Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021- Gemeente Westerveld |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2020 | nieuwe regeling | 22-12-2020 |
De raad van de gemeente Westerveld;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet ;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de rechten
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2020”, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2020.
De raadsgriffier, De voorzitter,
R. Weernekers H. Jager
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen
Hoofdstuk 5 Opgraven en verstrooien