Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen houdende regels omtrent huishoudelijke hulp |
Citeertitel | Beleidsregels huishoudelijke hulp gemeente Huizen 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Huizen/487509/487509_1.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2020 |
Deze beleidsregels hebben betrekking op hoofdstuk 7 van de verordening sociaal domein Huizen 2018. Ze hebben onder andere tot doel om de uitkomsten van het onderzoek zoals bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet, te objectiveren. Tegelijkertijd bieden de beleidsregels ruimte tot maatwerk. Dat betekent automatisch dat gelijke gevallen leiden tot een gelijke uitkomst en dat ongelijke gevallen leiden tot een ongelijke uitkomst.
Het belangrijkste resultaat waar de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp voor kan worden ingezet is een 'schoon en leefbaar huis'. Een schoon en leefbaar huis betekent dat het huis niet vervuilt, dat gezondheidsrisico’s worden voorkomen en dat periodiek wordt schoongemaakt om zo een algemeen aanvaardbaar basisniveau van schoon te realiseren. Dit betekent dat de cliënt gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, als vast slaapvertrek in gebruik zijnde ruimte(s) (inclusief schoon beddengoed), de keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap, hierna aangeduid als de noodzakelijke ruimtes. De genoemde ruimtes dienen met enige regelmaat te worden schoongemaakt. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt moeten worden. Een leefbaar huis staat voor opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen. Naast een schoon en leefbaar huis kan huishoudelijke hulp ook worden ingezet voor enkele andere resultaten, deze resultaten worden in 7.2 benoemd.
Indien er beperkingen zijn in het voeren van het huishouden, komt de cliënt mogelijk in aanmerking voor de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden. De resultaten die bij deze maatwerkvoorziening horen zijn:
Huishoudelijke hulp kan worden ingezet om één of meer van deze resultaten te behalen.
Een indicatie voor huishoudelijke hulp wordt afgegeven in de vorm van een omvang in minuten per week. De professionele hulp verdeelt zelf de uit te voeren werkzaamheden en de beschikbaar gestelde omvang in de tijd, uiteraard in overleg met de cliënt. Zo worden uiteindelijk alle activiteiten uit het ondersteuningsplan met de overeengekomen frequentie uitgevoerd (dus ook de activiteiten die niet elke week hoeven worden uitgevoerd).
De (hoogte van de) indicatie voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp wordt bepaald aan de hand van de gegevens uit het onderzoek. Indien nodig wordt er extra informatie opgevraagd. De volgende factoren worden in elk geval onderzocht en zijn van invloed op de indicatie:
Op basis van de persoonlijke situatie van de cliënt stelt de consulent van de gemeente op maat een indicatie op. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het KPMG “Normenkader huishoudelijke ondersteuning 2019” door bureau HHM.
Er wordt geen maatwerkvoorziening getroffen wanneer er sprake is van gebruikelijke hulp als bedoeld in bijlage 2 van de Verordening sociaal domein 2018.
De gemeente ziet erop toe dat de huishoudelijke hulp duurzaam, passend en proportioneel wordt ingezet. Vanuit deze gedachte worden voor het frequente schoonmaakwerk alleen de 'noodzakelijke ruimtes' meegenomen in de indicatie. De noodzakelijke ruimtes zijn ruimtes die schoon moeten zijn om het zelfstandig wonen en participeren van de cliënt te kunnen realiseren. De omvang van de overige ruimtes kan vanuit de visie van de gemeente niet leiden tot een hogere indicatie, omdat de cliënt een eigen verantwoordelijkheid draagt om in een geschikt huis te wonen.
Bij het bepalen van de normtijden maken we gebruik van het door bureau HHM opgestelde KPMG Normenkader huishoudelijke ondersteuning 2019 en de bijbehorende activiteiten en de frequentie van uitvoering hiervan, waarop het normenkader is gebaseerd. Hiermee wordt voldaan aan de eisen die de Centrale Raad in mei 2016 heeft gesteld aan de onderbouwing van normtijden voor hulp bij het huishouden.
Het college bekijkt aan de hand van het KPMG-normenkader met de cliënt, wat de cliënt met hulp van het netwerk, zelf kan en wat vanuit de Wmo 2015 aangevuld moet worden. Wanneer cliënten als gevolg van hun (medische) beperkingen onvoldoende ondersteund worden door de basisvoorziening schoon huis, kunnen aanvullende maatwerkmodules ingezet worden. Dit zijn bijvoorbeeld een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren, het klaarzetten van maaltijden en beschikken over schone kleding.
Het college kan op basis van het KPMG-normenkader extra tijd indiceren, indien er sprake is van specifieke aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen om twee redenen leiden tot een hogere indicatie:
De extra noodzakelijke schoonmaak dient een (medische) oorzaak te hebben, welke aantoonbaar is.
Ad. artikel 7.4 onder overige uitgangspunten:
Het algemene uitgangspunt is dat geen extra uren worden toegekend vanwege de aanwezigheid van huisdieren. Wanneer uit het maatwerkonderzoek en de door client aangevoerde omstandigheden volgt dat dit wel nodig is, kan er gemotiveerd wel extra tijd worden toegekend bij de aanwezigheid van huisdieren. Zie hiervoor ook de jurisprudentie hierover (o.a. ECLI:NL:CRVB:2019:2585)