Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent de heffing en invordering van kwijtschelding gemeentelijke belastingen (Regeling kwijtschelding Maasgouw 2021) |
Citeertitel | Regeling kwijtschelding Maasgouw 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Kwijtscheldingsbesluit Maasgouw 2020.
Deze datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 |
De raad van de gemeente Maasgouw,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding bij gemeentelijke belastingen;
vast te stellen de volgende regeling:
”Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Maasgouw 2021”
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend:
Artikel 4. Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5. Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.