te worden aangetoond, indien het College een Aanvrager verzoekt om uit strategische overwegingen (aanbodgestuurd) een Laadpaal te plaatsen, bijvoorbeeld bij belangrijke (maatschappelijke) voorzieningen of in centrumgebieden.

5. Definitieve locatie laadpaal

Het College bepaalt in overleg met de Aanvrager de definitieve locatie van de Laadpaal en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het College toetst hierbij aan de volgende criteria:

• a.

  de behoefte aan een Laadpaal bij Gebruikers binnen een loopafstand van 300 meter van de aangevraagde locatie;

• b.

  de aanwezigheid en het gebruik van bestaande Laadpalen in de openbare ruimte binnen de genoemde straal van 300 meter;

• c.

  het eigendom van de ondergrond, de grond dient gemeentelijk eigendom te zijn;

• d.

  voldoende zichtbaarheid en vindbaarheid van de locatie van de Laadpaal;

• e.

  de mate waarin het aannemelijk is dat de Oplaadlocatie door meerdere gebruikers gedeeld kan/zal worden;

• f.

  de mogelijkheid om de Oplaadlocatie te kunnen voorzien van tenminste twee Laadpalen met elk twee of meer Oplaadpunten en het daarmee – eventueel op termijn – kunnen bedienen van vier of meer parkeerplaatsen;

• g.

  de parkeerdruk (maximaal 95% in woonwijken en 85% op parkeerterreinen, te bepalen aan de hand van een steekproef);

• h.

  de aanwezigheid van een bestaand parkeervak / bestaande parkeervakken;

• i.

  het waarborgen van de doorgang voor ander verkeer (auto, fietser, voetganger, rolstoel etc.);

• j.

  eventuele belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen;

• k.

  de mate waarin de Laadpaal in het straatbeeld past;

• l.

  eventuele geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen waardoor de Laadpaal (tijdelijk) niet te gebruiken zal zijn of moet worden verwijderd/verplaatst.

In beginsel worden bij een nieuw te realiseren Oplaadlocatie in eerste instantie één of twee Laadpalen geplaatst. Per Laadpaal wordt in eerste instantie één parkeerplaats feitelijk aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien de Laadpaal beschikt over twee Oplaadpunten, wijst het college in het verkeersbesluit ook alvast een tweede parkeerplaats aan.

De aanwijzing van de tweede parkeerplaats per Laadpaal voor het opladen van elektrische voertuigen kan, afhankelijk van de behoefte, worden uitgesteld tot een nader te bepalen datum. De Aanvrager toont in dat geval aan de hand van het aantal uren dat de Laadpaal effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële Gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede aangewezen parkeerplaats per Laadpaal.

6. Verlengde private aansluiting (VPA)

Alleen verzoeken voor een VPA van bedrijven en organisaties worden door het College in overweging genomen. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek hanteert het College tenminste de volgende voorwaarden:

• a.

  het pand waarop de Laadpaal wordt aangesloten dient (vrijwel) direct te grenzen aan de beoogde Oplaadlocatie;

• b.

  het bedrijf of de organisatie heeft geen mogelijkheid om Elektrische Voertuigen op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden en kan deze mogelijkheid ook niet creëren;

• c.

  er is sprake van een lage parkeerdruk (maximaal 60%), zodat de VPA geen onevenredige claim legt op de beschikbare openbare parkeergelegenheid. Van deze voorwaarde kan worden afgeweken indien de VPA op een strategische locatie wordt gerealiseerd en daarmee mede voorziet in een bredere behoefte.

   

7. Volgorde besluitvorming

De toestemming voor het plaatsen van een Laadpaal wordt eerst van kracht, maar kan pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

8. Plaatsing en beheer laadpaal

De Aanvrager voor het plaatsen van een Laadpaal is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de Laadpaal en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. Indien het College een Aanvrager verzoekt om uit strategische overwegingen (aanbodgericht) een Laadpaal te plaatsen, kan het College besluiten een eenmalige of structurele bijdrage te leveren aan de plaatsing en/of de exploitatie.

9. Inrichting en beheer parkeerplaatsen

De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van het College.

10. Bereikbaarheid beheerder

De beheerder van de Laadpaal is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor Gebruikers, hulpdiensten en het College in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de Laadpaal.

11. Openbaarheid laadpaal

De Laadpaal is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat het/de Oplaadpunt(en) voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn / haar Elektrische Voertuig. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting Gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het/de Oplaadpunt(en).

12. Interoperabiliteit

Een Oplaadpunt is interoperabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

13. Groene stroom

Om (zoveel mogelijk) te bewerkstelligen dat Elektrisch Voertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de Laadpalen alleen groene stroom (laten) leveren.

14. Veiligheid

De Laadpaal voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.

15. Aansprakelijkheid

De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de Laadpaal of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. De gemeente Oude IJsselstreek is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de Laadpaal is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart hiervoor de gemeente. De beheerder verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis.

16. Betaald parkeren/vergunninghouders/blauwe zone

In gebieden waar vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie in beginsel ook bij gebruik van een Oplaadlocatie. Het College kan besluiten hiervoor op de Oplaadlocatie een uitzondering te maken.

17. Handhaving

Het College ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een Elektrische Voertuig met de kabel aangesloten is op het Oplaadpunt. Indien daar gelet op de beschikbaarheid van het Oplaadpunt aanleiding toe bestaat, kan het College ook besluiten te handhaven indien het Elektrisch Voertuig met de kabel is aangesloten op het Oplaadpunt maar al volledig is geladen. Daarnaast wordt ook gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, blauwe zone en andere restricties die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden.

18. Intrekken / wijzigen van toestemming en verkeersbesluit

Indien de beheerder van de Laadpaal zich niet houdt aan de voorschriften zoals vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst, kan het College de toestemming voor de Laadpaal intrekken. Het College kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van Elektrische Voertuigen zijn aangewezen, intrekken. Bepalingen over intrekking van de toestemming en het verkeersbesluit voor de Laadpaal in geval van onvoldoende gebruik van de Laadpaal of in geval van wegreconstructies worden vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst.

19. Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur

De beheerder van een Laadpaal geeft op verzoek van het College inzicht in het feitelijke gebruik hiervan.

20. Bijzondere omstandigheden

Het College beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het College duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van Laadpalen in de gemeente Oude IJsselstreek. In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten gemotiveerd van deze beleidsregels af te wijken.

21. Termijn

Deze ‘Beleidsregels Oplaadpunten Elektrisch Vervoer gemeente Oude IJsselstreek’ gelden vanaf de dag na publicatie in het Gemeenteblad en worden indien nodig bijgesteld.