Artikel | Omschrijving | Vast tarief | Variabel tarief |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
aanlegkosten: |
2.1.1.1 | de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en als de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
bouwkosten: |
2.1.1.2 | de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting niet inbegrepen en als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
Hoofdstuk 2 Vervallen |
2.2.1 | Vervallen | | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project, al dan niet met toepassing van de coördinatieregeling in artikel 3.30 Wro: de som van verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 3,29% van de vastgestelde bouwkosten | | |
2.3.1.2 | met een minimum van: | € 137,70 | 3,29% |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het verschuldigde bedrag in verband met een toets aan welstandcriteria verhoogd met het bedrag van de aan de aanvrager medegedeelde kosten, in verband met de toetsing door de welstandscommissie. De kosten blijken uit het overzicht dat bij het bericht van ontvangst wordt meegestuurd. | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.1.4.1 | voor de beoordeling van een aangeleverde milieukundig bodemrapport PDF-formaat | € 77,30 | |
2.3.1.4.2 | voor de beoordeling van een aangeleverde archeologisch bodemrapport in PDF-formaat | € 77,30 | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief 3,29% van de aanlegsom met een minimum van: | € 137,70 | 3,29% |
Planologisch strijdig gebruik, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
2.3.3 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 151,25 | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 218,60 | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
2.3.3.3.1 | als de gemeente de ruimtelijke onderbouwing schrijft: | € 4.389,90 | |
2.3.3.3.2 | als de aanvrager zelf de ruimtelijke onderbouwing aanlevert: | € 3.095,75 | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 280,20 | |
2.3.3.5 | Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 115,80 | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 385,70 | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 385,70 | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 385,70 | |
2.3.3.9 | onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.3.2 tot en met 2.3.3.8 wordt het verschuldigde bedrag, als de gemeente opdracht moet geven voor het opstellen van een voor de ruimtelijke afweging noodzakelijk onderzoeksrapport dat niet is aangeleverd door de aanvrager, verhoogd met de kosten van het uitvoeren van het onderzoek en het opstellen van een rapportage door een extern bureau. Over het verlenen van de opdrachten en de hoogte van de kosten wordt met de aanvrager of zijn gemachtigde overlegd. De kosten worden slechts gemaakt na instemming door de aanvrager of zijn gemachtigde. | | |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
2.3.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 151,25 | |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 218,60 | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
2.3.4.3.1 | als de gemeente de ruimtelijke onderbouwing schrijft: | € 4.389,90 | |
2.3.4.3.2 | als de aanvrager zelf de ruimtelijke onderbouwing aanlevert: | € 3.095,75 | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 280,20 | |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 115,80 | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 385,70 | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 385,70 | |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 385,70 | |
2.3.4.9 | onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.2 tot en met 2.3.4.8 wordt het verschuldigde bedrag, als de gemeente opdracht moet geven voor het opstellen van een voor de ruimtelijke afweging noodzakelijk onderzoeksrapport dat niet is aangeleverd door de aanvrager, verhoogd met de kosten van het uitvoeren van het onderzoek en het opstellen van een rapportage door een extern bureau. Over het verlenen van de opdrachten en de hoogte van de kosten wordt met aanvrager of zijn gemachtigde overlegd. De kosten worden slechts gemaakt na instemming door de aanvrager of zijn gemachtigde. | | |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
2.3.5 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.5.1 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning brandveilig gebruik bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, onder d eerste lid van de Wabo | € 614,75 | |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met artikel 11 van de Provinciale monumentenverordening Drenthe 2016 of artikel 10 van de Erfgoedverordening Tynaarlo 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk Als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 141,60 | |
2.3.6.1.2 | Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 141,60 | |
2.3.6.2 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 20 van de Erfgoedverordening Tynaarlo 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk Als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 141,60 | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
2.3.7.1 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 141,60 | |
Aanleggen of veranderen weg |
2.3.8 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van de aanleg van een weg, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met artikel 12.8 lid 1 van de Provinciale Omgevingsverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Tynaarlo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 721,15 | |
Uitweg/inrit |
2.3.9 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met: | | |
2.3.9.1 | artikel 12.8 lid 2 van de Provinciale Omgevingsverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 412,05 | |
