Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende regels omtrent de heffing en invordering van haven- en opslaggelden (Verordening haven- en opslaggelden 2021) |
Citeertitel | Verordening haven- en opslaggelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggelden 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2020 | 01-06-2021 | nieuwe regeling | 16-12-2020 | 2020-1880 |
De raad van de gemeente Deventer,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2020, nummer 2020-1880;
Gelet op de artikelen 216, 219 en 229, aanhef onderdeel a en b van de Gemeentewet;
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggelden 2021
Onder de naam van haven- en opslaggelden worden rechten geheven terzake van het gebruik of genot van gemeentelijk vaarwater, van gemeentelijke kaden en loswallen en van andere werken of terreinen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt of ter beschikking gesteld.
Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het schip in het gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Voor het opslaggeld is belastingplichtig degene die de goederen opgeslagen heeft, degene aan wie de opgeslagen goederen toebehoren of degene te wiens behoeve de goederen opgeslagen zijn.
Voor de toepassing van de tarieven wordt een gedeelte van een dag, een gedeelte van een week, een m², een m³ of een ton als een volle eenheid gerekend.
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente goederen laden of lossen en niet in het bezit zijn van een Green Award Certificaat:
per ton per 2 weken: € 0,20 excl. BTW
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente passagiers in¬nemen of aan wal zetten:
per ton per 2 weken: € 0,20 excl. BTW
doch met een minimum van € 69,32 excl. BTW, alsmede per reservering van een aanlegplaats een bedrag van € 40,99 excl. BTW.
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente goederen laden of lossen en in het bezit zijn van een Bronzen Green Award Certificaat:
per ton per 2 weken: € 0,19 excl. BTW
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente passagiers innemen of aan wal zetten:
per ton per 2 weken: € 0,19 excl. BTW
doch met een minimum van € 65,85 excl. BTW, alsmede per reservering van een aanlegplaats een bedrag van € 40,99 excl. BTW.
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente goederen laden of lossen en in het bezit zijn van een Zilveren Green Award Certificaat:
per ton per 2 weken: € 0,18 excl. BTW
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente passagiers in¬nemen of aan wal zetten:
per ton per 2 wevken: € 0,18 excl. BTW
doch met een minimum van € 62,39 excl. BTW, alsmede per reservering van een aanlegplaats een bedrag van € 40,99 excl. BTW.
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente goederen laden of lossen en in het bezit zijn van een Gouden of Platina Green Award Certificaat:
per ton per 2 weken: € 0,17 excl. BTW
voor beroepsvaartuigen die in de gemeente passagiers innemen of aan wal zet¬ten:
per ton per 2 weken: € 0,17 excl. BTW
doch met een minimum van € 58,92 excl. BTW, alsmede per reservering van een aanlegplaats een bedrag van € 40,99 excl. BTW.
Voor woonschepen of daarmee gelijk te stellen vaartuigen liggende in het gemeentelijk vaarwater, wordt een recht geheven van de eigenaar, berekend naar in beslag genomen wateroppervlak, bedragende per vierkante meter per jaar € 5,88 of voor het geval de ligplaats minder dan een jaar wordt gebruikt, € 0,49 per vierkante meter per maand of gedeelte daarvan. Een gedeelte van een vierkante meter geldt voor een hele vierkante meter. Over de in dit lid genoemde rechten is geen BTW verschuldigd.
bij meermalig gebruik, in de loop van het kalenderjaar van kaden, oevers en steigers, voor zover een strook grond of oppervlakte wordt verlengd tot ten hoogste 6 meter breedte, per strekkende meter (of gedeelte daarvan) kade, oever of steiger bij wijze van abonnement, bij vooruitbetaling voor het verschuldigd kalenderjaar:
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die worden opgelegd na het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het derde en vierde lid van dit artikel geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven van de betaalrekening van de belastingplichtige, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel termijnen als er na de maand die is vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet, nog volle maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.
In afwijking van het derde en vierde lid van dit artikel geldt, wanneer het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan is minder dan € 30,- of meer dan € 5000,-, dat op verzoek de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven. Het aantal incasso termijnen is dan gemaximeerd op drie termijnen. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Met ingang van de in het derde lid genoemde datum wordt ingetrokken: De “Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggelden 2020” vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer op 13 november 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.