Organisatie | Mook en Middelaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening reinigingsheffingen 2021 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen gemeente Mook en Middelaar 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | nieuwe regeling | 16-12-2020 |
De raad van de gemeente Mook en Middelaar,
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 1 december 2020;
gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;
gelet op het advies van de raadscommissie d.d. 9 december 2020,
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Mook en Middelaar 2021.
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het gewicht van het per kalenderweek ingezamelde huishoudelijk afval wordt per perceel dan wel groep van percelen vastgesteld op het verschil van het gewicht van de ter lediging aangeboden container voor en na lediging.
Het gewicht per perceel dat behoort tot een groep van percelen wordt, voor wat betreft het door middel van een verzamelcontainer ingezamelde restafval, vervolgens vastgesteld op een, naar het aantal percelen van de betrokken groep van percelen, evenredig gedeelte van het totale gewicht van de betrokken groep van percelen.
De vaststelling van het totaal per belastingjaar ingezamelde gewicht van de afvalstoffen van een perceel vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval en/of het restafval van dit perceel in het betreffende belastingjaar, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
De vaststelling van het totaal per belastingjaar ingezamelde gewicht van de afvalstoffen van een perceel behorende tot een groep van percelen vindt plaats door een optelling van de, voor dat perceel, op grond van lid 4.1 vastgestelde gewichten in het betreffende belastingjaar, vermeerderd met het voor dat perceel, op grond van lid 5 vastgestelde gewicht van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval in het betreffende belastingjaar, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel, al dan niet behorende tot een groep van percelen, voor alle betrokken percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 7 en 8.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar aanvangt, is de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven..
Een verzoek om kwijtschelding wordt getoetst aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, met dien verstande dat het in artikel 16, lid 1, van die regeling genoemde percentage voor de kosten van bestaan wordt vervangen door 100.
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 15 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totaal per belastingjaar ingezamelde gewicht van het bedrijfsafval van een bedrijfspand vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde bedrijfsafval van dit bedrijfspand in het betreffende belastingjaar, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo's naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of door technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van het bedrijfsafval voor alle betrokken bedrijfspanden, ongeacht of de bij deze bedrijfspanden behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per bedrijfspand vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 7 en 8.
Artikel 18 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar aanvangt zijn de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 21 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
De ‘Verordening reinigingsheffingen Mook en Middelaar 2020’ van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 23, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering d.d. 16 december 2020
De raad voornoemd,
De griffier,
mr. M.A.M. van Arensbergen
De voorzitter,
mr. drs. W. Gradisen
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing per belastingjaar.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per kilogram:
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten per belastingjaar.
De rechten als bepaald in onderdeel 3.1 wordt per kilogram bedrijfsafval welke gedurende het belastingjaar in een container wordt ingezameld vermeerderd met |
De tarieven genoemd in hoofdstuk 3 worden verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting (btw).