2.3.9.2 | artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 162,50 | |
Kappen |
2.3.10 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 65,55 | |
Opslag van roerende zaken |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
2.3.11.1 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de geldende provinciale regelgeving of artikel 2:10, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 309,05 | |
2.3.11.2 | Als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: | € 309,05 | |
Natura 2000-activiteiten |
2.3.12 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 98,85 | |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
2.3.13 | Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, als tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 197,75 | |
Andere activiteiten |
2.3.14 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 98,00 | |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverbindend het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € 65,35 | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: | € 65,35 | |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
2.3.15 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.16 | Advies | | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager medegedeelde kosten op basis van een begroting van burgemeester en wethouders. | | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.17 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.17.2 | Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € 218,60 | |
2.3.17.3 | Indien de provincie een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven op grond van artikel 2.7 lid 2 van de Wet natuurbescherming bedraagt het tarief: | € 782,95 | |
2.3.17.4 | Indien de provincie een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven op grond van artikel 3.1, 3.5 of 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming bedraagt het tarief: | € 1.780,20 | |
2.3.17.4.1 | in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen van particulieren, die niet handelen in het kader van beroep of bedrijf | € 319,35 | |
2.3.17.4.2 | voor de opvang van inheemse soorten | € 319,35 | |
2.3.17.4.3 | in alle overige gevallen | € 1.780,20 | |
2.3.17.5 | Indien een ander bestuursorgaan dan het college of de raad een andere verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | | |
2.3.17.5.1 | het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.6 | Indien een begroting als hiervoor bedoeld is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen na goedkeuring van de begroting dan wel uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Hoofdstuk 4 Vervallen |
2.4.1 | Vervallen | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
2.5.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt of deze buiten behandeling wordt gelaten terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van team Publiekszaken en Veiligheid, in het belang van de procedure, bedraagt de teruggaaf 100% met dien verstande dat het in artikel 2.3.1.2 genoemde minimumbedrag niet van toepassing is. | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag niet ontvankelijk wordt verklaard, bedraagt de teruggaaf 100% met dien verstande dat het in 2.3.1.2. genoemde minimumbedrag altijd wordt geheven. | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag om andere redenen dan bedoeld in artikel 2.5.1.1 wordt ingetrokken bedraagt de teruggaaf 50% met dien verstande dat het in artikel 2.3.1.2 genoemde minimumbedrag altijd wordt geheven. | | |
2.5.1.4 | indien de intrekking leidt tot een nieuwe (gewijzigde) aanvraag, worden de verschuldigde gemeentelijk leges verrekend met deze aanvraag, mits deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 maanden na intrekking. | | |
2.5.2 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. | | |
2.5.2.1 | De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
2.5.4 | Een bedrag minder dan € 125,00 wordt niet teruggegeven. | | |
2.5.5 | Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € 139,80 | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € 273,30 | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen |
2.8.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt: | | |
2.8.1.1 | Als de gemeente de ruimtelijke onderbouwing schrijft: | € 6.622,90 | |
2.8.1.2 | Als de aanvrager zelf de ruimtelijke onderbouwing aanlevert: | € 3.095,75 | |
2.8.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt: | | |
2.8.2.1 | als de gemeente de ruimtelijke onderbouwing schrijft: | € 6.622,90 | |
2.8.2.2 | als de aanvrager zelf de ruimtelijke onderbouwing aanlevert: | € 3.095,75 | |
2.8.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.1 en 2.8.2 wordt het verschuldigde bedrag, wanneer de gemeente opdracht moet geven voor het opstellen van een voor de ruimtelijke afweging noodzakelijk onderzoeksrapport dat niet is aangeleverd door de aanvrager, verhoogd met de kosten van het uitvoeren van het onderzoek en het opstellen van een rapportage door een extern bureau. Over het verlenen van de opdrachten en de hoogte van de kosten wordt met aanvrager of zijn gemachtigde overlegd. De kosten worden slechts gemaakt na instemming door de aanvrager of zijn gemachtigde. | | |
Hoofdstuk 9 Vervallen |
2.9.1 | Vervallen | | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 139,80 | |
Hoofdstuk 11 Makelaarsinformatie |
2.11.1 | Het starttarief voor makelaarsinformatie zoals inlichtingen uit het bestemmingsplan, bouwmogelijkheden, het bouwvergunningenarchief, bodeminformatie enz. bedraagt: | € 35,10 | |
2.11.2 | Het tarief voor de naspeuring van de onder 2.11.1 bedoelde inlichtingen wordt daarnaast per kwartier verhoogd met | € 20,30 | |