Organisatie | Nuenen, Gerwen en Nederwetten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rioolheffing 2021 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening Rioolheffing 2021 |
Niet van toepassing
Onbekend
Niet van toepassing
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 05-11-2020 | Corsanummer 2020.14559 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Artikel 4. Voorwerp van de belasting
Artikel 5. Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:
a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of
b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
Het belastingtarief bedraagt voor elke kubieke meter water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd € 1,39.
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 10. Termijnen van betaling
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
Ingeval de belasting wordt geheven bij wege van aanslag, moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, het bedrag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
De “Verordening Rioolheffing 2020” van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Rioolheffing 2021'.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 5 november 2020
de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc