Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent het bepalen van de waarde voor de forensenbelasting (Beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent het bepalen van de waarde voor de forensenbelasting (Beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2021)
CiteertitelBeleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Ede/646737/CVDR646737_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

15-12-2020

gmb-2020-349811

186720

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent het bepalen van de waarde voor de forensenbelasting (Beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 15 december 2020, zaaknummer 186720;

gelet op artikel 4 en 5 van de geldende verordening Forensenbelasting;

 

besluit vast te stellen de: beleidsregels voor het bepalen van de waarde voor de forensenbelasting 2021.

Artikel 1 Reikwijdte

Deze beleidsregels gelden het bepalen van de heffingsmaatstaf van de forensenbelasting.

Artikel 2 Maatstaf van heffing

  • a.

    De heffingsmaatstaf is de waarde die op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor het belastingobject waarvan de gemeubileerde woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het betreffende belastingjaar valt, de zogenaamde WOZ-waarde.

  • b.

    Als geen WOZ-waarde is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde in het economische verkeer, die als volgt wordt bepaald:

    • 1.

      In een aangiftebiljet wordt de gebruiker van de gemeubileerde woning onder andere gevraagd opgave te doen van de waarde.

    • 2.

      Als de opgegeven waarde ten hoogste € 50.000,-- bedraagt, wordt de belasting geheven naar deze waarde, tenzij uit een controle blijkt dat de waarde in het economische verkeer hoger is dan de opgegeven waarde.

    • 3.

      Als de opgegeven waarde meer dan € 50.000,-- is, wordt de waarde bepaald overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 3 Waardeklasse

  • a.

    Voor het bepalen van de hoogte van de aanslag wordt een gemeubileerde woning op basis van de heffingsmaatstaf ingedeeld in een waardeklasse.

  • b.

    De belastingplichtige wordt door toezending van de aanslag in kennis gesteld van de indeling van de gemeubileerde woning in een bepaalde waardeklasse.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    De beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2019 van 18 december 2018 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijven met betrekking tot de aanslagen die voor dat tijdstip zijn opgelegd.

  • b.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • c.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘beleidsregels voor het bepalen van een waarde voor de forensenbelasting 2021’.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2020, zaaknummer 186720.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

dr. ir. L.E. Meijer

de loco-burgemeester,